Moeders op de boerderij m>wïnl»Gui&> STEMMEN UIT DE PRACTIJK UIT EN VOOR DE POLDER. NATIONALE LEVENSVERZEKERING-BANK N.V., Uit een geheim weekboek van Bram uit de Slikhoek NATIONALE UVINSVEKZHERING-BAIU KV Uw kinderen hebben een ideale jeugd, ze groeien op in het bedrijf, dat veelal ook het bedrijf va» hun toekomst is. Kunt U hun het uitzicht op die toekomst blijven geven, als ge alleen komt te staan Ja, mits Uw man nu een levensverzekering sluit bij de SCHIEKADE 130 - ROTTERDAM - TELEFOON 82700 Vraagt vrijbljvend advies I. Het belangrijkste feit van ons pas begonnen jaar in onze fruitteeltkringen is zeker geweest de Fruitteeltdag van de N. T. O., op 4 Januari j.l. te Goes. Het is de jaarlijkse „grote" dag, die zich in zo'n grote belangstelling mag verheugen, dat de groot ste zaal in Goes te klein wordt. Uit heel de provin cie, en zelfs daarbuiten, komt men naar Goes en men gevoelt zich één familie. Men bespreekt de dingen van de dag; men bespreekt de mogelijke vooruitzichten van het bedrijf; men „wenst" elkaar nog een gelukkig Nieuwjaar; er worden afspraak jes gemaakt om elkaar eens te bezoeken en tussen de middag gaat men gezellig hier of daar eten. Zodoende worden jaarlijks op deze grote bijeen komst de onderlinge banden verstevigd, hetgeen zeer zeker van grote betekenis is voor een goed lopende organisatie, zoals de Kring Zeeland van de N. T. O. Het is niet mijn bedoeling om alles, wat door de sprekers van die dag naar voren is gebracht, in ons blad te herhalen. En wel om deze reden, dat ik vertrouw, dat al onze fruittelers lid zijn van de N. T. O., en dus ook op 4 Januari aanwezig waren. In de „grote" Fruitteelt hebben ze een verslag kunnen lezen, en in de kleine „de Zeeuwse Fruit teelt" eveneens. En voor diegenen, die nog geen lid van de N. F. O. zijn en toch fruitteelt beoefenen (het is haast ondenkbaar), voor hen mag dit artikeltje dan nog een aansporing zijn om zich direct aan te sluiten bij hun organisatie, waar ze thuishoren. Zij kunnen dan ook profiteren van alles, wat hun geboden wordt en de ondervinding krijgen, dat ze het bedrag, dat het lidmaatschap opeist, ze met vertienvoudigde terugbetaling kunnen incasseren. Heeft onze Tuinbouwconsulent op deze Fruit teeltdag niet gezegd, dat er nog een millioen gul den te verdienen is in Zeeland? Welnu, gij die nog aan de kant staat, en toch probeert er van te kunnen profiteren, wees „goed Zeeuws, goed rond" en versterk de gelederen en probeert iets van dit millioen te pakken te krijgen op een eerlijke manier. Dat ik dit in een Orgaan van een Stands-organi satie kan schrijven, zonder gevaar van „gewei gerd" te worden, komt, omdat de Z. L. M. en de N. T. O. op de meest hartelijke wijze samenwerken, wat ook voor de Tuinbouw-Voorlichtingsdienst het werk zeer vergemakkelijkt en tot zijn volle recht kan komen. Want we hebben het ook nu weer ge hoord, en het klinkt nog na in onze oren: Kwali teit en nog eens kwaliteit, met de middelen om dit te bereiken. Spuiten en spuiten tot je de tel kwijt raakt. Snoeien, bemesten en een betere behande ling van ons fruit, als het dan eenmaal oogstbaar is. Dan nog de afzet-moeilijkheden en de concur rentiestrijd. Voorwaar geen geringe opgave. Maar een goede voorlichting en een organisatie is veel waard. Het voortdurend toenemend bezoek aan de jaarlijkse Fruitteeltdag is een bewijs, dat men meer en meer er vertrouwen in gaat stellen. Dit is verheugend, maar aan de andere kant ook weer verantwoordelijk. Als men de bezoekers eens bekeek op deze bijeenkomst, werd men getroffen door het groot aantal jonge mensen. Het wordt steeds angstiger al die jonge mensen naar voren te zien komen, ook in onze kringen. Wat kunnen we ze aanbieden? Ik dacht nog zo eens na over deze dag. Zoals het beeld in de zaal Krijger was, zo is óók het beeld in deze wereld Men probeert nog een plaatsje te bemachtigen, al is het dan nauw en onbehaaglijk. Men „zit" dan toch, maar vol is vol en men moet tenslotte staan, in de hoop, dat er eens iemand weggaat of flauw valt. Kan urnen ook niet meer staan, welnu dan is men buiten eer men het zelf weet en krijgt verder geen kans. Zó is het beeld van ons overbevolkt Nederland. Meermalen hebben wij dit probleem aangesne den en de Fruitteeltdag in Goes heeft me weer met zorg vervuld. Moeten er grotere emigratie schepen worden gebouwd, of kan er iets méér wor den gedaan om jongeren aan een bedrijf te hel pen? Ik weet, het is niet eenvoudig, maar toch moet dit niet verslappen. Het onderwijs kost mil- lioenen en is noodzakelijk, maar diploma's zon der bedrijf, beantwoorden niet aan het doel Dat de Z. L. M. haar roeping versta Mijn plaatsruimte is weer vol. Tot de volgende maal JAAP UIT 't BOGERDJE. We zetten ons praatje over de te verrichten werk zaamheden voort en denken het eerst aan de kas of serre, waarin we een druif of een perzik hebben geplant. We beginnen om alles goed schoon te maken, de druif kan, voor zover dit nog niet is gebeurd, wor den gesnoeid en aangebonden. De perzik maken we los en binden ze opnieuw met verse teen aan. daar anders een grote mogelijkheid bestaat, vooral Als de druif en de perzik hun winterbespuiting nog niet hebben gehad, dan wordt dit hard tijd, nu we zo een bij uitstek zachte winter beleven, aat het te laat is. Een te late bespuiting geeft meestal beschadiging; dit kunnen we voorkomen. In de fruittuin is het druk; het planten of ver planten van vruchtbomen kan voortgang hebben. Wanneer men wat oudere bomen wil verplanten, let er dan goed op, dat men de wortels niet te kort afsteekt. Snoeit gescheurde of beschadigde wortels weg; maakt een ruim plantgat, spit de bodem goed los. Wanneer men deze maatregelen neemt, kan men er van verzekerd zijn dat de boom aanslaat. Vroeg planten geniet de voorkeur, deze voorwaar de is voor het verplanten van oudere bomen van nog meer belang, dan bij het planten van jonge bomen. Goed en op tijd planten geeft reeds de zekerheid dat onze verwachtingen zullen worden beloond. Moet men nieuwe bomen aanschaffen, we schre ven dit reeds in één der vorige artikelen, kies dan enkel en alleen door de N.A.K. goedgekeurde pro ducten. De N.A.K.-plombe geeft U de garantie, dat de boom die men koopt, werkelijk het gevraagde ras is en de onderstam die men verkiest. Het snoeien van appels en peren kan worden voortgezet. Wanneer men er geen kennis van heeft, doet men verstandig om dit werk door een vakman te laten doen. Wil men echter dit werkje zelf opknappen, let dan goed op welke takken men wegneemt en hoe men dit doet. Snoeit eerst het dode en zieke hout weg, alsmede de door wind of bij de pluk geschon den takken. Wanneer de boom dan nog een te dichte stand vertoond, neemt men eventuele schuurtakken weg. Ditzelfde doet men met de aan wezige waterloten. Pas wanneer dit alles is verwij derd, kan men zien of het wegnemen van gezonde takken nog nodig is. Er moet voldoende licht en lucht in de boom aanwezig zijn, in goed openstaande bomen wordt de bloemknopvorming sterk bevor derd. Tevens is het van groot belang voor de kleur en de kwaliteit der vruchten. Door het toepassen van een open snoei wordt ook de groei van zwam- cn schimmelziekten sterk geremd. Deze ontstaan immers op plaatsen waar geen zon of wind kunnen doordringen. Wees voorzichtig met het snoeien van pruimen of andere steenvruchten; neem daar alleen het dode en zieke hout weg, men snoeit deze liever in de zomer. Een belangrijke voorwaarde bij het snoeien is het afdekken van de snoeiwonden, dit zijn de plaatsen, waar de boom gemakkelijk door ziekten wordt ge- infecteerd, o.a. door loodglans. Deze ziekte tast zowel pruimen als appels en peren aan; neemt voor het afdekken der wonden dan ook een goed wondafdekmiddel. Een algemeen bekend middel is „Kankerdood". Bij open weer kan reeds worden gespoten met vruchtenboomcarbolineumneemt iedere goede spuitdag ter harte. Enkele fruitkwekers zijn reeds met spuiten begonnen; ze doen hiermee een goed werk. Spuit op tijd, want ook bij de vroege peren zal men moeten oppassen niet te laat te zijn. Neem geen risico. Krozen en buitenstaande perziken moe ten beslist in de maand Januari gespoten zijn, denk daarbij om het percentage, voor de laatstgenoemde beslist niet hoger dan 5 v.b.c. Appels en peren kan men bespuiten met 6 k 7 met dien verstande, dat men de ontwikkeling der bomen goed in acht moet nemen. R. A. ADGEVER. en de middelen voor de che mische bestrijding zijn verkrijgbaar bij: Fa. P. J. DE PUNDER, Kwadendamme, telf. K. 1194—235. 15 Jan. De jaren ontvaren Zo snel en zo vlug, En zijn z' ons ontgleden Geen macht van gebeden Roept ze immer terug. Dit oude versje, lange jaren geleden op school geleerd, komt ons elk begonnen jaar weer in de gedachte. Het is zo' n waar vers: de jaren keren nimmer terug. We kunnen niets 'meer herroepen of verbeteren wat in het voorbije jaar is gebeurd. Vorige week spraken we nog met een oude Zeeuw se boer, die reeds negentig jaar telde, en zo helder alles van vroeger nog herinnerde. Wij klagen en murmereren heden ten dage nogal eens, maar wan neer we dan dit relaas hoorden, moeten we toch haastig de hand op de mond leggen. Hij vertelde, dat er toen maar enkele rijke men sen waren en de grote rest straatarm. Deze hadden letterlijk gebrek aan alles: kleren, voedsel en meu bilair. Hij vertelde, dat een arbeider 80 jaar ge leden 60 cent per dag verdiende en hiervan 1, huishuur moest betalen. Dan kan je wel uitreke nen, dat er niet veel op de tafel kwam. Je kunt je dit nu niet meer voorstellen, zei hij, en het was ook niet de goede oude tijd. Wanneer een kind geboren werd, verleende een oude vrouw de nodige hulp, omdat de dokter niet betaald kon worden, en die vrouwen deden dit als burenplicht gratis. Later is dat verboden door de wet, zei hij, maar toch werden er niet veel met doktershulp ter wereld gebracht, zei hij. Geen wonder, dat, daar er nog weinig over voedingsleer en hygiëne bekend was, de kindersterfte erg hoog was. Wat zouden die vroedvrouwen van 80 jaar geleden opkijken, wanneer zij zagen wat er n u voor het kind wordt gedaan Het was vorige week op „Late Lente" een hele drukte. We moesten beslist 's middags eens even komen, want er zou wat vreemds gebeuren Wat zou dat zijn? Toen we aankwamen, werd het raadsel opgelost. Gaêt is mee, zei Willem, naê 'tfietskot. Wij mee; en wat denk je dat daar stond? Een splinternieuwe blinkende bromfiets Dat was wat Willem, die nog op een Brennabor reed van 1910 (je weet wel, zo' n doortrapper), had zeker 20 ver schillende prijscouranten van bromfietsen laten komen en eindelijk er een uitgekozen. Jó'n, zei hij, ik most er gin èn mie de metor van voren, dan kan je niks zien en dat dienk kan zo stienken, en daèrom ik er noe een mie de metor lienks van achter. Zijn stalknechtje Flup stond met zijn mond open er bij. Zeg, baês, motten we hem nie van voren vast- houen, zei hij. Bè neent, zei Willem, ik zal mijn broekveren eens andoen en mijn oed vastzetten, en dan... ard gaêt ie! Hij deed z'n broekveren aan, bond een touw rond zijn hoed, zette de benzinekraan open en sprong er op. Drie keer trapte hij rond en plof, plof, daar ging het de dam uit, de opril op en naar 't dorp. Vier honderd meter verder gooide hij alles stil en draaide om naar 't hoefje. Plone stond met de gor dijnen van elkaar voor 'traam te kijken toen hij de oprit af kwam. Willem zag ze ook ineens staan, stak zijn hand op, waarmee hij gas gaf en kreeg te veel gang om het hek in te rijden. Reed er precies naast in de haag; de fiets bleef er in steken en Willem vloog als een pijl uit een boog over de haag in de andijvie. Jö'n, wat maakte hij een tuimeling. Hij rees vlug op, opdat de anderen het niet zien zouden en liep achterom het hek naar de bromfiets, die nog een leven maakte als een straalvliegtuig. De voorband was plat; dat was al vroeg reparatie. Plone kwam ook al kijken en vroeg: „Zeg, Wil lem, was je hem kwiet; ik zag je zo'n saltomortaal maken over de heg Zeg, baês, zei Flup, je ad hem toch nie te kort gekimd? Bèi neent, zei Willem, ik kreeg ineens een beestje in mijn oge toen ik mijn and opstak en ik zagge niks meer. Wij de fiets vlug gelapt en Willem was blij, dat zij alweer gemaakt was. Noe nog is, baês, zei Flup. Twedde keer goede keer, maer je mot die metor is wat korter op de sturtreep zetten. Maêkt dat je wigkomt, zei Willem. Ik ore de koeien k brullen van den oenger, gaê maêr direct voeren. Mèrgen moet ik naêr Goes en dan gaê ik wee op de bromfiets. En hij bracht zijn nieuwe aankoop weer in het fietskot, zo groos precies of hij een pas gekocht paard op stal bracht.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1952 | | pagina 7