TUINBOUWMIDDAG DER Z.L.M. KORT VERSLAG van de gehouden MARKTBERICHTEN VEEMARKT 's-HERTOGENBOSCH. VEEMARKT ROTTERDAM. GRAANBEURS ROTTERDAM. AARDAPPELBEURS ROTTERDAMé AARDAPPELBEURS GOES. STROVLAS. OP de Maandag 10 Dec. j.l. gehouden Tuinbouwmiddag der Z. L. M., kon de Voorzitter, de Kèer P. J. J. Dekker, met voldoening constate ren, dat een groot aantal leden en belangstellenden naar de „Prins van Oranje" getogen waren om daar een drietal inleidingen aan te horen n.l. over pro en contra, inzake handhaving tuinbouw-teeltregeling en de gewenstheid van een teeltregeling voor de fruitteelt. Geconstateerd mag worden, dat niet alleen de onderwerpen, doch zeker ook de inleiders n.l. de heer W. J. van Kampen, Voorzitter van de afd. Tuin bouw van het K.N.L.C., de heer Prins, Voorzitter van het Centraal Bureau voor de Tuinbouwveilingen, en de heer C. Boudewijn, Voorzitter van de N. F. O., deze belangstelling zeker rechtvaardigde. Opening-. In zijn openingswoord kon de voorzitter ojn. welkom heten Dr. Ir. G. de Bakker, als vertegen woordiger van de Directeur-Generaal van de Land bouw, Ir. C. S. Knottnerus, Voorzitter van het K.N.L.C., Ir. M. A. Geuze, Voorzitter der Z. L. M., de heren P. ScheeleDe Putter en Mr. J. F. G. Schlingemann, resp. Vice-Voorzitter en Secretaris der Z. L. M., de heer P. de Kam, Secretaris van de Prov. Stichting, de vertegenwoordigers van de N. F. O., bestuursleden van de Zeeuwse veilingen en de pers. Spreker gewaagde vervolgens van het groot aan tal aanwezige jongeren, hetgeen hij bijzonder op prijs stelde. Na gewezen te hebben op de beteke. nis van de Z. L. M. als Standsorganisatie voor de tuinbouw en de noodzaak van nauwe samenwer king tussen alle organisaties op tuinbouwgebied wil men een juist tuinbouwbeleid voeren verklaar de spreker de vergadering voor geopend en gaf hij het woord aan de heer W. J. van Kampen. Pro-handhaving teeltregeling. De heer Van Kampen meende er in eerste in stantie op te moeten wijzen, dat hij in principe grote voorstander van de vrije economie is, doch om de volgende redenen voor beheersing van het tuinbouwareaal wil pleiten. Indien wij de geschiedenis naslaan kunnen wij voor de tuinbouw verschillende perioden aanstip pen. Perioden van een vrij handelsverkeer in Europa, van beschermende maatregelen en op dit moment van invoerrechten en contingenteringen, dus be scherming in de dop. De economische verhoudingen in Europa zijn na de laatste wereldbrand totaal uit haar voegen ge slagen en hoewel men alle mogelijke moeite doet om tot een vrije uitwisseling van het goederen verkeer te komen, ziet men van tijd tot tijd het tegengestelde gebeuren. Met deze realiteit hebben wij te maken en men late verder alle schone leuzen voor wat ze zijn. De laatste jaren werden pl.m. 100.000 ton blad groente doorgedraaid, terwijl duizenden tonnen rondom de minimumprijs werden verkocht. Al zou er op korte termijn liberalisatie van de handel komen, dan nog is het de vraag of deze 100.000 ton geplaatst kunnen worden. Moet er nu nog meer tuinbouwgrond komen? Op dit moment zitten 40.000 jonge boeren in Nederland op een bedrijf te wachten. Zij hebben de keus of emigreren of een ander bestaan zoeken. Moeten zij zich op de intensieve teelten in het agrarisch bedrijf (groente en fruit) gaan toeleg gen? Er is groot gebrek aan goede cultuurgrond in Nederland. Moet de tuinbouw nu het asyl voor agrarische daklozen worden? Op deze vragen is slechts één antwoord: neen. In deze Maatschappij, waarvan 80 der bevolking een zekere bescherming geniet kan de overige 20 (tuinbouw) niet volkomen onbeschermd blij ven, temeer, daar de fiscale politiek niet toelaat, dat de tuinbouw zichzelf beschermt voor moeilijke jaren. Hoe gaarne spreker het anders zou willen, blijft hij om deze redenen sterke voorstander van be heersing van de teelt, dus voor strenge handhaving van de teeltregeling. Al komt er t.z.t. een ge zonde samenwerking tussen de Europese landen dan nog zal deze teeltregeling zijn nut afwerpen. Con tra-handhaving teeltregeling. De heer Prins, die zich, zoals in de aanhef reeds vermeld, ontpopte als een voorstander van ophef fing van de teeltregeling kwam tot deze conclusie op de volgende gronden. Het doel van de teeltregeling is om productie en afzet met elkaar in overeenstemming te brengen: dus om ongeveer zoveel groenten en fruit voort te brengen, dat a. er genoeg is voor onze eigen bevolking in een zo groot mogeliike variatie; b. er, zoveel als mogelijk is, geëxporteerd kan worden. Moet er om dit doel te bereiken wel een teelt regeling worden gehanteerd? Spreker gaat voor de beantwoording van deze vraag de geschiedenis na en komt daarbij aan de eerste periode van de teeltregeling in de 30-er jaren, welke hij voor die tijd onmisbaar achtte. Immers men zat toen in een gevaarlijke crisis periode, waarvoor tijdelijke maatregelen genomen moesten worden. De kentering in het tuinbouw-afzetprobleem kwam in de bezettingsjaren. De opname-capaciteit van Duitsland bleek plotseling onbeperkt en een teeltregeling had in die tijd geen zin meer, althans niet voor wat betreft de afzet der producten. De teeltregeling werd echter wel gehandhaafd nu, om een ongewenste en ongezonde uitbreiding tegen te gaan. Eveneens een tijdelijke maatregel, welke zeer noodzakelijk bleek. De na-oorlogse periode kenmerkte zich door een maatschappelijk-sociaal en economisch ontwricht Europa, waardoor met nieuwe afzetmoeilijkheden rekening moest worden gehouden. Het intrekken van tijdelijk teeltrecht en het onder controle hou den van het teeltareaal bleek dan ook voor deze periode noodzakelijk. Voor de tegenwoordige tijd zien we weliswaar bij onze exportlanden nog protectionistische nei gingen, doch naarmate de West-Europese samen werking meer en meer werkelijkheid begint te worden, zal dit verschijnsel verdwijnen. Angst voor een ongezonde uitbreiding van het areaal van wege de aantrekkelijke prijzen behoeven wij thans evenmin te hebben. Het vrijmaken van het handelsverkeer tussen de West-Europese landen beoogt de economische samenwerking te bevorderen om de landen econo misch sterker te maken. Nederland is het enige land van de 16, dat een teeltregeling heeft en daarom past z.i. deze rege ling niet meer in de toekomste ontwikkeling. De strijd om de Europese groente- en fruitmarkt zal hard en wreed zijn, ondanks alle prachtige plannen. Die het best en het goedkoopst kan produceren zal uiteindelijk zegevieren, met of zonder teelt regeling. Goedkoop en goed produceren kunnen wij echter alleen in vrijheid en niet door ons op te sluiten in een bepaald areaal. Opheffing van de teeltregeling behoeft zeker niet catastrophaal te zijn voor de tuinbouw, indien aan de akkerbouw enkele beperkingen worden opgelegd. Het gaat hier z.i. alleen om de verantwoordelijk heid in handen van de tuinder te leggen; dit is de enige basis voor een gezond bedrijfsleven. Is een teeltregeling voor de fruitteelt gewenst? De heer Boudewijn gaf als 3e spreker zijn visie over de gewenstheid van een teeltregeling voor de fruitteelt. Hij kwam hierbij tot de conclusie, dat, hoewel van het vrijmaken van het handelsverkeer in West- Europa nog bitter weinig is terechtgekomen en het fruitareaal de laatste jaren geweldig is uitgebreid (in 10 jaar ruim 18.000 ha) er toch geen aanleiding bestaat een teeltregeling voor de fruitteelt in het leven te roepen. De verantwoordelijkheid wilde spreker, evenals de heer Prins, aan de telers zelf overlaten. Het fruitteeltareaal bedroeg in 1950 68.500 ha waarvan een oogst te verwachten is van ruim 600.000 ton. Zonder uitbreiding kan nog een toe name van de productie verwacht worden tenge volge van betere cultuurzorgen, omenting slechte rassen enz. Voor deze toenemende fruitproductie moet tegen lonende prijzen afzetgebied gevonden worden, waarvan minstens der productie op de export, markt moet terechtkomen. Deze afzetmogelijk heden, laten wij ons niets wijs maken, zijn onzeker, doch moeten wij daarom gaan regelen of beper ken? Wie kan thans zeggen hoe het over 610 jaren met de afzetmogelijkheden gesteld is? Bovendien is voor de toekomst van onze fruit, teelt een voortdurende vernieuwing van het sor. timent noodzakelijk. Ook voor de fruitteelt geldt het woord van Pot gieter: Slechts vernieuwing kan behouden, Achter blijft wie stil blijft staan, Wij ijveren voor en hopen op een vrijhandels- verkeer tussen de landen en hierbij past geen teelt regeling. Wel dient regelmatig gewaarschuwd te worden tegen ongewenste uitbreiding. Na deze inleidingen volgde een levendige ge- dachtenwisseling, waarna de Voorzitter de spre kers dank bracht voor hun heldere betogen en de aanwezigen voor hun goede opkomst. Al met al was het een zeer vruchtbare middag, waarvan de afwezigen alleen maar spijt kunnen hebben niet aanwezig te zijn geweest. Wij hopen t.z.t. op de gehouden inleidingen terug te komen. De L. Op de markt van Woensdag werden aangevoerd 6238 stuks vee, zijnde: 2876 runderen, 386 vette kalveren, 745 nuchtere kalveren, 145 zeugen, 272 lopers, 1517 biggen, 274 schapen en 23 geiten. De prijzen waren als volgt: Melk- en kalf koeien van ƒ700ƒ990; Guiste koeien ƒ500—765; Kalf vaarzen ƒ650975; Klamvaarzen 550ƒ650; Guiste vaarzen 525 ƒ650; Pinken ƒ350ƒ500; Graskalveren ƒ200 ƒ325; Fokkalveren 95ƒ145; Drachtige zeugen ƒ280—ƒ350; Lopers ƒ70—ƒ90; Biggen ƒ36—ƒ62; Schapen ƒ8095; Vette lammeren ƒ90ƒ110. Aanvoer slachtvee 1005 stuks. Prijzen le kw. ƒ2.70—ƒ2,00, 2e kw. ƒ2,50—ƒ2,65, 3e kw. 2,30— 2,45; vette stieren ƒ2,30ƒ2,60; worstkoeien ƒ1,90ƒ2,20, alles per kg geslacht gewicht. Vette kalveren (lichte) van ƒ1,95ƒ2,25; zware soorten ƒ1,30ƒ2,70; nuchtere slachtkal- veren ƒ1,30ƒ1,40; zware soorten ƒ1,45ƒ1,60; slachtzeugen 1,761,90 per kg levend gewicht met 4 kg tarra, prima boven notering. Op de veemarkt te Rotterdam werden Dinsdag in totaal 1881 stuks vee aangevoerd. De aanvoer van vette koeien was gelijk aan die van de vorige week. De handel was kalm bij iets stijvere prijzen, welke naar gelang van kwaliteit liepen van 2, tot 2,70 per kg geslacht gewicht. De aanvoer van varkens was iets ruimer, de noteringen waren iets hoger en liepen van 2,15 tot 2,25 per kg levend gewicht. Schapen wisten zich ovenals lammeren vergeleken bij de vorige week goed in prijs te handhaven. Voor schapen werd 90 tot 120 be taald, voor lammeren ƒ80 tot ƒ110. BIGGENPRIJZEN WEST Z.-VLAANDEREN. In dit gebied werden de volgende biggenprijzen betaald in de week van 10 t/m 35 Dec. '51. Biggen van 68 weken: ƒ35; Biggen van 810 weken: 4045. Tarwe. Werd ruimer aangeboden. De fabrieken namen de aangevoerde partijen vlot op voor 24,65 bekende condities, franco fabriek. Zomergerst. Na de flauwe stemming van de afgelopen week, trad een lichte verbetering in. 38,25. Haver. Ruimer aangeboden, waartegenover een betrekkelijk kleine vraag, 30ƒ31. Zwaardere soorten hoger. Maïs. Ruim aangeboden, waarvoor de belang stelling beperkt was. Gedaan werd tot 47. Schokkers. De prima kwaliteiten waren zeer ge zocht; voor de mindere kwaliteiten waren geen kopers, 5470. Groene erwten. Ook hiervan werden de goede kwaliteiten graag gekocht. De minder goede par tijen zeer moeilijk te plaatsen, 4062. Bruine bonen. Zeer flauw, 3551. Blauwmaanzaad. Weinig toelangstelling, 95 ƒ120. Karwijzaad. Ook hierin ging nagenoeg niets om. ƒ74—ƒ80. Op de aardappelmarkt te Rotterdam waren de noteringen voor kleiaardappelen van 35 mm op waarts Dinsdag als volgt: Eigenheimers ƒ11,75ƒ12,75; Bintjes 8,75 9,25; Alpha's ƒ8,25ƒ8,50; Bevelanders en Fu rore 11,5012 en Meerlanders 10,7511. De prijs voor zandaardappelen van 35 mm oDwaarts was voor Voran 7,25 en die voor Voeraardappelen 4,505. Al deze prijzen gelden per 100 kg, be rekend op de handelsvoorwaarden, vastgesteld voor de verkoop van consumptie-aardappelen op wagon, schip of auto. Alpha ƒ7,75—ƒ8,25; Bintje ƒ8,25—ƒ8,75; Meer- lander ƒ9,50ƒ10; Furore ƒ10ƒ10,50, Voer ƒ4—4,25. De prijzen zijn berekend volgens de algemene handelsvoorwaarden per wagon, schip, auto, franco sorteerinrichting. De strovlasmarkt is wat kalmer geworden, voor namelijk de Belgen zijn wat terughoudender ge- worden en er komen weinig zaken tot stand. De enkele goede partijen die verkocht worden brengen op, gerepeld van 4046 ct. per kg; onge- repeld van 34—40 ct. per kg. De mindere kwaliteit, gerepeld 3A—4Q ct, per kg; ongerepeld 25—34 ct. per Hg-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 9