Nieuwe indeling MAISRASSEN
Plattelandsvrouwen
EMIGRATIE
NATIONALE
Ven goede huismoeder zorgt vooruit.
Doet U dat?
Ja zeker, als U er voor zorgt, dat Uw man
en Uw kinderen verzekerd zijn bij de
LEVENSVERZEKERING-BANK N.V.,
in de rassenlijst voor Landbouwgewassen 1952
C.L?., Rotterdam; C.T.V, 1, C.LV, 3 en Wiietm-
PROVINCIALE COMMISSIE TER
BEVORDERING VAN RIJKSWEGE
VAN DE VEEFOKKERIJ IN ZEELAND
VOOR DE PLATTELANDSVROUW
Hebt U al gelezen
„ROBERT"
van
Mevrouw van Nijnatten-Dofegnies?
Zoo nietlees het dan spoedig
Hst kind verwaarloosd door rijn vader en v®*.
FRANKRIJK*
De belangstelling uit agrarische kringen voor
vestiging in dit nog vrij ruime land begint weer op
te leven. Bij het zoeken naar een bedrijf begint
men ook tot de overtuiging te komen dat het ver
standiger en veiliger is op een vertrouwd kompas
te varen dan in zee te gaan met totaal onbekende
lieden.
De Centrale Stichting Landbouw Emigratie
krijgt van haar vertegenwoordiger in Frankrijk
regelmatig gegevens over vrijkomende bedrijven.
Over de mogelijkheden tot pachten kan men ver
dere inlichtingen verkrijgen.
Verder is er plaatsingsmogelijkheid voor jonge
mensen op goede boerderijen om een leertijd door
te maken. Momenteel kan een stagiaire geplaatst
worden op een Frans bedrijf. Hij moet volledig
bekend zijn met de veeverzorging. Het bedrijf is
zeer modern en gespecialiseerd in veeteelt en pro
ductie van consumptiemelk. De stagiaire moet alle
werkzaamheden kunnen verrichten. Hij moet ook
bekend zijn met tractoren en landbouwmachines.
Serieuze candidaten kunnen zich schriftelijk dan
wel mondeling wenden tot de Centrale Stichting
Landbouw Emigratie, Raamweg 28. 's-Gravenhage.
(K 1700 -r- 183510 toestel 41).
NATIONALE
UVCHSVEtlEIEffHG - a*m NV
SCHIEKADE 130 - ROTTERDAM - TELEFOON 82700
Vraagt trebly vend advies
Dit gewas neemt wat de zaaizaadvoorziening be
treft nog een bijzondere plaats in, daar van de in
de Rassenlijst opgenomen rassen slechts een be
perkte hoeveelheid zaaizaad ter beschikking is.
Hierdoor is het noodzakelijk van de meeste der in
beproeving zijnde rassen een ruime afgifte van
zaaizaad toe te staan, dat dan normaal onder
N.A.K.-plombe in het verkeer kan worden gebracht,
evenals het zaad van de opgenomen rassen.
In de Rassenlijst 1952 zijn de rassen naar de tijd
van rijping in vier groepen ingedeeld. Men houde
er echter rekening mede, dat deze indeling slechts
zeer globaal is, daar de rijpingsverschillen tussen
de rassen niet ieder jaar gelijk zijn gebleken; dit
is een gevolg van uitwendige omstandigheden.
Evenzo bestaan er ook geen scherpe grenzen tus
sen de groepen; deze gaan geleidelijk in elkaar
over.
Er zijn onderscheiden:
Vroegrijpe rassen (Komen voor verbouw in het
gehete Tand in aanmerking). Dit zijn de in de Ras
senlijst opgenomen rassen: Vroege gele ronde C.
B., Baanbreker en Unicum en het in beproeving
zijnde ras Kuhn.
De genoemde rassen zijn alle vrij slap van stro
en sterk vatbaar voor stengelrot; ze zijn ongeschikt
voor machinaal oogsten.
Midden vroegrijpe rassen (Zijn nog juist vroeg
genoeg om ook in het noorden van het land rijp te
worden). Hiertoe behoort de voor het eerst in de
Rassenlijst opgenomen Goudster.
Verder de in beproeving zijnde hybriden Canbred
150, Canbred 250, C.I.V. I en Amtwee.
De Canbred rassen zijn vrij slap van stro en ta
melijk vatbaar voor stengelrot. Ze kunnen daar
door minder geschikt zijn voor machinaal oogsten.
Middenlaatrijpe rassen (Deze nemen een tussen
positie in. Alleen de vroegst rijpende rassen uit
deze groep kunnen, mits onder gunstige omstan
digheden, nog verbouwd worden in de noordelijke
gebieden: N.-Holland, Friesland, Groningen, Dren
te en N.W. Overijssel).
Tot deze groep behoren de in de Rassenlijst op
genomen Wisconsin 240 en Arno, die voor het noor
den van het land alleen geschikt zijn op die gron
den, waar de omstandigheden voor de teelt van
maïs gunstig zijn. Verder zijn in onderzoek de hy
briden: C.I.V. 5, C.B. 41, C.B. 31, C.B. 32, Ameen,
Amdrie en K.F. 1 en het gewone maïsras Ray-
makers 777.
De laatstgenoemde vier zijn iets later dan Wis
consin 240; Raymakers 777 is bovendien matig
stevig.
Laatrijpe rassen (Worden alleen in de zuidelijke
provincies, en op een enkele plaats in het oosten
van het land, onder overigens gunstige omstandig
heden, nog op tijd rijp).
Hiertoe worden gerekend de in beproeving zijnde
hybriden: K.E. 3, Nodak 301, Wisconsin 255 en
Funk G 185. De K.E. 3 is van deze de vroegste en
slechts enkele dagen na Wisconsin 240 rijp. Funk
G 185, is voor ons land te laat gebleken. Alle geven
zeer stevige gewassen.
De kwekers (eventueel de vertegenwoordiger
van de kweker, importeur, of vermeerderaar van
origineel zaaizaad) van de in beproeving zijnde, niet
in de Rassenlijst opgenomen rassen, zijn: 't Ame
rikaanse Maïshuis, Apeldoorn: Amtwee, Ameen,
Amdrie en Wisconsin 255.
Barenbrug's Zaadhandel N.V., Arnhem: Hay
makers 777.
Centraal Bureau, Rotterdam: Canbred 150, Can
bred 250. C.B. 41, C.B, 32, C.B. 31, K.F. 1, K.E. 3
en Wisconsin 255.
«m m
Kon. Kweekbedrijf en Zaadhandel D. J. van der
Have, Kapeile-Biezelinge: Nodak 301 en Wiscon
sin 255.
N.V Kuhn Co., Naarden: Sel. Kuhn.
Verder zij verwezen naar de Rassenlijst 1952, die
eind December bij N.V. Leiter Nypels te Maastricht
verschijnt.
De Rijkscommissie voor de samenstelling
van de Rassenlijst voor Landbouwgewassen,
Prof. Dr Ir J. C. DORST, Voorzitter.
Ir J. WIND, wnd Onder-Voorzitter.
Ir J. K. GROENEWOLT, Secretaris.
Nu het organiseren van de verplichte voorjaars-
stierenkeuringen weer aan de orde is, komt het
ons gewenst voor enige toelichting te geven om
trent de verplichtingen voor de stierhouder.
Verplichte aangifte van aanwezigheid
van een stier.
Iedere stierhouder is verplicht elk jaar op nieuw
in de maand Januari en voorts binnen 8 dagen
nadat een stier de leeftijd van acht maanden heeft
bereikt, of een borstomvang van 145 cm of meer,
gemeten met de maatband, heeft verkregen, aan
gifte te doen bij het hoofd van de plaatselijke
politie van de bij hem aanwezige stier (en).
Hiervan ontvangt de stierhouder een bewijs, dat
hij goed dient te bewaren om bij eventuële politie
controle te kunnen tonen.
Het bewijs van „Aangifte van aanwezigheid"
moet dus niet aan ons worden opgezonden. Dit
wordt nog vaak gedaan, waarbij men dan van de
veronderstelling uitgaat, dat men de stier voor
keuring heeft opgegeven.
Als aangifteformulier voor keuring kan dit dus
niet gelden en kan dus niet als zodanig in behan
deling worden genomen!
Verplichte voorjaarskeuringen!
Aangiften voor de verplichte voorjaarskeuringen
kunnen vanaf heden worden ingezonden door ge
bruikmaking van de formulieren voor aangifte
voor keuring. Deze formulieren zijn verkrijgbaar
op Uw gemeentehuis of bij het Secretariaat der
Prov. Commissie, Landbouwhuis te Goes.
Keuring moet worden aangevraagd voor alle
stieren van 8 maanden of ouder dan 8 maanden,
die in een jongvee-register van een erkende stam
boek-vereniging of in enig register van een erkende
fokvereniging zijn ingeschreven.
Alleen toegelaten stieren, dit zijn stieren die
definitief of voorlopig zijn ingeschreven in een door
onze Commissie erkend Rundveestamboek ofwel
in eigendom behoren aan een door onze Commissie
erkende stieren- of fokvereniging zijn vrij van keu
ring met dien verstande, dat een voorlopig inge
schreven stier niet langer toegelaten stier is, wan
neer deze bij keuring voor de definitieve opname
mocht worden afgekeurd.
Ook stieren, die tijdens twee achtereenvolgende
voorjaarskeuringen zijn goedgekeurd zijn vrij van
keuring.
Niet volbloedstieren worden niet meer gekeurd
en mogen niet meer voor de publieke dekdienst
worden gebezigd.
In de maanden Januari, Februari en Maart wor
den geen stalkeuringen Uitgevoerd, dan in zeer bij
zondere gevallen, zulks ter beoordeling van de
Commissie.
Iedere volbloedstier, die dus niet is een toege
laten stier (zie hiervoor) moet dus voor de voor-
jaarskeuring worden opgegeven, ook al is een der
gelijke stier nog kortgèleden bij stalkeuring goed
gekeurd.
Alle goedkeuringen, behalve van stieren, die op
twee achtereenvolgende voorjaarskeuringen wer
den goedgekeurd, hebben thans hare geldigheid
verloren.
Voor deze keuringen, de voorjaarskeuringen dus,
moet geen geld worden opgestuurd. Alleen wan
neer de stier wordt goedgekeurd moet 7,50 aan
de jury worden betaald.
Aangiften moeten geschieden uiterlijk 1 Februari
1952 bij de Secretaris Ir A. E. Bruijning, Landbouw
huis te Goes.
Aangifteformulieren zijn verkrijgbaar op het ge
meentehuis of op het Landbouwhuis te Goes.
Indien binnenkort wijzigingen in het Zeeuws
Stierenreglement van kracht worden, vervalt deze
mededeling en zullen de nieuwe richtlijnen zo spoe
dig mogelijk worden gepubliceerd.
De Provinciale Commissie voornoemd,
H. A. A. BARON COLLOT d'ESCURY, Voorz.
Ir A. E. BRUIJNING, Secretaris.
Boeken zijn duur en als je er één koopt, wil je
waar voor je geld hebben en niet een exemplaar,
wat je liefst zo gauw mogelijk in de boekenkast zet
en er, als de band er tenminste naar is, een waar
deloos pronkstuk van maakt.
Je verlangt een boek, dat boeit, dat ontroert, dat
je iets zegt, dat je begrijpen kunt, ja dit laatste
ook. Er verschijnt helaas nogal het een en ander,
waar we als we op het uiterste puntje van onze
tenen gaan staan, nog net niet bij kunnen, romans,
die misschien door heel knappe mensen geschre
ven zijn, maar voor de gewone mens (en voor de
overgrote meerderheid behoren wij tot dat soort),
niet te begrijpen zijn; waarvan wij zeggen: „Wat
heeft de auteyr nu eigenlijk bedoeld?" En daarna
stoppen wij het vermoeid en onbevredigd in onze
boekenkast en kijken er niet meer naar om.
Aan de andere kant verschijnt er zoveel onbe
duidends. dat wij ons verbaasd afvragen hoe het
mogelijk is, dat ev soveel Inkt en papier verknoeid
wordt.
Het is dan ook een pleizierige verrassing een
boek te ontdekken, dat aan de hierboven gestelde
eisen voldoet, n.l. boeiend, ontroerend, helder en
klaar. Zulk een boek is: „Robert", geschreven
door Mevr. Van NijnattenDofegnies. Deze
schrijfster is voor ons geen onbekende, ze is zelfs
een der meest geliefde auteurs. Haar boek: „Het
huis van licht en schaduw" en „Moeder Geerte",
beleefden respectievelijk de 11e en 10e druk, iets
wat in ons kleine land niet zo bar veel voor komt.
Met „Robert" heeft zij ons een boek geschonken,
dat wij in één adem uitlezen en ongetwijfeld zullen
herlezen.
De hoofdpersoon is Robert, zoon van de aan lager
wal geraakte baron Rotardier van Sérotte. Te
zamen met zijn altijd dronken vader, woont de jon
gen in een oude, vervallen watermolen aan de rand
van een moeras in de nabijheid van hun stamslot.
Dit kasteel is deor monumentenzorg aangekocht
•n als tnd|§um Ingelicht.