Lonen
ociale voorzieningen
ZITDAGEN
BOEKHOUDBÜREAI!
ZITDAGEN SECRETARIAAT Z. L. M.
EN
voor terug schrikt nog meer aardappelen te telen.
Hem wordt immers officieel voorgehouden, dat de
situatie inderdaad wel eens zodanig zou kunnen
worden, dat de prijs niet hoger zal zijn dan 5,
per 100 kg, terwijl, wanneer een behoorlijke prijs
zou kunnen worden bereikt, reeds bij voorbaat aan
de boer wordt bekend gemaakt, dat de regering al
spoedig gaat ingrijpen door het vaststellen van
maximumprijzen.
De afzet van consumptie-aardappelen is, met
name wat betreft de export, te ongewis om bij
voorbaat reeds een redelijke prijs te kunnen ver
wachten. Een gering overschot tengevolge van
onvoldoende afzet of overvloedige oogst kan in
sterke mate prijsbedervend werken.
Voegt men hierbij nog de arbeidsmoeilijkheden,
welke zich zoals het vorig jaar bij de aard
appelteelt kunnen voordoen, dan is het ook niet te
verwonderen, dat de teler zich in meerdere mate
richt op die gewassen, die minder risico'en minder
afzetmoeilijkheden met zich brengen en toch een
bevredigend financieel resultaat opleveren.
Ondanks de propaganda van de Rijkslandbouw-
voorlichtingsdienst is ook de voer aardappel teelt
niet uitgebreid. Als oorzaken geeft de nota aan de
risico bij de afzet op het consumptie-gebied, de
arbeidsmoeilijkheden en de benodigde kapitaals
investering.
Mogelijkheden tot verbetering.
Als eventuele mogelijkheden om de bezwarende
factoren weg te nemen noemt de nota het verstrek
ken van voorschotten voor de aankoop van poot-
goed en een koppeling van de voedertoe wijzing
voor varkens aan de hoeveelheid in eigen bedrijf
verbouwde aardappelen. Hiervan zijn wij echter
geen voorstander. Voor onze provincie zou een
verbetering van de arbeidstoestanden, een vereen
voudiging van de administratieve rompslomp of
sociaal en fiscaalgebied beter helpen. En daar
naast een verhoging van de minimumprijs en een
afschaffing of in ieder geval een verhoging van de
maximumprijs.
En thans wat cijfers:
Voorlopige oogstraming.
betcclde
Opbrengst
Tot. opbrengst
opper
per
ha
vlakte
1951
1951
1951
1951
t o.v.
t.o.v.
1946/50
1946/50
ha
kg
ton
tarwe
75.308
3.538
109
266.428
84
rogge
160.695
2.772
123
445.514
106
gerst
65.472
3.192
103
208.993
114
haver
153.417
3.143
122
482.223
128
gr. erwten
19.889
2.914
131
57.959
128
kool- en raapz. 11.093
1.903
102
21.115
77
vezelvlas:
lijnzaad
720
94
21.559
173
gerepeld
29.923
vlas
5.070
93
151.713
172
cons.-aardap.
116.703
23.265
97
2.715.144
84
voederb.
62.323
52.506
89
3.272.327
92
Agrarische uitvoer.
Blijkens de voorlopige cijfers van het Centraal
Bureau voor de Statistiek over de agrarische uit
voer in de eerste negen maanden van dit jaar, heeft
de Nederlandse veehouderij in deze maanden reeds
voor meer dan een milliard gulden geëxporteerd.
Dit betreft de zuiver agrarische export; de uitvoer
dus van producten, welke van Nederlandse her
komst zijn en hetzij in onbewerkte hetzij in be
werkte toestand het land verlaten hebben. Tegen
over deze uitvoer staat vanzelfsprekend een invoer
van veevoeder, zodat men niet kan zeggen, dat
deze uitvoer geheel en al van de eigen Nederlandse
bodem afkomstig is. Niettemin is deze export van
veehouderijproducten een groot succes voor deze
bedrijfstak en een waardevolle bijdrage aan het
economische leven van ons land.
Het is voor de eerste maal na de oorlog, dat de
uitvoer van veehouderijproducten deze hoogte heeft
bereikt. Het totaal over de vorige jaren bleef nog
aanzienlijk beneden de cijfers over de eerste negen
maanden van dit jaar. De waarde van de uitvoer
van veehouderijproducten in de vorige jaren be
droeg in:
1948 325.915.000,—
1949 708.476.000,—
1950 919.166.000,—
Jan./Sept., 1951 1005.000.000,—
De vaars van de fa J. Bruijnzeel Zn. te Kruinin-
gen, die op de Toondag en Veetentoonstelling te
Goes kampioen werd van de afdeling vetvee en
tevens het beste dier was van de gehele tentoon
stelling.
De juiste gegevens over de samenstelling van dit
milliard staan ons nog niet ter beschikking, omdat
de cijfers van het C.B.S. nog slechts voorlopige cij
fers zijn. Enig inzicht in de verdeling krijgt men
echter wel aan de hand van de gegevens voor de
voornaamste producten. Deze geven het volgende
beeld:
levende dieren
geslachte hoenders
bacon
gezouten spek
vleeswaren
condens
boter
kaas
verse eieren
35.019.000,-
19.589.000,-
71.422.000,-
14.399.000,-
153.680.000,-
166.544.000,-
161.655.000,-
124.035.000,-
134.290.000,-
Tenslotte geven we hieronder nog de cijfers in
millioenen guldens van de zuiver agrarische uitvoer
over de eerste drie kwartalen van 1950 en van 1951
voor de verschillende bedrijfstakken:
Akkerbouw: Veehouderij: Tuinbouw:
1950 1951 1950 1951 1950 1951
295,6 360,5 756,0 1.005,0 282,5 326,2
Totale land- en tuinbouw:
1950 1951
1.334,1 1.691,7
Zoals men ziet, een stijging over de gehele linie.
S.
OOSTBURG: Woensdag 12 December In Café ,,D»
Windt."
ST. MAARTENSDIJK: Donderdag 13 December Ia
Hotel „Hof van Holland."
MIDDELBURG: Iedere Donderdag in Café „D«
„Eendracht."
ZIERIKZEE: Iedere Donderdag in Hotel „Hui*
van Nassau."
ST. PHILIPSLAND: Zaterdag 15 December ia
Hotel „De Druiventros."
AXEL: Zaterdag 8 December van 2%4% uur in
Hotel „De Lozanne".
ZIERIKZEE: Donderdag 13 December van 11
12% uur in Hotel „Huis van Nassau".
THOLEN: Zaterdag 15 December van 10%12%
uur in Hotel „Hof van Holland".
GOES: Iedere Dinsdag in het Landbouwhuis.
Vacantietoeslag in de landbouw.
Zoals bekend hebben de vaste en los-vaste
arbeiders, werkzaam in het landbouwbedrijf, vol
gens de Collectieve Arbeidsovereenkomst (C.A.O.)
recht op vacantietoeslag.
Deze vacantietoeslag is verplichtend gesteld
var.af 1 Mei 1951 en bedraagt voor de vaste- en
los-vaste arbeiders, die een weekloon genieten 1
weekloon per contract jaar d.i. over de periode 1
Mei 1951 tot en met 30 April 1952.
Gezien het feit, dat het weekloon niet in iedere
periode van het contractjaar gelijk is, dient als
bedrag voor de vacantietoeslag genomen te wor
den het gewogen gemiddelde weekloon.
A. Voor de arbeidèrs, belast met de verzorging
van vee, voor bouw- en paardenknechts en tractor
chauffeurs bedraagt de vacantietoeslag nu:
17 jarigen
18
19
20
21
22
per contract jaar
23
30,10
34,40
39,55
42,05
45,20
47,25
en ouder 49,35
Opgemerkt zij, dat bij het bovenstaande bedrag
de diplomatoeslag en toeslag voor eerste knecht
of voorman opgeteld moet worden, mits de arbei
der daarvoor in aanmerking komt.
B. Voor de vaste- en los-vaste arbeiders, die op
uurloon werken bedraagt de vacantietoeslag vanaf
1 Mei 1951 50 maal het uurloon per contract jaar
dus ook over de periode 1 Mei 195130 April 1952.
Voor deze arbeiders komen wij aan het volgende
bedrag vacantietoeslag.
Leeftijd Vakarb. Ongeschoold.
17 jarigen 25,25 24,25 per contractj.
18 29,— 27,25
19 33,25 31,50
20 35,50 33,50
21 38,25 36,—
22 40,25 37,50
23 en ouder 42,25 „40,25
Bij deze bedragen dient eveneens de diplomatoe
slag en toeslag voor eerste knecht of voorman op
geteld te worden, mits de arbeider daarvoor in
aanmerking komt.
Wanneer uit te betalen?
Door diverse werkgevers werd ons gevraagd
wanneer bovenbedoelde vacantietoeslag uitbetaald
moet worden; waarbij naar voren kwam, dat uit
betaling van deze toeslag in de maand December
wel op prijs wordt gesteld.
Wij menen goed te doen dezen een algemeen
advies te geven.
December is ook voor de arbeiders een kostbare
maand in verband met St. Nicolaasviering,. Kerst
dagen, Oudejaarsviering enz. Zeer zeker verdient
het daarom aanbeveling de vacantietoeslag in deze
maand uit te betalen. Gezien het feit echter, dat
bovenstaande bedragen gelden voor de periode 1
Mei 1951 tot en met 30 April 1952, menen wij te
moeten adviseren bovenstaande bedragen niet ten
vole uit te keren, doch daarvan slechts 8/12 Qf 2/3.
Immers 8 maanden van het contractjaar zijn pas
verstreken op 31 December 1951.
Indien men dus nu 2/3 van bovenstaande vacan-
tietoeslagen uitbetaald, kan in December 1952 over
de volle 12 maanden deze toeslag uitbetaald wor
den.
Opgemerkt zij echter, dat de vacantietoeslag
niets uitstaande heeft met een gratificatie.
Verder zij er op gewezen, da de vacantietoeslag
niet verplichtend is gesteld voor de vaste arbeiders
in de tuinbouwsector.
In te houden loonbelasting.
Omtrent de in te houden en af te dragen loon
belasting over bovenbedoelde vacantietoeslag kun
nen wij kort zijn. Er zijn twee mogelijkheden n.l.
of men telt de uit te betalen vacantietoeslag op bij
het normale weekloon en berekent dan de in te
houden loonbelasting of men neemt voor de bere
kening van de loonbelasting over de vacantietoe
slag het speciale tarief voor bijzondere belonin
gen (zie Uw loonbelastingtabel blz. 3).
De laatste methode valt over het algemeen voor
deliger uit. Reden, waarom wij adviseren voor de
vacantietoeslag het tarief bijzondere beloningen
van de loonbelasting toe te passen.
Tenslotte komen wij terug op de uitvoering van
de compensatietoeslag voor één maal in de land
en tuinbouw.
De Hoofdafdeling Sociale Zaken heeft kennis
genomen van de beschikking van het College van
Rijksbemiddelaars waarin aan de werkgevers ver
gunning wordt verleend om over te gaan tot uit
kering van een compensatietoeslag voor één maal.
Zoals bekend, houdt deze vergunning verband
met de bij de laatste loonsverhoging van 5 in de
Stichting van de Arbeid gemaakte afspraak, dat
na enige tijd zou worden nagegaan of de kosten
van levensonderhoud zouden zijn gestegen. Voor
deze achtergrond zij verwezen naar de hierover
gedane publicaties. De vergunning omvat onder
meer de volgende bepalingen:
1. de compensatietoeslag mag worden gegeven
aan dezelfde groepen, als op wie de laatste
loonsverhoging van 5 betrekking had, dus
op alle arbeiders boven de 23 jaar en op alle
gehuwden en kostwinners beneden de 23 jaar.
2. de compensatietoeslag bedraagt 11 van het
rechtens geldende in geld genoten loon, dat
wordt uitbetaald over de week van 3—8 De
cember. Daarbij wordt overigens onder loon
zowel tijdloon (met inbegrip van toeslagen) als
tariefverdienste begrepen. Echter niet de
extra betaling van overuren.
De Hoofdafdeling Sociale Zaken adviseert de
werkgevers in de Akker- en Weidebouw en de Vee
houderij en de Tuinbouw om van deze vergunning
gebruik te maken en dus bij de loonberekening
over genoemde week deze toeslag mede in aan
merking te nemen.
Daarbij zij nog de aandacht erop gevestigd, dat
voor arbeiders die in die week toevallig niet of
slechts gedeeltelijk hebben gewerkt en uit hoofde
daarvan een geringer loon ontvangen, zodat zij
dus een geringere toeslag zouden krijgen, de com
pensatietoeslag mag worden berekend over het
loon, dat bij een volle werkweek zou zijn verdiend.
In de landbouw kan dit van belang zijn voor de
losse arbeiders.
Tenslotte zij nog erop gewezen dat de toeslag
niet hoger mag zijn dan 8,50, een cijfer dat in de
land- en tuinbouw nagenoeg geen betekenis zal
hebben.