Noord-Brabantsche
Mij van Landbouw
eróruMen
Uit een geheim weekbeelc van
Bram uit de Sllkhoek
ZITDAGEN BOEKHOUDBUREAU.
PROV. JONGERENORGANISATIE
DER N. B. M. L.
ARBEIDSVOORZIENING.
„EN DE BOER PLOEGT VOORT".
KEURINGSDIENST N.-BRABANT
VAN DE N.A.K. ROOSENDAAL.
GRASLANDKEURINGEN.
4 December.
De dagen worden korter
En langer wordt de nacht,
Totdat het Groot Gebeuren komt,
Dat 't Licht op aarde bracht.
We gaan de donkere zes weken in. Alles wijst
op de wintertijd. Op de boerderij zijn de grote
werkzaamheden voorbij; de akkers zijn leeg of
bijna leeg en de tarwe is meest gezaaid, hoewel
we nog enkelen bezig zagen met het zaaien van
tarwe. Het winterlandploegen is de laatste bezig
heid op de akker. Er is reeds veel geploegd en
wanneer men door het Zeeuwse land rijdt ziet men
reeds veel akkers klaar liggen, wat we altijd een
klaar gevoel vinden. Wat ons dit najaar ook veel
werk bezorgt, zijn de aardappels Toen we ze rooi
den, was de grond te nat en bleef er veel grond
aan zitten. Door die vastgekleefde grond waren
de zieke knollen moeilijk kenbaar en nu zitten we
er mee; veel grond er in en menige zieke, die in
tussen flink rot zijn geworden. Dat uitzoeken
vraagt veel tijd, doch het komt voor elkaar. Het
strodek wordt vernieuwd, het gronddek er op ge
legd en we kunnen de winter afwachten.
Er worden al wat aardappelen verladen; de prijs
is nogal stabiel.
We zagen ook al een paar dorsmachines aan
'twerk; er is kaf en stro nodig nu 'tvee al op-
gestald is. Het stro gaat grif weg en voor beste
prijs. We hebben gelukkig weinig „verschroeide
aarde" gezien; dit wijst op duur stro. Het opge
haalde maaidorsstro (ik had weer bijna combine
stro geschreven. Dit leert moeilijk af en we moe
ten toch Nederlanders blijven hé. Zeeuwen mogen
we niet zijn. Kijk maar naar de Friezen)dat droog
bij elkaar is gedaan, dus niet vóór de middag, is
prima en we zijn hierover best tevreden. Wanneer
het maar iets vochtig bij elkaar is gedaan, heeft
het na korte tijd een slechte, duffe reuk.
Zo leren we nog alle dagen. Joanetje van 'tSas
heeft gelijk gehad. Toen ze 80 jaar werd zei ze;
ik leêre olie daêgen nog bie."
Vorige week nog op „Late Lente" geweest. Nu
ze waren al een eind klaar. Willem was net bezig
om de toovengeer te ploegen aan 't leidingstuk met
een oude Sacksploeg.
Zeg, Willem, zeiden we, waarom neem je toch
geen keerploeg. Je rijdt van een kant veel gemak
kelijker, hebt niets uit te meten, geen vóren die
altijd last geven.
Ja mèr, zei Willem, mijn vader en mijn groot
vader èn oltied zoó eploegd en daêrom doe ik het
ok zo.
Dat is niet waar, zeiden we. Je vader ploegde
met een oude Coksploeg en je grootvader met een
oude karploeg. Je vader droeg een Zeeuws pak en
je grootvader droeg een kniebroek 's Zondags met
witte kousen en zilveren gespen op zijn schoenen,
en dat doe jij toch ook niet. Plone doet toch ook
anders dan haar moeder en haar grootmoeder.
Haar moeder droeg van die kleine ronde mutsjes
en haar grootmoeder droeg nog een kaphoed en
een schoudermantel (schommankel).
Ja, dat is waêr, zei Willem, daêr ei je geliek an.
Nog wat, zeiden we, je vader en je grootvader
zaaiden altijd met de hand. Dat doe je toch ook
niet meer. Neen, Willem, je moet met je tijd mee,
hoor.
Toen we nog met hem bezig waren, kwam Plone
met de koffie.
Zeg, Plone, zeiden we. We waren met Willem
bezig, dat hij zo ouderwets was. Is dat waar of niet?
Das waêr, êlèmaêle waêr, zei Plone. Ik wille zo
graag electries licht èn; de kabel ligt a toe bie
buurman Gerrit, maer ie vertikt het om het aan
te vraegen. Is d&t noe nie ouwerwets?
Ja, zeiden we, dat is dwaas om dit niet te doen.
Zeg, Plone, weet je wat je moet doen? Van de
week is het Sinterklaas en je vraagt op je ver
langlijstje voor Willem een electrisch scheerappa-
raat en voor jezelf een stofzuiger. Krijg je die,
dan moet hij electrisch aan laten leggeh.
Nou, zei Plone, dat komt in de busse, oór
Nederlandse Land- en Tuinbouwbibliotheek.
Uitgaven fa J. B. Wolters, Groningen.
Top. I. Brouwer Plantkunde. 1 Zaadplanten, 2e
druk, gebonden 3,75.
Supplement op deze uitgave 2e druk, ingenaaid
1,75.
Ir. J. M. L. Otten en Ir. G. Veenstra, Bemestings
leer, 13e druk, gebonden 4,10.
Dr. E. Bouwman en F. Bulthuis, Natuurkunde en
Werekunde, 10e druk, gebonden 3,75.
J. Kok, Kennis van de grond, 9e druk, ingenaaid
1,75.
Bovenstaande uitgaven beleven doorgaans nu
reeds een dergelijk aantal herdrukken, dat ze hun
bestaansrecht reeds voldoende bewezen hebben.
De uitgaven werden aan de nieuwere inzichten op
de diverse gebieden aangepast, en zullen dan ook
wel weer verder hun weg in de praktijk vinden,
STEENBERGEN: Donderdag 13 December 111
uur, Hotel van Tilburg.
De Provinciale Jongerenorganisatie der Noord-
Brabantse Mij van Landbouw, zal op Woensdag 12
December a.s., in hotel Tholenaar te Zevenbergen
een
ONTWIKKELINGSDAG
houden. Aanvang 2 uur n.m.
Als sprekers zullen optreden de heer W. G. de
Waard, voorzitter der Noord-Brabantse Mij van
Landbouw met als onderwerp:
Aspecten van de nieuwe pachtwetgeving"
en Ir. L. J. P. Kupers, Rijkslandbouwconsulent
voor Westelijk Noord-Brabant over
„Moderne voeder- en Weide bouw".
Na de pauze zullen des avonds enkele interes
sante films worden vertoond, o.a. Door duisternis
tot licht (Indiëfilm), motorraces in Engeland en
enkele technische films.
N.B. Ook belangstellenden en leden van N.B.
M.L. en Bond van Plattelandsvrouwen zijn wel
kom. Lunchpaketten zijn in de zaal verkrijgbaar.
Namens het Bestuur van de Prov.
J ongerenorganisatie,
G. A. KNAAP, Secretaris.
Op gevaar af eentonig te worden komen wij nog
eens terug op het vraagstuk van de arbeidsvoor
ziening. Het probleem is er ons inziens belangrijk
genoeg voor om ook deze kèer hiervoor nog eens
de aandacht van onze lezers te vragen. In ons
vorig artikel gaven wij een overzicht van wat op
dit gebied in georganiseerd verband in de Brab-
bantse Biesbosch is bereikt kunnen worden. Dank
zij een doeltreffende samenwerking tussen de be
treffende overheidsdiensten enerzijds en werk
nemers-organisaties anderzijds, loopt de arbeids
voorziening in dit voorheen zo schaars met
arbeidskrachten bedeelde gebied langs geordende
banen.
Het gevolg hiervan is niet alleen dat de werk
zaamheden tijdig worden verricht, maar dat ook
aan het nutteloze opjagen van de lonen een einde
is gekomen. Uit dit voorbeeld van de Biesbosch
is naar onze mening lering te trekken voor andere
gebieden, waar men eveneens met een tekort aan
arbeidskrachten heeft te kampen en waar men
tengevolge daarvan de' grootste moeite heeft om
de contractlonen te handhaven.
Hier ligt allereerst een taak voor de georgani
seerde landbouw ter plaatse. Samen hebben werk
gevers- en werknemersorganisaties een contract
afgesloten, het gaat niet aan de in dit contract
overeengekomen lonen en bepalingen op een ge
geven moment met voeten te treden. Dit is een
teken van onmacht van de georganiseerde land
bouw, die anderzijds op verschillend terrein ge
toond heeft door onderlinge samenwerking tot
grote dingen in staat te zijn.
Bovendien vormt dit voor de werkgevers een
vaak niet onbelangrijke extrapost arbeidslonen,
die noch boekhoudkundig, noch bedrijfs-economisch
gezien te verantwoorden is. Wij onderschrijven
in dezen ten volle wat hierover in het Weekover
zicht van de Z. L. M. in het Landbouwblad van 17
November werd geschreven. En of de oorzaak
hiervan zwakheid of gebrek aan solidariteit van
werkgeverszijde is, dan wel een eenzijdig uitbuiten
van bepaalde arbeiders van de tijdelijke oogst-
moeilijkheden, willen wij verder in het midden
laten. Een ieder steke zijn hand in eigen boezem.
En werke daarnaast mee om dit euvel (en wij den
ken hierbij vooral aan bepaalde gebieden in West-
Brabant) op te lossen. Met medewerking van de
berteffende instanties moet het mogelijk zijn tot
een doeltreffende regeling van de arbeidsbehoefte
te komen met handhaving van de contractlonen.
Wij voelen daarbij niets voor een al of niet ver
kapt wederom invoeren van het krooienstelsèl,
daar hierdoor willekeur en loonopdrijving niet
afdoende wordenuitgesloten.
Het oplossen van deze moeilijkheden dient niet
te worden toevertrouwd aan een of meer krooi-
bazen, dit is een taak voor de georganiseerde land
bouw, die niet voor niets jarenlang gevochten
heeft om het krooienstelsel afgeschaft te krijgen.
(Lees art. 8 van de C.A.O.)
Als een van de moeilijkheden bij de personeels
voorziening wordt vaak naar voren gebracht dat
het verblijf in de D.U.W. voor velen blijkbaar zo
aantrekkelijk is, dat men er weinig voor gevoelt
de D.U.W. te verlaten en naar het vrije bedrijf te
komen. Men moge van zekere zijde het tegendeel
betogen, de praktijk leert dat vele landarbeiders
maar al te graag naar de D.U.W. gaan en in het
voorjaar daaruit slechts node terugkeren. Tijdelijk
stopzetten van höt betreffende D.U.W.-object zou
In dezen de oplossing kunnen brengen, 'wat in ge-
organiseerd verband met de betreffende instanties
ware te regelen.
Ook het verhuren van los land aan commissio
nairs is niet bevorderlijk voor de arbeidsrust. We
menen hier min of meer de bekende vicieuze cir
kel in te onderkennen. Vele landbouwers verhuren
een gedeelte van hun bedrijf aan commissionairs
e.d., om hierdoor voor een deel van de jaarlijks
terugkerende ellende bij de personeelsvoorziening
af te zijn, terwijl doordat ook hun collega's dit-
zeflde systeem gaan toeppassen de moeilijkheden
in het betreffende gebied juist nog groter worden.
Met het constateren van deze feiten zijn wij
echter niet van het vraagstuk af. Hier ligt voor
verschillende gebieden een probleem, dat aange
pakt moet worden. Komt straks de wet op de
wachtgeld- en werkloosheidsverzekering, dan zul
len naar wij verwachten de moeilijkheden nog gro-
worden. Reeds nu dreigt op verschillende bedrij
ven tengevolge van bovengeschetste ontwikkeling
de vaste kern te verdwijnen Het is onze vaste
overtuiging dat dit op den duur in het nadeel van
boer en arbeider zal blijken te zijn.
De fotoboekjes van de revue zijn intussen klaar
gekomen en verzonden aan hen, die dit reeds in
dertijd hadden besteld. De uitgave is keurig ver
zorgd op prima houtvrij papier en blijkt zeer in de
smaak te vallen. Behalve een twintigtal prachtige
foto's is hierin tevens een groot deel van de tekst
van de revue opgenomen, zodat het geheel een
waardevol en blijvend aandenken vormt aan de
jubileumviering van 30 Mei j.l. Het boek wordt
franco per post toegezonden na overmaking van
4,op postrekening 67646 ten name der Noord-
Brabantse Mij van Landbouw. Men bestelle tijdig,
daar de oplaag beperkt is.
De Directeur van de Keuringsdienst Noord-
Brabant van de NA.K. maakt hierbij bekend, dat
de aangifte voor de keuring van wintergewassen,
oogst 1952, thans is opengesteld. Aan telers, die
in 1951 wintergewassen voor de keuring hebben
aangegeven, zijn bereids aangifte-formulieren toe
gezonden.
De andere telers, die deze gewassen voor de keu
ring aan willen geven, kunnen daartoe formulie
ren aanvragen aan het Secretariaat va de Keu-
rigsdienst, Hoogstraat 122 te Roosendaal.
De aangifte is opengesteld tot 15 Januari 1952.
Wij ontvingen van het Rijkslandbouwconsulent-
schap voor Westelijk Noord-Brabant een. verslag
van de graslandkeuringen, welke deze zomer op
initiatief van de Prov. Jongerenorganisatie der
N.B.M.L. werden gehouden. Het grasland wordt
vooral in het akkerbouw-gebied vaak nog wel eens
wat stiefmoederlijk behandeld en daarom alleen
reeds valt het toe te juichen dat de jongeren ook
aan dit onderdeel van het bedrijf meer aandacht
willen besteden. Aan de wedstrijd namen deel de
afdelingen Raamsdonk, Sprang-Capelle, Steen
bergen en Zevenbergen.
Bij deze wedstrijd werd alle medewerking on
dervonden van het Rijkslandbouwconsulentschap.
Bij de keuringen werd gelet op de verzorging en
het gebruik van het grasland. Zo werden punten
gegeven voor ontwatering, bemesting, onkruid-
bestrijding, het spreiden van mestflatten en mols
hopen, het bossen maaien, terwijl bij het gebruik
speciaal beoordeeld werd op de inscharingsdicht-
heid, de tijd van inscharen, het goed af laten gra
zen en de drinkwatervoorziening. Tenslotte werd
bij het bepalen van de algemene indruk ook gelet
op het grasbestand, de afheining en de algehele
verzorging.
Uit het verslag van de keuringen blijkt wel, dat
het over het algemeen nog geen overbodige luxe
is, om wat meer aandacht aan het grasland te be
steden.
Zo liet het grasbestand op véle plaatsen te wen
sen over. Slechte grassen en onkruiden zijn alleen
afdoende kwijt te raken door te scheuren en een
ander perceel in te zaaien. Ook een betere detail
ontwatering kan in dezen op verschillende per-
celé uitkomst geven. Vaak waren ook de percelen
in verhouding tot de veebezetting te groot. Vijf
are per stuks groot rundvee geeft het grootste
rendement. Het verspreiden van mestflatten en
molshopen wordt nog lang niet overal toegepast.
Op verschillende bedrijven zou het e.t. gecombi
neerd gebruiken van een Deense weidesleep aan
beveling verdienen.
De bemesting met stikstof is over het algemeen
te laag. Door het gebruik van meer stikstof kan
de grasgroei een stuk worden bevorderd en kan
he tgrasland veel meer opbrengen. Bij dezelfde
veebezetting zal dan meer gekuild, gehooid of ge-
droogd kunnen worden. Gebeurt dit echter niet,
dan zal het gras niet tijdig en goed kunnen worden