RADIO PROBLEMEN BIJ HET KUNSTMATIG DROGEN VAN GRANEN ENZ. EMIGRATIEDAGEN. PSEUDO-VOGELPEST. RIJKSCULTUURCONSULENT - SCHAP BREDA. AFDELING WERKENDAM. 6. Rondvraag. MARKTBERICHTEN VEEMARKT 's-HERTOGENBOSCH. van de bewaarmethoden en van het verbruik- De premies voor gras- en klaverzaad, voor glerkelder en mestplaat, voor groenvoeder- en aardappelsilo's, voor electrische weide-afrastering en dergelijke hebben op tal van kleine bedrijven zeer goede resultaten opgeleverd. Toch zijn er in ons land ongetwijfeld nog vele mogelijkheden tot vergroting van de binnenlandse voederproductie. Men kan zich echter niet aan de indruk onttrekken dat van o verheidszij de deze aan gelegenheid te zeer centraal gezien wordt; dat de maatregelen en propaganda te zeer een centralis tische inslag hebben en te weinig rekening houden met de verschillen tussen de diverse gewesten en ook tussen de afzonderlijke bedrijven. De mogelijkheden om de eigen voederproductie op te voeren zijn voor de verschillende bedrijven immers niet gelijk. Dit is afhankelijk van een grot aantal factoren, zoals de omvang van het be drijf, de kwaliteit van de grond, de arbeidsvoor ziening. de kapitaalpositie enz. Bovendien zal iedere boer zijn gehele bedrijf en de voederbehoef ten van zijn gehele veestapel in het oog moeten houden, wanneer hij zijn bouwplan gaat vast stellen. Zodoende zal de ene boer het beste doen door meer maïs of graanmengsels te gaan verbouwen voor zijn pluimvee, een andere boer doet er goed aan meer voeraardappelen voor zijn varkens te gaan telen, terwijl een derde boer zijn bijzondere aandacht zal dienen te wijden aan de opvoering van de grasopbrengst voor zijn rundvee of wel er goed aan doen een flinke oppervlakte met rogge te be telen; hierbij moet men ook denken aan het stro en het nagewas. De practijk wijst ook uit, dat vooral als gevolg van een drang om een dichte veebezetting aan te houden en in verband met de beperkte voertoewij- zingen en de hoge vrije voerprijzen, de ene groep boeren meer maïs, graanmengsels of aardappelen is gaan verbouwen, terwijl een ander deel meer aan zijn grasland heeft gedaan of zelf meer voergranen heeft geteeld. Wanneer men zou overgaan tot algemene, dwin gende maatregelen met betrekking tot de voeder productie op het eigen bedrijf, dan is het gevaar zeer groot, dat men te weinig rekening houdt met de ver uiteenlopende omstandigheden van de indi viduele bedrijven, wat betreft de mogelijkheden tot en de behoefte aan opvoering van eigen voederwin ning. Het ene bedrijf zal vrij gemakkelijk de ge stelde voorwaarden kunnen vervullen, misschien zelfs zonder iets extra te doen, terwijl het andere bedrijf zelfs niet met moeite aan de eisen kan vol doen. Dit is ook een van de redenen geweest waarom zowel het hoofdbestuur van de Stichting voor de Landbouw als de hoofdafdeling veehouderij, de pluimveecommissie en de commissie voor kleine boerenvraagstukken zulke overwegende bezwaren hadden tegen de wijze waarop de overheid de kui- 'kentoewijzing voor 1952 heeft willen binden aan de verbouw van aardappelen en korrelmaïs op het eigen bedrijf. Deze oorspronkelijke plannen van de overheid, welke later aanmerkelijk gewijzigd werden, vormden een schoolvoorbeeld van de wijze waarop de verhoging van de voederproductie juist niet gestimuleerd moet worden. Terecht immers namen de verschillende stichtingsinstanties aan dat het resultaat hiervan niet zou zijn een verhoging van de voederproductie maar een verlaging van de veehouderijproductie. Met name de kleinere be drijven zouden hiervan de dupe zijn geworden en zouden gedwongen zijn hun veestapel te vermin deren. Een goed voorbeeld van de wijze waarop de voe derwinning wel gestimuleerd wordt, is boven reeds genoemd, n.l. de premieverlening aan de kleine bedrijven. Indien de overheid deze premieverle ning nog meer dienstbaar zou maken aan de ver hoging van de voederproductie zal zij betere resul taten bereiken dan wanneer zij langs andere wegen de boeren tracht te dwingen. Bij de kleine boeren immers stuit de verhoging van de voederproductie niet op onwil of onkunde, maar in de meeste ge vallen op onmacht, welke te wijten is aan de slechte kapitaalspositie van de kleine boeren. De praktijk geeft dikwijls haar ontstemming te kennen over de resultaten van het kunstmatig drogen. De verliezen die hierbij optreden zijn altijd groter dan men verwachten zou. Het opzetten van een verkeerde berekening maakt de teleurstelling in dezen vaak nog groter. Het lijkt me dan ook wenselijk een en ander eens nader te bekijken en te berekenen. Wij gaan hierbij uit van een bepaald product b.v. maïs die 40 vocht bevat. Droogt men deze maïs zover terug tot ze nog 15 vocht bevat dan ver liest men 40 15 25 Aldus wo^dt gewoonlijk verondersteld. Dit is echter onjuist. Nemen we 1000 kg maïs met 40 vocht, dan hebben we 600 kg droge stof en 400 kg vocht. Gaat men nu deze 1000 kg 25 indrogen dan houdt men 750 of 600 kg droge stof plus 150 kg vocht over. Nu blijkt echter dat we een product hebben dat niet 15 maar nog 20 vocht bevat. Om te komen tot een product dat 15 vocht heeft moe ten we dan ook 29,4 vocht uitdrogen oftewel 294 kg op de 1000 kg nat product. We houden dan dus 706 k" rrrïs over die nog 15 vocht bevat; 706 kg min 15 van 706 kg geeft weer de 600 kg droge «tof waarmede we begonnen zijn. Door uit te gaan van het natte product komen we er dus niet. Beter is het dan ook hii de bereke ning uit te gaan van de droge stof. Met behulp van onderstaande tabel is dit vrij gemakkelijk. Voor het verkrijgen van moet de som der droge een product met een stof vermeerderd wor- vochtgehalte den van 10 met 11,1 11 12,35 12 13,65 13 14,95 14 16,25 15 17,65 16 19,05 17 20,50 18 21,95 19 23,45 20 25,— Nemen we weer als voorbeeld 1000 kg maïs met 40 vocht. De 40 vocht trekken we van de 1000 kg af en er blijft 600 kg droge stof over. Blijkt de maïs na droging nog 15 vocht te bevatten dan houden we over de som der droge stof is 600 17,65 van deze som (zie tabel) 106 kg, in totaal dus 706 kg. We hebben dus een verlies van 294 kg op 1000 kg of 29,4 Bij deze berekening is aangenomen dat bij het drogen niets wordt onttrokken dan vocht. Zouden ook nog lichte deeltjes (kaf e.d.) afgezogen worden dan wordt het verlies nog groter. Tevens vestig ik er de aandacht op dat bij een indroogpercentage van 25 a 30 de eerste 10 vocht die men uitdroogt maar nauwelijks zoveel tijd en warmte vraagt dan de laatste 5 Hoe minder vocht een bepaald product dus bevat des te duurder wordt het dit te verwijderen. Dinteloord. P. W. VOGELAAR. Van Dinsdag 27 November tot en met Vrijdag 30 November a.s. zullen in de Volkshogeschool ,,'t Oude Hof", Eeuwigelaan 1 te Bergen, emigra- tiedagen worden gehouden. Op deze emigratie- dagen zal voorlichting worden gegeven over het dagelijks leven in Canada, Australië en Nieuw- Zeeland bestemd voor diegenen, die naar een dezer landen willen emigreren. Belangstellenden voor emigratie naar een dezer landen kunnen zich voor nadere inlichtingen om trent deze emigratieüagen wenden tot het secreta riaat, Stationslaan 4 te Zevenbergen. Kortgeleden zijn nieuwe maatregelen afgekon digd, die tot doel hebben paal en perk te stellen aan de uitbreiding van de pseudo-vogelpest. Dit was nodig, want de vogelpest Ibreidt zich nog steeds uit; er zijn nog maar weinig en waarijlk niet grote gebieden in Nederland meer, waar men tot dusverre vrij gebleven is van deze gevreesde ziekte. Nieuwe maatregelen waren nodig. Sommigen vinden ze te streng en natuurlijk gaan zij anderen niet ver genoeg. Laten we afwachten wat voor effect zij zullen sorteren. Een belangrijk punt is echter, van welke maatregel ook. is de goede uitwerking. Als een ieder die, in welke vorm ook, mee kan werken a,an het bestrijden van de ge vreesde ziekte, nu ook werkelijk eens zijn uiterste best doet om te doen wat in zijn vermogen is, dan houd ik mij er van overtuigd, dat we er over enige maanden veel beter voor zullen staan. Over een belangrijk punt is helaas misverstand gerezen en dat is de vergoeding van Rijkswege wordt betaald. Men vreest dat deze betaling zou zijn stop gezet maar dat is niet het geval. Deze betaling is gebaseerd op een wettelijke regeling (de vogelwet) en daar kan maar zo één, twee, drie niet een streep door gehaald worden. Er bestaan verzekeringen tegen de gevreesde ziekte of men is bezig hiervoor plannen uit te werken, maar: Rijksuitkering en verzkering zijn slechts doekjes voor het bloeden. Hij, die vrij blijft van de ge vreesde ziekte, en een boer kan daar zelf veel aan doen, is altijd het beste af. N. P. F. Het kantoor van de Rijkscultuurconsulent voor Westelijk Noord-Brabant te Breda, Ginnekenweg 44 is tot 1 Mei 1952 des Zaterdags gesloten. Persoonlijk bezoek bij voorkeur des Maandags morgens van 8.4512.30 uur. Ledenvergadering van de Afdeling Werkendam der N.B.M.L., op Dinsdag 27 November a.s., des avonds half acht, in Café De Waal. Agenda: 1. Opening. 2. Notulen. 3. Bespreking Biesfooschbedijking. 4. „De boer en de P. B .O." door de heer Kor- teweg, Secretaris der N.B.M.L. 5. Actualiteiten. 7. Sluiting In verband met de precaire veevoedersituatie en het belang van de veevoederwinning op het eigen bedrijf, zal de Directeur van het Bedrijfs- laboratorium voor Grond- en Gewassenonderzoek, de heer Ir F. J. A. Dechering, in een radiovraag gesprek, waarvan de uitzending zal plaats hebben op Maandag 26 November a.s. des avonds van 19.4520.00 uur over Hilversum II, een uiteenzet ting geven van de werkzaamheden, welke door ge noemd bedrijfslaboratorium ook op het gebied van het ruwvoed'eronderzoek worden verricht. Uit een geheim weekboek van Bram uit de Slikhoek 19 November. De meeuwen duik'Ien in de voren Der vers geploegde grond, Zij vechten, kibb'len om d' insecten, Zij vliegen op en af en rond. Wat een mooi gezicht is het elk najaar weer, wanneer een ploeger bezig is met ploegen en de blanke meeuwen bij tientallen achter hem aanvlie gen om de kleine insecten, die bij het keren van de grond boven komen, te verschalken. Zij schrêeu- wen en maken soms een spectakel en proberen evenals de mensen, zelf de grootste en beste buit vast te krijgen. Zouden zij dit van ons of wij van hen hebben afgezien? Hoe soepel en rustig keren zij onder het vliegen om plotseling neer te schieten op hun prooi. Piotseling schieten zij weg naar de zeekant en komen de andere dag soms pas terug. We dachten altijd, dat de meeuwen alleen de ploe gers opzochten wanneer het hoog water was, doch dit is niet waar. Wanneer de buit groot is, b.v. in lucerne of hopperupsklaver, laten zij het lage water voor wat het is en blijven op de akker. De eenzame ploeger houdt van zulk gezelschap en zal het ook nooit verjagen. Vanmiddag naar de veemarkt te Goes geweest waar een kleine tentoonstelling aan verbonden was om deze najaarsveemarkt wat nieuw leven in te blazen. Er waren heel wat beesten en beste exemplaren zaten er bij. De kampioen vetvee mocht er zijn en graag zouden we het haasje er van op ons bord gehad hebben, doch ze zal waar schijnlijk niet in Goes worden geslacht, wel de reserve-kampioen, die heel wat kleiner was, doch van een heel fijne kwaliteit en weinig benen. De bekroonde koeien (gebruiksvee) mochten er zijn en zouden overal een goed figuur hebben geslagen. Ook de varkens waren prima en er lag in de kleine hokken voor een mooi sommetje geld, want ruim een paar gulden de kilo is lang niet mis. Je kon zien dat het een beste zomer is geweest, volop eten en drinken, voor vee en veehandelaars, ze zagen er beiden patent uit en dat is een goed teken, mager vee en dunne veehandelaars wonen in een slecht land. Het is jammer dat Goes geen vaste veemarkt kan hebben, omdat er geen genoeg vee in de omtrek wordt gekweekt, het is zo'n mooi ge zicht een volle markt met al dit vertier er op. Het was de laatste najaarskermis in Goes en we geloven ook dat de kermis zijn tijd heeft gehad. Er is tegenwoordig zoveel en bijna alle mensen -maken 's zomers liever een reisje dan dat ze met de kermis de bloemetjes eens buiten zetten. Vroe ger was er zo weinig vertier en was de kermis het uitgaanscentrum. De stoomcaroussel, de zweef, de bootjes, de cake-walk, de nougat-, wafel- en pof fertjeskramen hadden veel bijval, in alle café's was dansmuziek en in heel de stad was het een leven van wonder en geweld. De verschillende standwerkers mengden zich ook met grote kelen bij dit grote leven en men was blij wanneer men de stad uit was en de stilte je gewoon overviel. Nu horen de mensen soms tot vervelens toe de jasz- en dansmuziek uit de radio's en geven niet veel meer om dit kermis-gedoe. Er werd zo'n dertig jaar geleden in café's als „De Groene Jager" bijna altijd een partij geknokt en men zag dikwijls de politie druk in de weer om personen, die wat slap in de benen geworden waren door het drinken van vuurwater, naar het politiebureau te brengen, waar zij konden uitrusten van de vermoeienissen der kermis. Gelukkig zie je zulke dingen niet meer en we treuren hier niet om, er is betere en mooiere ontspanning voor in de plaats gekomen. Op de markt van Woensdag werden aangevoerd 6601 stuks vee, zijnde: 3012 runderen, 360 vette kalveren, 674 nuchtere kalveren, 125 zeugen, 282 lopers, 1860 biggen, 263 schapen, 23 geiten. De prijzen waren als volgt: Melk. en kalfkoeien van 700-975, met papie ren tot ƒ1000; Guiste koeien ƒ500ƒ750; Kalf- vaarzen 650950, met papieren tot ƒ1000; Klam- vaarzen 575625Guiste vaarzen 500625 Pinken ƒ350485; Graskalveren ƒ185ƒ325; Fokkalveren ƒ100ƒ140; Drachtige zeugen ƒ265 ƒ330; Lopers ƒ65—ƒ75, zware soorten tot ƒ100; Biggen ƒ35ƒ55; Schapen 7095, vette scha pen liepen tot ƒ115; Zuiglammeren ƒ85ƒ105, alles per stuk. Aanvoer slachtvee: 1086 etuk«. Prijzen: le kw. 2,50—2,00, 2e kv/. 2,30—2,40, 3s kw. 2,15—

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 8