U«laa>flssel«aag
ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND
AGENDA.
'4
Rede van de Alg. Voorzitter
Op de Provinciale Raad Vergadering van
Zaterdag 3 November j.l.
VERSLAG VAN DE GEZELLIGE
AVOND VAN DE STREEK THOLEN.
Z. P. M., AFDELING IJZENDIJKE.
DE BOERENJEUGD
Redactie: Ad. Doeleman, N. Fiiius, M. Kosten, L. de Jager, Z. Poppe, M. Poissonnier en
J. J. de Putter. Redactie-adres: Secretariaat L. J. G., Landbouwhuis, Goes.
Woensdag 21 November 7,30 uur Café Walche
ren. Spreker: Mr. J. F. G. Schlingemann:
„Zijn de pachtprijzen te laag?"
Wij Zeeuwen hebben inzonderheid grote be
hoefte, om met mensen uit andere streken van
gedachten te kunnen wisselen, en eikaars werk en
levenswijze te bestuderen. Dit komt omdat wij
eilandbewoners zijn, en van nature sterk ge-
isoleer d leven.
Wij dachten dat alle mensen leefden zoals wij
dat deden, totdat op zeker ogenblik onze ogen open
gingen, en wij tot de ontdekking kwamen, dat
anderen ons al een heel eind vooruit waren.
Het isolement, dat ik zoéven reeds noemde, is zó
sterk, dat bepaalde familienamen in één dorp tien
tallen malen voorkomen, en men dezelfde in een
naburig dorp niet aantreft.
De winter staat voor de deur. Dit betekent, dat
de organisatie uw krachten weer vraagt. Wij heb
ben ons werkplan en met dit werkplan zullen wij
trachten, als bestuursleden, nieuw fris leven in de
afdeling te blazen. Is dit de enige opdracht?
Neen, wij hebben allen nog een andere opdracht;
dit is de organisatie vooral geestelijk en moreel
sterk te houden. Er heerst ongerustheid in deze
wereld. In de huidige wereld is het zó, dat wat
vandaag ver weg gebeurt, morgen of overmorgen
ook hier in ons land kan plaats hebben. Zijn we
dan sterk genoeg om na 6 jaar bevrijding de we
reld van morgen in te gaan?
Hierbij wil ik U nog wijzen op drie voorname
dingen:
1. Onze houding. De onzekerheid van vandaag
en morgen leeft ook in ons plattelands-jongeren.
Ook wij dreigen heen en weer geslingerd te wor
den tussen enerzijds zelfoverschatting en ander
zijds minderwaardigheidsgevoelens. En zeker, het
is moeilijk om in deze onrustige en woelige wereld
het „goede" te vinden. Maar het is er, en het is
onze taak het te zoeken en te steunen. Neemt voor
al een houding aan in uw leven, in uw organisatie,
in de wereld. Tracht in deze tijd verdeeldheid tegen
te gaan, vormt een organisch geheel, toont het
vertrouwen. Geef een goede ondergrond aan uw
levenshouding, weet een keus te doen, doel te
stellen en een koers te bepalen.
2. Onze werkwijze. Er ligt in onze L. J. G. een
bepaald begrip, dat het gehele karakter van onze
jongeren-organisatie bepaald, dat is de zelfwerk
zaamheid der leden. Zélf hebben we de leiding, zélf
maken we inleidingen, zélf hebben we de verant
woordelijkheid. In de afdeling is het bestuur, in
de streek het streekbestuur en in de provincie de
provinciale raad, die verantwoording draagt, maar
uiteindelijk zijn wij, als jongeren van 1951, allen
verantwoordelijk voor wat er in de toekomst van
morgen gebeurt. Maakt ernst met de zelfwerk
zaamheid en zelfstandigheid; tracht flinke en ka
raktervolle mensen te worden. Leert zélf denken,
zélf doen en zélf te leven.
3. Onze grondslag. De grondslag van onze or
ganisatie is voor ons zelf en voor onze organisatie
een waardevol bezit. Zij is een evangelisch gedra-
gene en zij gaat er van uit, dat een binding als
boerenorganisatie aan een bepaalde kerk of een
bepaalde politieke partij niet gewenst is. Neemt
terdege kennis van de grondslag ten opzichte van
uw principes. Uw taak is de nieuwe leden te wij
zen op de grondslag, opdat zij sterk staan tegen
over andere organisaties. Wijst hen er op, dat we
allerminst een neutrale organisatie zijn, maar dat
onze doelstelling „Aanvaarding van de beginselen
in het Evangelie van Christus ons gegeven" een
zeer positieve uitspraak is, die elke gewetensnood-
zaak moet uitsluiten.
En denk bij het werk in de organisatie aan de
volgende regels:
Ik sliep, ik droomde dat het leven vreugde was,
Ik ontwaakte en zag dat het leven plicht was,
Ik handelde en zie, de vreugde was plicht.
Hoe kunnen we nu in contact komen met onze
medemensen uit andere streken, landen en wereld
delen?
En dan denk ik niet in de eerste plaats aan de
grote studiereizen, welke naar Amerika worden
gemaakt. Hoewel ik deze niet wil onderschatten,
en deze voor de deelnemende personen, hoogst in
teressant en leerzaam zijn, is het slechts een heel
klein percentage dat hier profijt van heeft.
Maar wel denk ik aan het organiseren van
excursies naar streken in binnen- en buitenland,
waarbij zoveel mogelijk contact met de plaatselijke
bevolking wordt opgenomen.
Fietstochten, zoals de Z. P. M.-afdelingen van
Kruiningen en Axel deze afgelopen zomer hebben
georganiseerd met een daaraan verbonden con
tactavond, hebben grote waarde.
Men kan dan bij elkaar logeren en andere boer
derijen in vol bedrijf bezichtigen.
Voor dergelijke excursies kan men dan afdelin
gen uitzoeken, die een andere bedrijfsvoering heb-
Iben dan de onze. Ik denk hierbij speciaal aan
weide- en aan zandgrondbedrijven, zoals we die
in Brabant aantreffen.
Dan denk ik nog aan de kadercursussen en niet
te vergeten het Volkshogeschoolwerk, waarin jon
geren van zeer uiteenlopende aard met elkaar in
contact komen.
En dan hebben we nog de individuele uitwisse
ling b.v. twee of drie maanden ruilen met een jon
gen of een meisje, waar men dan geheel in een
ander gezin wordt opgenomen en in het bedrijf
meehelpt.
Wat kunnen we hier nu mee bereiken?
Men leert andere werkmethoden en werktuigen
kennen, wat van veel belang is, maar van nog
meer belang is, dat wij anderen leren waarderen en
dat wij hopelijk ook meer gewaardeerd worden.
We kunnen elkaar beter begrijpen, beoefenen
gezamenlijk sport, zang, volksdans, muziek en spel-
Kortom alle mogelijke in- en ontspanningen.
Wij krijgen meer vorm en kunnen ons beter
onder moeilijke omstandigheden handhaven. Wij
weten (beter raad met onze houding en zijn niet
zo gauw meer verlegen.
Axel.
J. J. DE PUTTER.
De feestavond werd geopend door de Streekvoor-
zitter, die de juryleden verwelkomde en er zijn vol
doening over uitsprak, dat de opkomst vrij groot
was. Hij sprak de hoop uit, dat niet alleen omdat
er iets te eten viel de avond zo goed bezocht was,
maar dat het voortaan ook op alle vergaderingen
zo zou zijn.
Na het openingswoord gaf onze L. J. G.-accor-
deonist enige vrolijke nummertjes ten beste, waar
door er meteen de stemming in kwam. Hierna
volgde de wedstrijd „Horen we bij elkaar?", waar
bij Ir. Geuze weer op een leuke manier vragen
stelde aan de verloofde paren. Het duo-KostenMol
won hiermede de le prijs.
Thans werd even een kleine pauze gehouden.
Vervolgens werd de uitslag van de bakwedstrijd
bekend gemaakt. De le prijs werd toegekend aan
Lena Mol en Corry Zwagemaker, die beiden 48
punten behaalden. De tweede prijs verwierven Anna
v. d. Berge en Leny Kloet, beiden met 47 punten.
De 3e prijs behaalden Marie Noom en Jo Hoek,
beiden met 46 punten.
Hierna werd dit gebak op Amerikaanse wijze
verkocht. Van de opbrengst zullen prijzen voor de
meisjes worden gekocht.
Er werd ook nog voor een verloting gebak be
schikbaar gesteld, terwijl het overig gebak in de
magen van de bezoeksters en bezoekers verdween.
Na deze smulpartij gaf Johan Noom een num
mertje goochelen weg, waarbij hij o.a. in de kaar
ten de leeftijd van de Voorzitter van de Z. L. M.
bepaalde.
Hierna volgde het agendapunt „Actualiteiten"
door de heer Ir. M. A. Geuze, die een interessante
causerie hield over een reis naar Denemarken en
Zweden. Ir. Geuze heeft ons enige bijzonderheden
over deze landen verteld, waarbij hij o.a. een Deen
se boerderij besprak.
Na deze leerzame causerie kwam helaas het
einde van deze gezellige avond weer al in zicht en
waren we aan het laatste punt van het program
ma gekomen. Dit was een zelfgemaakte declamatie
door Rien Kosten. Deze declamatie kwam aan het
slot van deze avond goed tot haar recht.
De Streekvoorzitter vestigde in zijn slotwoord
de speciale aandacht op de avond van de Zeeuwse
Agrarische Raad, die op 23 November in Tholen
wordt gehouden.
Ik geloof wel, dat we op een goed geslaagde
avond terug kunnen zien.
HEILTJE VAN GORSEL.
Z. P. M. Afdeling Tholen.
ZATERDAG 10 NOVEMBER 1951.
De gezellige avond van de Z. P. M. en L. J. G. is
eigenlijk tot stand gekomen, doordat de Z. P. M.
van de Streek Tholen besloot een bakwedstrijd te
organiseren. Ongeveer 13 meisjes gaven zich op
hieraan deel te willen nemen. Er werden voorbe
reidingen getroffen en het kooklokaal van de Huis
houdschool werd voor dit doel beschikbaar gesteld.
De meisjes werden in twee groepen verdeeld. De
eerste groep heeft Vrijdagavond gebakken en de
tweede groep Zaterdagmiddag. Dit alles ging onder
leiding van de directrice van de Huishoudschool
mej. M. C. Koopman.
Er was ook een jury ingesteld, waarin o.a. ook
Ir. en mevrouw Geuze zitting hadden. Deze hebben
het gebak op uiterlijk en smaak gekeurd, hetgeen
een moeilijke taak was, want het gebak zag er
allemaal keurig uit.
Besloten werd om na» de bakwedstrijd een gezel
lige avond te houden en daar het gebak aan te
bieden, zodat ook de L. J. G.'ers eens konden zien
wat de Z. P. M. zoal presteert.
Vergadering gehouden in Hotel „De Vier Em
mers" te IJzendijke op 18 October 1951. Aanwezig
waren 14 meisjes. De presidente mej. Corrie van
Hoeve opende de vergadering met een toepasselijk
woord. Ze wekte ons o.a. nog op om naar de Volks
hogeschool te gaan, maar er bestond maar weinig
animo voor.
Kaatje Riemens kwam met een verhaal:
„De vrouw tussen de bloemen". Vervolgens kwam
Neeltje Scheele met een inleiding: „Maaltijden in
het plattelandsgezin", wat goed uiteengezet werd.
Ze vertelde ons o.a. dat een sober maal ook goed
van samenstelling kan zijn. De tafel moet altijd
netjes gedekt zijn, dat wekt de eetlust op. Als iets
erg lekker geweest is, moet men dat zeggen, dat
verdient de goede kookster wel. Het gesprek moet
netjes zijn en men moet beginnen als allen gezeten
zijn. Ook op het platteland mogen sierlijkheid en
degelijkheid niet ontbreken.
De presidente dankte de inleidster voor haar
leerzame inleiding.
Daarna volgde muziek door de dames Lutijn en
Jans Riemens. Na de pauze waarin we genoten
hadden van een kopje thee werd overgegaan tot
besprekingen o.a. van kantklossen, kadercursus en
ontspanningsavond, waar nog al animo voor was,
de kadercursus uitgesloten. Verder declameerde
natuurrampen, besmettelijke ziekten enz.). Verder
Leeuw. De presidente kwam ook nog met een in
leiding over het „Rode Kruis". Ze vertelde ons,
dat het Rode Kruis een grote taak gehad heeft in
de oorlog, maar deze ook in vredestijd heeft (bij
natuurrampen, besmettelijke ziekten enz.). Verder
worden er wel cursussen georganiseerd in E.H.
B.O. Door tussenkomst van het Rode Kruis corres
pondeerden vele jongeren van het ene land met die
van andere landen, waardoor internationale banden
werden aangeknoopt. Iets van de laatste jaren
is zeker wel de bloedtransfusie waarfbij het wel
voorkomt dat mensenlevens gered kunnen worden.
Na deze nuttige inleiding zongen we samen nog
„Waar eens 't gekrijs der meeuwen".
Hiermee waren we weer aan het eind gekomen
van deze vergadering, die door de presidente werd
gesloten, waarna wij wij voldaan huiswaarts gingen.
SUUS DIELEMAN, Secretaresse.