T u io bouw TUINB0UWBELE1D OP LANGE TERMIJN NOODZAKELIJK Amerikaanse Kleinfruii-dag UIT EN VOOR DE POLDER. Nieuwe Uitgaven. Stichting voor de Landbouw. Naar aanleiding van de voor 1952 ingediende Landbouwbegroting komt het het Hoofdbestuur van 't Koninklijk Nederlandsch Landibouw Comité noodzakelijk voor, het standpunt t.a.v. de positie van de tuinbouw te bepalen aan de hand van een door de afd. Tuinbouw van het K.N.L.C. opgestelde nota. Reeds in het voorjaar van 1951 heeft de afd. Tuin bouw van het K. N. L. C. in grote lijnen haar stand punt bepaald, waarlangs de tuinbouwpolitiek h. i. op langere termijn zal moeten gevoerd. Zoals bekend zal zijn, is de tuinbouw als geheel ingedeeld in groep III, voor welke producten geen prijsregeling wordt ontworpen en waardoor het marktrisico geheel voor rekening komt van de pro ducent. Hiermede kan de afd. Tuinbouw zich niet verenigen op de navolgende gronden: Afgezien van de wenselijkheid of de vrije of ge ordende economie de gewenste vorm is van ons maatschappelijk bestel, is het positief haar mening, dat, of de vrije, of de geordende economie conse quent moet worden toegepast, wil men kunnen spreken van economisch beleid. Aangezien alle productiefactoren als onaantast bare onderdelen van de kostprijs zijn vastgesteld en uiteindelijk elke aanpassing t.a.v. het kostenpeil is uitgesloten, is het onaanvaardbaar de uiteinde lijke som van deze vastgestelde factoren in de sfeer van vrije prijsvorming op goed geluk los te laten. Een dergelijke inconsequentie moet te eniger tijd leiden tot ontwrichting van de Nederlandse Tuinbouw. De geleide economie als fundament en de vrije economie aan de kop is economisch een wange drocht, dat onaanvaardbaar geacht moet worden. Temeer wordt deze situatie geaccentueerd door de Dinsdag 30 October 1951 vergaderde de Veehou derijcommissie van de Stichting voor de Landbouw in Zeeland te Goes, waarin o.a. werden besproken: Het Rapport Melkvoorziening der Zeeuwse be volking, waarin met name naar voren gebracht wordt dat, indien de Zeeuwse akkerbouwer voor zijn melk niet een prijs ontvangt, die kan concur reren met die voor zijn akkerbouwproducten, het aantal melkkoeien vermindert en de moeilijkheden voor de consumptiemelk toenemen. Het is noodzakelijk de onkosten, die vallen op de consumptiemelkregeling, zoveel mogelijk te beperken. In Zeeuws-Vlaanderen is de hoeveelheid fooeren- consumptiemelk belangrijk gedaald en die van fabrieksconsumptiemelk zeer gestegen; de boer ontvangt daardoor per liter melk 'belangrijk minder dan bij levering aan de slijter mogelijk is. Een hogere winstmarge op de boerenmelk en teves een verhoging van de ophaalvergoeding aan slijters voor boerenmelk, zijn noodzakelijk te achten voor een goede melkvoorziening in Zeeuws- Vlaanderen. Hierover zal ook contact worden opgenomen met de fabrieken. Kuikentoewijzing 1952. De Stichting voor de Landbouw gaat accoord met de kuikentoewijzing 1952, maar wenst tevens uit te spreken dat de besprekingen volgend jaar op een vroeger tijdstip dienen aan te vangen. Als haar mening sprak de Commissie uit, dat de boerenpluimveehouder de kippen te lang aan houdt. Het is niet alleen een financieel belang dezelfde kippen slechts 2 seizoenen aan te houden, maar tevens is vastgesteld dat bij oudere kippen een hoger percentage z.g. vogel-t.b.c. voorkomt dan bij jonge, wat behalve voor de kippen#tapel, ook een gevaar kan opleveren voor het rundvee. Een positieve verbetering bestaat in 't opruimen van kippen ouder dan 2 jaar en het doen selecteren van 1- en 2-jarige. Thans is men juist in de gele genheid een kuikentoewijzing aan te vragen en ge adviseerd wordt hiervan nog deze week gebruik te maken. De vertegenwoordigers van de V.P.Z. (Vereni ging tot bevordering van de Pluimveehouderij in Zeeland) heeft nu ook een drietal vertegenwoordi gers in de Veehouderijcommissie van de Stichting voor de Landbouw, wanneer pluimveeaangelegen heden worden besproken. Het bestuur van de Stichting voor de Landbouw in Zeeland heeft besloten in een speciale vergade ring het vraagstuk van de Publiekrechtelijke Be drijfsorganisatie voor de Landbouw te bespreken. Mr. J. F. G. Schlingemann, Secretaris van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij, heeft zich op verzoek van het bestuur bereid verklaard dit on derwerp in te leiden. Daarbij zal met name het standpunt van de ge hele georganiseerde landbouw, zoals dat is neer gelegd in het „Ontwerp van een Algemene Maat regel van bestuur tot instelling van een bedrijf schap voor de landbouw, worden uiteengezet. ontstellende stijging van de diverse grondstoffen (o.a. stro, kolen, hout, mest, enz.), waardoor het bedrijfsrisico zeer sterk wordt vergroot. De kostprijs van de diverse tuinbouwproducten, die hierdoor op een belangrijk hoger niveau zal komen te liggen, biedt geen enkele reële zekerheid op de internationale markt beantwoord te worden met dienovereenkomstig te maken prijzen. Voorts zijn de tuinbouwproducten dagproducten, die geen enkele stagnatie kunnen doorstaan, zoals stakingen in het buitenland, tijdelijke exportstop zetting en dergelijke. Stagnatie van korte duur kan beslissend zijn voor h§t tuinbouwbedrijf. Voorts is, afgezien van het dualistisch stelsel van geordende economie aan de voet en de vrije econo mie aan de kop, de vrije economie in het huidige stelsel onaanvaardbaar, omdat het risico, dat ge heel voor rekening komt van de producent, niet be streden kan worden uit de daarvoor noodzakelijk te vormen reserves bij gunstige jaren. De huidige fiscale maatregelen, waardoor reser vering niet mogelijk is voor het risico naar be neden, laten eenvoudig geen slecht jaar meer toe. Bij stelselmatige kostprijsstijging en de huidige af roming van de winst betekent een jaar van be drijfsverlies voor velen de ondergang. Door het tekort aan landbouwgronden zijn vele landbouwers, die niet van huis uit tot de tuinbouw sector behoren genoodzaakt of te emigreren, of tuinbouwer te worden, waardoor de tuinbouw min of meer het asyl van agrarische daklozen is ge worden. Het tuinbouwareaal heeft evenwel zijn grenzen en het is derhalve geboden, dat jaarlijks bezien wordt, of en in hoeverre uitbreiding zal kunnen worden toegestaan. Het departementale standpunt, dat normale groeioverschotten wenselijk en noodzakelijk wor den geacht ter beveiliging van de binnenlandse voorziening bij tijden van droogte en slechte groei, geeft een schel licht op het volledige risico van de producent. Al deze genoemde feiten hebben geleid tot het navolgende standpunt van het tuinbouw- beleid op langere termijn: 1. Garantie voor de basis (standaard) producten tot een redelijk van de kostprijs in de ver antwoorde tijdvakken. 2. Inhouding van een bepaald van elke ver koop van deze basisproducten in de verant woorde tijdvakken. 3. Uitbetaling van dat bepaalde voor zover de kostprijs gemiddeld in het desbetreffende tijd vak niet is bereikt. 4. Boven de kostprijs blijft het bepaalde of event, gedeelte hiervan, in het fonds. 5. Vrije prijsvorming naar boven, ter compensatie van event, prijsvorming naar beneden. 6. Jaarlijks bezien van de grootte van het tuin bouwareaal in het licht van de economische mogelijkheden. Op 22 November a.s. zullen te Utrecht in het Gebouw van Kunsten en Wetenschappen de leden van de studiegroep voor kleinfruit aan het woord komen om hun ervaringen mede te delen, die zij hebben opgedaan bij het bezoek aan de Verenigde Staten. Het programma luidt als volgt: 1. Opening door de Voorzitter van de N. T. O., de heer C. Boudewijn. 2. De heer Ir. J. D. Gerritsen: Algemene inlei ding over de teelt van klein fruit in Amerika. 3. Mej. Ir. H. G. Kronenberg: De onderzoekingen op het gebied van klein fruit in de V. S. 4. De heer A. van Oosten: Bijzonderheden over de teelt van het klein fruit in de V. S. 5. De heer W. de Groot: Afzet en verwerking van het kleine fruit in de V. S. 6. Vertoning van enkele klein-fruit-films en van tijdens de reis gemaakte kleurenplaatjes. Voor de belanghebbenden is een opwekkend woord voor een dergelijk programma vanzelfspre kend overbodig. Zorgt U slechts om 10.30 uur in Utrecht te zijn. In dit artikel nog iets over de bestrijding van Rhizoctonia in tomaten. Wanneer oudere planten door deze ziekte zijn aangetast, kan men ze nog wel eens redden, door een behandeling met een koperpreparaat toe te passen. Men neme dan, in de volgende verhoudingen, 1 litei* water, 1 on* koparsdlfaat en 1 on* kalk; hiervan maakt men een brij. Nadat men de wortel hals vrij van grond heeft gemaakt, strijkt men die met de gemaakte brij in. Men wacht dan enkele dagen om de plant weer aan te aarden. Na een 10 a 12 dagen kan men de grond weer bij de plant brengen, het heeft echter voorkeur om niet dezelfde doch andere grond hiervoor te nemen. Men kan het ook op een andere manier doen, daarbij behoeft men de grond niet van de plant te verwijderen. Men neme dan een Aretanoplossing van dit giet men langs de wortelhals. De aarde rondom de plant moet goed doordrenkt worden, zodat men rijkelijk moet gieten. Deze behandeling moet en kele malen worden herhaald, b.v. met tussenpozen van een week. Naast de in deze artikelen reeds genoemde ziek ten zijn er nog vele waar tomaten mee kunnen worden aangetast, doch de meeste zijn voor de teelt van tomaten buiten van weinig betekenis, zo dat we ons tomatenpraatje hiermee eindigen. De volgende week beginnen we dus aan een an der onderwerp. Waarover?mag ik dit nog enkele dagen voor mezelf houden? R. A. ADGEVER. en de middelen voor de che mische bestrijding zijn verkrijgbaar bij; Fa. P. J. DE PUNDER, Kwadendamme, telf. K. 1194—235. A. R. van Nes: Bedrijfsleer voor de landbouw. Uitgave Tjeenk Willink, 1,95. Zoals het voorwoord aangéeft kan dit boekje zo wel op landbouwwinterscholen, als op cursussen die opleiden voor het diploma Boekhouden en Be drijfsleer, van de Stichting Examens van de Ge organiseerde Landbouw gebruikt worden. Een vluchtige vergelijking met het eertijds door dezelfde uitgever gebrachte boekje over Bedrijfs leer, geschreven door de heer Smits, doet ons direct het meer op de eisen des tijds ingestelde karakter zien. De kostenberekening is gebaseerd op die van het L. E. I. Het probleem paardtrekker wordt op duidelijke wijze besproken, terwijl termen als ratio nalisatie, extensivering en intensivering op een levendige wijze de lezer duidelijk worden gemaakt. Voor individuele studie en cursussen in Bedrijfs leer is dit boekje uitstekend geschikt. De magnesiumvoeding van landbouwgewassen in het bijzonder in verband met de stikstofbe mesting, door Dr. Ir. E. G. Mulder. Doelmatige intensivering van de weidebedrij- ven, door Ir. J. M. A. Penders. Meer en beter gras van goede weiden. Uitgaven van het Landbouwkundig Bureau der Nederlandse Stikstofmeststoffen-industrie, Alexanderstraat 22, Den Haag. Uit de uitgave van deze boekjes blijkt nog eens duidelijk dat de meststoffenindustrie steeds meer van de reclame op de voorlichting overschakelt, terwijl de keuze der schrijvers een wetenschappe lijk verantwoorde behandeling waarborgt. Het in het eerste werkje genoemde gebrek is, behoudens de fruitteelt, practisch alleen van be lang op de lichtere gronden. Het tweede werkje bevat het van vele interes sante cijfers voorziene verslag van een door schrij ver in de Landbouwweek gehouden lezing. De door de Regering gewenste intensivering van het weide- bedrijf wordt hier met kracht gepropageerd en o.i. wel eens wat te optimistisch bezien, wat de econo mische resultaten betreft. De emigrant en zijn toekomst, door J. H. Mo- lijn, geïllustreerd door H. de Hoog. Practisch Engels in woord en beeld. Uitgave Technische Uitgeverij Stam. ƒ3,90. Terecht wordt de tekenaar ook op de titelpagina vermeld, daar deze immers meer dan de helft van de omvang van het boekje gevuld heeft met teke ningen voorzien van onderschriften. Hoewel we dit aanschouwelijk onderwijs in prin cipe aantrekkelijk achten, menen we dat in dit boekje slechts een minimum aan kennis van de Engelse taal wordt geboden. Spuitwerktuigen in de Landbouw, door Ir. J. Chr. Gleerum. Uitgave Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie, Wageningen. Prijs 0,75. (Giro 180018). Het boekje bevat in hoofdzaak een verslag van een in Juli 1950 in de Betuwe gehouden demonstra tie. Vele van de beschreven machines zijn uit deze streek afkomstig, zodat het boekje uit dien hoofde geen volledig overzicht kan geven van de beschik bare machines. B.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 4