Tuinbouw Onclcravfjs LAAT DE cijfers SPREKEN UIT EN VOOR DE POLDER VERVOLGCURSUS AAN DE R.L.W.S. TE GOES. CURSUSSEN IN AARDAPPELZIEKTEN EN SELECTIE. en de middelen voor de che mische bestrijding zijn verkrijgbaar bij: Fa. P. J. DE PUNDER, Kwadendamme, telf. K. 1194—235. CURSUS LANDBOUWROEKHOUDEN EN BEDRIJFSLEER. ADRESVERANDERING. Het Centraal Bureau voor de Statistiek is aan de hand van de ingekomen inventarisatieformulie ren over 1951 tot de conclusie gekomen, dat het Areaal pit- en steenvruchten in Nederland thans 67.767 ha bedraagt tegenover 65.904 ha in 1950. De toename bedraagt derhalve 1.863 ha, voorwaar geen kleinigheid. Ruwweg ge nomen zou dit voor de toekomst 20.000.000 kg meer opbrengst, kunnen betekenen. Voorts blijkt de oppervlakte zonder enige onder teelt te zijn toegenomen van 29.500 ha tot 33.400 ha, waaruit volgt, dat de uitoefening van onderteelten, waaronder ook het beweiden of hooien van gras wordt gerekend, niet onaanzienlijk is teruggelopen. In hoeverre de bovenvermelde toeneming met 1860 ha een reële uitbreiding betekent, valt moei lijk te beoordelen. Wel staat vast, dat de aanleg van nieuwe boom gaarden weer minder groot is geweest dan in voor gaande jaren, namelijk: waar de aanplant in 1948/ 1949 1675 ha bedroeg en in 1949/1950 841 ha, werd in 1950/1951 slechts 606 ha aangeplant. Hiervan bestond 74 uit appelen, 19 uit peren, 3 uit pruimen en 4 uit kersen, een ver houding welke weinig afwijkt van de tendens der laatste jaren. Uit het beschikbare cijfermateriaal wordt de in druk verkregen, dat nieuwe boomgaarden vooral in Gelderland, Utrecht, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg zijn ingestoken. Areaal klein fruit. De totale oppervlakte klein fruit is nauwelijks veranderd n.l. 4965 ha in 1951 tegenover 4990 ha in 1950. Voorzover de cijfers der afzonderlijke soorten doen zien, is de teelt van frambozen wederom uit gebreid (1949: 850 ha, 1950: 975 ha en 1951: 1040 ha) evenals die van zwarte bessen (1949: 1200 ha, 1950: 1640 ha, 1951: 1775 ha). Hiertegenover staat een vermindering van het areaal van overig klein fruit met in totaal 200 ha. Areaal boomteelt. Voorzover uit de verkregen cijfers een voor lopige indruk wordt verkregen, schijnt het dat de oppervlakte boomteelt en inkrimping heeft onder gaan. In 1949 bedroeg het geregistreerde areaal 3157 ha, in 1950: 3086 ha, in 1951: 2667 ha. De meest opvallende vermindering vertonen de arealen bos- en haagplantsoen (1950: 610 ha, 1951: 563 ha), vruchtbomen (1950: 759 ha, 1951: 541 ha) en laan- parkbomen (1950: 348 ha, 1951: 276 ha). Areaal tuinbouwzaden. Ten aanzien van de tuinbouwzadenteelt moet worden volstaan met de mededeling, dat ver geleken met 1950 de cultuur zich een weinig heeft uitgebreid, n.l. tot 5400 ha. Voorzover t.a.v. de afzonderlijke zaadsoorten be vredigende betrouwbare gegevens werden verkre gen, kunnen de volgende arealen voorlopig worden vastgesteld: uien 106 ha, radijs 226 ha, spinazie 1594 ha, bloemkool 27 ha, overige koolsoorten 109 ha, tuinbouwwortelen 52 ha alsmede bloemzaden 235 ha. Tenslotte nog iets over het Grondonderzoek. Om te komen tot meer streeksgewijs grondonder zoek zal door het Rijkstuinbouwconsulentschap te Goes deze maand en in November een dergelijk onderzoek in de Zak van Zuid-Beveland worden ge organiseerd. Zij, die de voorgaande jaren hun grond reeds lie ten onderzoeken, worden in de gelegenheid gesteld ook hieraan deel te nemen. In de practijk blijkt steeds meer en meer, dat het wenselijk is de grond bij herhaling te onderzoeken, b.v. om de vijf jaar. Hierdoor is het mogelijk een betere keuze ten opzichte van de uit te strooien meststoffen te maken. Vooral nu de kunstmest- prijzen weer sterk zijn gestegen, raakt de vraag steeds actueler: „Met welke meststoffen en met welke hoeveelheid verkrijg ik een maximum ren dement". Laat de analyse-uitslag daarbij uw leidraad zijn. Om misverstanden te voorkomen wordt mede gedeeld, dat alleen monsters zullen worden ge nomen van boomgaarden en percelen waarop tuin bouw wordt uitgeoefend. Bij percelen, die reeds eerder werden onderzocht, behoeft geen onderzoek meer plaats te vinden van de granulaire samenstelling. Op zichzelf betekent dit dus een reductie op de totale onderzoekings- kosten. Dit onderzoek is inderdaad zeer belangrijk en wij willen slechts nog adviseren, indien niet reeds ge schied is, de toegezonden deelnamekaart toch wel zo spoedig mogelijk aan het Rijkstuinbouwconsu lentschap in te zenden: Haast U! de L. Vóórdat we beginnen aan het vervolg van ons verhaal, eerst een kleine opmerking. Het is mogelijk, dat de artikeltjes van deze ru briek even moeten wachten op plaatsruimte, zo dat de inhoud van het betreffende artikel, tijdens de plaatsing, even buiten de tijd valt. Naar ik hoop, verliezen ze daardoor echter niet veel van hun urgentie en hebben ze waarde voor de toekomst. Hoewel dus de tomatentijd al bijna verstreken is, zullen we ons praatje over tomatenziekten gewoon voortzetten en doen alsofwe er nog volop in zitten. Een veel voorkomende, en daardoor belangrijke, ziekte is wel de tomatenkanker. Deze ziekte werd voor het eerst in 1919 in ons land ontdekt. Naast de tomaten, welke in waren huizen worden gekweekt, kunnen ook de buiten tomaten zeer ernstig van deze ziekte hebben ie lijden. Jonge plantjes, wanneer het stengeltje een door snede heeft van enkele milimeters, kunnen reeds worden aangetast. Ook oudere, of zelfs geheel vol groeide, planten kunnen door deze ziekte ten onder gaan. Men vindt de aantasting als een zwarte, rottige ingezonken plek op de stam even onder de grond of er vlak boven, dus in de omgeving van de wor telhals. De wortels blijven bij deze ziekte volkomen blank. Dit is juist het tegenovergestelde van een aantas ting door Rhizoctonia. Hierbij worden 'e wortels zeer spoedig bruin, dus ongezond. Bij een aantasting door kanker ziet men veelal de verwelking van de gehele plant, terwijl dan het In samenwerking met de vereniging van oud leerlingen der R.L.W.S. te Goes zal dit najaar bij voldoende deelname een vervolgcursus aan de R.L.W.S. te Goes worden georganiseerd voor oud leerlingen van de school. Eén dag per week zal worden les gegeven en wel des Woensdags te beginnen 21 November a.s., van 1012 uur en van 2—4 uur, gedurende 6 weken totaal. De navolgende personen hebben zich bereid ver klaard een onderwerp in te leiden: Ir. C. W. C. van Beekom. Rassenkeuze in verband met vruchtopvolging en plantenziekten. Dr. G. Wagenaar. Moderne inzichten in de ziekte bestrijding van het vee. B. Meijers. Belasting en Boekhouding in het alge meen. Ir. W. Wilten. Teelt, verwerking en afzet van brouwgerst. Ir. W. H. Ubbink. Veranderingen in het grond gebruik. Ruimtelijke ordening. Taxatie van landbouwgronden. Zij die aan deze cursus wensen deel te nemen worden verzocht zich vóór 4 November a.s. schrif telijk of telefonisch (K 11002151) op te geven aan de school, Ravelijn de Groene Jager 8 te Goes. Men wachte niet met de aanmelding, daar het aantal beschikbare plaatsen beperkt is. De Directeur der Rijkslandbouwwinterschool, Ir. J. VERSTEEG. Evenals vorige jaren wil de Keuringsdienst Zee land van de N.A.K. weer de gelegenheid openen tot het volgen van een beperkt aantal cursussen in aardappelziekten en -selectie. Deze cursussen kunnen worden gegeven in elke plaats in de provincie wanneer voldoende deel nemers zich hiervoor aanmelden. Zijn er in een aantal plaatsen wel deelnemers maar niet voldoende om een cursus te organiseren dan kunnen deze kleine groepen worden samen gevoegd en hieruit een cursus worden gevormd, welke dan gegeven wordt in de meest centraal gelegen gemeente. De cursussen zullen worden gegeven in het winterseizoen en bestaan uit pl.m. 15 lesuren. (Lessen van 2 a 2% uur.) De kosten voor deze cursussen zullen hoogstens f 2 h f3 per deelnemer bedragen. gedeelte onder de zieke plek blijft leven. Er zijn nog meer kenmerken, doch daar we er dan te diep op moeten ingaan, zullen we deze in dit artikel niet noemen. Ook de vruchten kunnen door kanker worden aangetast. Meestal vindt men zulk een aantasting bij de aanhechtingsplaats van de steel. Ook hier uit deze ziekte zich door een donkerbruine zwart achtige vlek. De zieke vruchten vallen zeer spoedig af. De bestrijding van deze ziekte kan men alleen doen door de aangetaste planten zo spoedig moge lijk te verwijderen emte vernietigen. Dit dient ook te geschieden met de afgevallen en aangetaste vruchten. Men kan dit doen door het zieke materiaal te verbranden of diep te begraven. Dat dit een ernstige ziekte is, bewijst wel het feit, dat men bij een aantasting in een kas, deze zelfs dient te ontsmetten. Het is bekend, dat tomatenkanker met het zaad kan worden overgebracht. Zojuist noemden we reeds de Rhizoctonia-ziekte. In de tomatenstreken noemt men ze ook wel „rotpoten," voorzeker geen fraaie benaming. Toch hebben ze deze verdiend, daar men de aan tasting vindt juist aan de oppervlakte van de grond. Hier begint de vernietiging van de plant. Deze zwam bestaat uit een netwerk van zeer fijne bruine draden, die zich over het plantendeel uitstrekken. Op zulk een aangetaste plek verdwijnt binnen enkele dagen het zachte weefsel, zodat het houtige gedeelte van de plant nog overblijft. Deze ziekte komt vooral voor op koude grond. Men moet dan ook trachten deze ziekte te voor komen. Bij het planten moet er een behoorlijke temperatuur zijn en de bovengrond voldoende droog. Volgende maal iets over de bestrijding van deze Rhizoctonia. R. A. ADGEVER. De deelnemers moeten minstens 18 jaar oud zijn. Opgave van deelnemers zien wij gaarne tege moet. met volledige opgave van woonplaats en adres en leeftijd. Door secretarissen van verenigingen kan een lijst van deelnemers worden ingezonden. Nadere inlichtingen worden zonodig verstrekt door het Secretariaat van de Keuringsdienst Zee land van de N.A.K., Grote Markt 9 te Goes. Onze eerste oproep heeft vrij weinig resultaat gehad. Afgaande op het aantal opgaven, dat bovendien zeer sterk over de provincie verspreid ligt, kunnen we daarom nog niet tot een verdere voorbereiding overgaan. Daar we echter toch gaarne een dergelijke cur sus ter opleiding voor het examen: Boekhouden en bedrijfsleer van de Stichting examens van de ge organiseerde landbouw zouden organiseren, willen we de opgave hiervoor nóg openstellen tot 3 November a.s. Ter nadere oriëntering vermelden we nog dat dit examen uit de volgende onderdelen bestaat die tezamen een cursus van ongeveer 100 uur zouden vergen. Rekenen 10 uur). Landbouwboekhouden 2d uur) Recht 15 uur). Algemene landhuishoudkundige onderwerpen 20 uur). Landbouwbedrijfsleer 30 uur). Nederlandse taal p. m. De landbouwbedrijfsleer is dus het kernvak waar de andere vakken omheen gegroepeerd zijn. De benodigde 100 uren zouden het best verdeeld kun nen worden over 25 weken van ieder 2 avonden waarop 2 uur les wordt gegeven. De cursus zou waarschijnlijk op een centraal punt gegeven moeten worden. Aanmeldingen per briefkaart aan het Secreta riaat der Z. L. M., Landbouwhuis, Goes, vóór 3 November a.s. De Provinciaal Voedselcormmissaris voor Zeeland maakt bekend, dat het Hoofdkantoor van zijn dienst thans in één gebouw, n.l. pand Grote Markt 24 te Goes is ondergebracht. Hij verzoekt bij eventuele correspondentie en/of het opzenden van bescheiden met deze adressering rekening te willen houden en vooral het nummer 24 niet te vergeten. Het telefoonnummer blijft voorlopig hetzelfde no. 2345 Goes,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 9