Wintertarwe
RASSENKEUZE
Harkt- en Veilingberichtea
Gezien de urgentie van het vraagstuk welke
tarwe-rassen men straks zal zaaien, plaatsen wij
ditmaal zowel de mededeling van de Rijkslandbouw-
voorlichtingsdienst te Kruiningen als die te Axel.
De oogst is nog niet geheel van het veld of de
vraag: „Welk wintertarwe-ras met het meeste
voordeel kan worden ingezaaid", is weer aan' de
orde. Vooral in de laatste jaren, bij een zo snelle
ras verschuiving is het er niet gemakkelijker op
geworden om een verantwoorde keuze te maken.
Nauwelijks is een ras enigszins ingeburgerd of het
wordt weer verdrongen door een nieuw.
Het bezoek aan proefvelden op de landbouwproef-
bedrijven, waarbij de rassen tijdens hun ontwikke
ling vergeleken worden en de kennisname van pro
ductiviteit en andere raseigenschappen bewijzen de
■belangstelling, die voor het rassenvraagstuk
nodig is.
In 1951 zijn op de Zeeuwse eilanden een viertal
rassen-proefvelden met wintertarwe geoogst. De
dorsresultaten, samengevat met de opbrengst-
cijfers van proefvelden uit de vier voorgaande
jaren volgen hieronder.
Opbrengst wintertarwe rassen-proefvelden in
kg/are.
dend productiever is dan eerstgenoemden. Alleen
in 1951 gaf het ras, wegens minder goede kiem-
kracht van het zaaizaad en bijgevolg dunnere stand
een kleine meeropbrengst dan in vorige jaren.
Een drietal nieuwe tarwe's: Capelle Desprez,
Nord Desprez en Mado zijn nu twee jaren in be,
proeving. Zeer waarschijnlijk zullen deze rassen
in de groep van de matig-wintervaste rassen thuis
horen. Het zijn alle drie roodzadige tarwe's met
kort stro, vroeg rijp en goed tot zeer goed produc
tief. Vooral Nord Desprez gaf heel goede opbreng
sten. Mado viel in 1951 in opbrengst wel wat tegen.
Een bezwaar van elk matig wintervast ras is het
gevaar voor uitwinteren. Er bestaat daaromi be
hoefte aan een tarwe, die ook op dit punt een be
hoorlijke bedrijfszekerheid biedt, mits deze eigen
schap niet ten koste gaat van andere eigenschap
pen zoals: goede opbrengst, stro-stevigheid, korrel
kwaliteit enz.
In het reeds vorig jaar in de Rassenlijst opgeno
men ras Heine's VII vindt men naast goede winter-
vastheid, tal van gunstige eigenschappen gecombi
neerd. De opbrengst is zeer goed; het stro kort en
stevig; de korrel is mooi licht-roodgroot van stuk
en weinig gevoelig voor schot.
Evenals Minister had ook Heine's VII in 1951 een
1947
1948
1949
1950
1951
Gemiddeld
1947—1951
a. Matig wintervaste rassen:
Alba
Staring C. B
Minister
Capelle Desprez
Nord Desprez
Mado
b. Goed wintervaste rassen:
Heine s VII
Carsten's V
32.6'
26.7
,(4)
(5)
47.6(3)
48.9(3)
50.0(1)
38.7
(4)
47.4
(3)
55.2<3>
58.0(3)
63.3(3)
68.7(1)
55.4W
49.8<5>
49.4<5>
52.9(5)
53.0(2)
53.1(2)
50.0*2)
52.7(2)
43.4<2>
49.5(4)
51.0(4)
51.1<4>
50.0(3)
52.6(2)
48.3(2)
49.9
(4)
47.3<19>
46.7<20>
50.9(13)
49.8(5)
51.4<4>
47.7W
50.6(7)
48.4<10>
Achter elk opbrengstcijfer staat het aantal proef
velden vermeld waarop het cijfer betrekking heeft.
Uit een gemiddelde van bijna 20 proefvelden over
5 jaren blijkt, dat Alba en Staring elkaar weinig in
opbrengst ontlopen. Andere rasfactoren bepalen
hier de keuze.
Op een 13-tal proefvelden werd ook Minister ver
geleken. Hieruit is gebleken, dat het ras bedui-
Kruiningen, 4 September 1951.
iets dunnere stand op de proefvelden, vandaar de
ongunstiger opbrengst dan in vorige jaren.
Heine's VII zal zeker een grotere verbreiding
tegemoet gaan.
Carsten's V kan in opbrengst niet mee met
Heine's VII.
De Hoofdassistent voor het Onderzoek,
G. J. BOM.
Nu de tijd voor het bestellen van zaaizaad voor
de wintergranen weer gekomen is, vestigen wij
Uw aandacht op de resultaten, welke de laatste
jaren op onze proefvelden behaald zijn.
In de hiervolgende tabel zijn weergegeven de
voorlopige resultaten van de drie wintertarweras-
senproefvelden, die dit jaar aangelegd zijn.
Gem.
A
B
C
Gem.
in
Alba
4140
5121
5000
4753
92
Staring
5180
5733
5666
5526
108
Minister
5920
5864
5706
5830
114
Heine's VII
5540
5959
5902
5800
113
A. Proéfveld op vochthoudende zavelgrond; proef
veldhouder W. Scheele, Terneuzen.
B. Proefveld op vochthoudende zware klei; proef
veldhouder B. de Bruijckere, Ossenisse.
C. Proefveld op vochthoudende zware klei; proef
veldhouder J. Cappon, Cadzand.
Wat de opbrengstcijfers betreft, moet opgemerkt
worden, dat deze geflatteerd zijn, omdat de op
brengst betrekking heeft op zaad met een hoog
vochtgehalte. Ter vergelijking volgen nu de op
brengsten van de laatste drie jaar, uitgedrukt in
procenten van de gemiddelde opbrengst der rassen,
Alba en Staring.
Gem.
1951 1949—'50 en '51
92 96
108 104
114 114
Alba
Staring
Minister
Heine's VII
1949 1950
99 98
101 102
104 125
113
In de voorgaande jaren liepen de opbrengsten
van Alba en Staring niet ver uit elkaar. Dit jaar
evenwel is Alba flink achtergebleven. Bij de be
oordeling van een ras mogen we echter niet alleen
op cijfers van 1 jaar afgaan. Het nadeel van Alba,
zijn zeer slap stro, kwam door het ongunstig weer
sterk naar voren. Bovendien verdraagt dit ras laat
zaaien slecht.
Hoewel behoorlijk productief, staat de Staring in
opbrengst achter bij de Minister en Heine's VII.
Toch blijft dit ras onze aandacht verdienen, te meer
daar genoemde rassen nog maar korten tijd in be
proeving zijn. Wel is weer zijn gevoeligheid voor
schot gebleken.
Minister en Heine's VII zijn momenteel de ras
sen. die in opbrengst bovenaan staan. Bij gelijke
productiviteit is de verbouw van Heine's VII aan
trekkelijker door zijn wintervastheid, zijn betere
korrelkwaliteit en zijn geringere gevoeligheid voor
schot. Hier staat tegenover zijn grotere gevoelig
heid voor bruine roest en meeldauw. Ook kwam
in de aar nogal Fusarium voor. De korrel is licht
rood en zit nogal los in de aar. Tot nu toe is de
Minister weinig gevoelig voor roest gebleken; wel
werd in de practijk nogal wat steenbrand gecon
stateerd. Beide rassen hebben stevig stro, kunnen
waarschijnlijk vrij laat gezaaid worden en rijpen
vroeg. In verband met de vroege voorjaarsontwik
keling moet een ondervrucht vroeg gezaaid wor
den. Door zijn geringe bladontwikkeling is vooral
Heine's VII een goede dekvrucht voor klavers.
Om na te gaan hoe de verschillende rassen rea
geren op een extra stikstofgift heeft de helft van
proefveld B naast een normale gift van 47 kg zui
vere N per ha een extra gift ontvangen van 20
kg N.
De resultaten waren als volgt:
Normale N gift
20 kg N/ha extra
Meeropbrengst
Alba Staring
5239 5581
5003 5885
Heine's
Minister VII
5776 5898
5952 6021
236 +304
(-176
+123
Ook hier blijkt meer, dat Alba een zware stik
stofgift slecht verdraagt. We zien hier zelfs een
flinke opbrengstvermindering. Staring heeft het
meest van de extra N geprofiteerd, doch ook bij de
Minister en Heine's VII heeft deze voordeel opge
leverd. Om de kosten van 20 kg N, die voorkomen
in b.v. 100 kg kalkammonsalpeter, te dekken, is een
meeropbrengst nodig van plm. 70 kg tarwe. Op dit
proefveld zou de Minister en Heine's VII nog wel
een grotere gift N verdragen hebben, de Staring
echter zou dan zijn gaan legeren.
Met welk ras men het beste uit zal komen is
met volledige zekerheid nooit van te voren te be
palen. Uit het oogpunt van risicoverdeling is ver
bouw van meer dan 1 ras, vooral wanneer de op
brengsten niet ver uit elkaar liggen, steeds aan te
bevelen.
Axel, 51. R, L. V. P.
VEEMARKT 's-HERTOGENBOSCH.
Op de veemarkt van Woensdag werden aange
voerd 5431 stuks vee, zijnde: 2395 runderen, 314
vette kalveren, 260 nuchtere kalveren, 176 zeugen,
226 lopers, 1792 biggen, 237 schapen, 31 geiten.
De prijzen waren als volgt: Melk- en kalf koeien
van ƒ700 tot ƒ950; Guiste koeien ƒ500 tot 750;
Kalf vaarzen ƒ650 tot ƒ925; Klamvaarzen ƒ550 tot
ƒ650; Guiste vaarzen 500 tot ƒ625; Pinken 350
tot 475; Graskalveren 185 tot 290; Fokkalveren
95 tot ƒ155; Drachtige zeugen ƒ280 tot ƒ355;
Lopers 65 tot 80; Biggen 35 tot 50; Schapen
70 tot 85, vette schapen liepen tot ƒ115; Zuig-
lammeren ƒ70 tot 90, alles per stuk.
910 stuks slachtvee. Prijzen: le kw. ƒ2,65 tot
2,70, 2e kw. 2,45 tot 2,60, 3e kw. 2,25 tot
2,35; vette stieren ƒ2,40 tot ƒ2,50; worstkoeien
1,90 tot 2,10, alles per kg geslacht gewicht.
Vette kalveren ƒ1,80 tot ƒ2,15; zware soorten
1,80 tot 2,50; Nuchtere slachtkalveren 1,45 tot
ƒ1,60; Slachtzeugen ƒ1,75 tot ƒ1,86 per kg
levend gewicht met 4 kg tarra.
VEEMARKT ROTTERDAM.
Op de veemarkt te Rotterdam werden 10 Sept.
913 vette koeien en 388 varkens aangevoerd. De
handel in vette koeien was traag met dalende prij
zen, die naar gelang van de kwaliteit van 1,95 tot
2,70 per kilo geslacht gewicht liepen. De handel
in varkens was lui en ook de prijzen van deze die
ren waren lager. De prijzen liepen van 2,07 tot
2,14 per kilo levend gewicht.
BIGGENPRIJZEN W. ZEEUWS-VLAANDEREN.
In dit gebied werden de volgende biggenprijzen
betaald in de week van 10 tot en met 15 Sept. 1951:
Biggen van 68 weken 40 tot ƒ42,50; Biggen
van 810 weken 42,50 tot 47,50.
AARDAPPELBEURS ROTTERDAM.
Op de Rotterdamse aardappelbeurs werden
Maandag voor klei-aardappelen van 35 millimeter
opwaarts 8,50 tot 9 per 100 kilo betaald voor
Eigenheimers en 7,50 tot 8 per 100 kilo voor
Bintjes. De prijs van Koopmans Blauwe klei-
aardappelen 35 millimeter opwaarts was 9,50 tot
10 per 100 kilo. Nieuwlandse zandaardappelen
brachten 9,25 per 100 kilo op. De notering van
zieke aardappelen, geschikt voor veevoeder, was
4,25 tot 4,75 per 100 kilo, terwijl gezond veld
gewas 5,50 per 100 kilo noteerde. Deze prijzen
zijn berekend op de handelsvoorwaarden, vast
gesteld voor de verkoop van consumptie-aard
appelen op wagon, schip of auto.
AARDAPPELBERICHTEN GOES.
Bintje 7,25 tot 7,75; Eigenheimer ƒ8,25 tot
8,75; Koopmans Blauwe 9 tot 9,50 per 100 kg.
Deze prijzen zijn berekend volgens de Algemene
Handelsvoorwaarden, sortering 35 mm opwaarts,
franco sorteerinrichting. Voeraardappelen (ziek)
ƒ4,—.
C. Z. A. V. WEMELDINGE.
10 September 1951.
Groothandelsnoteringen.
Tarwe. Gaf hetzelfde beeld te zien als vorige
week. Opmerkelijk is het geringe verschil in prijs,
wat voor goede en minder goede kwaliteit wordt
betaald. Doorsneekwaliteit noteert 24,30 tot
24,40, franco fabriek, met vochtelausule.
Zomergerst. Nadat afgelopen week de stemming
op de gerstmarkt iets lustelozer was, was vandaag
de stemming weer iets vaster. Het aanbod is nog
steeds klein, doch ook de vraag blijft tot heden toe
beperkt. Doorsneekwaliteit noteert ƒ32,90, boord-
spoorvrij.
Haver. Onveranderd. Maalhaver noteerde tot
31. Zwaardere soorten tot 32,50, brd-.spoorvrij.
Koolzaad geeft nog geen verandering te zien. De
prijs was ongewijzigd.
Schokkers waren goed gevraagd; speciaal geldt
dit voor de prima partijen. Notering 49 tot 56,
franco Rotterdam.
Groene Erwten. Met belangstelling voor de
goede kwaliteiten. Notering ƒ39 tot 43,50, franco
Rotterdam.
Capucijners waren gevraagd, 65 tot 72.
Rozijnerwten. Rustig, 55 tot 62,50.
Karwjjzaad. Kalm. Notering voor exportkwali
teit tot 83.
Blamvmaanzaad. Iets flauwer. Notering tot
ƒ112.
Ruwvoeders. Ook heden waren er zeer weinig
offertes en deze lagen dan nog op een zodanig hoog
peil, dat hierop geen kopers ingingen. De stem
ming blijft vast.
Het opmaken van een betrouwbare ruwvoeder-
notering was ons vandaag dan ook weer niet
mogelijk.
STROVLAS.
De strovlasmarkt blijft zeer vast gestemd voor
namelijk voor dadelijk beschikbare gerepelde par
tijen is er zeer veel vraag.
Goede kwaliteit vlas gerepeld 3440 cent per
kg; ongerepeld 2531 cent per kg.
Mindere soorten gerepeld 2534 ct. per kg;
ongerepeld 1825 cent per kg, terwijl de allerbeste
partijen nog wel iets boven de notering verkocht
worden.