Wij taeeh Heren Afdelingssecretarissen DINSDAG 25 SEPTEMBER a.s. is de laatste dag, dat de begrotingen voor algemene land- en tuinbouwcursussen en cursussen voor volwassenen op het Landbouwhuis kunnen worden ingediend. kóm/én betting Van* */'$>n9 kvi met ^üs£. 'w t&rnm uitvoerig gedocumenteerde beschouwingen in het 2 Augustusnummer van „De Stamboeker" over de verschillende factoren die invloed kunnen hebben op het vetgehalte van de melk. Het is alleszins te begrijpen, dat na de algemene invoering van de melkcontröle, er tevens steeds meer vragen gingen rijzen over de moeilijk te verklaren verschillen in vetgehalte die in de loop van een kleine periode bij dezelfde koeien op kun nen treden. Het onderzoek dat vooral in Engeland doch ook in Scandinavië heeft plaats gehad, is er dan ook speciaal op gericht geweest om deze verschillen te herleiden op de samenstelling van het voeder rantsoen. Vooral het verband van het ruwvezelgehalte en het vetgehalte heeft reeds vele onderzoekers bezig gehouden, zodat we verschillende wenken vinden om bij het voeren of weiden van jonge haver, jong gras of veel krachtvoer, toch vooral aan de ruw- voederbehoefte te denken, wanneer we het vet gehalte van de melk op peil willen houden. Speciaal hooi komt hier bij uitstek voor in aanmerking, terwijl de mogelijkheid wordt ge opperd, dat te grote hoeveelheden aardappelen, bieten, knollen en natte pulp een nadelige in vloed zouden hebben op het vetgehalte. Ook een phychsiologische verklaring van deze verlaging is mogelijk. Zo is het een vrij bekend verschijnsel, dat het vroeg melken op b.v. Zon dagmiddag een laag vetgehalte op Maandagmorgen veroorzaakt. De vorming van de melk oefent een zekere druk op de uier uit, waardoor het afscheidingsproces wordt geremd. Men zou deze druk vooral bij hoog- jproduetteve kunnen voorkomen door het 3 a 4 x melken per dag, waardoor zowel hoeveel heid melk als vetgehalte kunnen stijgen. Ook is gebleken, dat het rustig drijven van de koeien over korte afstand het vetgehalte van de melk iets kan stijgen, zonder waarneembare in vloed op de hoeveelheid melk. Bij de samenstelling van het rantsoen kan men er rustig van uitgaan dat de hoeveelheid vet, die nodig is om de koe haar maximum-hoeveelheid melk en melkvet te doen leveren, slechts zeer gering is. Volgens Scandinavische onderzoekingen is de invloed van verschillende voedermiddelen als volgt: In 1930 werd door het Prov. Veevoederbureau in Zuid-Holland waar schrijver van genoemd arti kel, Ir. P. Verhoeven, aan verbonden was, in vele gevallen advies gegeven aan veehouders die met te lage vetgehalten van de melk te kampen hadden. Bij de bestudering van de rantsoenen bleek dat er zowel rantsoenen voorkwamen met te weinig droge stof, als met de weinig verteerbare eiwit achtige stof (V.E.S.), als een te lage zetmeel- waarde (Z.W.) In die met overmaat krachtvoer werden vele rantsoenen gewijzigd, waardoor vaak met minder kosten een hoger vetgehalte bereikt kon worden. Gebrek aan droge stof kan men gemakkelijk verhelpen door het bijvoeren van stro; de z.w. kan eenvoudig op peil worden gebracht door het bij voeren van aardappelen en de verhouding tussen eiwit en zetmeelwaarde kan men b.v. in orde bren gen door een wisselende verhouding tussen graan- meel en eiwitrijk krachtvoer (grondnotenmeel). Als er van beide laatstgenoemde te veel in het rantsoen is opgenomen, is dit niet zo erg dan wan neer dit gezegd moet worden van één der compo nenten die het évenwicht geheel kan verstoren. Ook tegenwoordig kan ondanks de krachtvoeder- schaarste nog e^p depressie van het vetgehalte op treden. Schrijvey denkt hierbij aan het jonge geile gras bij dagrantsoenbeweiding of in kunstweiden, in welke gevallen het aanbeveling verdient om hooi of stro bij te voeren om de dieren van vol doende droge stof en ruwvezel te voorzien. Wij hopen dat deze korte uiteenzetting U niet alleen van de waarde van de melkcontröle zal overtuigen, doch tevens van het belang om ondanks krachtvoedersc^parste een verantwoord voeder rantsoen in de kunnende winter samen te stellen. En indien U hier zelf geen kans toe ziet, weet U dat de voorlichtingsdienst U hier gaarne behulpzaam bij wil zijn. B. BouWBU&iAU i/.d Landbouw /N2€SLand, dam Lb m/ddslövqg. Mededelingen van het Bouwbureau voor boerderijen in Zeeland 2o4/ Een stijging geven: cocoskoek, palmpittenkoek, babassukoek. Zonder invloed zijn: lijnkoek, katoenzaadmeel, soyaschroot, grondnotenkoek, zonnebloemkoek, haver, rogge, gerst, tarwe, erwten. Een geringe achteruitgang geven: soyakoek, raapkoek, vismeel, gedroogde aardappelspoeling, tapiocameel. Een duidelijke achteruitgang geven: sesam/koek, gedroogde bierdraf, gedroogde maïsspoeling, rijst- voedermeel, koolrapen, levertraan, en alle in koude toestand of bevroren gevoederde producten. Het grondplan geeft duidelijk de indeling van woning en schuur aan. Hoofdafmetingen woning 9.31 x 7.89. Hoofdafmetingen middelhuis 7.50 x 4.90. Hoofdafmetingen schuur 20.41 x 14.71. Indeling woning begane grond: woonkamer, zit kamer, keuken, slaapkamer en hall w.o. kelder. De kelder is vanuit de keuken toegankelijk. Verdieping: 3 slaapkamers, overloop en zolder ruimte. Het middelhuis bestaat uit bergplaats, spoel- ruimte, W.C., douche en kolenbergplaats. Indeling schuur: dorsvloer met een oppervlakte van 37 m2, 2 tasruimten met een totale inhoud van 420 1113; wagenhuis groot 4.80 x 6.30 m 30 m2. De stalling biedt plaats voor 12 stuks rund vee, verdeeld in 3 stallen Um,6 stuks a 0,90 m en 3 stuks a 0,80 m. Tevens zijn nog 2 kalverboxen aangebracht. De paardenstal biedt plaats voor drie paarden, welke vanaf een voorlangslopende snij- vloer gevoederd kunnen worden. De bouwkosten van het geheel bedragen 52.385. Eigenaar: Mevr. Wed. M. Lorier'te Souburg. Architect: Bouwbureau voor de Landbouw in Zeeland, Dam 43, Middelburg. Bijgaande afbeelding toont een thans in uitvoe ring zijnde boerderij te Souburg.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 4