7 3 verenigingen, maar vooral door het lidmaatschap van het Ned.. Rundvee Stamboek, werd in Zeeland niet verwaarloosd. Wel 30 van de Zeeuwse vee houder» is lid van het N.R.S. Het zwakke punt bij de Zeeuwse veeverbeterings. maatregelen zat nog bij de dekstieren. Per jaar moeten er in ons Gewest ongeveer 40000 koeien en vaarzen bevrucht worden. Onder de ongeveer 600 dekstieren (vroeger veel meer) die voor deze be vruchting de laatste jaren dienst deden, waren er toch nog maar een ibeperkt aantal, die in type, bouw en afstamming tot de elite gerekend konden worden. Het is de kunstmatige inseminatie (K.I.), die deze zwakke schakel zal kunnen wegnemen. In dit verband mogen we zeker vaststellen, dat de K.I. het sluitstuk is op de veeverbeteringsmaatregelen in Zeeland. In Juni 1948 deed de K.I. haar intrede op Walche ren. Thans zijn er in alle districten van Zeeland een 7-tal krachtige K.I.-verenigingen. Als de twee verenigingen in Oost-Zeeuws-Vlaanderen nog samensmelten, wat in de bedoeling ligt, zullen er 6 zijn. Het zijn alle Koninklijk goedgekeurde ver enigingen, die een geheel district bestrijken. Samen tellen ze reeds pl.m. 2000 veehouders als leden (on geveer 30'% van alle). Er mag worden aangenomen, dat in 1951/ '52 zeker 8000 koeien en vaarzen (ongeveer 20 van alle) kunst matig geïnsemineerd zullen wor den. Waren in den beginne de be vruchtingsresultaten op Walcheren en Tholen nog niet gunstig, deze moeilijkheden zijn nu overwonnen. Alle verenigingen beschikken over een goed opgeleide insemina- tor, dikwijls met een hulp-insemi- nator. Deze verplaatsen zich per auto en in den beginne gewoonlijk per motor. Zo zijn ze in staat een groot district te bestrijken. Voor het verkrijgen van goede bevruch tingsresultaten blijkt insemineren op Zondag niet nodig te zijn. Elke vereniging heeft zijn eigen stier (alleen Walcheren heeft er twee). Bovendien is er nog een gemeenschappelijke reserve-stier. Thans zijn er 7 K.I.-stieren, welk getal wel spoedig tot 9 zal stijgen. Deze stieren komen uit prima fok. stallen uit Friesland en Noord- Holland. Alle zijn in het Stamboek ingeschreven, van adelijke komaf en van voorouders met prima pro ductie. Ze .behoren tot het puikje van het stie renmateriaal, dat in Zeeland dienst doet. De koopprijzen lopen van 3500 tot ƒ15.000. Waar veel K.I.-leden vroeger met zeer matige stieren genoegen moesten nemen, is het duidelijk, dat deze vorm van samenwerking rijke vruchten moet afwerpen voor de economie der Zeeuwse vee houderij. De inseminatiegelden liggen gemiddeld bij ongeveer 12 a 15. Behalve voor de veeverbetering is de K.I. van grote betekenis voor de bestrijding der besmette lijke onvruchtbaarheden. Deze zeer schadelijke calamiteit greep steeds verder om zich heen. De vervanging van de veestapels op Walcheren, Schou wen, Tholen en West-Zeeuws-Vlaanderen, na oorlog en inundatie, had de uitbreiding zeer in de hand gewerkt. De organisatievorm voor de K.I. in Zeeland is niet als elders, gegroeid vanuit kleine kernen. Zeer bewust is deze vorm vooraf door het Veeteeltcon- sulentschap en de Prov. Gezondheidsdienst voor Dieren uitgestippeld. Hierbij kon van de elders opgedane ervaringen worden geprofiteerd. Grote, zelfstandige verenigingen per kring. Kringen waarin 500 tot 1700 veehouders met 2500 tot 10.000 te bevruchten runderen. Zo ontstonden krachtige verenigingen, waar men op den duur over meer dere eigen stieren kan beschikken, zodat famili- yoomi enige publicaties die een waarschuwend geluid doen horen tegen de kwaliteitsvervlakking van de consumptie aardappelen. In het Juni-nummer van het tijdschrift „Voeding" brengt Mejuffrouw Veenbaas naar voren, dat de prijsregelingen in de afgelopen jaren een grote verschuiving tussen de betere en de mindere rassen tot stand hebben gebracht, en dat over het alge meen gesproken kan worden van kwaliteitsvervlak king. Om deze verschuivingen niet in details te bespreken werden de rassen op grond van de ge- teit gemakkelijk te vermijden is en goed ver ervende stieren lang gebruikt kunnen worden. In elke vereniging wordt een volledige registra tie van al het deelnemende vee bijgehouden. Alle dekkingen en geboorten worden geregistreerd. Op elk bedrijf de gegevens van het eigen vee. Bij de Lea 155329 K.S. N.R.S. Reserve kampioene van R. de Rijcke, Aardenburg. Witzij's Adema. Pas uit Friesland ingevoerde K.I. stier voor W.-Zeeuws-Vlaanderen. Wat betreft productie en exterieuraf stamming van hoge adel. Moeder: 10 jaar, 6740 kg melk, 4,25 vet, 354 dagen. Vader's moeder: 4,2 jaar, 5796 kg melk, 3,92 vet, 319 dagen. inseminator alle gegevens. Bij verkoop van een rund kan men 'bij de vereniging, tegen geringe ver goeding, officiële afstammings- en dekbewijzen verkrijgen. Samen hebben de 7 verenigingen een coöpera tief stierenstation gesticht. Men heeft daarvoor een boerderijtje te 's-Heer Hendrikskinderen ge kocht, met woning, schuur en 214 ha weiland. Hier woont de stierenverzorger; er zijn 11 mooie stieren boxen met dekstal en laboratorium ingericht, 's Zomers kunnen de stieren in de wei. Alle stie ren worden hier coöperatief verzorgd. Elke vereni ging ontvangt zaad van de eigen stier (en). Bij moeilijkheden wordt men gratis geholpen met zaad van de reservestier of ook wel van andere. De Gezondheidsdienst voor Dieren te Goes zorgt voor vangen, behandelen en distributie van het zaad. Men voert daar ook de dekadministratie en heeft de wetenschappelijke leiding. Een hulpkracht daar voor wordt gemeenschappelijk betaald. Alle kosten voor stierenstation, Gezondheidsdienst en aan schaffing van registratiemateriaal worden omge slagen naar het aantal gemsemineerde koeien. Zodra er van een bepaalde K.I.-stier genoeg af stammelingen zijn, wordt deze stier getest op zijn verervingsvermogen. Er mag worden aangeno men, dat zo op den duur zeer gun stig verervende stieren naar voren zullen komen. Eerst dan mag men met recht spreken van 'n kopstier. Veel ongeduldigen bij de K.I. zou den bij stier-aankoop geen geld willen ontzien en maar direct een z.g. kopstier willen kopen. Zij mo gen bedenken, dat werkelijke kop- stieren (dus met bewezen verer ving) niet te koop zijn. En dat zeer dure jonge stieren maar zel den tot kopstieren uitgroeien. Men zij voorzichtig, forcere niets en wachte af tot één der eigen stieren op oudere leeftijd blijkt een kop stier te zijn. Dan is het tijd samen te overwegen hoe men deze stier beschikbaar moet stellen voor de beste fokkoeien in de provincie. De drijvers winnen het nooit, de voor. zichtigen dikwijls. Koop vooral jonge stieren uit goed fokkende families! Er mag worden geconstateerd, dat, wat betreft de veeverbete ringsmaatregelen in Zeeland, met de K.I. de ring gesloten en de best mogelijke organisatorische opbouw bereikt is. -*111 OH J*** nomen beoordelingsproeven ingedeeld in een vier tal groepen, waarbij groep I de beste kwaliteits rassen omvat, terwijl groep IV zich beweegt op het niveau van voer- en fabrieksaardappelen. Zo zijn o.a. de volgende rassen in de diverse groepen ingedeeld: Groep I: Eigenheimers, Rode Star, Zeeuwse Blauwe en Bonte. Groep II: Bintje, Bevelander, Furore, Koop- mans Blauwe. Groep III: Alpha, Meerlander, Wilpo, Record. Groep IV: Gloria, Voran. Terwijl in de jaren 19301940 4050 van de grond met de beste rassen werd bebouwd, Is dit percentage in de jaren na 1940 teruggelopen tot 14.5 in 1950. Deze afname in groep I komt voornamelijk voor rekening van de Rode Star, terwijl het verdwijnen van Zeeuwse Blauwe en Bonte en de halvering Van het percentage Eigenheimer ook het hunne hieraan hebben bijgedragen. In groep II komt het leeuwendeel van de toename op naam van de Bintje, terwijl in groep IV dé Voran na 1939 een zeer snelle toename vertoont. Door het vrijgeven der prijzen in 1948 ontstond 'n grotere belangstelling voor kwaliteitsrassen als Rode Star, welke echter weer in het najaar van 1950 de kop in werd gedrukt door het vaststellen van maximumprijzen, welke te laag geacht mocht worden voor de betere kwaliteiten. Met enkele uitzonderingen, als b.v. de prijs van de Alpha in het voorjaar van 1951, werden ech ter steeds goede en minder goede rassen voor dezelfde prijs verkocht. Het onvermijdelijke gevolg hiervan is, dat het kwaliteitsniveau hierdoor niet te handhaven is, en dat de boer bij zijn keuze weinig aandacht aan de kwaliteit zal besteden, doch des te meer aan op brengst en oogstzekerheid. En juist de rassen met betere kwaliteit blijken in de regel een enigszins geringere opbrengst te geven. Naast de raseigenschappen spelen ook de milieu, factoren een grote rol. Verschillende van deze fac toren kan de boer beïnvloeden b.v. door het nemen van cultuurmaatregelen. Zo wordt even stil ge staan bij de bemesting en wel speciaal bij die met kalium. Patentkali en Zwavelzure Kali hebben een gunstiger effect op de kwaliteit van de aardappels dan K 40 zelfs indien dit laatste tijdig wordt aangewend. De conclusie van schrijfster, dat naarmate de kwaliteit van de aardappelen niet of onvoldoende betaald wordt de zwavelzure kali en de patentkali minder zullen worden gebruikt, lijkt ons echter van weinig betekenis. We vragen ons af of door de grote prijsverschillen per kg zuivere K2O ook zonder genoemde prijsregelingen de vlucht in het verbruik van kali 40 en andere hoogprocentige kalizouten niet zou blijven voortduren, zolang de handel geen zekere voorkeur voor de aldus optre dende kwaliteitsverschillen gaat vertonen. Om te zien in hoeverre het boven geschetste pro bleem ook de aandacht van de Zeeuwse boer ver dient, hebben we de door mejuffrouw Veenbaas ingevoerde indeling toegepast op de statistieken van Zeeland in de jaren 1939 en 1940. Deze geven het volgende beeld: Z.-Vlaanderen Groep I Groep II Groep III Groep IV 1939 49 39 1949 7 79 5 1 Z. Eilanden 1939 67 27 7 1949 9 71 9 Vrij machtige, typische, zeer melkrijke koe, zoals de Zeeuwen die graag zi«n. Als 6-jarige 7034 kg mfelk, 4,10 vet, 299 dagen. C. ZWAGERMAN. Het gesignaleerde verschijnsel zou dus wel be staan op de Zeeuwse Eilanden, doch niet in Z. Vlaanderen, waar eerder sprake is van het tegen gestelde verschijnsel. In Z.-Vlaanderen heeft voornamelijk de Industrie (III) het veld moeten ruimen voor de Bintje (II). Ook op de Zeeuwse Eilanden heeft de Bintje (II) terreifP gewonnen ten koste van de hoger geclassificeerde Zeeuwse Blauwe en Bonte (I). Bij deze verschuivingen hebben echter andere moeilijkheden t.a.v. export en vatbaarheid voor ziekten zeker ook een grote rol gespeeld, zodat deze cijfers met de nodige voorzichtigheid bekeken moeten worden, wat betreft het trekken van con clusies. Het verschijnsel van de kwaliteitsvervlakking in het algemeen bestaat echter, ook nadat de aard appelen uit de grond gehaald zijn kan men nog menige wenk omtrent bewaring en verpakking van de heer Zinkweg, die beladen met ervaringen uit de Amerikaanse aardappelstaat Maine, hier lezingen heeft gehouden, ter harte nemen. Alhoewel over het algemeen de consument wel be reid is om voor een goede kwaliteit consumptie aardappelen een hogere prijs te betalen, is het nog een open vraag of hij ook altijd de betere, door hem gewenste kwaliteit ontvangt. Een treffend staaltje van de onwetendheid van het publiek en de mate waarin daarvan al dan niet met opzet wordt geprofiteerd door de handel, kunnen we vinden in een rapport van Ir. A. J. Rust- man, gepubliceerd in het Friesch Landbouwblad. In de maanden April en Mei werden regelmatig in Amsterdamse winkels monsters consumptie-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 2