hard *2/onnis UIT DE PROVINCIE Van boerderij en organisatie WALCHEREN. Het schijnt toch wel een bijzonder jaar te zijn, eerst is het voorjaar bijzonder laat, daarna groeit het bijzonder snel en nu met de oogst is het regen, regen en nog eens regen. De erwten vertonen hier en daar al schot, evenals de tarwe die op sommige percelen in stuken staat. De aardappelziekte schijnt dit jaar niet te keren, de niet gespoten percelen zijn geheel zwart, maar ook de percelen die goedgespoten werden zijn er lang niet vrij van. Vooral het grasland profiteert van de regen en de goed behandelde percelen liggen er nu evengoed voor als andere jaren in Mei het geval is. Het kuil- voer behoeft niet te worden bijgevoerd. Straks zal de stalmest weer naar het land wor den gebracht, ofzullen we onze prima stalmest gaan verkopen zoals enkele collega's vorig jaar hebben gedaan. Men redeneert dan als volgt: Waarom zal ik nog stalmest op mijn land brengen, want straks is het toch voor een ander en die profiteert er maar van, waarom zal ik nog gips aankopen want ik heb mijn perceel maar 1 jaar meer. Toch vergeten deze collega's dat zij zelf in de eerste plaats profijt hebben van de stalmest of gips. De bedragen hieraan besteed komen in één jaar tijds met ruime winst terug, en de vruchtbaar heid van de grond blijft op peil. Of zijn sommigen zo ongerust dat een ander nog 10 van hun stalmest zal overhouden dat zij veel liever die 90 dan maar willen missen. De zuinigheid bedriegt vaak de wijsheid, verkoop nooit Uw waardevolle stalmest, maar breng deze mest op Uw bouw- of graslanden. Zeer binnenkort worden de kavels in de Zuid-Watering en in West- kapelle en omgeving toegewezen, en komt er aan de onzekerheid een eind, dan weet ieder welke percelen hij zal blijven houden. We zullen hopen dat de rest van het herver- kavelingsgebied in 1952 kan worden toegewezen. NOORD-BEVELAND. Zo zitten wij dan weer in de drukke periode van de oogst. En het is te hopen dat als dit stukje ver schijnt, de weersomstandigheden wat beter zullen zijn dan momenteel, want daar hangt toch een vlot te afwerking van af. De eerste opbrengstcijfers van vroege gerst zijn intussen bekend en enkele collega's kwamen zelfs boven de 30 mud. Hierover kunnen we meer dan tevreden zijn, na zo'n slecht voorjaar. Over het probleem maaidorsen of binderen zou den we lang kunnen praten, maar de omstandig heden voor ieder bedrijf zijn zo verschillend, dat het moeilijk is een vaste lijn aan te geven. Maar dit kunnen we wel aannemen, dat het verbranden van het stro voorkomen moet worden. Ook al zou de stroprijs zodanig zijn dat het niet rendabel is om het te verzamelen, denk dan toch aan de organi sche waarde van dit materiaal. En organische bemesting kunnen we ook op Noord-Beveland heus wel gebruiken. En tenslotte groeit het niet om het later te verbranden. Als men nu de combine's door de polders ziet rijden, doet het toch wat vreemd aan collega's dat men enkele tientallen meters verder een arbeider kanten ziet snijden met de sikkel. Dit zijn wel twee uitersten die men bij andere werkzaamheden niet gauw tegen zal komen. Momenteel worden er door het Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie uitgebreide tijdmetingen verricht voor alle oogstmethodes. D. i. vanaf de Massey-Harris tot aan de sikkel toe. Ook de verliezen zullen in verschillende gevallen be paald worden. En wellicht levert dit onderzoek ons weer nieuwe gezichtspunten op. Wij komen dan ook t.z.t. op deze zaak terug. Enkele collega's die diepgeploegde percelen in de Jacobapolder heb ben, komen wel tot de ontdekking, dat er aan de stand van de gewassen practisch geen verschil te zien is. Toch wil dit nog niets zeggen daar er na het diepploegen nog geen droge zomer geweest is. Wellicht zitten er nu ook nog wel kleine verschil len in die op het eerste gezicht nog niet te zien zijn. Naar ik gehoord heb, heeft ook de Landbouwvoor- lichtingsdienst gemeend hier enkele steekproeven te moeten némen. Om een zuiver beeld te krijgen zouden we een herhaling van het droge jaar 1947 moeten hebben, maar het is dan toch maar beter indien er wat minder te zien is. Laten we verder hopen op een voorspoedige en goede oogst waar ook het algemeen belang zo mee gediend is. ZUID-BEVELAND. Sikkels blinken, Sikkels klinken Ruischend valt het graan. Dit versje dat de meesten onzer reeds op school geleerd hebben, is zeker van toepassing in de maand Augustus. En al bedienen wij ons nu van moderner en groter werktuigen, deze maand blijft toch steeds de „Oogstmaand". Ongelukkigerwijze valt deze tijd samen met de maand waarin volgens de statis tiek van de Bilt de meeste neerslag valt. Hebben we op andere jaren nog wel eens aan deze be wering getwijfeld, dit jaar kunnen we ook wel zon der regenmeter zeggen dat het juist is. De regen valt tenminste, terwijl dit artikel ge schreven wordt, aanhoudend met grote hoeveel heden op de reeds zo doorweekte grond. De grond waarop nog een groot deel van ons graan staat te wachten om gemaaid te worden en waarop nog heel wat erwten liggen welke te nat zijn om te rui teren. ,Er is werk in overvloed en ons bloed zou karnemelk worden bij al dat wachten. Het is tenminste te hopen dat voor de post ons Landbouw blad in de bus stopt, de zon weer enkele dagen aan de hemel komt en samen met de wind alles droog maakt, de narigheid is dan weer geleden. In het loof van de aardappels komt overal veel ziekte voor. Het is niet gelukt om door 3 tot 5 keer te spuiten met een koperhoudendmiddel het gewas gezond te houden. Er bestaat nu tevens een grote kans dat de ziekte ook nog in de knol komt. Om dat te voorkomen worden er heel wat aardappels dood gespoten met een chemisch middel. De in fectie van uit het loof is dan afgelopen. Bij het kiezen van het chemisch middel moet men er op letten, dat men gebruik maakt van een middel dat onschadelijk is voor het volgende gewas. Door de vertegenwoordigers van de suikerfabrie ken zijn op 23 Juli voor de eerste en op 6 Augustus voor de tweede keer monsters genomen op ver schillende percelen suikerbieten. Hiervan wordt het gemiddelde gewicht per biet en het gemiddeld gehalte bepaald. Uit de beide analyses blijkt dat zowel het gewicht als het suikergehalte een heel stuk achter komt bij de voorgaande jaren. Het zal veel moeite kosten voor het gewas om deze achter stand nog in te halen. Daarvoor zijn veel zonnige en groeizame dagen in de maand September nodig. SCHOUWEN EN DUIVELAND. De oogstmaand „Augustus" laat zich tot op heden niet van haar beste zijde zien. De ene on- weers en regenbui volgt de andere op. Verschillen de percelen tarwe, gerst, etc. zijn reeds gemaaid en staan aan de hok of zijn gecombined. De laatste dagen is de afrijping wel heel erg snel gegaan, van afrijpen kan men eigenlijk niet spreken; het is meer dood regenen. Het stro heeft dan in vele gevallen ook een zeer onnatuurlijke kleur. De opbrengst van de gecombinde percelen valt niet tegen. Geen opbrengsten zoals 1949 en 1950, doch naar omstandigheden mogen we toch nog wel tevreden zijn. Het plukken van vlas behoort voor deze oogst H. Collega Van der Maas is het blijkbaar niet eens met enkele beslissingen welke door de Gezondheids dienst genomen zijn over bedrijven welke tot zijn praktijk behoren. Hij heeft nu gemeend door mid del van een ingezonden stuk de zaak aan de grote klok te moeten hangen. Nu kan men daar in bepaalde gevallen wel eens iets mee bereiken, maar in dit geval zeker niet. Men moet dan öf met goed omschreven feiten komen öf met een goede theoretische beschouwing. In dit geval is dit echter allebei half, en daardoor ook van geen betekenis. Het enigste wat collega Van der Maas heeft be reikt is, dat ik inderdaad gedwongen ben de zaak even recht te zetten. Een t.b.c.-verklaring is slechts 10 dagen geldig. Dat betekent, dat het verhandelde dier binnen 10 dagen na afgifte van de verklaring op het nieuwe definitieve bedrijf moet zijn aangekomen. Is deze termijn langer dan 10 dagen, dan is de geldigheid van de verklaring verlopen, en daarmee is het dus een dier zonder verklaring geworden. Zoals collega Van der Maas zelf schrijft is deze termijn eigenlijk al wat lang, zodat er in die 10 dagen al dieren besmet kunnen worden. Dat kan in een heel wat kortere tijd dan de „4 dagen" die ik, volgens collega Van der Maas, genoemd zou hebben. De theorie is dus, dat men dieren van het vrije bedrijf direct of via een t.b.c.vrije veemarkt in ont smette auto's naar de nieuwe eigenaar moet bren gen. Er zijn ook Gezondheidsdiensten die dit eisen, wil men later voor subsidie in aanmerking komen, als het bewuste dier reageert. De 10 dagen termijn is dus eenvoudig een com promis tussen het theoretisch gevraagde en het practisch mogelijke. Natuurlijk zullen hierdoor dieren onderweg besmet kunnen worden, maar in wel zo ongeveer tot het verleden. Dit product heeft ook van de vele regen te lijden gehad. Men ziet vlas binnen rijden, dat totaal verregend is, zo zwart als de nacht. Bij het doorkruisen van de polder krijgt men wel een beetje de indruk, dat men het met het verzor gen van het vlas te gemakkelijk neemt. Het in schelf zetten wordt in vele gevallen achterwege ge laten. Kan dit in droge jaren heel goed gaan, in een dergelijke zomer als 1951 kan dit zeker niet. Ik hoorde laatst een landbouwer de opmerking maken: „ze zijn te krenterig om het schelven te betalen, doch het kost hen nu 5 cent op de kg". Voor een dergelijk bedrag kan men enige jaren schelven. Ik kan niet beoordelen of die 5 cent juist is, doch wel dat de kwaliteit sterk achteruit gaat. Het lijkt mij dan ook gewenst, dat er in de toe komst iets meer zorg aan besteedt wordt. De lezer zal mij misschien het verwijt maken, dat het weer en de arbeidsproblemen bij het een en ander een rol spelen. Inderdaad zou deze opmerking juist zijn, als men aan de andere kant niet de indruk kreeg, dat men wat te gemakkelijk wordt. Met de aardappelen staat het er niet best voor. Vrijwel alle percelen zijn in het loof min of meer aangetast door de aardappelziekte. De opbrengst zal dan zeer vermoedelijk niet mee vallen. Temeer daar de kans op zieke knollen niet denkbeeldig is. In enkele gevallen zijn er reeds zieke knollen ge vonden. De eerste uien zijn verladen, is het voor de oogst, aardappelen etc. geen goed weer, de uien daaren tegen gedijen wel, hoewel de meeldauw zo hier en daar haar kop opsteekt, vooral in de buurt van een perceel poot- of plantuien. Het is niet mogelijk alle gewassen de revue te laten passeren, ik wil het echter nog over één ge was hebben, n.l. de suikerbieten. De luis is wel zo ongeveer verdwenen, de ver- gelingsziekte is aanwezig doch is nog niet veront rustend. Daarover wil ik het dus niet hebben. Bij het doorkruisen van ons eiland ziet men bij enig zonnig weer vele percelen bieten in ruste (slapen). Dit wordt veroorzaakt door het gevreesde bieten aaltje. Bij informatie blijkt dat dergelijke percelen niet vooraf zijn onderzocht op het wel of niet aan wezig zijn van bedoeld aaltje. Waarom eigenlijk niet? Zijn de kosten te hoog? Weet men niet bij wie men zijn moet? Of geloofd men het wel? De boer is er niet mee gebaat, bieten te verbou wen op gronden die er niet geschikt voor zijn. Evenmin onze Nederlandse huishouding. Ik heb het al eens meermalen geschreven, laat de gronden onderzoeken, de kosten zijn zeer gering. Zeer binnenkort zal de firma Gebrs. Den Herder uit Walcheren met haar ontgrondingsmachine in de Vier-B^nnen gaan werken. De bezoekers aan de tentoonstelling te Krabben- dijke hebben de machine kunnen bewonderen. Ik schrijf met opzet bewonderen, daar deze ge hele machine door bovengenoemde heren is ontwik kelt en gebouwd. Wij hopen t. z. t. hierop nog nader terug te komen. ieder geval minder dan gedurende 15 of 20 dagen. Overigens staat er achter op de witte verklarin gen niet voor niets: „Alleen wanneer het aan ommezijde bedoelde rund, direct van het t.b.c.-vrije bedrijf in een ontsmet voertuig naar de nieuwe eigenaar wordt vervoerd, kan aangenomen worden dat het rund niet besmet is." De veehouder dient de verklaring af te tekenen op de dag dat het dier op zijn bedrijf aankomt. Daarna moet de verklaring binnen 5 dagen ingele verd worden bij de dierenarts, die deze aan ons moet inzenden. Wanneer de veehouder noch de dierenarts een datum invullen, dan wordt de datum van ontvangst op de G. D. als datum van aanvoer aangenomen. Dat een bedrijf, waarop een dier, tegen de voor schriften, met een verlopen verklaring (is een dier zonder verklaring) is aangevoerd, het recht op verklaringen verliest is niets nieuws, dit is al net zo lang als deze verklaringen bestaan, en dat is al 2% jaar. Als college Van der Maas even achter in een verklaringénboek wil kijken, dan kan hij het daarin lezen. Voorheen diende collega Van der Maas het bewuste vonnis dus zelf al te vellen. Het enige verschil met vroeger is, dat wij het feit even accentueren met de mededelingen dat het door ons ook geconstateerd is. Dit is nu extra nodig. Wanneer er op een bedrijf reactiedieren voor komen, dan worden deze overgenomen tegen een zéér hoog bedrag. Dit kost veel geld, geld dat door de gezamenlijke boeren moet worden opgebracht. Het is dan ook zaak dat alleen maar betaald wordt aan hen, die precies volgens de voorschriften han delen, en waarbij het risico van de 10 dagen bij aankoop wel wordt genomen, maar niet van de elf de en volgende dagen. Het is beter direct de vin ger op de wonde te leggen, dan dat we van de winter met reageerders zitten die niet betaald kun nen, worden omdat de verklaring verlopen was. Een bedrijf dat aankoopt met verlopen verkla ringen (is zonder verklaringen) verliest gedurende

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 3