ZITDAGEN
BOEKHOUDBUREAU
No. 2083. Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1951.
WAARIN OPGENOMEN HET NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD
Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. L. M.)
de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen
ZITDAGEN SECRETARIAAT Z. L. M.
D. J. VAN DER HAVE
VOOi Zc - Ifid
MIDDELBURG
39e Jaargang.
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
Dit blad verschijnt elke ZATERDAG. Overname artikelen
slechts geoorloofd met duidelijke bronvermelding.
Leden van de Z. L. M. en van de N.-Br. Mij van Landbouw
ontvangen het blad gratis.
ABONNEMENTSGELD voor niet-leden van deze organisa
ties bedraagt 10,per jaar.
Redactie:
Secretariaat der Z. L. M.,
Landbouwhuis, Goes - Tel. 2345
ADVERTENTIETARIEF: Per mm 13 cent, minimum per
advertentie 1,95. Incassokosten 0,15.
Regelabonnementen tegen speciaal tarief.
Inzending van advertentiën aan de Uitgeefster N. V. v/h
Firma P. J. VAN DE SANDE te TERNEUZEN of aan het
Landbouwhuis te GOES.
©ver zie fff
INHOUDSOPGAVE: Zitdagen Boekhoudbureau
en Secretariaat Z. L. M. Overzicht Welgelegen
Drainage De Rundveefokdag te Axel De
keuze is niet moeilijk Ingezonden Boeren-
jeugd Nabeschouwing zacht fruit-seizoen On
derwijs Bram uit de Slikhoek - Marktberichten
- Noord-Brabantse Mij. van Landbouw.
Deze week willen wjj weer eens het een en ander
schrijven over
de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie
in de Landbouw.
En wel naar aanleiding van een drietal punten.
In de eerste plaats heeft men reeds in de dag
bladen kunnen lezen, dat de voorstellen tot instel
ling in het Landbouwschap in de vorm van een Ont
werp Algemene Maatregel van Bestuur door de
Stichting voor de Landbouw zijn ingediend bij de
Sociaal Economische Raad. De Stichting voor de
Landbouw heeft dit gedaan namens de zes centrale
landbouw- en landarbeidersorganisaties, namelijk
het Koninklijk Nederlands Landbouw Comité, de
Katholieke Ned. Boeren- en Tuinders Bond, de Ned.
Christelijke Boeren- en Tuinders Bond, de Algeme
ne Ned. Landarbeidersbond, de Ned. Christelijke
Landarbeidersbond en de Ned. R. K. Landarbeiders-
bond.
De Sociaal Economische Raad (S. E. R.) is het
lichaam, dat bij de Wet op de Bedrijfsorganisatie
werd ingesteld als toporgaan over de te stichten
Bedrijfsorganisaties en is voor samengesteld uit
vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties
in Nederland, voor uit vertegenwoordigers van
de arbeidersorganisaties en voor uit aangeweze
nen door de Regering. De S. E. R. zal nu aan de
Ministers, wien dit aangaat en die straks de bedoel
de Algemene Maatregel van Bestuur zullen moeten
uitvaardigen, advies over dit ontwerp moeten uit
brengen.
Met de indiening van dit ontwerp is de Landbouw
de eerste bedrijfstak, die haar gedachten over de
verwezenlijking van de Wet op de Bedrijfsorgani
satie in de vorm van een concreet voorstel heeft
neergelegd. De zes bovengenoemde organisaties
zijn na langdurige besprekingen tot dit eenslui
dende voorstel gekomen, waarbij zij natuurlijk allen
sommige punten hebben moeten prijsgeven, terwijl
zij op ander gebied weer meer hun zin hebben ge
kregen. Hun bedoeling is, dat nu ook het land
bouwschap, dus de P. B. O. in de landbouw, spoedig
tot stand zal komen.
De tweede reden voor het bespreken van dit
onderwerp in ons „Overzicht" zijn de twee ingezon
den stukken, die op 14 Juli en op 4 Augustus in het
Zeeuws Landbouwblad respectievelijk geschreven
door „een der ouderen" en „één der jongeren",
verschenen en die beiden tot opschrift droegen:
De P.B.O. komt, maar onze Landbouw-
maatschappij boven.
Wij stellen beide artikelen zeer op prijs, niet
alleen omdat zij het bewijs vormen, dat men met
de Z.L.M. meeleeft, maar ook omdat zij ons aan
leiding geven wat dieper in te gaan op het zo be
langrijke onderwerp van de P.B.O.
Want wij zijn het met beide schrijvers eens: de
P.B.O. komt. Men beseffe dat terdege en het zal
voor een groot deel afhangen van wat wij allen,
die in de landbouwsector werkzaam zijn, boeren,
landarbeiders en hun vertrouwensmannen, er van
zullen maken of er straks, na vele jaren misschien,
gezegd zal kunnen worden of deze komst van dit
nieuwe soort lichaam ook vruchtbaar is geweest.
In feite zijn ook de oudere en de jongere het
erover eens, dat de P. B. O. komt. Maar daarna
gaan hun wegen uiteen.
Uit beider betoog kan men de conclusie trekken,
dat de P. B. O. weinig in de gunst staat, maar ter
wijl „de oudere" het komende lichaam als een soort
noodzakelijk kwaad beschouwt, ziet „de jongere"
het als een dreigend gevaar, dat nog af te wenden
valt, als een nieuwe organisatie bij de velen, die er
in de landbouwsector reeds zi1n en due als ëén
njiuwt btlMttog erbij-
T#fW$ >4$ dudtra" bflfMIP t*p da bPêim
hun eigen organisatie hoog te houden, in dit geval
de Z. L. M., teneinde zoveel mogelijk invloed ten
goede uit te oefenen, meent ,de jongere" dat dit
niet zal gaan, daar de P. B. O. opgebouwd wordt op
de zes bestaande organisaties, die allen evenveel te
zeggen krijgen en dus van meerdere invloed van de
een of ander geen sprake zal zijn.
De Stichting voor de Landbouw ontstond.
Dit alles geeft ons aanleiding nog eens te wijzen
op de redenen, die er zijn om ondanks verschillen
de bezwaren mede te werken aan de totstandko
ming van een Publiekrechtelijk orgaan in de land
bouw. Het is ook goed, dat men zich over deze
materie een oordeel vormt, omdat juist nu de
landbouwsector als eerste bedrijfstak een dergelijk
orgaan gaat instellen, in verschillende bladen arti-
elen verschijnen, waarvan er enige, evenals het
ingezonden stuk van „een der jongeren," de strek
king hebben de oprichting van een P. B. O. voor de
landbouw af te raden.
Wij doelen hier b.v. op een artikel in het week
blad „Burgerrecht" van 21 Juli 1951, waarin boeren
en tuinders wordt aangeraden niet voort te gaan
met wat het weekblad noemt „het jagen naar een
Landbouwschap".
Men stelt het van sommige zijden maar al te
gaarne voor alsof de besturen van de standsorga
nisaties met man en macht stuwen naar het op
richten van een landbouwschap nadat zij de boe
renstand eerst hebben opgescheept met de Stich
ting voor de Landbouw, terwijl de boeren zelve van
al dit soort lichamen niets moeten hebben. En dit
is toch wel een beetje erg kinderlijk gesteld. En
bovendien geven de stellers blijk noch de boeren
stand noch de voormannen der standsorganisaties,
noch de hele gang van zaken in het landbouw-
organisatieleven te kennen.
Want ofschoon wij onmiddellijk toegeven, dat
er vele boeren en landarbeiders zullen zijn, die niet
alles afweten van het vele werk, dat een lichaam
als de Stichting voor de Landbouw voor de boeren
stand verricht of alles haarfijn zullen kunnen uit
leggen wat een landbouwschap zal moeten gaan
uitvoeren, is het toch zo, dat de besturen van de
standsorganisaties bestaan uit de vertrouwensman
nen der boeren en dat deze besturen ook samenge
steld zijn uit boeren en dat op vergaderingen tot
in de kleinste dorpsafdeling toe deze kwestie prac-
tisch elk jaar uitvoerig ter sprake komen. En het
is schrijver dezes, die toch vele van deze winterver
gaderingen meemaakt, nooit gebleken, dat er bij de
individuële boeren een grote afkeer van Stichting
of P. B. O. bestond. Wel is er natuurlijk zo nu en
dan critiek, doch dat achten wij juist zeer gezond.
Dat kan de zaak slechts ten goede komen.
Wat zijn dus de redenen, dat er een Stichting
voor de Landbouw ontstond en dat er straks een
P. B. O. zal ontstaan?
Dat de Stichting voor de Landbouw ontstond
vindt in hoofdzaak zijn oorzaak in het feit, dat de
georganiseerde landbouw vóór de oorlog de les
geleerd heeft, dat men beter gezamenlijk, als één
geheel naar buiten kan optreden en dat men ver
schillende zaken beter en goedkoper gezamenlijk
kan regelen, dan dat iedere organisatie dit afzon
derlijk doet. Aan de idiële motieven, die in en vlak
na de oorlog bij velen een rol speelden en die tijde
lijk de verwachting wekten, dat er slechts één grote
landbouworganisatie zou ontstaan, gaan wij thans
voorbij, omdat hiervan niets terecht is gekomen.
De Stichting, die ontstond, was geen nieuwe land
bouworganisatie, doch een apparaat, dat ten dien
ste stond aan de zes organisaties en dat dus ook op
hen werd opgebouwd.
Dit apparaat hééft ba 'ie oorlog gewerkt en
vooral hét toporgaan w Den Haag hiaft ï*$v veel
w«rk gvoor Ltteimiatand, Alle», die
TERNEUZEN: Woensdag 15 Augustus in Hotel
„Des Pays-Bas.'
WISSENKERKE: Woensdag 15 Augustus in Hotel
„De Kroon."
MIDDELBURG: Iedere Donderdag in Café „De
Eendracht."
(Het ligt in het voornemen de zitdag bp
Donderdag 16 Augustus met 2 personen te
houden.)
ZIERIKZEE: Iedere Donderdag in Hotel „Huis
van Nassau."
TERNEUZEN: Woensdag: 15 Augustus van 2%
4% uur in Hotel „Des Pays-Bas".
ST. MAARTENSDIJKDonderdag 16 Augustus
van 10.30—12.30 uur in Hotel „Hof van
Holland".
IJZENDIJKE: Zaterdag 18 Augustus van 11—12%
uur in Hotel „Lievens".
GOES: Iedere Dinsdag op het Landbouwhuis.
Komt hier met uw vragen op pacht-, juridisch-,
economisch-, sociaal- en technisch gebied.
met dit. werk op de hoogte zijn, zullen dit beamen
en het is niet zoals „de jongere" in zijn artikel
schrijft, dat dit apparaat de boeren tonnen gouds
uit de zak klopt. Dit bewijst alleen, dat de schrij
ver van het werk van de Stichting totaal geen
benul heeft. Wij menen verder, dat de Stichting
tonnen gouds voor de boerenstand heeft verdiend.
Alles op te halen wat er al zo gedaan is en dage
lijks wordt gedaan, zou ons hier tevèr voeren, doch
het zou niet moeilijk vallen hiermee enige Zeeuws
Landbouwbladen te vullen.
Iets anders is of de opbouw van de Stichting
ideaal is. Dit achten wij zeker niet en wij zijn het
'volledig met „de oudere" eens. dat slechts een
opbouw op de bedrijfsgenoten dit lichaam zou kun
nen doen gaan leven bij boeren en arbeiders. Maar
de meerderheid der organisaties wil dit nu eenmaal
niet en daar valt niets aan te veranderen.
Waarom een P. B. O.
Bij de instelling van de Stichting werd dit lichaam
reeds dadelijk bestempeld als de voorloper van de
Publiekrechtelijke Bedrijfs Organisatie. Waarom
wilde men een dergelijke P. B. O.
Wij kunnen, om deze vraag te beantwoorden, het
beste de passage aanhalen uit het rapport van de
Commissie van het Kon. Ned. Landbouwcomité,
die dit gehele vraagstuk bestudeerde en die aan
deze vraag was geweid.
KONINKLIJK KWEEKBEDRIJF
ZAADHANDEL
K APELLE-BIEZELIN GE
bevifll, bfvplt, blijft Mnb«vt2*n<