DE P B O KOMT:
DE RUNDVEEKEURINGEN
iKaac onze- JfaHdfouwMaUcUappij fan/en
ARBEIDSVOORZIENING.
PROV. COMM. TER BEVORDERING
VAN RIJKSWEGE VAN DE
VEEFOKKERIJ IN ZEELAND.
OP DE BEVELANDEN
Geachte Redactie,
Met enige verbazing las ik in het jongste num
mer van het Zeeuwsch Landbouwblad het ingezon
den stuk van „een der ouderen" onder de titel, die
ik gemakshalve oók boven dit „ingezonden" heb
geplaatst.
Waarom die verbazing, vraagt U wellicht.
Omdat „een der ouderen" suggesties aan de hand
doet, welke met geen mogelijkheid zijn te verwezen
lijken en omdat hij de verantwoordelijkheid voor
het in het leven roepen van de P. B. O. laadt op
verkeerde schouders!
Als de P. B. O. komt, aldus wordt ongeveer ge
redeneerd, dan is en blijft toch de leuze: onze land-
bouwmaatschappijen boven. Dit nu is een onmoge
lijkheid. Deze leuze blijft een leuze, omdat ze in
strijd is met het karakter van de P. B. O. zelf, zo
als die in ons land dreigt te ontstaan.
De P. B. O. zal overal en altijd worden „opge
bouwd", dat wil in de practijk zeggen: de bestuurs
leden zullen worden aangewezen door de stands-
en de vakorganisaties van werkgevers en van
werknemers. Een P. B. O. in de Landbouw be
tekent altijd opnieuw, dat in elk bestuur zes orga
nisaties minstens zes paritair zullen zijn ver
tegenwoordigd. Er zal geen sprake van kunnen
zijn dat de ene vertegenwoordiger een grotere in
vloed krijgt dan de andere. Alle zes hebben even
veel of even weinig, dat hangt van de Overheid
af! te zeggen. Wie veronderstelt dat de een of
andere landbouwmaatschappij straks in de P. B. O.
wat meer lakens zal kunnen uitdelen dat een of
andere landarbeidersbond vergist zich deerlijk. De
bedoeling van de P. B. O. is juist dat de leiding
van de landbouw in handen komt van de Overheid
en van de in stands- en vakorganisaties georgani
seerde ondernemers en arbeiders. Wie dat niet wil,
moet ook niet voor een P. B. O. ijveren.
In de tweede plaats is het verkeerd te sugge
reren dat de boeren en tuinders de Stichting voor
de Landbouw niet willen en dat ze in feite ook geen
verlangen hebben naar het in het leven roepen van
een Publiekrechtelijke Organisatie voor de Land
bouw.
De boeren en tuinders hebben die Stichting voor
de Landbouw zelf opgericht en ze hebben de
enorme kosten, welke door dit na-oorlogse apparaat
zijn gemaakt, ook zelf, geheel vrijwillig, betaald.
Boeren en tuinders laten zich toch niet door een
paar vlotte bestuursleden van stands- en vakorga
nisaties ringeloren of in de luren leggen! Iedere
boer en iedere tuinder weet, kan althans weten, dat
de Stichting voor de Landbouw door zijn eigen or
ganisaties noodzakelijk werd en wordt geacht, en
dat de tonnen gouds, welke dit orgaan elk jaar ver
slindt, uit de zakken van de boeren en tuinders
komen.
Precies hetzelfde geldt van de P. B. O. De orga
nisaties van de boeren en tuinders met uitzon
dering van de zogenaamde technische en economi
sche organisaties werken rusteloos, met een
energie een betere zaak waardig, aan de totstand
koming van een P. B. O. voor de Landbouw. In
geen enkele sector van het economische leven van
ons vaderland wordt ook maar de geringste be
hoefte gevoeld aan deze publiekrechtelijke bedrijfs
organisaties, buiten de landbouw wel te verstaan.
Nergens wordt er dan ook een hand naar uitgesto
ken, buiten de landbouw vanzelf. De Sociaal Eco
nomische Raad klaagt steen en been dat bijna
niemand zich „aanmeldt" voor de stichting van
bedrijfsorganisaties; over de landbouw is de S. E. R.
echter tevreden. Met een waarlijk verbluffende
voortvarendheid wordt in landbouwkringen aan de
vorming van een „Landbouwschap" gewerkt. Com
missies zonder tal zijn aan de arbeid voor dit „door
niemand gewenste" product.
Hoe kan „een der ouderen" nu aan komen met
de bewering dat de P. B. O. ons wordt opgelegd?
Geheel vrijwillig werken boeren en tuinders aan
het in het aanzijn roepen van een P. B. O. Als de
boeren en tuinders niet willen, dat er een P. B. O.
komt, komt er ook geen! Niemand legge de ver
antwoordelijkheid voor dit werk op de schouders
van anderen. Niemand stelle een minister of wie
ook aansprakelijk, als straks de P. B. O. in levende
lijve te aanschouwen is.
Maar niemand weigere ook de verantwoordelijk
heid te aanvaarden voor hetgeen hijzelf heeft ge
daan!
Onze boeren en tuinders zelf doen vandaag de
dag wat ze maar kunnen om zo mogelijk reeds per
De Stichting voor de Landbouw in Zeeland deelt
mede, dat het Provinciaal Contactorgaan voor de
Arbeidsvoorziening elke Donderdag vergadert, ter
bespreking van de situatie op het terrein der
arbeidsvoorziening en behandeling van eventueel
ontvangen aanvragen.
Voorzover aanvragen via de plaatselijke commis
sies moeten worden ingezonden dient men er dus
rekening mee te houden, dat deze uiterlijk Donder
dagsmorgens in het bezit van het Contactorgaan
moeten zijn, wil tijdige behandeling kunnen volgen.
1 Januari 1952 te kunnen starten met een spiksplin
ternieuw apparaat, de Publiekrechtelijke Bedrijfs
organisatie.
In geen enkele andere bedrijfstak zal het moge
lijk zijn reeds op 1 Januari 1952 zo'n apparaat, zelfs
maar op papier, voor elkaar te hebben. De boeren
en tuinders hebben in volle werkelijkheid de pri
meur!
Geachte Redactie, dit moest mij even uit de pen!
We leven wel in een land van „gebod op gebod
en regel op regel", maar er is ook nog wel enige
vrijheid, met name als het gaat over het stichten
van nieuwe organen en organisaties.
Als straks de P. B. O. voor de Landbouw aan het
volk wordt getoond, moet geen enkele boer en geen
enkele tuinder er zich voor schamen te zeggen: het
is mijn kind! Ik heb het zelf geheel vrijwillig
verwekt!
Indien inderdaad de boeren en tuinders dat kind
niet willen, dan moeten ze nu, nu het nog kan,
tegen de bestuurders van hun standsorganisaties
zeggen: houdt er mee op, houdt er mee op, wij
hebben organisaties te over in ons goede land!
EEN DER JONGEREN.
De totaal indruk van de premiekeuringen dit jaar
op Zuid-Beveland mag vrij gunstig worden ge
noemd. Op enkele plaatsen in West-Zuid-Beveland
viel een wat toenemende belangstelling op te mer
ken. Speciaal de keuringen te "s-Heer-Abtskerke
en Heinkenszand en in het Centrum Goes waren,
zowel wat aanvoer en kwaliteit van het vee als
belangstelling van veehouderszijde betreft, succes
vol. Ook te Wolphaartsdijk was een goede keuring.
In Oost-Zuid-Beveland handhaaft de keuring te
Kruiningen zich ter nauwernood. Ook nu was de
aanvoer nog weer teruggelopen. Slechts een paar
veehouders dragen deze zwakke positie. (Het
zelfde kan gezegd worden van de keuring te Kwa-
dendamme, waar ook het inblazen van nieuw leven
noodzakelijk is). Te Ierseke is wat meer animo,
ook al is de actieve kern niet groot; de stierenver
eniging handhaaft zich hier nog.
Werden er in 1950 in totaal 208 dieren ter keu
ring aangevoerd, dit jaar was dat aantal gestegen
tot 242, als volgt over de 10 keuringsplaatsen ver
deeld.
Melk- en
Keuringsplaats
Stieren
kalfk.
Jongvee Tot.
Kruiningen
2
10
1
13
Ierseke
1
14
1
16
Heinkenszand
2
27
29
Wolphaartsdijk
's-H. Arendskerke
17
4
21
4
14
3
21
Borssele
1
14
15
's-H. Abtskerke
2
43
6
51
Oudelande
3
10
3
16
Kwadendamme
2
9
11
Goes
2
44
3
49
Totaal
19
202
21
242
In 1950
11
186
11
208
De stieren.
Van de 19 aangevoerde stieren waren er 6 van 2
jaar en ouder, waaraan 4 eerste en 2 tweede prij
zen werden toegekend. De jaarlingen waren over
het geheel zeer matig. Van de 13 verkregen er 4
een eerste, 5 een tweede, 1 een eervolle vermelding
en 3 geen prijs. Van de K. I.-stier Matador van
Marie 9 zagen we 2 tweede prijswinnaars.
De volgende stieren werden met een eerste prijs
bekroond:
Antje Adema 2 28414 S., geb. ll-2-'48, eig. Stieren
vereniging Ierseke. Goedsoortig met goede ver
houdingen (b- type, 77.9 p.), maar wat weke boven
hand (bc rug en lendenen) en matig correct been-
werk (bc).
Buffalo 30019 S., geb. 15-5-'48, eig. Joh. v. d. Does,
Heinkenszand. Een harmonisch gebouwde stier
met beste diepte (ab borst en hals en ab. ribben
en flanken), doch matige benen (bc stand, gang
en sterkte). Behaalde 79.9 p. en b- voor type.
Jim 27978 S., geb. 3-3-'47, eig. W. Minnaard,
's-Heer-Abtskerke. Een 4-jarige stier, die best is
bewaard. Uitstekende, diepe voorhand (ab borst
en hals) en ruim en vlak kruis (ab). Heeft wat
losse schouder (bc). Verkreeg b voor zijn goed
type en 80.9 p.
Simon 31222 S., geb. 19-4-'49, eig. L. Tolhoek,
's-Heer Abtskerke. Een sterk gelijnde, wat ranke,
Verplichte najaarsstierenkeuringen.
De Provinciale Commissie voornoemd maakt
bekend, dat de aangiften voor de verplichte na-
jaarsstierenkeuringen ingevolge het Zeeuws Stie
renreglement 1938 vóór 1 September a.s. moeten
worden opgezonden aan het Secretariaat der Com
missie, Landbouwhuis te Goes.
Tegelijk met het aangifte-formulier, hetwelk op
de gemeente-secretarie kan worden verkregen,
moet ƒ7,50 worden opgezonden, aangezien alleen
dan de stier voor de keuring kan worden inge
schreven.
Storting kan geschieden per postwissel of op giro
no. 43502 ten name van de penningmeester der
Provinciale Commissie, Landbouwhuis, Goes.
Voorts moeten tezamen met het aangifte-formu
lier worden ingezonden:
le. Kalverschets, uitgereikt door de veehouderij
centrale.
2e. De afstammings- en inschrijvingsbewijzen
voorzover aanwezig.
3e. De aanwezige erkende productiegegevens en
melklijsten van de moeder en grootmoeder van
de stier.
Alle toegezonden papieren worden na controle
vanuit Goes per post teruggestuurd. De eigenaar
dient ze ook weer ter keuring mee te brengen.
De Secretaris,
A. E. BRUIJNING.
melkvormige stier. Verkreeg bc+ voor type en
76.7 p. In onderdelen: wat lange kop (bc), matige
diepte in de ribben (bc) en wat sabelbenige been
stand (bc).
De eerste prijswinnaars bij de jaarlingen (van
deze wordt nog geen volledig keuringsrapport op
gesteld) waren:
Sjors van Elsdijk, eig. Gebrs. Smallegange, Elle-
woutsdijk.
Vredenburger, eig. J. de Jonge Pzn., Ovezande.
Marie's Eduard, eig. D. W. Rouw, Kapelle.
Adema's Nico III, eig. J. v. Overbeeke, Kapelle.
Het vrouwelijk vee.
Kwalitatief was dit op de meeste keuringsplaat
sen bevredigend, met dit jaar Goes als uitblinker
boven 's-Heer Abtskerke, waar het gemiddelde
niveau wel heel goed was, maar wat minder uit
gesproken kopnummers aanwezig waren.
We geven hier een beeld van het aantal der meest
harmonisch gebouwde productie koeien, (80 of
meer punten) op de keuringsplaatsen.
Kruiningen gene Ierseke 2
Heinkenszand 2 Wolphaartsdijk 5
's-H. Arendskerke 2 Borssele 2
's-H. Abtskerke 7 Oudelande 3
Kwadendamme 4 Goes 17
Totaal 44 koeien (vorig jaar 45).
Uitblinkers in adel, massa en productie-geschikt
heid waren de volgende fok- en gebruiks-koeien:
(82 punten of zelfs hoger)
Ierseke: Bontje 7, eig. J. M. Bakker 82 p.
Heinkenszand: v. Schouwen, eig. M. de Rijk 82 p.
Wolphaartsdijk: Corrie, eig. J. Sinke 83 p.
Emma, eig. P. D. Lindenberg 82 p.
's-H.-Arendskerke: Ada, eig. A. Lamper 83 p.
's-Heer Abtskerke: Irene, eig. Gebrs. v. Liere 82 p.
Oudelande: Dora, eig. P. M. C. Nieuwenhuyse 84 p.
Dora II, eig. idem 82 p.
Mina 6, eig. idem 82 p.
Kwadendamme: Bontje 2, eig. Wd. Rijk 82 p.
Margriet, eig. idem 82 p.
Goes: Dora, eig. J. Meeuwse 82 p.
Nelly, eig. idem 82 p.
Margriet, eig. idem 82 p.
Blondina, eig. F. Buysrogge 84 p.
Sientje, eig. idem 82 p.
Mina 15, eig. Gebrs. Rouw 83 p.
Op Noord-Beveland is de belangstelling voor de
rundveefokkerij miniem geworden. Te Wissenkerke
waren slechts 3 koeien (ten gerieve van de jury!)
aanwezig. Alleen te Kortgene blijven enkele melk
veehouders hun schouders er onder zetten. Hier is
nog enige belangstelling voor de premiekeuring,
met een redelijke kans, dat deze zich in de toe
komst zal handhaven. De aanvoer was niet groot,
maar de kwaliteit van het melk- en fokvee heel be
vredigend. Aanvoer 9 koeien, 1 vaars en 1 stier.
De beste koeien waren Annie van P. C. van
Schaik met 82 p. en Mina van Chr. Dees met 80 p.
De 1-jarige stier Bert, van J. Kallewaard was van
voldoende soort en ontwikkeling voor een goede
eerste prijs.
De Rijksveeteeltconsulent,
Ir. W. L. HARMSEN.