^it" en voor de Polder EINDLES CHR. LANDBOUWHUISHOUDSCHOOL ZEVENBERGEN. HET LANDBOUWVEILIGHEIDS- BESLUIT 1950. a. het voorkomen van ongevallen (beveiligingen en veiligheidsvoorschriften) en de middelen voor de che mische bestrijding zijn verkrijgbaar bij; Fa. P. J. DE PUNDER, Kwadendamme, telf, K, 1194235. gewassen op Uw bedrijf en raadpleegt de rassen- lijst. d. Machinaal zaaien verdient de voorkeur boven breedwerpig zaaien. e. Laat de stoppelgewassen niet groeien op de bemesting van de hoofdgewassen, doch schenk ook aandacht aan de P. en K.-bemesting en vooral ook aan de stikstofbemesting bij de niet-vlinderbloe- migen. Rijkslandbouwconsulentschap Eindhoven, Ir. J. HAENEN. Op Woensdag 11 Juli j.l. had de diploma-uitrei king plaats aan de geslaagde leerlingen, welke door Ds. Breeuwsma als voorzitter met een toepasselijk woord werd verricht. Voor de 2-jarige vervolgklas slaagden: Riet de Lint, Annie v. d. Meeberg, Nannie Voogt, Paula de Vos en Adrie Knook. Voor de 2-jarige primaire opleiding slaagden: Annie Andrea, Riet v. d. Berg, Coba van Broek hoven, Adrie Crezee, Tinie Harmsen, Corrie Koo- mans v. d. Dries, Truus Konings, Lenie de Lint, Adrie Lokers, Henny Meijler, Leny de Rooij, Annie Slings, Adrie Stange, Willy Strootman, Hillie Vaart mans, Willy Voogt, Ans Vermeulen en Annie Wedage. In een onlangs gehouden vergadering van de Werktuigencommissie der N.B.M.L. kwam o.a. het Landbouwveiligheidsbesluit ter sprake, waarbij naar voren werd gebracht dat vele landbouwers nog weinig op de hoogte zijn met de voorschriften van deze nieuwe wetgeving. Het is daarom goed het volgende nog eens onder de aandacht te brengen. Het Landbouwveiligheidsbesluit is van toepas sing op alle arbeid in de ondernemingen van land bouw, tuinbouw, veehouderij, bosbouw en veenderij en heeft ten doel het aantal ongevallen zoveel mogelijk te voorkomen en de gevaren zoveel moge lijk te beperken. In de afgelopen jaren kwamen in ons land per jaar gemiddeld 30.000 tot 40.000 onge vallen in de landbouw voor. Hiervan waren gemid deld 33 ongevallen met dodelijke afloop. De jaar lijkse schade door bedrijfsongevallen bedraagt meer dan 5 millioen gulden. De bepalingen van het Landbouwveiligheids besluit hebben in hoofdzaak betrekking op: b. het verschaffen van hulp bij ongevallen (E.H.B.O.-middelen) c. het voorkomen van schade aan de gezondheid (giftige stoffen, stoffige arbeid, infectie door omgang met dieren enz.); d. het beschikbaar stellen van schaftgelegenheden en verblijfplaatsen daar, waar de arbeiders etc. ten behoeve van de arbeid de nacht moeten doorbrengen. Het voorkomen van ongevallen. Met het oog hierop zijn o.a/ de volgende veilig heidsmaatregelen verplicht gesteld: 1. In of bij gebouwen, waar met motoren of machines wordt gewerkt, moet voldoende ver lichting aanwezig zijn. 2. Motoren, drijfwerken en werktuigen, vooral invoeropeningen (b.v. bij dorsmachines) en snelbewegende delen moeten doelmatig zijn afgeschermd. 3. Kabels, kettingen, drijfriemen enz. mogen niet met de hand worden opgelegd wanneer zij in werking zijn. 4. Een in werking zijnd werktuig mag eerst wor den gesmeerd, wanneer het tot stilstand is ge bracht. 5. Rondom het werktuig moet voldoende door gang zijn om te passeren. 6. Op een trekker of op landbouwwerktuigen mogen geen personen worden vervoerd, die niet hebben plaats genomen op een voor hen kennelijk ingerichte zit- of staanplaats. 7. Snelwerkende delen van b.v. centrifuges en slijpstenen moeten doeltreffend worden be- beschut tegen het gevaar van uiteenvliegen. 8. Een vloeropening of luik waardoor landbouw producten e.d. worden opgehesen of neerge laten, moet doeltreffend zijn beschut. 9. Een vaste trap met meer dan 4 treden moet ten minste aan één zijde van een leuning zijn voorzien. 10. Sporten van houten ladders moeten in het hout van de bomen zijn aangebracht, dus niet opge- spijkerd of aangeschroefd. 11. Wagens achter tractoren met een snelheid van meer dan 6 km per uur moeten van remmen zijn voorzien. 12. Bij het maken van kuilen, putten enz. moeten de nodige voorzorgen worden genomen tegen het gevaar van afkalven, verzakken of instor ten. Dit geldt ook voor het opstapelen b.v. van zakken graan of kunstmest. 13. Flessen, bussen of vaten, die zuren of bijtende stoffen bevatten, moeten van een duidelijk in het oog vallend kenteken zijn voorzien aan gevend de naam van de vloeistof. Hel verlenen van hulp b\j ongevallen. Op elk bedrijf moeten doeltreffende hulpmidde len aanwezig zijn om zonodig eerste hulp bij onge vallen te kunnen verlenen. Voor kleine en middel grote bedrijven is dit de verbandtrommel B, voor grote bedrijven, die sterk zijn gemechaniseerd is dit de verbandtrommel A. Deze verbandtrommels moeten stofvrij worden beWaard en ten allen tijde beschikbaar zijn. Voorts moet ook een handleiding met afbeeldingen inzake hulpverlening aanwezig zijn. Het voorkomen van schade aan de gezondheid tengevolge van de arbeid. Zware vergiften moeten zo worden bewaard dat zij niet in handen van onbevoegden (b.v. kinderen) Deze week dus een vervolgpraatje over de schurftbestrijding. Hoewel we Zaterdag 23 Juni reeds schreven, dat we eens zouden nagaan waar mee en hoe we de schurft kunnen bestrijden, die nen we toch even stil te staan bij de ontwikkeling en verbreiding dezer zwam, In de eerste plaats dus: wat is schurft?, hoe ont staan de zwarte vlekken en hoe vermenigvuldigt en verbreidt ze? Schurft is een zwam, waarvan verschillende soor ten hun bestaan op deze wereld opeisen. Toen men in het begin aandacht aan deze zwam ging schen ken, vond men alleen zomersporen. Men gaf toen de schurft, die op appels voorkwam, de naam van Fusicladium denditricum, terwijl die op de peren Fusicladium pirinum werd genoemd. Men verkeerde toen in de mening, dat de schurft- zwam alleen vermenigvuldigde door middel van zomersporen of ook wel de conidiën-vorm genoemd. De wetenschap zocht echter verder en men kwam tot de ontdekking, dat er nog een zwam was, die de schurft veroorzaakte. Deze zwam werd gevonden op afgevallen bladeren in de wintertijd. Men vond op deze bladeren de z.g. peritheciën, welke de, nu bekende, ascosporen leverden. Deze vorm van de zwam noemde men Venturia. Eindelijk was men dus zover, dat het bewijs was geleverd dat beide zwamvormen n.l. de Fusicladium en de Venturia dezelfde ziekte veroorzaakten. Alleen was er ver schil in de ontwikkelingsvorm. Naar aanleiding van het vinden van de perithe- ciën-vorm is de naam dan ook gewijzigd, het is n.l. zo dat men een zwam noemt naar de hogere ont wikkelingsvorm, dit is nu éénmaal een vastgestelde regel. De schurft op de appels noemt men van toen af Venturia inaequalis en die op de peren Venturia pirina. Dit is dus iets over de naam, hier is nog meer over te vertellen, doch wellicht interesseert het U niet verder. Hoe komen nu de zwartgrijze vlekken op de bla deren en vruchten van onze bomen? Zoals we hier boven reeds schreven, op de afgevallen bladeren werden in de wintertijd de peritheciën gevonden. Dit zijn hele kleine vruchtlichaampjes van de zwam, welke voor ons ongewapend oog er uit zien als kleine zwarte puntjes ter grootte van een spel- dekop. In deze vruchtlichaampjes ontwikkelen zich de z.g. „asci", dit zijn hele kleine zakjes, waarin de sporen zich bevinden. We zouden ze dus ook de zaadzakjes van de zwam kunnen noemen. De spo ren, die uit deze zakjes loskomen, zijn de asco sporen. Wanneer nu begin April, 't gebeurt ook wel reeds in Maart de temperatuur wat gaat oplopen en de lucht behoorlijk vochtig is, barsten de zakjes open en de sporen of het zwamzaad komt naar buiten. Het is bekend, dat deze zakjes met zulk een geweld openspringen, dat de sporen als het ware er uit worden gestoten. Men spreekt dan ook van sporenuitstotingen. Daar de sporen ontzettend klein en licht zijn, worden ze gemakkelijk met de wind meegenomen of door de regen weggespoeld. Het tijdstip van deze sporenuitstotingen hoort men nu regelmatig door middel van de waarschu wingen over de radio. Men moet er dus dan voor zorgen dat de bomen bespoten zijn met een of ander kunnen komen. Uit de verpakking dient steeds duidelijk te blijken dat de inhoud vergif is. Het ont staan en de verspreiding van schadelijke gassen en stof dient zoveel mogelijk te worden tegengegaan. De afvoer van gas, dampen of stof uit besloten ruimten dient doelmatig te zijn. Schaftgelegenheden enz. Wanneer 5 of meer arbeiders langer dan 6 dagen op meer dan 1 km afstand van bedrijfsgebouwen werkzaam zijn, moet bij dat werk een behoorlijk schaft-gelegenheid beschikbaar zijn. Een regen- en windkerende schuilkeet kan voldoende zijn. Ook voor nachtverblijven gelden bepaalde voorschriften inzake de slaapplaatsen enz. Algemene bepalingen. Een arbeider die arbeid verricht, waarop de be palingen van het Landbouwveiligheidsbesluit van toepassing zijn, is verplicht, voor zover hij rede lijkerwijs kan worden geacht met de voorschriften bekend te zijn, deze na te leven. De uitvoering van het L. V. B. berust bij de Arbeidsinspectie. Voor advies op technisch gebied aangaande het beveili gen van werktuigen, gebouwen e.d. kan men zich tot de Arbeidsinspectie wenden (Wilhelminastraat 35, Breda, Tel. 8073). Het Districthoofd van de Arbeidsinspectie kan inzake de wijze van uitvoe ring bepaalde eisen stellen en kan ook in bepaalde gevallen voorwaardelijk of onvoorwaardelijk vrij stelling verlenen. Ieder ga voor zijn bedrijf nog eens na welke verbeteringen kunnen worden aan gebracht en welke voorzieningen kunnen worden getroffen, waardoor mogelijk veel leed en schade kan worden voorkomen. schurftdodend of schurftwerend middel, zodat de sporen geen vaste voet kunnen krijgen. Is de boom niet beschermd dan komen de sporen op de bladeren en later ook op de vruchten. De sporen ontkiemen; er vormen zich heel dunne zwamdraden, welke zich vestigen dicht onder de oppervlakte van het weefsel, ze groeien dan uit tot de ons zo bekende stippen en vlekken. Vanaf deze vlekken vermenigvuldigd de zwam zich door mid del van de eerst besproken zomersporen of wel de conidiën-vorm. Nu is er nog een vorm, waarbij overwintering van de zwam mogelijk is. Hierbij blijft de zwam over in de vorm van kussentjes onder de cuticula van aangetaste takjes. Men kan deze vorm dikwijls waarnemen op peren, men spreekt dan ook wel van takschurft. De belangrijkste en tevens wel de gevaarlijkste besmettingsbron zijn echter wel de ascosporen, die in het voorjaar tot middenzomer vrij komen. Een infectie kan de hele zomer plaats vinden, zo dat we altijd waakzaam moeten zijn, heeft de zwam éénmaal vaste voet, dan is het moeilijk en zelfs in vele gevallen onmogelijk deze lastpost kwijt te raken. Men moet dus de schurftbestrijding niet te licht opvatten. De fruitkwekers weten er dit voor jaar en zomer weer van mee te spreken. De aantasting is bij appels en peren niet dezelfde, bij de appels zijn het in hoofdzaak de bladeren en de vruchten, soms ook wel de takken, doch men ziet dit niet zo gemakkelijk. Bij de peren zijn het zowel vruchten, bladeren als takken die zichtbaar worden aangetast. Er bestaat ook groot verschil van aantasting bij de rassen onderling. Men onderscheidt dan ook zeer vatbare, vatbare en minder vatbare rassen; dit zo wel bij de appels als bij de peren. In het voorjaar kan men de zwam meestal vin den aan de onderzijde van de, dan nog jong zijnde, blaadjes. Later in het seizoen treft men het meer op de bovenzijde der bladeren aan. De bladeren worden als het ware bedekt met een zwarte poe derlaag, kunnen niet meer assimileren, vallen af en vormen zodoende een nog groter besmettings bron. En dan... hoe zien onze vruchten er uit, zwart en onogelijk, niet uitgegroeid, krom en dikwijls ge barsten. Op de schade wees ik reeds in het vorige artikel. Het is toch billijk, dat dergelijk fruit door de con sument met een scheef oog wordt aangekeken. Met schurft aangetast fruit is ook niet bewaarbaar; het gaat vlug tot rotting over. Volgende week iets over omstandigheden, die kunnen leiden tot schurftaantasting, over even- tuële vatbare en minder vatbare rassen en uitein delijk over de bestrijding van de schurftzwam door middel van de bestaande bestrijdingsmiddelen. R. A. ADGEVERS.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 10