DE VUSfLt)w«^ De teelt van lintvlas is in ons land reeds oud; in de vorige eeuw werd dit gewas door onze voor ouders in sommige streken van Nederland ver bouwd. boor het ontwikkelen van nieuwe rassen met een hogere opbrengst en van een betere kwa liteit, is deze teelt na 1900 nog aanzienlijk uitge breid, waarbij het wegblijven van het z.g. Russische tonzaad en het op de markt komen van langstelige rassen als b.v. Concurrent van grote invloed zijn geweest. Vlas is tot omstreeks de eerste wereldoorlog vrij wel altijd met de hand geplukt, hetgeen een vrij bewerkelijke en moeilijke bezigheid is, waarmee alleen geoefende vlasplukkers kunnen worden be last. Dit werk veroorzaakt in de tweede helft van Juli een zeer onwelkome arbeidstop op een tijdstip, dat er toch reeds veel arbeid moet worden ver richt. Bij de teelt van pootaardappelen b.v. is het de laatste jaren vereist het aardappelgewas groen te rooien of althans voor een bepaalde datum het loof te trekken. Dit groen rooien en looftrekken nu valt juist in dezelfde tijd, waarin ook het vlias moet worden geoogst. Om dat het rooien van pootaardappelen en het looftrekken in het begin van de oogst vallen, ter wijl dan ook het vlas getrokken moet worden, ziet men veelal dat het beschikbare personeel in een be paalde streek liever het aardappeloogstwerk ver richt dan het vlastrekken. Daardoor is het vaak moeilijk om voor de vlasoogst voldoende vakkundig personeel aan te trekken. Om deze reden zijn dan ook de aanvankelijk uit België afkomstige vlas- plukmachines meer en meer in gebruik genomen. Men is met de tegenwoordige machines in staat het vlas, ook onder moeilijke omstandigheden, vrij wel altijd behoorlijk te oogsten. Voor het plukken van vlas met de hand is door het in Wageningen gevestigde Nederlandse Vlas instituut in 1941 een geïllustreerde handleiding samengesteld, waarin alle eisen voor het met de hand oogsten van vlas precies zijn weergegeven. Het is voor de hand liggend, dat het moeilijk was een vlasplukmachine te construeren, die aan al deze eisen voldoet. Toch is dit voor een groot gedeelte gelukt. De aanvankelijk geconstrueerde machines zijn verbeterd, terwijl de vlashandelaren hun eisen aan de gewijzigde plukmethode helbben aangepast, mede door de verbeterde verwerkingsmethoden van het vlas. Tegenwoordig hebben de vlasplukmachines reeds een grote verbreiding gevonden; in het goede oogstjaar van 1948 b.v. werd in de Wieringermeer meer dan 95 van het vlas machinaal geplukt. Alle kleine vlasplukmachines hebben ongeveer hetzelfde principe. Het vlas wordt opgevangen tussen een tweetal torpedo's, waardoor het wordt geleid naar het plukelement. Dit element bestaat uit een grote draaiende schijf, langs een deel van de omtrek dezer schijf loopt een rubberriem. Het vlas klemt tussen de schijf en de riem en wordt, mede door de voortgaande beweging der machine, uit de grond getrokken. Het komt dan op de bind- tafel en wordt daar óf in het bindapparaat gevoerd en daarna in schoven uitgeworpen, óf bij een ma chine zonder binder door een arbeider tot schoven gevormd en los op de grond gelegd. De plukbreedte van al deze machines, die getrokken kunnen wor den door twee paarden of bij combinatie van 2 machines door 1 lichte trekker, is 35 40 cm. De dagcapaciteit is pl.m. IV2 ha. Deze kleine machines met opgebouwd bindapparaat worden graag door de boer gekocht en kunnen bij goed gebruik reeds bij een oppervlakte vlas van 4 k 5 ha rendabel zijn. De laatste tijd zijn er ook nogal wat bredere vlasplukmachines aan de markt gekomen, die of Grote vlaspluk machine. door grote boeren alleen of door loonwerkers, vlas sers of werktuigencoöperaties kunnen worden ge ëxploiteerd. Deze bredere machines hebben een aantal gelijke plukelementen, die naast elkaar zijn bevestigd, en die ieder een plukbreedte hebben van 35 a 40 cm. De elementen werken niet met plukschrijven, maar met twee langs elkaar lopende plukriemen. Het vlas wordt hierdoor uitgetrok- In de rubriek „Wij lazen voor U" in het Zeeuwsch Landbouwblad van 2 Juni werden de slechte erva ringen met gehakseld bietenloof op het C.S.M.- proefbedrijf besproken. Schrijver heeft daarbij bij menigeen de indruk gewekt, dat de Ilardeland- methode niet voldoet. Dat betreuren wij, omdat de moeilijkheden, die wij op het gebied van het pro- Kleine vlaspluk machine met bind apparaat. ken en naar boven gebracht. In de machine is een ketting aangebracht, die het geplukte vlas mee neemt en zijdelings van de machine in een lange strook ongebonden op de grond legt. De moeilijk- j heid bij het gebruik van deze machine is, dat het vlas na enige dagen gebonden moet worden, wat vrij veel handwerk vraagt. Men heeft voor dit doel reeds opraapmachines geconstrueerd, maar deze hebben nog geen algemene ingang gevonden. Zo zien we dus dat de vlasoogst volledig geme chaniseerd kan worden. Op deze manier is door de mechanisatie bereikt, dat een moeilijk werk, dat alleen door geschoold personeel kon worden uitge voerd, door de machine wordt overgenomen. Eens deels kan dit een verheugend verschijnsel worden genoemd, omdat het werk van de landarbeider ge makkelijker wordt gemaakt en ook omdat door gebrek aan geschoold personeel het vlasareaal niet beperkt behoeft te worden. Anderdeels is het ech ter jammer dat door het algemeen gebruik van de plukmachine het handwerk niet meer wordt ge leerd. Evenals in andere beroepen verarmt de techniek ook hier het handwerk, doch zij biedt aan de andere kant weer vele mogelijkheden. De vlas plukkers van het oude stempel worden schaars; de machines nemen hun werk over; toch kan men zich niet aan de indruk onttrekken, dat dit ook een verarming inhoudt. U. D. KALVERKAMP. pageren van een rationele weide- en voederbouw in een op akkerbouw ingestelde provincie als Zee land ondervinden, hierdoor onnodig worden ver groot. Nu kan men wel opmerken, dat hier toch alleen de toepassing bij bieten in het geding is, maar de practijk leert anders en daar hebben de landbouwconsulenten mee te maken. De feiten zijn, dat de Hardelandmethode in enkele jaren tijds de methode met zuur goeddeels heeft verdrongen. Zo doeltreffend is de methode Harde- land in de practijk gebleken, dat zij naar de mening van velen voor de ontwikkeling van de voedercon- servering in betekenis gelijk gesteld mag worden met het electrisch licht in de verlichtingstechniek. Terwijl bij toevoegen van zuur de zuurgraad van het te conserveren product kunstmatig op het ge wenste peil wordt gebracht, geschiedt dit bij de methode Hardeland op natuurlijke wijze door ver gisting van vrijkomende suikers (gesnipperde voe der- of suikerbieten) of toegevoegde suikers (melasse) na intense vermenging met en verklei ning van hetgeen men wenst te conserveren. Het verkleinen en vermengen van het voeder in voldoende snel tempo langs mechanische weg vormt zeker geen eenvoudig probleem. Het is de Duitser Hardeland geweest, die door de construc tie van een geschikte machine het toepassen van zijn methode in de practijk mogelijk maakte, van daar de naam Hardelandmethode en Hardeland- machine. Thans zijn naast de oorspronkelijke Har- delandmachine een aantal fabrikaten in de handel, waarmede hetzelfde wordt beoogd als met de machine door Hardeland geconstrueerd. Er zijn 143 van dergelijke, overigens vrij kost bare machines, momenteel in ons land in gebruik, waarvan twee in Zeeland, hetgeen toch wel iets zegt omtrent de verrassende snelheid, waarmede het Hardelanden in ons land in de practijk opgang heeft gemaakt. De resultaten met eiwitrijk voeder (jong gras, klavers) zijn algemeen best geweest, bij bietenkop-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 6