Groenbemestingsgewassen
ZITDAGEN
BOEKHOUDBUREAU
ZATERDAG 23 JUNI 1951.
waarin opgenomen het NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD
Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. l. M.)
de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen
ZITDAGEN SECRETARIAAT Z. L. M.
D. J. VAN DER HAVE
ftCOUÖl
No. 2076. Frankering bij abonnement Terneuzen.
voor Zsela-it"
MIDDEL BURG
39e Jaargang.
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
Dit blad verschijnt elke ZATERDAG. Overname artikelen
slechts geoorloofd met duidelijke bronvermelding.
Leden van de Z. L. M. en van de N.-Br. Mij van Landbouw
ontvangen het blad gratis.
ABONNEMENTSGELD voor niet-leden van deze organisa
ties bedraagt 10,per jaar.
Redactie:
Secretariaat der Z. L. M.,
Landbouwhuis, Goes - Tel. 2345
ADVERTENTIETARIEF: Per mm 13 cent, minimum per
advertentie 1,95. Incassokosten 0,15.
Regelabonnementen tegen speciaal tarief.
Inzending van advertentiën aan de Uitgeefster N. V. v/h
Firma P. J. VAN DE SANDE te TERNEUZEN of aan het
Landbouwhuis te GOES.
Uit Vondel's Palamedes stamt, meen ik, de
strophe:
Het zweerd, eens uitgetrokken,
Keert langzaam in zijn schee
En ook al is er geen jaar vergaan sedert de oor
log in Korea uitbrak, er zijn weinig of geen tekenen,
dat het zwaard spoedig in de schede terug zal keren.
Leefden vorig najaar velen uit ons volk onder een
koortsachtige druk, thans is veel van die stemming
verdwenen en hoort men er betrekkelijk weinig
meer over gewagen.
De vrees, welke die categorie op korte termijn
koesterde voor een verdere uitbreiding van de strijd,
is inderdaad gelukkig niet bewaarheid geworden,
en op lange termijn zijn er misschien minder on
zekerheden dan destijds. Evenwel is de strijd niet
beëindigd en zijn nieuwe onzekerheden als Perzië
zich bij de bestaande verwikkelingen komen voe
gen. We zijn daarbij kort geleden zeer getroffen
door een geciteerde dichtstrophe in verband met
Perzië, welke voor onze gehele wereld overdrachte
lijk geacht mag worden:
Zou ons Gods oordeel aan het eind niet zichten
Wat bleef er van het afdoen onzer plichten?
De Heer is 't, die de tuinen onderhoudt,
De knechten zijn het, die verwarring stichten.
Niemand Uwer moge uit de tot nog toe gebezigde
woorden afleiden, dat ik op enigerlei wijze pessi
misme wil vestigen en aanwakkeren. Maar aan de
andere kant heeft het geen zin zijn ogen te sluiten
of blind te zijn voor het nog steeds in ernstige mate
labiele evenwicht, waarin de wereldsituatie ver
keert.
Men moge dan nu aan de toestand gewend zijn
geraakt en uit het feit, dat de verwikkelingen op
de lange duur zijn geschoven, consolidatie van het
bestaande afleiden, als steeds zal men de lampen
brandende moeten houden.
De knechten gaan voort door de ganse wereld
met verwarring te stichten en voor ieders eigen
verantwoordelijkheid blijft het maken van onder
scheid.
Overheidscontrole op het credietwezen?
Thans meer overgaande tot de dagelijkse dingen,
dichter bij huis, moet ik Uw aandacht vragen voor
een momenteel geruchtmakend onderwerp, dat van
het voorgestelde Overheidstoezicht op het crediet
wezen.
Dit betreft een ongetwijfeld voor de gewone boer
niet gemakkelijk te volgen stof. Behoudens de be
perking van de credietgeving, die sinds 1 Januari
van kracht is, is thans bij de Staten-Generaal in
gediend een ontwerp van Wet tot toezicht op het
credietwezen.
Dit ontwerp zal, indien het tot wet verheven
wordt, de handelsbanken, landbouwcredietbanken,
algemene spaarbanken en commissionnairs in ef
fecten onderwerpen aan een ingrijpende overheids
controle.
De weg, die de Overheid thans wil gaan bewan
delen, maakt het mogelijk het crediet voor het be
drijfsleven duurder te maken, zonder dat daarvoor
de Staat meer rente op zijn grote vlottende schuld
hoeft te betalen. Een dergelijke regeling is niet
denkbaar zonder vrijheidsbeperking der banken,
omdat deze liever een hogere rente bij het bedrijfs
leven dan een goedkope rente bij de Staat zullen
verkrijgen.
Na de bevrijding heeft de Minister van Financiën
de, in verhouding tot vóór de oorlog, zeer grote
liquiditeit, die tijdens de bezetting was ontstaan,
gehandhaafd. Wellicht, zegt het adres van de be-
ALGEMENE
VERGADERING
DER Z.L.M., OP 20 JUNI
1951, DOOR DE ALGEMEEN
VOORZITTER
Ir M. A. GEUZE.
drijfsorganisaties aan de Tweede Kamer, omdat dit
een uitermate goedkope vorm van staatsschud was.
En, gaat het adres verder: „Er zijn onvoldoende
pogingen ondernomen om door consolidatie van
deze schuld tot een normaal beeld van de Staats-
financiering te geraken. Nu de mogelijkheid aan
wezig is, dat door de verkrapping der bij het be
drijfsleven aanwezige liquide middelen, wederom
tot een grotere en meer normale credietverlening
door de banken aan het bedrijfsleven wordt over
gegaan, is de staat niet bij machte op een monetair
ongevaarlijke wijze zijn schulden af te doen."
De staat nu is niet bij machte het crediet, dat hij
in de vorm van schatkistpapier bij de banken heeft
opgenomen, af te lossen zonder een uitbreiding der
geldcirculatie te veroorzaken. Welnu zeggen som
migen, we zitten nu eenmaal in dit karretje en de
staat zal toch maatregelen moeten kunnen nemen
om inflatie te voorkomen. Het komt er in gewone
woorden dus op neer, dat de overheid in het ver
leden fouten heeft gemaakt en dat de particulieren
er thans voor moeten bloeden.
Want, zeggen inderdaad de organisaties, we zijn
niet onwillig maatregelen ter verbetering van de
huidige ongunstige situatie te steunen, maar tegen
een blijvende regeling uit dien hoofde bestaan over
wegende bezwaren. Onaanvaardbaar is de vermen
ging van de credietgeving aan de staat en de cre
dietgeving aan het bedrijfsleven en wel zodanig,
dat de credietgeving aan het bedrijfsleven beknot
wordt ter wille van de credietgeving aan de staat.
Voorkoming van inflatie is evenwel geldend zowel
ten aanzien van de credietverlening aan de over
heid als die aan particulieren.
Een ander groot bezwaar is, dat door deze rege
ling aan de Minister van Financiën een zeer grote
macht wordt gegeven, waardoor hij in feite en zon
der controle der Staten-Generaal het gehele bedrijfs
leven, aan een credietcontróle onderwerpt.
De Minister van Financiën zal voortaan uitmaken
hoeveel van de deposito's in zijn schatkist terecht
komen en hoeveel er voor de credietbehoefte van
het bedrijfsleven zal overblijven.
Ook wenst men geen inpassing van het rente
wezen van het bedrijfsleven in het rentebeleid van
de overheid.
Het bedrijfsleven protesteert.
Deze bezwaren zijn ingediend niet alleen door de
bankiersvereniging, maar eensgezind door vrijwel
alle algemene en confessionele groeperingen uit het
bedrijfsleven, t.w. industrie, handel, landbouw, ver
zekering, verkeer, middenstand en de vertegenwoor:
digers van de Nederlandse bedrijven in Indonesië.
Politiek blijkt de verdeeldheid om dit wetsontwerp
groot te zijn. Al naar gelang men meer links of
rechts georiënteerd is, worden zeer grote woorden
gebruikt. Zo had het Vrije Volk het over: ,,De blinde
woede, waarmee de reactie op de regering aan
stormt en de volksvertegenwoordiging onder zware
druk zet." Waar ook het K.N.L.C. en de Boeren
leenbanken tot de tegenstanders van het wetsont
werp behoren, heb ik wel behoefte hierover, zuiver
uit de eigen gezichtshoek, nog iets te zeggen. De
boeren zijn in het algemeen kleinere zelfstandige
ondernemers. Zij zijn van mening, dat de onder
nemer een zelfstandige plaats in de maatschappij
en een verdienstelijke functie als producent in
neemt. Zij zijn daarbij niet blind, gezien de impor
tantie van hun coöperatieve streven, voor het ver
schil dat bestaat tussen de zelfstandige onder
neming en de trusts en kartels met hun onderlinge
en internationale verbanden. Als ondernemer wenst
de boer zelfstandig te blijven. Hij acht dit geen reac
tionair standpunt, maar een bestaansvoorwaarde.
OOSTBURG: Woensdag 27 .ünr fn Café „De
Windt".
ST. MAARTENSDIJK: Donderdag 28 Juni in
Hotel „Hof van Holland".
MIDDELBURG: Iedere Donderdag in Café „De
Eendracht".
ZIERIKZEE: Iedere Donderdag in Hotel „Huis van
Nassau".
OOSTBURG: Woensdag 27 Juni van 3%5 uur
in Hotel „De Vuijst".
AXEL: Zaterdag 30 Juni van 34% in Hotel „De
Lozanne".
Hij verkiest geen zetboerschap voor de staat. Het
crediet is de smeerolie voor zijn bedrijf en voor zijn
coöperaties.
Op andere wijze wordt reeds door de overheid
zware pressie uitgeoefend op zijn bedrijfsuitoefe
ning, in verband met de gewenste productie en de
hoogte van de kostprijs, zoals deze voor de natio
nale economie het voordeligst zijn. Deze indirecte
leiding is meer dan voldoende.
De boer moet zelf kunnen blijven bepalen hoe hij
daarnaast feitelijk zijn bedrijf zal voeren. Er zijn
immers grenzen, die de buitenstaande overheid bin
nen het hek van het erf niet kan beoordelen.
Het is, meen ik, Dr. Grashuis geweest, die ik een
keer hoorde zeggen, dat voorlichting goed was,
maar dat een boer, die alle Rijksvoorlichting op zou
volgen, in een minimum tijd failliet zou zijn. Bij
deze leiding mag nog niet komen een volledige be
heersing t'e allen tijde van het crediet, van de smeer
olie van het bedrijf ter wille van de staat. Wij ge
loven niet in deze functie van de staat. Wij geloven
niet aan een alomvattende wijsheid van het Mini
sterie van Financiën op dit terrein.
Minister Lieftinek faalde.
Wij hebben zes jaar lang na de bevrijding ge
hoopt, dat Minister Lieftinek de sterke man zou
zijn, die Nederland uit het financiële moeras zou
helpen. Wij hebben gemeend, dat het verstandig
was, dat één man op lange termijn de gelegenheid
kreeg wat ziek was gezond te maken. Doch thans
is de schatkist leeg. Minister Lieftinek heeft ge
faald.
Ik ben er mij van bewust, dat het niet zo belang
rijk geacht zal worden, wanneer ergens een voor
zitter van een provinciale organisatie zoiets zegt. Ik
weet ook, dat men kan antwoorden, dat veel wat
tevoren niet voorzien kon worden, laatstelijk Korea,
heeft tegengewerkt. Ik weet daarnaast, dat de rege
ring en het parlement daarbij van invloed zijn ge
weest, doch primair ligt de verantwoordelijkheid
van aanblijven bij Minister Lieftinek.
Het probleem blijft, dat de staatsuitgaven te hoog
waren en zijn. Alle kunstmiddelen, alle financieel
dirigisme heeft niet geholpen. Vanuit de boeren
stand, die zeker altijd geweten heeft wat hard wer
ken betekent, moet dat gezegd worden. Het crediet
voor het bedrijfsleven zal een zekerder wissel voor
de toekomst, voor de bedrijvigheid en de werkgele
genheid blijken, dan het crediet aan de staat, dat te
weinig het verband met de directe productie hand
haaft, naar de feiten helaas onmiskenbaar hebben
uitgewezen.
Het heeft derhalve geen zin te verbloemen, dat
KONINKLIJK KWEEKBEDRIJF
ZAADHANDEL
K APELLE-BIEZELIN GE
Vraagt onze offerte voor
zoals Wikken, Lupinen, Klaverzaden, enz.