UttobatoUch, het Peiling wezen IN ZEELAND Zoals bekend zijn de meeste Boerenleenbanken opgericht aan het einde der vorige en het begin der tegenwoordige eeuw. In de tachtiger jaren heerste er niet alleen slapte in de steden maar ook onder de boeren. Gemis aan samenwerking en aaneensluiting hadden als gevolg, dat de boer zijn ongelijke krach ten moest meten met kooplieden en fabrikanten. In die jaren heeft dan ook een nieuw inzicht inzake de credietbehoeften ten plattelande zich baan gebroken. Wat ons land betreft is de eerste aandrang in deze richting uit het Zuiden gekomen. Daar wer den de eerste Boerenleenbanken gesticht. Een zestal dezer Banken heeft zich aaneengeslo ten in een gezamenlijk verband omdat het spoedig wenselijk bleek de onderlinge samenwerking niet te beperken tot toevallige aanrakingen, maar bijeen te vatten in een centraal punt van en voor allen. (Utrecht 1898). Sedertdien hebben zich ten plattelande duizenden personen beijverd de belangen te dienen welke be ogen de bronnen van volksbestaan en volkswel vaart tot ontwikkeling te brengen en te bevorderen. Onze land- en tuinbouw golden als van ouds als een der voornaamste bronnen van ons volksbe staan. Op het platteland ligt een grote kracht van onze gehele natie. Momenteel zijn er ongeveer 1300 Boerenleenban ken waarvan 730 aangesloten bij de Coöp. Centrale Raiffeisenbank te Utrecht. Om U een indruk te geven van de omvang en de groei van de Boerenleenbanken in Oost Zuid- Beveland geven wij U hier een aantal eindcijfers van de in deze streek gevestigde banken. Bij de beoordeling hiervan moet U er aan denken dat de omzet vanzelfsprekend groter is, daar het genoemde bedrag zowel op de debet- als de credit zijde van de rekening voorkomt. Krabbendijke Kruiningen Wemeldinge Kapelle Yerseke Eindcijfer 1939: 1.030.269,95 1.002.756,75 1.055.622,63 812.809,68 388.326,78 Eindcijfer 1949: 7.311.682,93 10.189.652,37 3.155.051,10 7.468.523,76 1.883.915,01 De groei van de banken wordt hier wel voldoende door geïllustreerd. Naast een bank waar men als landbouwer geld kan beleggen of lenen is het een belangrijke instelling geworden in het agrarische handelsverkeer. Het credietbedrijf der Boerenleenbanken is in het bijzonder afgestemd op de speciale behoeften van de landbouw. De geschiedenis van de oprichting en de grote ontwikkeling der Boerenleenbanken heeft wel geleerd, dat geen andere instellingen be reid of geëigend zijn de agrarische credietverlening, waaraan zeer bijzondere eisen moeten worden ge steld, in volle omvang ter hand te nemen. Dat bij de financiering velerlei vraagstukken van productie, afzet en aankoop van benodigdheden oplossing vragen is een feit dat wel als vaststaand mag worden aangenomen. De Boerenleenbanken hebben zich echter steeds beijverd een en ander zo goed mogelijk op te lossen. Moge het ook in de toekomst aan bestuurderen worden gegeven deze altruïstische arbeid voort te zetten tot heil van onze gehele samenleving. Omstreeks 1860 onderging de Nederlandse Land bouw een ernstige crisis, die het gevolg was van grote importen van goedkoop Amerikaans graan, met name tarwe. Inmiddels ontwikkelde zich in West Europa, overal waar steenkolen en ijzer-erts, zowel afzonderlijk als in combinatie, werden gevon den, een grote industriële activiteit. Deze gebieden hadden behoefte aan goedkope en goede tuinbouw producten, een behoefte waaraan Nederland, in moeilijkheden op het gebied van de akkerbouw, door zijn natuurlijke gesteldheid en ligging, gaarne en met succes kon voldoen. De afzet van het product geschiedde in die tijd als regel door bemiddeling van groothandelaren en commissionnairs, aan wie de teler zijn product in consignatie toevertrouwde. Deze vorm van handel bracht de telers over het export van zo groot belang zou blijken. Daarnaast moest het buitenland vroeg of laat wel tegen onze import in verzet komen. Daarbij zou de Landelijke organisatie van de Veilingen, het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen te 's-Gravenhage, zoals hieronder zal blijken, een belangrijke rol spelen. De Veiling Zuid-Beveland te Goes bleef in Zee land jarenlang de enige instelling op dit gebied, totdat in de eerste wereldoorlog de Overheidsmaat regelen, w.o. veilplicht, noopten tot oprichting van tal van kleinere Veilingen, die voorzagen in de plaatselijke behoeften, doch die na het intrekken der crisis-maatregelen niet alle levensvatbaar ble ken. In de Kring Oostelijk Zuid-Beveland, waarin dit jaar de Algemene Vergadering en de Tentoonstel ling van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij en geregeld contact zowel voor de telers als voor de Veilingen voordeel geput kunnen worden. Naarmate het Veilingwezen zich uitbreidde bleek al spoedig dat men er met een neerzet-ruimte, een afmijn-lokaal en een kantoor alléén nog lang niet was. Tal van telers, en niet alleen de kleinere, had den behoefte aan een uitbouw van hun bedrijf in de vorm van een gemeenschappelijk door de Veiling geëxploiteerd sorteer- en pakstation. De spreiding van het aanbod maakte het voorts noodzakelijk om over te gaan tot de bouw van koelhuizen, waarin het product zou kunnen worden opgeslagen, zowel om het op een voor de verkoop minder gunstig ogenblik uit de markt te nemen als om het later, als de vraag naar het product zich zou hebben her steld, op de markt te brengen. De Zuid-Bevelandse veilingen doen hun best om gelijke tred te houden met de eisen van de tijd. Hetzelfde geldt voor de fruitveilingen Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen. Dit alles vraagt echter geld, zelfs vrij veel. Geluk kig kunnen de Veilingen de oprichting van gebou wen en de inrichting daarvan als regel bekostigen uit leningen, die o.m. door de Coöperatieve Grond- kapitaalbank voor de Landbouw te Utrecht worden verstrekt. Hiervoor is echter nodig een zekere bin ding van de leden, die bij een exploitatie-verlies aan sprakelijk gesteld kunnen worden voor een hoofde lijke omslag naar rato van hun omzet in het voor afgaande jaar of de voorafgaande jaren. De fruitteelt in ons land zou nooit tot een zo grote ontwikkeling zijn gekomen zonder een deug delijk afzet-apparaat. Dank zij het initiatief van vooruitziende telers bezitten wij thans een krach tige Veiling-organisatie. W. C. VAN DER WERFF. Veilingsgebouw der Veilings vereniging K. O. zullen worden gehouden, zijn thans twee goed in gerichte Veilingen aanwezig, en wel te Kapelle-Bie- zelinge (opgericht in 1916) en te Krabbendijke (op gericht in 1917). In de Statuten van laatstgenoem de Veiling wordt als doelstelling genoemd het be hartigen van de belangen der leden door bevorde ring van de afzet van hun land- en tuinbouwpro ducten op de plaats van vestiging en omgeving door: a. het houden van veilingen, tenzij tengevolge van bijzondere omstandigheden het gewenst of noodzakelijk is de producten op andere wijze af te zetten, b. het toezicht houden op de hoedanigheid, hoe veelheid en verpakking der aangevoerde producten, c. het zoveel mogelijk weren van oneerlijke handelingen, d. het plegen van onderling overleg met andere belangheb benden bij de afzet van land- en tuinbouwproducten. De Veiling wenst dus te zijn een schild ter verdediging van de belangen van de leden, een middel, dat behoort tot de uit rusting van een behoorlijk in gericht tuinbouwbedrijf. In dit verband moet evenwel worden opgemerkt, dat en dit geldt in het bijzonder voor de fruitveilingen de organi saties nog hun kwetsbare plek ken hebben. Weliswaar hebben de leden zich statuair verplicht tot het veilen van hun product, maar de Veilingen zijn nog niet sterk genoeg om buitenstaan ders, die geen lid wensen te worden, geen verantwoordelijk heid op zich wensen te nemen, maar niettemin wel willen profi teren van de voordelen, uit te sluiten van het gebruik van de veilings-outillage. Daarnaast is er in de laatste tijd herhaaldelijk op gewezen, dat organisaties, die plaatselijk in coöperatief verband een be paald doel nastreven, dit doel in groter verband niet uit het oog dienen te verliezen. Niet alleen behoort het niet voor te komen dat eenzelfde doel nastrevende telers-organisaties elkaar becon curreren, maar daarnaast zal stellig uit betere samenwerking algemeen in een zwakke positie, temeer omdat het voorkwam, dat zij bij de handel in de schuld zaten wegens voorschotten, en op deze wijze waren ge bonden. Dit leidde tot het vinden naar en zoeken van een doeltreffende vorm van organisatie, t.w. de Tuinbouwveiling. Broek op Langendijk en Hon- selaarsdijk gaven het voorbeeld, doch reeds in 1904 volgde in Zeeland de Veilingsvereniging Zuid-Beve land te Goes, waarvan de omzet in 45 jaar steeg van 12.000 tot 6 millioen gulden per jaar. Al spoedig bleek, dat deze afzet-organisaties, be halve het systeem van collectieve afzet, andere mogelijkheden boden. Onder deze mogelijkheden moet in de eerste plaats worden genoemd, die van contróle op kwaliteit en sortering en het nastreven van eenvormigheid daarin, die op den duur bij de Verpakking peren voor export.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 4