Dfi Z. La Ma OOK i TUINBOUW $tahdstog>ah>iscdie> vooc <U Juuitouw Oost Zuid-Beveland VERBOUWT U BLAUWMAANZAAD? Nu de Z.L.M.-dagen in de Kring Oostelijk Zuid- Beveland worden gehouden, in welke Kring twee bekende tuinbouwgebieden zijn gelegen, Kapelle- Biezelinge en Omgeving en Krabbendijke en Om streken, is er gerede aanleiding om de aandacht te vragen van de lezers van dit speciaal Oostelijk Zuid-Beveland nummer van het Zeeuwsch Land bouwblad en van de bezoekers aan de tentoonstel ling op 20 Juni a.s. te Krabbendijke, voor de Z. L. M. als Standsorganisatie voor de Tuinbouw. De bemoeiingen van de Z.L.M. met de Tuinbouw zijn al zo oud als de Z. L. M. zelve. Immers kort na de oprichting van de Z. L. M. in 1843, zo deelt ons Prof. Bouman mee in zijn „Geschiedenis van de Zeeuwse Landbouw en van de Z. L. M.," heeft het Bestuur van de Z.L.M. in 1846 er meermalen op aangedrongen de tuin- en ooftbouw te verbeteren, en de mogelijkheid van export naar Engeland onder ogen te zien. De fruitteelt was toen al vrij belang rijk. Uit de oppervlakte-statistiek van de Commissie van Landbouw uit die dagen, nu ruim 100 jaren geleden, blijkt, dat er alleen in de Bevelanden meer dan 1000 ha boomgaarden waren. De omvang van de fruitteelt is in de latere jaren beurtelings af- en toegenomen, al naar gelang van de uitkomsten van de verschillende takken van bedrijf. Dit artikel laat niet toe om méér dan vluchtig enkele feiten uit de geschiedenis van Z. L. M. en Tuinbouw te memoreren. Op de vele tentoonstellingen, welke door de Z. L. M. in de loop der jaren zijn georganiseerd, hebben steeds de Afdelingen Tuinbouw de aandacht ge trokken. De meesten onder ons zullen zich herin neren de tentoonstellingen na de eerste wereld oorlog, waarvan die in 1925 en 1934 in de Kring Oostelijk Zuid-Beveland nog vers in het geheugen liggen. In de dertiger jaren is de Z. L. M. op het gebied van de Tuinbouw buitengewoon actief geweest. Het waren toen crisisjaren voor de Tuinbouw en menige vergadering is toen gehouden om de moeilijkheden te bespreken en de maatregelen te beramen, die nodig en wenselijk werden geacht. Uit deze jaren dateert ook de oprichting van een Commissie voor de Tuinbouw of Afdeling Tuinbouw van de Z. L. M., waarbij 12 plaatselijke tuinbouw- verenigingen waren aangesloten, terwijl in 1936, onder leiding van de heer M. Wattel, het Zeeuwsch Tuinbouwblad verscheen, dat niet alleen in Zeeland graag werd gelezen, maar dat ook buiten de pro vincie een kring van trouwe lezers vond. In 1942 werd aan het werk van de Z. L. M. een einde gemaakt. Op 27 Augustus 1945 werd besloten tot wederoprichting van de Z. L. M. Het weder- instellen van een Commissie voor de Tuinbouw vond plaats in 1947. Het beeld, dat we heden van de organisaties op land- en tuinbouwgebied kunnen geven, is anders dan vóór de tweede wereldoorlog. Thans werken de standsorganisaties met de land- arbeiders-organisaties samen in de Stichting voor de Landbouw. De vaktechnische tuinbouw-organi- saties zijn thans groter van omvang, ook beter ge fundeerd, hebben eigen vak- of weekbladen, welke goed geredigeerd worden. De Z. L. M. heeft nu geen eigen tuinbouwblad, maar een rubriek Tuin bouw in het Zeeuwsch Landbouwblad, terwijl de leden van de Z. L. M. thans het. tuinbouwblad van het Kon. Ned. Landbouw-Comité kunnen lezen. Op het gebied van het tuinbouw-organisatiewezen zijn de taken van de diverse organisaties niet altijd scherp gescheiden. Er heerst misverstand en men is gauw geneigd te zeggen, dat alleen het lidmaat schap van een veiling of van de N. F. O. reeds vol doende is. Men denkt, dat de vak-technische tuin bouworganisatie ook als standsorganisatie kan op treden, zoals sommigen ten onrechte aannemen en dat de Z. L. M. alléén akkerbouwers en veehouders omvat. Bestond er vóór de laatste wereldoorlog reeds een vage scheidingslijn tussen de taken van de onderscheidene organisaties, na de bevrijding is deze wel duidelijker getrokken. De standsorgani saties hebben zich speciale taken voorbehouden, waarmede de vaktechnische tuinbouworganisaties zich niet mogen en ook niet willen bezighouden. Zo kunnen alleen de standsorganisaties collectie ve arbeidscontracten afsluiten. De verzorging van het tuinbouwonderwijs, voorzover het een vormend karakter heeft, is uitsluitend voorbehouden aan de standsorganisaties. Terwijl met betrekking tot het sociaal-economisch beleid de standsorganisaties door middel van de Stichting voor de Landbouw de contacten onderhoudt met de Overheid. Uit het vorenstaande blijkt dus duidelijk, dat de individuële teler slechts via zijn eigen standsorgani satie invloed kan uitoefenen op de arbeidsvoorwaar den, welke in de collectieve contracten worden op genomen. Om deze redenen dient dus reeds iedere werkgever op tuinbouwgebied lid te zijn van de Z. L. M. De betekenis van het onderwijs behoef ik hier niet uiteen te zetten. Het is wel van belang eraan te herinneren, dat de Z.L.M. reeds jaren achter een talrijke tuinbouwwintercursussen heeft georga niseerd. De Z. L. M. heeft hiermede een groot tuin- bouwbelang gediend en gaat hiermee nog steeds voort. Van welke grote waarde is het niet, dat de Z. L. M. te Kapelle-Biezelinge een lagere tuinbouw school beheert? Iedere Zeeuwse tuinbouwer dient door zijn lidmaatschap van de Z. L. M. dit belang rijke werk van de Z. L. M. te steunen. Uit de verslagen van de vergadering van de Tuin- bouwcommissle, of uit het kort verslag van de ver gadering van het Dagelijks Bestuur van de Z. L. M., kan men vernemen, welke onderwerpen er, bij wijze van spreken, dagelijks aan de orde zijn en welke mening door de Zeeuwse Tuinbouw naar voren wordt gebracht. Door het lidmaatschap van de Z. L. M. kan men zijn invloed op de gang van zaken uitoefe nen en spreekt men mee over grond- en pachtzaken, teeltregelingen en teeltbeperkingen, over liberali satie van de handel, over prijsregelingen enz. enz. We leven in een tijd, dat er slechts geluisterd wordt naar de stem van de groep. Voor de tuin bouw moet daarom ook het wachtwoord luiden: Organiseert U krachtig. Dus niet alleen lid van de vaktechnische organisatie, maar óók lid van de standsorganisatie, van de Z. L. M. P. J. J. DEKKER. De streek van Oost Zuid-Beveland geniet grote bekendheid in fruitteeltkringen en niet alleen in ons land, maar ook ver buiten onze grenzen. De namen van dorpen als Krabbendijke, Rilland-Bath en Waarde hebben een goede klank op tuinbouw gebied. En dit alles niet zonder reden. De laatste 20 jaren heeft zich in deze van nature vruchtbare landbouwstreek de fruitteelt in sterke mate ontwikkeld. De gunstige groeiomstandig- heden en het krachtige initiatief van enkele pio niers op het gebied van de moderne fruitteelt heb ben er toe medegewerkt, dat juist hier in dit ge bied de fruitteelt zich zo voorspoedig ontwikkelde. In de loop der jaren werd een steeds grotere opper vlakte landbouwgrond met vruchtbomen beplant en de reiziger die heden ten dage Zeeland binnen komt, hetzij per trein of per auto, komt onwille keurig onder de indruk van de uitgestrekte fruit- aanplantingen, die men hier aantreft. De eerste indruk van fruittelend Zeeland is wel zeer gunstig. Bij een bezoek aan deze streek valt het direct op, dat het merendeel der bedrijven nog van jonge datum is. Dit blijkt uit de moderne opzet van de beplantingen, veelal opgezet volgens het blijf- en wijkersysteem, waarbij ruim gebruik gemaakt wordt van type IX als wijker. De bedrijven ver keren veelal nog in hun volle fleur en men heeft nog weinig te kampen met het probleem van de verjonging of vernieuwing van oude boomgaard percelen. De cultuur in dit jonge centrum is wat minder gevarieerd dan in een ouder centrum als Kapelle- Biezelinge. Appels en peren vormen de hoofd schotel en men treft minder pruimen aan en kersen zal men hier tevergeefs zoeken. Het sortiment is in deze jonge bedrijven vanzelf sprekend up to date. Oost Zuid-Beveland is het land van de Cox's Orange Pippin en de Jonathan. De Schone van Boskoop is in de jonge bedrijven minder aangeplant, maar verder is het gehele Zeeuwse standaardsortiment vertegenwoordigd, als Yellow Transparent, Perzikrode Zomerappel, Zigeunerin, Manks Codlin, James Grieve, Glorie van Holland, Golden Delicious, enz. Bij de peren komen de rassen Précoce de Tré- voux, Bonne Louise d'Avranches, Conference, Clapp's Favourite, Beurré Hardy en Comtesse de Paris het sterkste naar voren, rassen die stuk voor stuk veel gevraagd worden en een hoge handels waarde bezitten. Met het planten van een goed sortiment is men echter niet klaar, men moet deze rassen in een Dan zult U als rechtgeaard landbouwer onge twijfeld naar middelen zoeken om meer uit Uw oogst te halen. Dit is mogelijk! U kunt Uw opbrengst met 100,a 200,per ha vergroten, als U BOLKAF verzamelt. Als U zich hiervoor interesseert, vraagt U dan nadere inlichtingen in onze stand op de Landbouwtentoonstelling te Krabbendijke. Nadere technische gegevens worden U gaarne verstrekt door de Rijkslandbouwconsulent te Schoondijke en te Kruiningen. Voor de verkoop van Uw bolkaf gelieve U zich te wenden tot de Vcr«nigd« Pharmaceutlsehe Fabrieken N.V. APELDOORN goede kwaliteit weten te kweken. En dat dit laat ste inderdaad in Oost Zuid-Beveland wel het geval is, wijzen de veilingaanvoercijfers wel uit, die van een hoog percentage kwaliteitsfruit getuigen. Dit fruitteeltcentrum is dus in staat grote kwanta kwa- liteitsfruit aan te bieden en terecht is het fruit van Oost Zuid-Beveland door de handel zeer gezocht en is het een gewild exportproduct. Geen wonder, dat in de loop der jaren ontelbare excursies dit gebied met een bezoek vereerden. Vooral in de na oorlogse jaren oefende het fruitte'eltcentrum Oost Zuid-Beveland een grote aantrekkingskracht uit op fruittelend Nederland en zonder overdrijving kan gezegd worden, dat duizenden fruitteelt-geïnteres seerden in deze bedrijven met belangstelling kennis genomen hebben van de moderne teeltmethoden, waarbij vooral ook de sterk doorgevoerde snoei zeer de aandacht trok. Groot is dan ook de invloed geweest, die van dit centrum op de ontwikkeling van de fruitteelt in de rest van Zeeland en elders is uitgegaan. Bij velen overheerst de gedachte, dat in dit ge deelte van Zuid-Beveland slechts zeer grote fruit- teeltbedrijven zouden voorkomen. Dit is echter in genen dele het geval. Ongetwijfeld hebben de enkele zeer grote fruitteeltbedrijven hun stempel op dit gebied gezet, maar het gros van de fruitteelt- bedrijven behoort tot de categorie van de kleine tot middelmatige bedrijven. In de kleinere bedrijven wordt nog vaak een onderteelt van klein fruit toe gepast, zodat in Oost Zuid-Beveland 115 ha klein fruit, bessen en aardbeien, als onderteelt wordt aangetroffen. Oost Zuid-Beveland is niet alleen bekend om zijn fraaie fruitteeltbedrijven en de goede kwaliteit fruit die in deze bedrijven wordt geteeld, maar de grove tuinbouwgewassen als wijnpeen en uien spelen plaatselijk een grote rol. Wie Waarde zegt, zegt wijnpeen, en deze arbeidsintensieve teelt komt veel voor in het kleine landbouwbedrijf. Hiermede zijn enkele facetten van de tuinbouw belicht. De fruitteelt mag zich in dit gebied nog steeds in een groeiende belangstelling verheugen. Was de oppervlakte fruitteelt in 1940 400 ha, nu beslaat deze reeds 675 ha. Mogen we besluiten met de wens, dat de Oost Zuid-Bevelandse fruitteelt nog lange tijd haar goede naam en faam op het gebied van kwaliteitsfruit zal weten te behouden. De Rijkstuinbouwconsulent, Ir. W. v. SOEST. Rupstrekker met schijvenegge -f- duizendpoot. - -i ,i .ml. -

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 3