Iets uit de geschiedenis van s2 f A/, OtotetijU Zuid-Bevetand Welkom in Krabbendijke Couturrve lerseke +jl/teuu>i/AerA 'uuence Krumingen ^ucrsivdfrd. V//Z (yuwerti ®^s— ''SA'/''/ J' cou TArAZa tZZroudtHjin rsjom Jn 1 met i/f y/ec/cts Aertcn tyd outrjtr Ct ro n dt n.na. ISO# wcder JbediiAt. O n. en dienen moest hij herhalen in de kerken van Crabbendie, Waarde, Nieuwlande en Schoudee. Voor een middeleeuws ridder voorwaar geen geringe ver nedering De activiteit der monniken op het gebied van landaanwinning blijkt het duidelijkst uit de afdam ming van het Westelijk deel der Hinkelinge, een tamelijk brede stroom, die vrijwel Oost-West Ooste lijk Zuid-Beveland in tweeën deelde en uitmondde in de Honte tussen Waarde en Kruiningen. Tal van oorkonden, op deze afdamming betrekking hebben de, zijn gelukkig bewaard gebleven en leren ons, dat de eerste dam werd gelegd in 1263 bij het ge Op mij rust slechts de zeer aangename taak alle leden van de Z. L. M. met hunne nulsgenoten, als mede alle belangstellenden in het lot van de Zeeuw se land- en tuinbouw een van harte welkom toe te roepen in de gemeente Krabbendijke, die er trots op is de bloem van de Zeeuwse land- en tuinbouw op 20 Juni a.s. in haar midden te mogen ontvangen. Voor velen Uwer betekent een bezoek aan deze vergadering, met de daaraan verbonden tentoonstel ling, een hernieuwde kennismaking met onze ge meente; voor vele anderen zal dit een eerste ken nismaking zijn met deze welvarende gemeente op Zuid-Beveland wier nijvere inwoners vrijwel allen hun bestaan vinden in de land- en tuinbouw. De oorlogsjaren 1940'45 zijn er de oorzaak van, dat er reeds vele contacten zijn gelegd tussen de inwoners van onze gemeente en de bewoners van Zeeuws-Vlaanderen, waarheen Krabbendijke op 10 Mei 1940 in haar geheel moest evacuëren, en de bewoners van Tholen, Schouwen en Walcheren, die wij hier in de jaren 1944 en 1945 in groten getale onderdak mochten verlenen. Met grote vreugde zullen de inwoners van Krab bendijke deze oude bekenden begroeten, om de in bange dagen gelegde vriendschapsbanden te ver stevigen, en zullen zij ook aan hen, die Krabbendijke nog niet persoonlijk kennen, hun mooie gemeente laten zien. Weliswaar is de pracht van de tere bloesems van onze fruitbomen dan verdwenen, maar onze moder ne boomgaarden en vruchtbare landbouwgronden zullen U toch een duidelijk beeld kunnen geven van de kunde van onze bevolking. De gehele gemeente Krabbendijke maakt zich gereed hare gasten op 20 Juni a.s. een waardige ont vangst te bereiden. De door de Veilings vereniging K. E. O. beschikbaar gestelde gebouwen waarbor gen de bezoekers van de Algemene Vergadering en Tentoonstelling, ook bij slecht weer hoewel wij rekenen op een stralende zomerdag voldoende ruimte om zich op het tentoonstellingsterrein op aangename wijze te verpozen. Alles is en wordt gedaan om het U op 20 Juni zo prettig en aangenaam mogelijk te maken. De voort schrijdende mechanisatie in land- en tuinbouw wordt U op voortreffelijke wijze aan de hand van de praktijk voor ogen gesteld. Verzuim daarom niet deze grote dag van de Z. L. M. bij te wonen en Uw banden met haar te verstevigen. De gemeente Krabbendijke en hare inwoners iheten U van harte welkom. J. VADER. Krabbendijke, Juni 1951. Als in het jaar 1187 de Heer van Breda, Henricus van Scoten, met toestemming van zijn echtgenote Christine en zijn vier zonen, het land Crabbendie schenkt aan de Cisterciënser abdij Ter Doest in Vlaanderen, begint hiermede de geschiedenis van de streek, waar ditmaal de Zeeuwse Landbouw- Maatschappij haar hoogtijdagen gaat vieren. Wel zijn te Waarde en te Tolsende scherven gevonden, die er op wijzen, dat dit deel onzer provincie reeds in de 10e eeuw bewoond werd, doch geschreven berichten van vóór 1187 over het land en zijn be woners, zijn tot nu toe niet bekend. In hetzelfde jaar 1187 werd het land van Relant door Bertha, abdis van Nijvel, geschonken aan de abdij van Duinen, eveneens in Vlaanderen. In 1203 verschijnt de naam Cruninghe en geleide lijk aan volgen dan in de loop der 13e eeuw de namen van de overige plaatsen, die hier in de latere middeleeuwen bestonden: Waarde, Nieuwlande, Valkenisse, Maire, Schoudee, Vinckenisse, Ouwer- dinge, Everswaard, Hinkelenoord, Agger en Bath. Van al deze plaatsen hebben alleen Kruiningen en Waarde hun oude toestand bewaard; de andere zijn door de grote watervloeden in de 16e en 17e eeuw alle verdwenen. Het belangrijkst waren Kruiningen en Krabben dijke, het eerste door het aanzienlijke adellijke ge slacht van die naam en het laatste doordat hier een zgn. uithof van een der machtigste abdijen van Vlaanderen werd gevestigd, wier monniken vooral zijn werkzaam geweest op het gebied van landaan winning en ontwatering, waardoor zij zeer veel heb ben bijgedragen tot de ontwikkeling en de bloei van deze streek. Ondanks deze zegenrijke arbeid hebben de Krabbendijkse kloosterlingen zeer veel tegen werking ondervonden van de omwonende landadel, die, jaloers op de steeds groter wordende rijkdom en invloed van de uithof, zich niet ontzagen meer malen gewelddaden tegen haar te plegen. Zo viel in 1258 Jan, Heer van Waarde, het kloos ter met een gewapende bende aan. De monniken werden door messteken verwond, het aanwezige geld geroofd, de meubelen vernield en de gebou wen beschadigd. Misschien heeft Jan van Waarde een grimmige voldoening gevoeld in het aldus koe len van zijn woede, maar lang heeft dit genoegen niet geduurd. Waarschijnlijk daartoe gedwongen door de sterke arm van de machtige beschermer van het klooster, de Heer van Cruninghe, beloofde Jan zich te onderwerpen aan de straf hem door de abt van Ter Doest opgelegd. Deze luidde: terug gaaf van het geroofde en herstel van de aangerichte schade. Bovendien moesten hij en zijn gezellen op hun knieën vergeving vragen aan de monniken van Crabbendie. Daarna zou hij naar Lissewe^he in Vlaanderen reizen en daar eveneens schuldbelijde nis doen voor het gehele verzamelde convent van Ter Doest. Deze schuldbekentenis en de belofte voortaan het klooster in alles te zullen beschermen hucht Gawege, de tweede in 1260 bij het te#enwoor-, dige café Luchtenburg en de derde, die het laatst overgebleven stuk van de Hinkelinge van dt zee afsloot, waarschijnlijk in 1317. De tegenwoordige Waardse of Krabbendijkse Vliet is het laatste zicht bare restant van de vroegere waterloop, terwijl de naam bewaard is gebleven in de tot Kruiningen behorende Oost-Inkelse Polder met het hof „Den Inkel." De abdij van Duinen heeft het haar in 1187 ge schonken land van Relant of Rilland niet lang in bezit gehouden. In het begin der 13e eeuw verkocht zij het aan verschillende edelen, waardoor de am bachten Rilland, Waarde en Valkenisse ontstonden. Vermeldenswaardige bijzonderheden over deze en de andere genoemde plaatsen in Oostelijk Zuid- Beveland zijn er weinig, of het moet zijn van de meest Oostelijk gelegene Bath en den Agger, waar van de bewoners berucht waren om hun woestheid. Als een staaltje daarvan wordt vermeld, dat de boeren uit deze plaatsen ter markt plachten te gaan in Hulst, waartoe zij zich moesten laten overzetten over de toen ter plaatse smalle Honte. Eenmaal aan de Vlaamse kant geschiedde de rit naar Hulst in zulk een woeste vaart, dat het nodig was een paar ruiters vooruit te zenden, die kinderen en ouden van dagen van de weg moesten weren om ongeluk ken te voorkomen. Dit was nog maar als ze naar de markt toereden; wat het geweest moet zijn, als ze terugkeerden, vermeldt de historie niet Aan de toestand, zoals die tussen de 12e en 16e eeuw bestond, kwam een eind door de vreselijke vloed van 5 November 1530, een onheilsdag, die in de geschiedenis bekend staat als Sint Felix' quaden Saterdag. Geheel Zeeland liep onder, ook Oostelijk Zuid-Beveland. Dadelijk toog men aan het werk om de gaten in de dijken te dichten, waardoor Kruinin gen, Waarde, Nieuwlande, Valkenisse, Bath, Agger en Hinkelenoord spoedig weer beverst werden. In 1532 volgde, weer in November, opnieuw een hevige vloed, die des te erger was, daar zij plotseling in de nacht voorviel, waardoor méér mensen en dieren schijnen te zijn omgekomen dan door de vloed van 1530. Te Maire waren een 50-tal inwoners genood zaakt te vluchten op het dak van de kerk, waar zij twee dagen en drie nachten hebben moeten door brengen tot zij door een schip uit Bergen op Zoom, dat over de ondergelopen landen voer, werden op gemerkt. Bij deze vloed gingen de meeste plaatsen, die zich hersteld hadden van de ramp van 1530, weer verloren, de meeste nu voorgoed. Bat, Agger en Hinkelenoord hebben zich staande kunnen hou den tot 1551. Oude kaarten tonen aan, dat Zuid- Beveland na dat jaar in het Oosten eindigde aan de dijk lopende van Ierseke over Oostdijk, Gawege naar Valkenisse, dat ten Zuid-Oosten van het tegen woordige Waarde lag en dat door de vloeden van 1682 en 1683 ten onder is gegaan. Eerst in 1595 is men begonnen om het verloren gegane gebied weer op de zee te heroveren door het inpolderen van de kleine Maags- en Monniken polders in de gemeente Krabbendijke. Een jaar later volgde de Nieuw-Krabbendijkepolder, waarin het huidige dorp verrees. De andere polders van het tegenwoordige grondgebied van Oostelijk Zuid- Bevelanden volgden pas lang daarna in de loop der 18e en 19e eeuw, de laatste, de Kreekrakpolder eerst in 1923. Van de vroegere dorpen zijn alleen Rilland en Bath herrezen, zij het ook op geheel andere plaatsen dan de oorspronkelijke. Het „Luctor et Emergo", het fiere devies onder het mooie en zinrijke Zeeuwse wapen, is hier be waarheid. Moge deze vruchtbare streek met zijn nijvere bevolking gespaard blijven voor rampen, zoals die hier in het verleden hebben plaats gevonden! Renesse, Juni 1951. J. M. DE NOOIJER. Schets van Oost Zuid-Beveland omstreeks 1530 en de tegenwoordige toestand. Voor de eerste maal in de geschiedenis van de Z. L. M. is thans aan de gemeente Krabbendijke de eer te beürt gevallen de jaarlijkse Algemene Ver gadering van deze instelling met de daaraan ver bonden land- en tuinbouwtentoonstelling binnen hare grenzen te mogen ontvangen. Reeds vele maanden is het Kringbestuur met de haar ten dienste staande commissies druk bezig met het treffen van de nodige voorbereidingen, om ook deze tentoonstelling te doen slagen. Natuurlijk zult U van mij, als burgemeester der gemeente Krabbendijke, geen uiteenzetting ver wachten van hetgeen deze tentoonstelling U wil brengen of van de belangrijke voorlichtende taak, die deze tentoonstelling voor U allen kan verrich ten; andere, meer bevoegde krachten, zullen U in dit blad zeker het nodige daarover hebben te ver tellen. P. SCHEELE—DE PUTTER Voorzitter van de Kring Oost Zuid-Beveland.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 2