Noord-Brabantsche Mij van Landbouw
JUBILEUMVERGADERING
van de Noord-Brabantse Mg
in het gebouw „Concordia" te
van Landbouw, gehouden op 30 Mei 1951,
Breda.
Zo leven wij op onze grond
Als vaar en grote vaer,
Zo zullen straks onz' kinderen doen
Zo doen wij altegaar.
Want wat er ook gebeuren mag
De boer blijft bij het land,
Het blijft in voor- en tegenspoed
Lang leev' de Boerenstand.
EN DE BOER PLOEGT VOORT.
Hierna volgde opvoering van de revue: „En de
boer ploegt voort", waarin door declamatie, zang,
spel en dans een beeld werd gegeven van wat de
Brabantse boer in de afgelopen honderd jaar aan
vreugde en leed ondervond. Deze revue werd
samengesteld door de heer C. van Zalinge (met
medewerking van de heer Van Hoven) en stond
onder regie van de heer J. Sporenberg. De teksten
werden gezegd door de heer Jo van Erpt en mej.
De kinderen van de bonder jarige
Dan volgde een schets van een vergadering in
1854 van de eerste bestuurderen der Maatschappij
van Landbouw, Tuinbouw en Veeteelt. Een volgen
de episode schilderde ons de reactie van de boeren
op de oproep tot aansluiting bij de Maatschappij.
In korte afwisseling kregen we te zien de episo
den: het pacht betalen, het lied van de Mei, de hoorn
des overvloeds, een boerenhuiskamer, boerenbrui
loft. De episode „op receptie bij de honderdjarige"
bracht de namen van alle afdelingen op het toneel,
aangebracht op schildjes. Het omdraaien van deze
schildjes bracht tot aller verrassing de naam:
Noord Brabantse Mij. van Landbouw. Hierbij
werd door „de kinderen en klein-kinderen" van de
honderdjarige haar levensbeschrijving (het gedenk
boek) aan de aanwezigen aangeboden.
Grote indruk maakte ook de vertolking van „de
ballade van de boer". Dit was werkelijk indruk
wekkend. De opstelling van de slot-apotheose
wel door eigen krachten van het platteland ge
geven.
Het is niet doenbaar een beschrijving te geven
van alles wat die middag is geboden. Dit was in
één woord schitterend en zowel aan de schrijver
als aan de regisseur en aan de medespelenden komt
een woord van hulde en dank toe voor de wijze
waarop dit werd vertolkt. Jammer dat niet al onze
leden dit hebben kunnen zien.
De Nederlandse Maagd (mej. Gr. Konings) leid
de revue aldus in:
Als ik mijn blik laat gaan over alle mijn gewesten,
Dan wordt mijn hart met dankbaarheid vervuld,
Want 't groent er overal en bloeit ten allerbeste,
Met gouden vruchten wordt des landsmans hand
[gevuld.
Wij danken God, den Heer, vooral dien rijken zegen
Waarmede Hij de rusteloze hand der boeren
[heeft bekroond,
Die onvermoeid de ploeg deed gaan en zocht naar
[nieuwe wegen,
Waardoor zijn scheppende arbeid straks met
[vruchten wordt beloond.
En 't is op U Braibant vooral, waarop ik de ogen
[heb gevest,
En of ik zie naar 't Westen of 't Oosten, of naar
[het Land van Altena,
De welvaart straalt mij toe. 't Eertijds misdeeld
[gewest.
Streeft elk ander naar de kroon en tart zijn
[wederga.
Deez' dag vooral, aan 't eind van honderd jaren
Organisatie van Noord-Brabants Boerenstand,
Verheugt mijn hart zich zeer, omdat het
[heeft ervaren
De grote kracht, die uitgaat van de liefde tot
[het land.
Ons welgemeende dank gaat uit tot allen
Die gaven hunne kracht, hun wijsheid, hun beleid,
Met eerbied zij gedacht aan hen die zijn ontvallen,
Een eersaluut voor wie tot voorzeting was bereid.
Gij schrijver, lees nu voor, wat gij hebt
[neergeschreven
In de historieblaan, van de eeuw die thans zich
[sluit.
En waar het kan, laat 't in een beeld herleven,
Zodat elk 't scherp getekend ziet ten voete uit.
En, Gij Noord-Brabantse boeren, die het ziet en
[hoort,
Gedenkt ten allen tijd: „De boer ploegt immer
[voort!"
De kroniekschrijver de heer Jo van Erp gaf
tussen de verschillende episoden een historisch
overzicht van wat in het leven van de organisatie
en de boerenstand voorviel. Jammer, dat om des
tijds wille, aan het eind van de revue een gedeelte
van deze tekst moest vervallen.
De episode uit de riddertijd bepaalde ons erbij,
De Mei waait langs de wegen.
Konings, terwijl voorts medewerkten het gemengd
koor „Excelsior Hallelujah" uit Zevenbergen en
vele leden van de Bond van Plattelandsvrouwen en
de Jongerenorganisatie. Zo werd deze revue vrij-
hoe de boer in vroeger tijd afhankelijk was van
willekeur en machtswellust.
De boer en boerin uit het midden van de vorige
eeuw bezongen de gehechtheid van de boer aan zijn
grond:
Vervolgens verkreeg de heer G. J. van Poppel,
oud-voorzitter der N.B.M.L., het woord. Deze nog
vitale 87-jarige wenste vooral te spreken als oud-
boer uit het laatste kwartaal van de vorige eeuw.
Door onze voorgangers is in de organisatie zeer
veel werk verricht in het belang van onze boeren
stand en de Brabantse landbouw is aan de N.B.M.L.
hiervoor grote dank verschuldigd. Spreker was
dankbaar nog te mogen beleven, dat het streven
Dijkstra namens de Brabantse Zuivelbond en de
heer Maas als oud-assistent-secretaris der N.B.M.L.
Omstreeks half drie waren allen weer verenigd
in de grote zaal van „Concordia" die geheel was
gevuld. Door mevr. Blomhert werden nog geluk
wensen aangeboden namens de Bond van Platte
landsvrouwen, waarbij gewaagd werd van de pret
tige samenwerking die van de N. B. M. L. steeds
werd ondervonden.
Bij het pachtbetalen.
naar meer samenwerking in de landbouw steeds
sterker wordt.
Ir. Geuze, voorzitter van de Z. L. M., bracht
namens deze organisatie nog afzonderlijk geluk
wensen over. Allereerst aan de organisatie, maar
ook aan de heer Sneep die als man van karakter,
in zijn leven en werken getoond heeft „zo taai te
zijn als vlaslint". Spreker wees op de goede na
buurschap tussen Zeeland en Brabant, gebleken
bij de evacuatie in 1944, maar ook uit de goede
verstandhouding en samenwerking van Z. L. M.
en N. B. M. L.
Ir. Ariëns sprak namens het College van Rijks
consulenten in Noord-Brabant. Met de N.B.M.L.
bestaat steeds een zeer prettige en vruchtbare
samenwerking, die door de consulenten ten zeerste
op prijs wordt gesteld. Ook in de coöperaties en
plaatselijke instellingen dient deze samenwerking
zover mogelijk te worden doorgevoerd tot heil van
de boerenstand.
Door de voorzitter werd dank gebracht aan alle
sprekers. Ook de ingekomen telegrammen en ge
lukwensen werden voorgelezen. Hoewel nog meer
dere spreeksters en sprekers zich hadden aange
meld, moest de vergadering (3 kwartier later dan
geraamd was) hierna worden beëindigd.
Gedurende de middagpauze werd door de leden
aan een Brabantse koffietafel aangezeten in de
„Graanbeurs" en de ,,De Beurs-Modern", terwijl be
stuur en genodigden bijeen kwamen in „Huize
Merula". Overal heerste een gezellige sfeer, alleen
jammer, dat ongeveer 100 deelnemers, die zich voor
de koffiemaaltijd in de „Graanbeurs" opgaven,
daar niet verschenen. (Niet leuk tegenover een
honderdjarige, die nu het gelag moet betalen.)
Tijdens de koffiemaaltijd werd nog door verschil
lende personen het woord gevoerd o.a. door de heer
Segers, namens de N.C.B., door de heer Nagtzaam
namens de landarbeidersorganisaties, de heer P.
van den Heuvel namens de C.B.T.B., de heer Roo
senboom namens het Centraal Bureau, de heer