DE TUINBOUWSCHOOL TE KAPELLE
Het
Landbouwhuishoudonderwijs
in Oostelijk Zuid-Beveland
Gelegenheid om tuinbouwonderwijs te ontvangen
bestaat er reeds tal van jaren, en honderden tuin
bouwers hebben die gelegenheid ook aangegrepen.
Allerlei cursussen werden gegeven, doch alleen in
de avonduren, als onderwijzer èn leerlingen reeds
een dagtaak achter de rug hadden. Het bezwaar
daarvan is duidelijk.
Het geringe aantal uren liet slechts toe het aller-
nodigste, en dan nog zeer beknopt, te behandelen.
Alleen door uiterste inspanning van onderwijzer
en leerlingen kon resultaat van enige betekenis
worden bereikt. Van een juist inzicht was slechts
sprake bij de van nature begaafden.
Ondanks alle niet te vermijden bezwaren hebben
tallozen van de cursussen geprofiteerd, de een meer,
de ander minder.
Naarmate echter de cultuur hogere eisen ging
stellen kwam bij velen de behoefte aan een bredere
opleiding.
Sinds 1944 kan aan dit verlangen worden voldaan
door de Tuinbouwschool te Kapelle.
Oorspronkelijk gesticht door het Rijk, wordt ze
thans beheerd door de Z. L. M. Deze school is be
doeld als een streekschool voor geheel Zuid-Beve
land en zo nodig verder.
Nu geen avondonderwijs meer, maar dagonder
wijs met een uitgebreid programma.
groter waarde brengen dan de ander. Voor een deel
hangt zulks af van de persoon zelf, voor een deel
ook van de omstandigheden.
Loontrekkenden ontvangen meteen een hoger
weekloon.
Niet bij allen is de waarde van het diploma in
geld uit te drukken.
In elk geval staat vast, dat de meeste gediplo
meerden in staat zijn geheel zelfstandig te werken,
dat meerderen zich een werkkring hebben weten
te veroveren, o.a. bij de N. A. K., en het Lab. van
Zeelands Proeftuin, dat alle leerlingen begrijpen
wat ze doen en geen grove fouten meer maken.
De weg tot verdere studie ligt voor allen open
en velen maken daarvan gebruik. Zowel op de
Fruitteeltvakschool, de Groentevakschool als op de
Middelbare Tuinbouwschool slaan ze een goed
figuur.
De kost gaal vóór de baat en ook hier gaat niets
voor niets.
Er moet schoolgeld worden betaald, dat echter
zo laag mogelijk is gesteld. Gemiddeld is dat onge
veer 15 gulden per jaar. Voor boeken en leermid
delen moet gerekend worden op eveneens ongeveer
15 gulden per jaar.
Op welke school krijgt men een dergelijke oplei
ding voor minder?
Voor onvermogenden is er
bovendien nog een aparte rege
ling, zodat de onkosten voor
niemand onoverkomelijk zijn.
Ook dit werk van de Z. L. M.
wordt gewaardeerd; het steeds
toenemend aantal leerlingen is
er het bewijs van.
Natuurlijk komt U naar de
tentoonstelling en brengt U
daar ook een bezoek an de Afd.
Onderwijs van de Rijksland-
bouwvoorlichtingsdienst.
Wij zullen U gaarne ontvan
gen en U alle gewenste inlich
tingen verstrekken.
Kapelle.
M. NIEUWENHUIZE,
Hfd. der L. T. S.
Lagere Tuinbouwschool te Kapelle
Het doel van de Tuinbouwschool is om aanstaan
de tuinbouwers èn tuinbouwarbeiders een zo breed
mogelijke theoretische en practische opleiding te
geven, benevens algemene ontwikkeling en bescha
ving.
Het onderwijs is geheel afgestemd op de practijk
van de fruitteelt.
De eisen zijn niet gering, evenwel bewijst de er
varing, dat er aan voldaan kan worden.
De school telt thans 50 leerlingen, afkomstig uit
24 verschillende dorpen op Zuid-Beveland.
Op de Tuinbouwschool kunnen worden toegelaten
zij, die minstens 7 leerjaren der lagere school met
goed resultaat hebben doorlopen.
Dank zij een bijzondere regeling behoeft bij toe
lating het achtste leerjaar niet meer gevolgd te
worden.
De Tuinbouwschool is niet bestemd voor leer
lingen, die nergens anders geschikt voor zijn. Der
gelijke leerlingen stranden zonder uitzondering en
meestal vrij spoedig.
Een normaal verstand en bovenal een goede wil
zijn eerste vereisten. Alleen als deze beide factoren
aanwezig zijn kan het einddoel worden bereikt.
De leerstof is vrij uitgebreid: In klasse I en II
zijn Scheikunde, Natuurkunde, Plant- en Dierkunde
de hoofdvakken. Daarnaast wordt onderwijs ge
geven in de algemeen vormende vakken Ned. Taal,
Rekenen, Correspondentie, Economische Aardrijks
kunde, Geschiedenis van de Tuinbouw en Staats
inrichting.
In de klassen III en IV krijgen de vakken Grond
kennis, Bemestingsleer, Plantenziekten, Fruitteelt,
Groenteteelt, Tuinbouwboekhouden en Economie
het leeuwendeel.
Bovendien krijgen deze leerlingen iedere week
practische lessen in snoeien, enten, dunnen, pluk
ken, sorteren, verpakken, enz. van een bekwaam
en ervaren Tuinbouwvakonderwijzer.
De gehele leertijd duurt dus vier jaren, met dien
verstande, dat de eerste klasse 40 weken van 2%
dag les krijgt, de tweede klasse 40 weken van 1 dag
per week, de derde en vierde klasse ieder 30 weken
van 1 dag per week.
In de drukste tijd van het jaar zijn alle leerlingen
twee maanden vrij.
Op het einde van het vierde leerjaar wordt er
door middel van een schriftelijk en mondeling exa
men bepaald aan wie er een diploma kan worden
uitgereikt.
Het gehele onderwijs en de eindexamens staan
onder toezicht van de Rijkstuinbouwconsulent.
Tot heden zijn er 53 diploma's uitgereikt.
Welke waarde heeft het diploma?
Zoals met alle „papieren" kan de een het tot
Van de gelegenheid U iets te vertellen over het
landbouwhuishoudonderwijs in onze streek, wil ik
een dankbaar gebruik maken. Het zal in onze tijd
weinig betoog meer behoeven, dat de invloed van
een goed-onderlegde plattelandsdochter of -vrouw,
die niet alleen op practisch gebied all-round is, maar
óók over een theoretische ondergrond beschikt, een
goede is. Vader Cats dichtte reeds:
„Een wijf draagt méér uit met een lepel,
Als een man inbrengt met een schepel,"
en het is van primair belang, dat hetgeen wat op
„de lepel" uitgedragen wordt, goed besteed wordt
en economisch verantwoord is.
Het pleit voor de practische ondernemingsgeest
van de Zuid-Bevelandse bevolking, dat reeds in 1911
een flinke landbouwhuishoudcursus te Rilland-Bath
werd georganiseerd op initiatief van de toenmalige
Rijkslandbouwconsulent Ir I. G. Kakebeeke.
Ook Kruiningen bleef niet achter met een jaar
cursus in 1913/1914, geleid door mejuffrouw Van
Prooijen. De lessen gingen, ondanks de eenvoudige
omgeving, er in als kantkoek, en een oud-cursiste
vertelde, dat ze er bessengelei leerde maken (in die
tijd een weinig bekend product), die erg in de
smaak viel.
Eenvoudige naailessen werden ook gegeven, maar
het accent lag toch op de kokerij, de lessen in zuivel
en groententeelt, terwijl ook de mooie zilveren en
gouden snuisterijen en sieraden wel op les werden
schoongemaakt.
Op Krabbendijke organiseerde mejuffrouw Veld
man een cursus in 1921/1922, terwijl op Wemeldin-
ge, Kapelle, Rilland-Bath en Kruiningen diverse
„vlotte" cursussen werden gegeven door wijlen
mejuffrouw J. Kome. Cursussen, waar men eens
iets anders klaarmaakte dan een „Krupstunte" of
de Zondagse „soepe mit lange draejen," maar waar
smakelijke maaltijden op een soort „Kloosterfor
nuis" werden gefabriceerd, waar drabbelkoeken uit
de vetpan werden getoverd en kattetongen uit de
zwarte ovens.
Het zal wel meer moeite gekost hebben, want de
moderne comfort, waar ze nu in onze scholen over
beschikken, ontbrak. Maar de cursussen zullen
zeker voor de meisjes rustig zijn geweest, want
speciaal op de eerste cursussen werd doorgewerkt,
en was er, terwijl men wachtte op de aerepels of
op de stoofperen, nog eens tijd over voor een ge
zellig praatje over „Ka d'r nieuwe doek en beuk"
of over „Joantje d'r visser."
Waren de eindlessen eerst zeer eenvoudig, in de
dertiger jaren ging men daar meer werk van ma
ken en in Kruiningen heeft men nog prettige her
inneringen aan de eindles in 1935, waar de voor
dracht van de crinoline zeer in de smaak viel. Een
der meisjes zat hierbij gekleed in een jurk met
crinoline op een trapje, zong een toepasselijk
vers, en bij elk refrein dook een ander meisjeskopje
op onder een van de rokbanen en zong met haar
mee.
Ook nk 1945 werd menige cursus gegeven en de
actieve afdelingen van de Plattelands vrouwenbond
hebben zeker veel bijgedragen tot de organisatie
hiervan.
In 1947 en 1948 werden vele besprekingen ge
voerd om tot oprichting van een school te Kruinin
gen te komen, mede dank zij de voortvarendheid
en activiteit van het college van Burgemeester en
Wethouders dezer gemeente werd een Zweedse
barak aangekocht en tot school verbouwd, een
voudig van exterieur, doch nog verrassend van
interieur met zijn fleurige keuken en goed inge
richte zonnige lokalen.
Een afdoende oplossing van een huisvestiging
geeft dit gebouw echter niet, daar het nu al te
klein is en men is daarom bezig plannen te maken
Voor de bouw van een nieuwe school.
De officiële opening van de landbouwhuishoud-
school op 17 November 1949 was wel een hoogtij
dag voor de Kring Oost Zuid-Beveland en met reden
want het leerlingen-aantal, waarmee men begon,
was zeer goed te noemen en bedroeg per 1 Januari
75 leerlingen 2-jarige primaire cursus en 80 cur
sisten (koken en naaien). Uit alle dorpen van de
Kring komen er leerlingen, zodat onze school een
streekschool is geworden en op deze plaats zou ik
gaarne een dankwoord willen richten tot de actieve
Commissie van Toezicht, die altijd van haar warme
belangstelling blijk geeft.
Ook de samenwerking met de hoofden van scho
len uit de omgeving mag zeer goed worden ge
noemd en helpt bij de opbouw van ons onderwijs.
Zo is men dus in 40 jaar tijds gekomen van een
eenvoudige cursus voor boerendochters tot een
school voor alle plattelandsmeisjes, waar gekookt,
gewassen en veel genaaid wordt, waar de meisjes
in de tuin werken en bloemen schikken en waar
vaak een vrolijk liedje ter begeleiding van het werk
weerklinkt.
Een frisse levende vorm van huishoudonderwijs,
dat is hetgeen wat we zo graag willen voor onze
plattelandsmeisjes en waarvoor we zullen werken
nu en in de tijd die verloopt tot de volgende
Algemene Zomervergadering in onze Kring.
C. BOOGERD.
D» Landbouwhuishoudschool
te Kruiningen