HET TUINBOUWONDERWIJS in Midden- en Oost Zuid-Beveland dïonè van tSlattelandsvrousDQn festèert wat samenwerking vermag. Even verder vinden wij een duidelijk voorbeeld van woningbouw en uitbreiding, die nu eens niet kazerneachtig aan doet. Biezelinge, met Schore en Kapelle één gemeente vormend, is eveneens een centrum van fruitteelt. Hier bereiken wij weer de grote rijksweg, die ech ter even verderop weer verlaten wordt om een be zoek te brengen aan Schore. Schore is een landelijk dorpje. De dorpskern werd in 1940 verwoest. Inmiddels is reeds veel weer opgebouwd en gewezen moet worden op het mooie kerkje met toren. Via de Westelijke Kanaal dijk wordt de grote verkeersbrug bij Vlake (twee maal vernield) bereikt en komen via de Zanddijk de polder en het dorp Kruiningen binnen. Deze polder is tweemaal geïnundeerd n.l. in 1939/1940 en 1944. Na de tweede inundatie is tevens de polder herverkaveld. Hierdoor heeft deze polder een ge heel nieuw aanzicht gekregen en vele verbeterin gen zijn verkregen, ook al is het geheel nog niet tot volle tevredenheid der eigenaren afgewerkt. Kruiningen mag zich met recht het centrum van onze Kring noemen. Hier vinden wij het kan toor van de Rijkslandbouwconsulejnt met de Rijks- landbouwvoorlichtingsdienst, de Lagere Landbouw- school, de Lagere Landbouwhuishoudschool. 's Woensdagsmorgens de plaatselijke beurs. De mooie oude Kerk trekt er de aandacht. Via de Veerweg. Rijksweg gaan wij nu naar het dorp Waarde waar overwegend kleinbedrijf wordt uit geoefend. Speciaal uien, wijnpeen worden hier veel verbouwd, maar er is de laatste jaren ook heel wat boomgaard aangeplant. Een kronkelende weg brengt ons langs Valkenisse en Gawege weer terug naar Krabbendijke. En hiermede is dan de beschrijving van de Rij toer door onze Kring voltooid. De te rijden afstand bedraagt ca. 70 km en bij het samenstellen van de route is er naar gestreefd om U zoveel mogelijk van de Kring Oost Zuid-Beveland te laten zien. Wij hopen dat het voor allen een prettige en leerzame tocht mag zijn en een belangrijke bijdrage om onze mooie Z. L. M. Zomerdagen te doen slagen. DE RIJTOER-COMMISSIE. A. DEES, Voorzitter. Eén der peilers, waarop de moderne Nederlandse tuinbouw rust, is het tuinbouwonderwijs. Het is nog slechts enkele tientallen jaren geleden, dat men sen uit de practijk deze mening niet deelden, integendeel, zij waren van mening, dat voor iemand, die de gehele dag in de practijk werkte, uit boeken niets te leren was. Langzamerhand kwam er echter belangstelling voor „de grauwe theorie", hoofdzakelijk bij de jongeren. Zij beseften, dat theorie en practijk die nen samen te gaan en het is thans wel zo, dat de grote waarde van tuinbouwonderwijs door het overgrote deel der tuinbouwers wordt erkend. Zeker niet in de laatste plaats door de fruittelers. Het begin. Het is te begrijpen, dat, laten we zeggen 50 jaar geleden, op eenvoudige wijze moest begonnen wor den. In verschillende plaatsen werden Algemene Tuinbouwcursussen opgericht. Deze vorm van onderwijs bestaat heden ten dage nog. Op deze cursussen, welke 2 winterhalfjaren duren, wordt in de avonduren les gegeven. Bestaat er voldoende (belangstelling, dan kan hieraan nog een 3e winter halfjaar worden vastgeknoopt. Voor de ouderen. Om ook de oudere fruittelers, die te oud waren (of zich te oud voelden) om een Algemene Tuin- bouwcursus te volgen, in de gelegenheid te stellen „nog iets te leren", werden voor hen Cursussen voor Volwassenen ingesteld. Dit waren korte éénjarige cursussen, waar het onderwijs in een voudiger vorm gegeven werd. Thans bestaan deze korte cursussen nog; ze dienen nu echter meer gezien te worden als een voortzetting van een Algemene Tuinbouwcursus, waar dan in 20 30 uren een onderdeel van de Tuinbouw uitvoeriger behandeld wordt dan op een Algemene Tuinbouwcursus mogelijk is. Speciale cursussen. Zoals de naam reeds aangeeft, worden op deze cursussen speciale onderwerpen behandeld. Op Fruitteeltgebied bijv.: het Snoeien van Vrucht bomen; Sorteren en Verpakken van Fruit; Tuin bouwtechniek. Hoe de belangstelling groeide. Hoewel een Algemene Tuinbouwcursus heel wat geeft en op een cursus voor volwassenen belang rijke onderdelen van de Tuinbouw behandeld wor den, kleven aan deze vorm van onderwijs toch grote bezwaren: de cursisten zijn vaak al enkele jaren van de lagere school af; de lessen worden in de avonduren gegeven; het aantal uren is beperkt. Geen wonder, dat behoefte gevoeld werd aan dag- onderwys. Zo is men gekomen tot stichting van Tuinbouw scholen. Een groot voordeel van het onderwijs op deze scholen is, dat het aansluit bij het gewone lager onderwijs. Bovendien is het aantal lesuren, verdeeld over 4 leerjaren, aanmerkelijk groter dan op een cursus. Nadere bizonderheden betreffende deze scholen, kunt U lezen in een artikel van de heer Nieuwen- huize, hoofd van de Tuinbouwschool te Kapelle. Vakscholen. Het is een verheugend verschijnsel, dat de laatste 15 jaar meer (belangstelling en waardering is waar te nemen voor het bezit van vakkunde op Tuin bouwgebied. Om serieuze jongelui in de gelegen heid te stellen hun kennis en bekwaamheid verder te ontwikkelen, zijn op een aantal plaatsen in ons land tuinbouwvakscholen opgericht, o.a. te Wilhel- minadorp een Fruitteeltvakschool. Het onderwijs aan deze scholen is gesplitst in een theoretisch en een practisch gedeelte en wordt gedurende een jaar, 1 dag per week gegeven. Nadere gegevens betreffende deze school worden gaarne verstrekt door de Rijkstuinbouwconsulent te Goes. Te Middelburg bestaat een soortgelijke school voor Groenteteelt. Het kader. Om tuinbouwonderwijs te kunnen geven, zijn vanzelfsprekend bevoegde leerkrachten nodig. Deze worden gevormd aan opleidingscursussen, welke verdeeld zijn in: a. Opleidingscursussen voor akte tuinbouw l.o. Deze cursussen, welke georganiseerd worden door de Rijkstuinbouwconsulent, zijn alleen be stemd voor onderwijzers en onderwijzeressen. Helaas bestaat voor deze studie weinig belang stelling. Er is dan ook in Zeeland een tekort aan tuinbouwonderwijzers. Het is reeds enkele malen voorgekomen, dat een Algemene Tuinbouwcursus niet kon doorgaan wegens gebrek aan bevoegde onderwijskrachten. Het zou zeer toe te juichen zijn, indien Gemeente- en Schoolbesturen in over weging zouden willen nemen of in bestaande of komende vacatures aan hun scholen de mogelijk heid bestaat, een leerkracht te benoemen, die in het bezit is van de tuinbouwakte. Door een dergelijke benoeming zou het kunnen verstrekken van tuin bouwonderwijs verzekerd zijn en zodoende het algemeen belang een grote dienst bewezen worden. b. Opleidingscursussen voor tuinbouwvakonder- wijzer. Doel van deze opleiding is, bij het geven van tuinbouwonderwijs te kunnen beschikken over leerkrachten, die in staat zijn het practisch gedeelte te verzorgen. Candidaten, welke tot deze cursus wensen toe gelaten te worden, moeten tenminste 5 jaar prac tisch werkzaam zijn in een tuinbouwbedrijf. Boven dien moeten zij bekend staan als goede vaklui en geschikt zijn om later als leerkracht te kunnen optreden. Zo heeft men tuinbouwvakonderwijzers voor Fruitteelt, voor Groenteteelt, voor Aanleg en On derhoud van Tuinen en voor Bijenteelt. Het Tuinbouwonderwijs in midden- en en Oost-Zuid-Beveland. In deze contreien bestaat reeds lange tijd goede belangstelling over tuinbouwonderwijs. Het ligt niet in de bedoeling een volledig overzicht te geven van het aantal tuinbouwcursussen dat in de loop der jaren gegeven is. We willen ons beperken tot de jaren 1945-—1951. In deze periode werden ge geven: 12 Algemene Tuinbouwcursussen, n.l. te: Kapelle-Biezelinge: 3 Wemeldinge: 2 Ierseke: 1 Kruiningeni Oostdijk: i Krabbendijke: 3 Waarde: 1 41 cursussen voor Kapelle-Biezelinge: 2 4 Schore: Wemeldinge Ierseke: Kruiningen: Krabbendijke Rilland: Het Kader volwassenen, n.l. te cursussen in Fruitteelt in Snoeien van Vruchtbomen in Sorteren en Verpakken van fruit in Tuinbouwtechniek in Ziektebestrijding in Fruitteelt in Tuinbouwtechniek in Sorteren en Verpakken van fruit in Ziektenbestrijding in Ziektenbestrijding in Groenteteelt in Ziektenbestrijding in Sorteren en Verpakken van Fruit in Tuinbouwtechniek in Fruitteelt in Ziektenbestrijding Hc .nat het nu met het aantal leerkrachten in dit gto^ied? Tot onze spijt kunnen we hieromtrent geen optimistisch geluid laten horen. Het aantal tiünbouwonderwyzers in Zeeland be draagt 30; in Midden- en Oost-Zuid-Beveland echter slechts 2. Van dit toch wel zeer geringe aantal is er 1 hoofd van een Tuinbouwschool, terwijl de andere begin September gaat verhuizen naar een ander ambtsgebied. Uit hoofde van hun functie geven hoofden van Tuinbouwscholen geen les aan Algemene Tuinbouwcursussen. We moeten dus tot de conclusie komen, dat in Midden- en Oost- Zuid-Beveland geen Algemene Tuinbouwcursussen georganiseerd kunnen worden, tenzij een tuin- bouwonderwijzer van elders bereid is de helpende hand te bieden. Het aantal tuinbouwvakonderwyzers is aanmer kelijk groter, n.l. 22. Het levert dan ook weinig moeilijkheden op, om een leerkracht te vinden, die onderwijs kan geven in de practische vakken, het zij aan een Algemene Tuinbouwcursus, hetzij aan een cursus voor volwassenen. Noodtoestand? Betekent dit alles nu dat hier van een nood toestand gesproken moet worden? Neen, dat zeker niet. Er bestaat immers te Kapelle een Tuin bouwschool. En feitelijk zou het toch zo moeten zijn, dat de toekomstige fruitteler de beste oplei ding kiest, die te krijgen is. Welnu, het is zonder meer duidelijk dat men op een 4-jarige dagschool meer kan leren dan op een 2-jarige avondcursus. Toegegeven moet worden, dat niet iedereen die dat zou willen, in de gelegenheid is, een Tuinbouw school te bezoeken: er kunnen overwegende be zwaren zijn. Een feit is echter, dat nog te weinig ouders er van doordrongen zijn, dat in hun on middellijke omgeving een Tuinbouwschool be staat, waar hun kinderen een goede opleiding kunnen ontvangen. Is tuinbouwonderwijs noodzakelijk? Over de noodzakelijkheid van tuinbouwonderwijs behoeft in het jaar onzes Heeren 1951 toch niet meer getwist te worden. Smeden, timmerlieden, schilders, hebben (al vele jaren) hun Ambachts scholen. Zou een fruitteler en een Groentekweker dan geen opleiding nodig hebben? Is er in deze „vakken" niets te leren? Laten we zorgen niet achteraan te komen. Zeeland staat bekend als een vooruitstrevend ge(bied. Ook op het terrein van het Tuinbouwonderwijs. De dagen voor de jaarvergadering der Z. L. M. naderen met rasse schreden. Dat ook wij met deze dagen in 't vooruitzicht meeleven is wel heel van zelfsprekend. De prettige samenwerking met de mannen-orga nisatie, de Z. L. M.. kunnen wij niet genoeg waar deren en we zijn zeer zeker bereid op deze komende Landbouwtentoonstelling ook een steentje bij te dragen tot het doen slagen ervan. We hebben gemeend deze keer op 't gebied van woninginrichting iets te moeten laten zien, waar vooral de vele dames, die de laatste jaren op deze Tentoonstelling aanwezig zijn, misschien een idee uit kunnen putten. De bedoeling van de twee kamers, die zult zien, is een gezellige moderne huiskamer voor jonge mensen, met daarnaast een zelfde kamer van onze Moeders of Grootmoeders, die met de meubelen, die ze hebben, toch meegaan met de tijd, en zo practisch mogelijk gehouden zijn. We hopen van harte, dat uw critiek niet tè scherp wordt. U moet dit zien als één van de vele mogelijkheden. Dit onderwerp is een moeilijke opgaaf, want smaken verschillen nu eenmaal en daar valt niet over te twisten. De Plattelandsvrouwen-organisatie heeft in de provincie Zeeland 16 Afdelingen, waarvan 4 in de Kring Oost Zuid-Beveland, zoals de Z. L. M. dit noemt. Deze Afdelingen zijn nog zeer jong; hiervan bestaat de Afdeling kruiningen en Omgeving, w.o. Krabbendijke, Waarde en Hansweert vanaf 1947, de Afdelingen Rilland en Wemeldinge zijn het vorig jaar opgericht en dit jaar kunnen we ons er over verheugen de nieuwe Afdeling Kapelle er bij te mogen noemen. Dit is echter maar een klein deel van de Wereld bond van Plattelandsvrouwen, die tezamen 5 mil- lioen vrouwen omvat. Zoals U misschien gelezen zult hebben, is 't vorig jaar het Congres gehouden van de 26 aangesloten landen te Kopenhagen, dat om de drie jaar in een ander land plaats vindt. In het Raadhuis te Kopenhagen is dit zesde Congres geopend door Koningin Ingrid van Denemarken, vergezeld door Koningin Alexandrine en Prinses Mathilde. Mrs. Raymond Sayre, presidente van de A.C.W.N., farmersvrouw uit Amerika, die als geen andere de kunst verstaat een probleem onmiddellijk te door zien en in duidelijke taal aan haar toehoorders over te brengen, sprak in haar openingsrede over de

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 13