Onze Landbouwcoöperaties. geen partijen, ook tori aanzien van de leden speelt het aantal eigen of gepachte ha geen rol. Zij is een organisatie vèn en vóór alle grondgebruikers. De werkwijze laat zich wellicht het best aan de hand van enkele voorbeelden toppunten uit het bestaan van de organisatie aantonen. Zo stond de actie voor het doen nemen van grondmonsters reeds aan de wieg van de Vereniging, daar de werkzaamheden het eerst op dit punt werden ge richt. En met goede resultaten, al dient een ieder te bedenken, dat een grondmonster niet voor het gehele verdere leven van de grondgebruiker is be stemd, maar regelmatig om herhaling vraagt. Voorts heeft de chemische onkruidbestrijding de volle aandacht. Talrijke proeven werden genomen en verschillende lezingen werden aan dit onderwerp gewijd. Het ligt voor de hand, dat in deze eeuw van me chanisatie en rationalisatie de werkzaamheden voor een belangrijk deel op dit gebied liggen. Ook over deze onderwerpen werden lezingen gehouden. Zij kwamen op de praatavonden aan de orde, en daar enboven werden belangrijke demonstraties georga niseerd. Wij noemen hier de demonstratie van aardappelrooimachines (in samenwerking met de Technische Commissie) in de Bathpolders, alsmede de komende demonstraties met kunstmeststrooiers en mestverspreiders. En dan de excursies Wel waren de studiereizen in binnen- en buitenland allerminst van gezelligheid gespeend, op de voorgrond stond deze zeker niet. Met grote aandacht werd o.a. kennis genomen van de mechanisatie in de Ambachtsheerlijkheid Crom Strijen en op het bedrijf van de C. S. M. te Eist, van de Belgische vlasindustrie enz. Vergeten wij tenslotte de maïsteelt niet. De samenwerking ten opzichte van deze nieuwe teelt, de collectieve overwinning van de daarmede ver bonden problemen, droeg goede vruchten. Van een weinig bekend gewas in onze streek is de maïs een cultuurplant geworden, die thans reeds 150 ha be slaat, waarvan een groot gedeelte zelfs voor zaad winning (Hybriden) is bestemd. De actualiteit van de veevoedervoorziening vraagt eveneens de aandacht. Welnu, zo juist is collectief de bouw van 30 silo's aanbesteed. Zó zouden wij kunnen doorgaan, maar wij ge- 'oven, dat deze enkele, onvolledige, notities vol doende zijn om aan te tonen, dat de Vereniging beeft waar gemaakt, wat reeds in de oprichtings vergadering werd opgemerkt. Hoe hoog het peil van de landbouw in onze streek ook is, er is geen reden voor zelfvoldaanheid. Nieuwe tijden vragen nieuwe methoden. Steeds weer moeten wij ons aan passen. Voor de oplossing van de daarmede voor alle grondgebruikers verbonden moeilijkheden en vraagstukken wil de Vereniging voor Bedrijfsvoor lichting voor Oostelijk Zuid-Beveland een veilige gids zijn I. SMALLEGANGE, Voorzitter van de Vereniging voor Bedrijfs voorlichting in Oostelijk Zuid-Beveland. Mij beradend, op welke wijze aan het verzoek van de Redactie kon worden voldaan, om voor het tentoonstellingsnummer een bijdrage over de land bouwcoöperatie te leveren, kwam het mij juist voor, daarbij de historie als achtergrond te ge bruiken. Een eerste reden hiervoor mag wel de omstan digheid zijn, dat in het verleden ook door leden van de Kring Oostelijk Zuid-Beveland, met betrek king tot de tot standkoming van enige landbouw coöperaties, initiatieven zijn genomen of hieraan is medegewerkt, die inmiddels bekroond zijn in de vorm van prachtige coöperatieve bedrijven, waar van er reeds verschillende het vijftigjarig bestaan mochten herdenken en fris van geest hun ontwik keling voortzetten. Een andere reden mag de overtuiging zijn, dat de landbouwcoöperatie als het ware uit de correc tieve sfeer los komt, waardoor zij vanaf haar begin werd gedragen en nu meer en meer tot taak krijgt om de leden de hun toekomende plaats temidden van andere economische groeperingen te doen innemen. Deze taak is zeer belangrijk te achten. De tweede wereldoorlog heeft tot een ver schuiving van de machtsverhoudingen der ver schillende economische groeperingen geleid en de landbouwcoöperatie heeft zich te beraden, op welke wijze zij kan medewerken aan het scheppen van de juiste verhoudingen dezer machten en daar- hoofdzaak tot Zeeuws-Vlaanderen, al werden in Zuid- en Noord-Beveland en in Schouwen enige aandelen genomen. De bekende Zuid-Bevelandse figuur P. Lindenbergh was één der voorvechters dezer eerste coöperatie op het gebied der suiker productie. Het heeft geruime tijd geduurd, alvorens het Zeeuws-Vlaamse voorbeeld navolging ondervond. In 1908 werd de Coöperatieve Beetwortelsuiker fabriek Dinteloord opgericht. Van het begin af aan heeft deze coöperatie een bredere opzet gehad dan haar oudere zuster. Zij strekte haar arbeids veld uit over West-Brabant, de Zeeuwse eilanden Goeree en Overflakkee. Aan deze coöperatie is onverbrekelijk de naam van Walter Kakebeeke verbonden, die, tot zijn overlijden in 1940, de leider is geweest van deze coöperatieve onderneming, die een zo grote vlucht heeft genomen. De goede resultaten, die Dinteloord heeft be haald, moedigden aan tot navolging. In 1912 volg de de oprichting van Puttershoek, in 1914 de Fries-Groningse Coöperatieve Beetwortelsuiker fabriek, terwijl tijdens de eerste wereldoorlog de Coöperatieve Suikerfabrieken te Zevenbergen, te Roosendaal en de „Zeeland" te Bergen op Zoom tot stand kwamen. Zo voltrok zich in de eerste twintig jaren een zeer grote verandering in de sui- kerproductie van ons land. De jaren na de eerste wereldoorlog kenmerkten Bedrijvigheid bij de Coöp. Aan- en door de landbouw de haar toekomende plaats ver schaft. Bezien wij één der oudste coöperatieve bedrijven in ons gewest de coöperatieve suikerproductie dan kan men hierin een bevestiging van het bovenstaande vinden. De Coöperatieve Suikerindustrie heeft zich in Nederland ontwikkeld sinds 't einde van de vorige eeuw, toen tussen Ibietenteler en suikerfabrikant een zeer hevige strijd werd gevoerd over de prijs der beetwortelen en de wijze, waarop deze betaald behoorden te worden. Uit deze strijd sproot voort de oprichting in 1899 van de Eerste Nederlandsche Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek te Sas van Gent, diank zij het krachtig initiatief van K. J. A. G. Baron Collot d'Escury. Het werkgebied dezer coöperatie beperkte zich in Verkoopvereniging te Wemeldinge zich door een scherpe concurrentie tussen de coöperaties en de particuliere suikerindustrie. Aan het einde der twintiger jaren trad de grote suiker crisis in. Moeilijke jaren braken voor de coöpera ties aan, vooral voor de jongere onder haar, die in korte tijd van haar bestaan nog niet voldoende voor de noodzakelijke afschrijvingen en reserverin gen hadden kunnen zorgen. In deze dagen moest de coöperatieve suikerfabriek de „Zeeland" tot liquidatie besluiten. Dank zij de maatregelen, die van overheidswege tot in stand houding van de bietenteelt en van de suikerindustrie vanaf 1930 werden getroffen, zijn de coöperatieve suikerfabrieken de moeilijkheden te boven gekomen en hebben zij hun arbeidsveld gestadig kunnen uitbreiden en hun financiële posi ties kunnen versterken. De verhouding is op het ogenblik ongeveer zo, dat ruim 60 van de Neder landse bietenoogst door de coöperatieve suiker fabrieken wordt verwerkt en bijna 40 door de particuliere industrie die sinds 1918 samengebracht is in de C. S. M. Na de tweede wereldoorlog voltrok zich een concentratie in het coöperatieve kamp, waarmede beoogd wordt te geraken tot een doelmatiger pro ductie en tot het opheffen van de tegenstellingen, die tussen de coöperatieve fabrieken bestonden en waardoor het geheel der coöperatieve suikerproduc tie werd verzwakt. De coöperatieve fabrieken Dinteloord, Roosendaal en Zevenbergen verenigden zich in 1947 in de „Verenigde Coöperatieve Suiker fabrieken, de V. C. S. De resultaten, die door deze fusie worden bereikt, hebben volledig aan de ver wachtingen beantwoord. Zo heeft deze tak van coöperatie zich in de eer ste helft van de 20e eeuw ontwikkeld tot een finan- cieel-krachtige landbouw-industrie, die voor de bietenteelt en daarmee voor onze vaderlandse landbouw rijke vruchten heeft afgeworpen. Wanneer wij nog eens de naam P. Lindenbergh noemen, denken wij aan de Eerste Nederlandse Coöperatieve Kunstmestfabriek te Vlaardingen. Deze coöperatie heeft zich na moeilijke jaren ont wikkeld tot één der meest moderne superfosfaat- fabrieken, die naast de reeds alom gewaardeerde Parelsuper en mengmeststoffen die zowel in het binnen- als buitenland hun weg hebben gevon den nog tal van andere producten en half fabrikaten produceert. Ook deze coöperatie kan zich over een financieel krachtige positie ver heugen. Het Landbouwcrediet of populairder gezegd, de ons allen zo vertrouwde boerenleenbanken, nemen een steeds belangrijker plaats in in het financiële leven van de landbouw. Talrijk zijn de coöperatieve verenigingen, die voor het geldverkeer met hun leden van de diensten der boerenleenbanken ge bruik maken. Daarnaast vervullen deze een belangrijke taak bij de financiering van verschil lende coöperaties. Met recht mag dan ook hier nog eens gezegd worden: Boerengeld in boeren hand. Is in deze omgeving de melkveehouderij van betrekkelijke betekenis en vinden wij derhalve geen coöperatieve zuivelindustrie in een omvang als in andere delen van ons land, dat ook hier toch gewezen kan worden op zeer belangrijke resultaten, heeft het kortelings in dit blad vermelde jaarver slag van de Coöp. Melkinrichting te Middelburg ons doen zien. Wij mogen deze coöperatie dan ook beschouwen als de exponent van de Zeeuwse coö peratieve zuivelbereiding. In korte tijd heeft dit bedrijf zich van een omvangrijke oorlogsschade hersteld en blijkt in het bezit te zijn van een uit betalingscapaciteit voor de door de leden geleverde melk, die belangrijk uitgaat boven die van het particuliere bedrijf. Hoe te betreuren en onjuist is het, dat sommige veehouders zich laten verleiden hun coöperatie de melk te onthouden, door deze aan het speculatieve bedrijf te leveren. De coöperatieve aankoop van bedrijfsgrond- stoffen en de gezamenlijke verkoop van landbouw producten is nog van betrekkelijke jonge datum Nadat de eerste moeilijke jaren overwonnen waren, heeft zich na de tweede wereldoorlog een snelle ontwikkeling ingezet en het valt te verwachten, dat deze ontwikkeling zich de eerste jaren wel zal handhaven. Het is opmerkelijk, dat door de besturen dezer aan- en verkoopcoöperaties de laatste jaren diverse vraagstukken in behandeling zijn genomen en ver schillende keren geleid hebben tot de oprichting van nieuwe coöperatieve verenigingen als groen- voederdrogerijen, aardappelbewaarplaatsen, silo vereniging e.d. Een bewijs, dat ook deze tak van coöperatie een grote bedrijvigheid aan de dag legt. Een nieuw object, de coöperatieve aan- en ver koop van vee kreeg gestalte in de vorm van de Zeeuwse Coöperatieve veeafzetvereniging, de „ZECOVA". Ondanks de moeilijkheden, die nood zakelijkerwijs aan het product levend vee zijn verbonden, zal ook deze jonge coöperatie zijn ver diende ontwikkeling verkrijgen. In het bovenstaan de liggen voorbeelden te over, die bewijzen, dat coö peratie samenwerking) het op den duur altijd wint. Een bericht in de landbouwpers, dat de Coöpera tieve Vlasfabriek te Dinteloord een spinnerij de enigste in Nederland gaat installeren, vestigde dezer dagen nog eens de aandacht op deze coöpe ratie. Mede door de bizondere tijdsomstandig heden gaat het deze coöperatie naai: den vleze en door middel van aandelenplaatsing wordt grond stofdekking gezocht om aan de aanhoudende vraag naar vlasproducten te kunnen voldoen. De ter beschikking gestelde plaatsruimte laat niet toe om, al is het in het kort, nog verschillende andere ooöperaties als de verzekeringsmaatschap pijen, werktuigenverenigingen e.d. te belichten. Een belangrijke gebeurtenis voor de coöpera tieve wereld heeft onlangs plaats gevonden; de stichting van het Landbouw Coöperatie Centrum (L. C. C.) voor het Zuid-Westelijk kleigebied. Hierin werken vrijwel alle coöperaties samen en dit Land bouw Coöperatie Centrum zal onder meer tot taak krijgen om in dit gebied de verbreiding en verdieping van de coöperatieve gedachte op pas sende wijze ter hand te nemen. Dat de leden van onze coöperaties zich in het bovenstaande zacht mogen spiegelen en voort bouwen aan hun organisaties en de collega non- coöperator mag zien, dat hij bij ons hoort en dus... komt! B. W. ALINK. Wemeldinge, 12 Juni 1961.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 10