UIT DE
PROVINCIE
Van boerde
OOST ZEEUWS-VLAANDEREN.
Wanneer wij het Zeeuws-Vlaamse land rond
rijden dan zien wij pas hoe groot de uitzaai van
de met vlas beteelde percelen is. Perceel na per
ceel bekijken we, maar naar goede partijen zoals
we ze deze tijd van het jaar graag zien moeten we
beslist zoeken. Duidelijk onderscheiden we 3 groe
pen van zaaien, n.l. vroeg, midden en de laat ge
zaaide partijen. Laatstgenoemde treft men het
meest aan. De vroeg gezaaide percelen liggen het
best en kunnen tot vlas gerekend worden. De mid
dengroep om het zo maar te noemen heeft bijna
overal een te holle stand, dit is veroorzaakt door de
vele regenval waarbij een dikke korstlaag het uit
komen tegen hield. De laatst gezaaide percelen zijn
normaal uitgekomen maar liggen te kort en hebben
een veel te bonte kleur, door de geleden koude en
slechte structuur van de grond.
Het was dan ook deze week nog te koud weer.
Een Noordenwind is geen weer voor het vlas zeg
gen de boeren, maar, donker, bruin weer dót moe
ten we hebben.
Toen het weerbericht j.l. Zaterdag onweer voor
spelde, hoopten we al op 'n lekker buitje, maar de
regen bleef uit en terwijl ik dit schrijf waait op
nieuw de Noordenwind scherp over onze akkers.
Nog zo'n week spraken Zaterdag vele vlasverbou
wers en de mislukkingen zijn legio.
De bieten zijn doorgeslagen een werk dat nog
•bijna overal met de hand gebeurt. Het machinaal
doorslaan komt er nog niet in en wij kunnen na
tuurlijk ook nooit de hoofd- of wendakkers machi
naal bewerken. Men moet dat toch met de hand
bij werken en ook krijgen wij bij machinaal door
slaan een te lange streep met bieten, waarbij wij
te veel last hebben met het dunnen en zo krijgen
we weer te grote lege plekken en een slechte ver
deling van de bietenplanten. Wanneer er voldoende
arbeidskrachten aanwezig zijn zal dit voorlopig wel
zo blijven en acht dat ook maar het best.
WALCHEREN.
Als de koude droge Noordoostelijke wind over de
polder waait groeien de gewassen niet hard, maar
toch is dit weer ideaal om het onkruid goed de baas
te worden.
Ook het weide- of klaverhooi kan met zulk weer
spoedig aan de ruiter worden gezet en levert dan
veel minder verliezen en risico dan het hooi dat aan
de hoop ligt.
Als gevolg van de herverkavelingswerken komen
er het gehele jaar door nog percelen vrij voor de
inzaai.
Nu de tijd voor voederbieten mais of stambonen
echter voorbij is, vraagt men zich af: wat men op
deze percelen nog het beste kan zaaien. Om de on-
kruidengroei tegen te gaan, is elk gewas beter dan
geen gewas. Groenbemesting zou tevens de struc
tuur kunnen verbeteren.
Voor de gemengde bedrijven kan de teelt van
mais voor groenvoeder worden overwogen op die
percelen, die een vrij goede structuur hebben.
Groenvoedermais kan men tot begin Juli zaaien,
met een goede kans van slagen. Vroeger gebruikte
men de Virginië paardetandmais hiervoor, bij
tijdige zaai zijn ook de hybriden zeer geschikt, ter
wijl men bij late zaai de flintrassen zou kunnen ge
bruiken.
Men zaait van de flintrassen 100 kg en van de
hybriden 6080 kg per ha met een rijenafstand
van 40 cm. Een goede bemestingstoestand van de
grond is gewenst. Stikstof geeft men ongeveer 125
kg zuivere N. per ha.
Het gewas is oogstrijp na het verschijnen der
mannelijke pluimen tot aan de melkrijpheid der
korrels.
De opbrengst aan groene massa varieert van
60.000 tot 100.000 kg per ha. Hakselen van het pro
duct bij inkuilen verdient sterk de voorkeur, om
dat het grove product anders slecht aansluit in de
silo, en een minder goed geslaagde kuil zou op
leveren.
Toevoeging van een conserveermiddel is over
bodig.
Het kuilproduct wordt door het vee met graagte
opgenomen en heeft een voederwaarde die onge
veer gelijk is aan die van voederbieten met een
matig tot laag gehalte.
NOORD-BEVELAND.
Op het veld zijn onze gewassen momenteel aan
de groei. Soms zijn de weersomstandigheden
gunstig, zodat het gewas als 't ware uit de grond
schiet, maar soms ook is 't nog zo koud, dat de
groei ogenschijnlijk stil staat. De tijd van uitzaai
is uiteraard een belangrijke factor bij de beoorde
ling van de huidige stand der gewassen. Omstreeks
20 Mei werd bij enkele collega's een vlaslengte ge
meten van 42 cm. Dit bleek vlas te zijn, dat vóór
de regenperiode gezaaid was, terwijl het vlas, dat
er na gezaaid werd nog slechts een lengte had van
10 cm. Het laat zich begrijpen, dat de uitzaai
datum van invloed zal zijn op de kwaliteit, daar het
vlas dat een langere groeiperiode tot zijn beschik
king heeft, beter in staat is om meer pericambium-
vezels te vormen.
Hoe intussen de groei onzer gewassen ook moge
zijn, straks zullen we weer moeten, beter: mógen,
oogsten en uiteraard roept dit weer allerlei pro
blemen op.
Een der grootste oogstproblemen van deze tijd is
wel de bewaring der geoogste producten, speciaal
van aardappelen en granen. Op ons eiland staat
deze vraag dan ook in het middelpunt der belang
stelling. Enkele collega's hebben enige tijd geleden,
tot hun grote tevredenheid, een aardappel bewaar
plaats met buitenluchtkoeling laten bouwen, andere
zijn bezig om bewaarplaatsen met mechanische
koeling te plaatsen, terwijl bij een nog groter aan
tal steeds toenemende belangstelling bestaat om er
ook een aan te besteden.
Uiteraard vereist een dergelijke investering een
nauwkeurige berekening, want men moet nooit
„een kat in de zak kopen". De belangstelling gaat
ook uit naar een aardappelbewaarplaats, die tevens
gebruikt kan worden om er graan in te drogen.
Dit zou ons goed te stade komen voor het te nat
gemaaidorste graan (b.v. dat 's morgens vroeg of
's avonds laat is gemaaid). Is dit echter mogelijk?
De gegevens hieromtrent zijn erg schaars en ze
komen hierop neer, dat men het niet weet. In
Wageningen is men er erg huiverig van, hoewel
men wel druk bezig is om deze kwestie te onder
zoeken. De luchtvochtigheid, met name de rela
tieve vochtigheid der lucht, evenals de luchttem
peratuur spelen er een grote rol bij. Afhankelijk
van deze factoren neemt graan, dat aan de lucht is
blootgesteld, vocht op, of geeft vocht af.
We stippen dit slechts even aan collega's om een
indruk te geven van het probleem, waar we mee
te maken hebben wanneer we graan met buiten
lucht willen drogen. We zullen maar hopen, dat er
spoedig positieve gegevens over gepubliceerd wor
den.
Wel kunnen we zeggen, dat er zeer goede moge
lijkheden bestaan om onze overtollige schuurruim-
te meer rendabel te maken door er een bewaar
plaats voor aardappelen in te bouwen. Well,
systeem het meest gewenst is, het z.g. Tacco-prin-
cipe of de gemetselde kanalen, hebt U kunnen ver
nemen j.l. Donderdagavond op de hoeve van de
heer P. van Dijke. Hier heeft de heer P. Luijendijk
een uiteenzetting gegeven van de aardappelbewa-
ring, hetgeen door de heer Van Dijke werd ge
demonstreerd aan de hand van zijn eigen bewaar
plaats.
In elk geval moet U zich afvragen of een aard
appelbewaarplaats in Uw schuur ook tot de moge
lijkheden behoort.
ZUID-BEVELAND.
Naarmate we verder in de maand Juni komen,
bemerken we steeds duidelijker dat onze organi
satie straks een hoogtijdag gaat beleven. In de
Kring Oost Zuid-Beveland wordt hard gewerkt om
de duizende bezoekers waardig te ontvangen.
De gevormde commissies zien zich voor een
moeilijk, maar tevens dankbare taak geplaatst, om
straks op 20 Juni alles voor elkaar te hebben.
In West Zuid-Beveland is het te merken aan de
vergaderingen welke de Afdelingen oproepen om te
proberen gezamelijk met bus en auto naar Krab-
bendijke te gaan. Het aantal opgaven is in de
meeste plaatsen groot, en in de landbouwdorpen
lijkt het of het op die dag een ware uittocht zal
worden. We kunnen het bestuur van de Z. L. M.
dan ook het beste onze waardering laten blijken
door op 20 Juni naar Krabbendijke te gaan.
Naast de werkzaamheden voor de organisatie is
er op de bedrijven ook werk in overvloed. Het late
voorjaar heeft veroorzaakt dat alles te gelijk komt
en er nu handen te kort zijn om deze achterstand
in te halen. We zien daarom ook meer dan dat tot
nu toe het geval was gebruik maken van chemische
middels om het onkruid te bestrijden. Vooral in de
uien wordt daarmee nog al gewerkt. Het best vol
doet een bespuiting met verdund zwavelzuur, maar
omdat er nog slechts één machine in Zuid-Beveland
is die dat kan verspuiten wordt ook gebruik ge
maakt van het veel minder goed werkende Aero
en Liro Cyanate. Bij deze twee laatste middels
moet het onkruid in het kiem stadium zijn dan gaat
het nog wel maar is het groter dan krijgt men niet
veel resultaat.
In de weilanden kan men ook zien, dat er nog
veel werk is, en er voor de bestrijding van boter
bloemen en distels niet veel tijd is. De boterbloe
men bezetten op verschillende plaatsen 25—40
van de zode. Wanneer het zo erg is kan men direct
begrijpen dat de opbrengst aan gras door zo'n
sterke bezetting zeer gedrukt wordt. Men moet dan
ook zo vlug mogelijk een bespuiting met Groeistof
uit laten voeren om te zorgen dat de boterbloemen
afsterven en plaats maken voor gras. Doet men
het niet dan valt er steeds meer zaad op de grond
en we hebben de kans dat het volgend jaar nog
meer schade van deze planten ondervonden wordt
dan nu reeds het geval is.
THOLENST. PHILIPSLAN D.
Toen we de vorige week „Wij lazen voor U" on
der de ogen kregen, was onze eerste gedachte: is
dit schrijven door de Redactie van het Zeeuwsch
Landbouwblad goedgevonden? We zijn niet gewoon
dat er in ons blad aan afbrekende eritiek gedaan
wordt. De lezers een juiste voorlichting geven eist
deskundigheid en voorzichtigheid.
Dat de eenzijdige voeding op het C.S.M.-bedrijf
te Eist fout moest lopen, is voor elke boer begrij
pelijk. Koeien, die zomer en winter als hoofdschotel
bietenblad en koppenkuilvoer geschaft krijgen,
moeten afwijkingen gaan vertonen.
Verder heb ik van betrouwbare zijde vernomen,
dat er in sommige silo's op het proefbedrijf grote
hoeveelheden alcohol voorkwamen, waardoor de
koeien per dag soms tot 2 liter van dit opwekkende
vocht binnenkregen. (Is het niet om te watertan
den?) Dat deze gistingen voorkwamen is nergens
anders aan te wijten, dan aan de slechte uitdrijving
van de lucht uit de kuil. Vorig najaar beweerde de
bedrijfsleider daar, dat 1020 cm gronddek op de
kuilen ruim voldoende is. Of dan ook het aantrap
pen achterwege gelaten kan worden, vergat ik te
vragen. Maar de silo, die toen pas gevuld was, leek
mij niet aangetrapt, terwijl het gronddek buitenge
woon slordig en veel te licht was aangebracht.
Dat men op een proefbedrijf allerlei gekke din
gen uithaalt is best, wil men deze dan nog publi
ceren ook best, maar dan alles van a tot z, en niet
half, want daar is niemand mee gebaat.
Voor ons boeren gaat het er om: is het hakselen
van bietenblad en -koppen beter dan ongehakseld?
Hiertoe heb ik aan collega boeren, die afgelopen
najaar deze methode toegepast hebben, gevraagd:
hoe het voer bevallen is. Men was hierover uitste
kend tevreden. Bij navraag naar de gehalte's van
het voer bleek, dat er op de Zeeuwse eilanden ge
middeld 20 meer verteerbaar eiwit in het gehak-
selde materiaal voorkwam dan in het ongehakselde.
Wanneer deze cijfers ook voor volgende jaren
gelden, dan kan deze manier van kuilen een flinke
eiwitbron vormen. Rekenen we dat 1 ha bietenblad
en -koppen ongeveer 20.000 kg kuilvoer levert, met
gemiddeld 1.2 verteerbaar ruw eiwit, dan is dit
per ha 240 kg v.r.e., wanneer door hakselen hierbij
20 opgeteld kan worden is dit 288 kg v.r.e., alzo
een winst van 48 kg v.r.e. per ha, gelijk aan 200 kg
eiwitrijk krachtvoer, dat op het ogenblik 43,
per 100 kg kost. De kosten van de hakselmachine
zullen op 40 per ha komen, waardoor er toch
altijd nog ruim ƒ40 per ha voordeel aan het hak
selen verbonden is.
SCHOUWEN EN DUIVELAND.
Wij komen nog even terug op ons verhaaltje over
de stand van de maïs, in ons blad van vorige week.
Van verschillende zijde hoorden wij de opmerking:
.t is nu wel geschreven, dat de teer-behandeling
niet funest is geweest, doch wij geloven dit nog
zó maar niet. Het is natuurlijk niet mogelijk het
geloof met een lepel in te geven, toch lijkt het mij
gewenst nog enige feiten te noemen. Dit ter voor
koming, dat men in de toekomst geen teer meer
durft te gebruiken. Door de coöperatie zijn ver
schillende monsters ter kieming gelegd, met het
resultaat dat er geen verschil optrad tussen be
handelde en onbehandelde. Verder nog een paar
practijk gevallen: Een landbouwer in Zierikzee
behandelde zelf zijn maïs met teer, met het gevolg,
dat hij de hoeveelheid bestemd voor 1 hl gebruikte
voor 1 ha. De maïs was dusdanig met teer be
smet, dat ze niet te zaaien was; door wat na te
drogen en extra met menie te behandelen kon ten
slotte gezaaid worden. Resultaat: opkomst prima.
Een zelfde bericht vernam ik uit Walcheren, er
schijnt n.l. in één of ander landbouwblad gestaan
te hebben, dat men liter teer moest gebruiken
per ha in plaats van per hl. Ook hier was van kiem-
beschadiging geen sprake. Hiermede meen ik de
ongelovigen wel voldoende te hebben overtuigd.
Behandel uw maïs dus in de toekomst rustig met
teer, doch gebruik niet meer dan de voorgeschre
ven hoeveelheid.
Kort geleden nog weer eens een kijkje genomen
in onze luchtgekoelde aardappelbewaarplaats. Het
is jammer, dat niet elkeen, en vooral de tegen
stander, dit heeft gedaan. Men had zich dan n.l.
kunnen overtuigen, dat b.v. Bintje er nog prima
uitzag, zonder spruiten, of althans van weinig of
geen betekenis. Dit bereikt men eind Mei niet in
de kuil! M.i. is dit jaar bewezen, dat een derge
lijke bewaring ideaal is. Ook in andere delen van
de provincie denkt men er zo over. Lees het blad
van vorige week er maar eens op na. In Tholen
zijn ver gevorderde plannen voor een tweede be
waarplaats. Op Schouwen zijn we nog niet zo ver,
hoewel mij bekend is, dat verschillende landbou
wers gaarne hieraan hun medewerking willen ver
lenen.
„Wie bindt, in deze de kat de bel aan?" Kom
Schouwen en Duivelanders laat zien, dat men zijn
tijd weet te verstaan.
In aansluiting hierop een enkel woord over de
op 14 Juni in stemming komende ruilverkaveling
in de Westhoek van ons Eiland. Wanneer men zijn
oor te luisteren legt, hoort men vele verschillende
ideeën en gedachten. Men hoort pro en contra. Dit
is uiteraard ook begrijpelijk; een grondeigenaar/
niet gebruiker, ziet zich gesteld voor extra uit
gaven. De eigenaar/gebruiker daarentegen moet
er m.i. toch wel geheel anders tegenover staan.
De anti zou ik willen vragen eens met z'n collega
in de Vier-Bonnen te gaan praten. Ik ben er dan
van overtuigt, dat hij van gedachten verandert.
Het is niet juist zich blind te staren op het ver
haaltje in de krant over de verkaveling te Krui-
ningen. Dit verhaal was te onvolledig om een
juist beeld van de daar aanwezige moeilijkheden
te geven. Ook mijn toegestane ruimte in ons blad
Is te gering om daar verder op in te gaan. hoe
gaarne ik dit ook zou doen.
Landbouwers uit de Westhoek, begrijpt Uw be
langen, mooiere kavels, betere ontwatering, betere
wegen, minder exploitatie-kosten, groter gewin.