tot verhoging van de belastingopbrengsten SPAREN en CREDIET NATIONALE EN SOCIAL E VOORZIENINGEN Een KAPITAALVERZEKERING gesloten bij de NATIONALE biedt de volgende voordelen a. U spaart geld en dekt tevens het risico van Uw vroegtijdig overlijden! b. U versterkt Uw crediet! LEVENSVERZEKERING-BANK N.V. A de nieuwe prijs verdisconteerd. Gezien de wenselijk heid van een verdergaande uitbreiding van de var kensstapel zal de Regering alles in het werk stel len teneinde de voedervoorziening tenminste op het tegenwoordige, sinds 1 Maart j.l. verhoogde, peil te handhaven. De belemmering, die voor sommige bedrijven voor de uitbreiding van de daar aanwezige varkensstapel voortvloeide uit de instelling van de bedrijfsmaxima, zal in het komende seizoen voor de normale boerenbedrijven worden weggenomen. Op grond hiervan zal mogen worden verwacht, dat voor alle varkens, die op deze bedrijven worden aangehouden, de volledige voedertoewijzing zal worden verstrekt. Ingevolge de prijsstijging van het gedistribueerde voeder wordt het in hoge mate lonend, de productie van hoogwaardige ruwvoeders tot maximale waarde op te voeren. Zoals men ziet blijft Nederland vasthouden aan zijn veredelingspolitiek. Zolang voldoende afzet mogelijkheden voorhanden zijn lijkt ons dit ook de aangewezen weg. Er beginnen stemmen op te gaan, die op de gevaren wijzen van een dergelijk land bouwbeleid in verband met de afhankelijkheid van het buitenland. Men moet immers een flink deel van het benodigde voeder in het buitenland kopen en liefst nog in de dollargebieden en ook voor de afzet van het veredelde product is men niet alleen op de koopkracht, maar ook op de kooplust van het buitenland aangewezen. De bekende Dr Oortwijn Botjes heeft over dit onderwerp pas geleden nog in „De Nieuwe Veld bode" geschreven, doch voorlopig geloven wij nog in een zo hoog mogelijke productie van de eigen bodem, aangezien ons dichtbevolkte land juist alles wat van eigen bodem komt, zo dringend nodig heeft. Dat de productie zich moet aanpassen aan de afzetmogelijkheden spreekt vanzelve, doch een direct gevaar van oververzadiging van de buiten landse markt met veredelde producten lijkt ons nog niet aanwezig. Er moet integendeel gehoopt wor den op een voortgang van de liberalisatie van het handelsverkeer tussen de West-Europese gebieden, die juist de voornaamste afnemers zijn van bedoel de producten. De verschillende plannen om de landbouw en het landbouwbeleid in de West-Euro pese staten op elkander af te stemmen wijzen toch op de wil der betrokken regeringen tot samenwer king. Al is dit alles nog toekomstmuziek, hopenlijk komt er wat van terecht. Wij denken ook aan de Benelux en lezen dan met genoegen het bericht, dat de beperkingen nopens pootaardappelen komen te vervallen. Over deze beperkingen is gesproken op een Bene- lux-conferentie, welke op verzoek van de Belgische Regering op 24 Mei te Breda is gehouden. Van Nederlandse zijde werd ter conferentie voor gesteld, de beperkingen, welke door België aan de invoer van pootaardappelen uit ons land worden opgelegd, weg te nemen. Krachtens het Protocol van October 1950 behoren de pootaardappelen tot de niet-beschermde producten. Niettemin eist de Belgische Regering van de telers, dat slechts poot aardappelen uit Nederland mogen worden betrok ken, indien van de te importeren hoeveelheid 4 Belgische pootaardappelen worden gebruikt. De Nederlandse delegatie wees er op, dat deze bepaling een gedeeltelijke beperking van de invoer van pootaardappelen uit Nederland inhoudt, de welke in strijd met de terzake gemaakte afspraken moet worden geacht. De Belgische Ministers zegden toe, de invoer van pootaardappelen overeenkomstig de Nederlandse wens te zullen regelen, zodat de import in den ver volge niet meer aan beperkingen onderhevig zal zijn. S. De Stichting voor de Landbouw heeft het vol gende schrijven doen toekomen inzake de voor genomen verhoging van de Inkomsten- en Vermo gensbelasting en van de Successierechten. „De Stichting voor de Landbouw heeft met zorg kennis genomen van nevenvermelde wetsontwer pen. Zij acht het niet tot haar competentie in een beoordeling te treden van de vraag of het Staats budget in verband met de hogere defensie uitgaven deze nieuwe heffingen per se eist en evenmin van de vraag of wellicht langs andere en betere weg de benodigde gelden te verkrijgen zouden zijn. Wel meent zij daarentegen haar waarschuwende stem te moeten laten horen tegen de gevolgen van de voorgestelde belastingmaatregelen, in het bijzon der voor wat de boeren- en tuindersstand betreft. Inkomstenbelasting. Vooreerst is er het voorstel tot het invoeren van een extra bedrijfswinst-belasting van 57% Welke motieven er toe geleid hebben juist en alleen de bedrijfswinst tot object dezer belastingverhoging te maken, blijkt niet uit de Memorie van Toelich ting. Hoe dit ook zij, de Stichting voor de Land bouw is van oordeel, dat er geen enkele aanleiding kan zijn de winst uit landbouwbedrijven nog zwaar der te belasten dan thans reeds het geval is. Reeds meerdere malen is er van deze zijde op gewezen, dat het progressieve I.B.-tarie? op het landbouw bedrijf met zijn sterk wisselende uitkomsten en zijn typisch patriarchale verhoudingen met onbetaalde arbeid van gezinsleden, toe'1 reeds een oneven redige zware druk legt. Ook het feit, dat het bedrijfsmiddel grond, hetwelk nu eenmaal inhne- rent is aan het landibouwbedriif, reg langs de weg van grondbelasting en andere zakelijke belastingen wordt getroffen, verzwaart de fiscale positie van het landbouwbedrijf. Vermogensbelasting. De voorgestelde verhoging van de vermogens belasting moge onschuldig lijkon, zij is dit in feite niet. Deze belasting is bedoeld als extra heffing van het inkomen uit vermogen en moet derhalve ook uit het inkomen worden voldaan. Nu is, ener zijds door de verlaging van het rendement van een aantal vermogensobjocten. waaronder het onroe rende bezit in het bijzonder, anderzijds door het handhaven van de lage vrijgestelde bedragen niet tegenstaande de inmiddels ingetreden geldontwaar ding, de druk van deze heffing toch reeds aanzien lijk verzwaard. In het bijzonder geldt dit voor het vermogen toehorende tot een landbouwbedrijf. Aantasting van dit vermogen, dat vaak van ge slacht op geslacht met grote zorg is overgedragen, zal leiden tot vernietiging van een sociale struc tuur, die juist in land- en tuinbouw door het bezit van het bedrijfsvermogen in eigen hand van boer en tuinder in aanzienlijke mate mede tot de wel vaart van ons land heeft bijgedragen. Opgemerkt wordt nog, dat de hiervoor genoem de extra bedrijfswinstbelasting naast de voorgestel de verhoging van de vermogensbelasting eenzelfde object kan treffen. Immers het vermogensrende ment begrepen in de bedrijfswinst wordt door beide verhogingen getroffen. De Stichting voor de Landbouw meent eveneens te moeten waarschuwen tegen het invoeren van een progressie in de Vermogensbelasting. Het komt haar voor dat, naast de reeds zeer sterke progres sie in de inkomstenbelasting, geen ruimte blijft voor nog een progressie in de vermogensbelasting. Tenslotte meent zij dat, indien de Regering niet genegen zou zijn de voor de V. B. vrijgestelde be dragen in het algemeen te verhogen in verband met de sinds de invoering hiervan ingetreden geld ontwaarding, er alle aanleiding bestaat de voor gestelde verhoging van het vrijgestelde bedrag voor ouden van dagen, invaliden e.d. uit te breiden tot de categorie van alle vermogensbezitters, wier inkomen de grens van ƒ4500 niet overschrijdt. Van deze personen kan immers niet gezegd worden dat hun financiële situatie een extra heffing recht vaardigt. Successiebelasting. Er bestaat, naar het de Stichting voor de Land bouw voorkomt, meer reden te onderzoeken of de successiebelasting in het huidige belastingstelsel nog wel past, dan een verhoging hiervan voor te stellen. De successiebelasting dateert n.l. uit een periode dat het inkomen en vermogen niet of nauwelijks door de fiscus werden beroerd. Thans nu op dit punt zware heffingen 't instandhouden van ver mogen laat staan het vormen van vermogen bemoeilijken, kan een rechtsgrond om de overgang door overlijden aan te grijpen voor belastinghef fing niet worden aangeroerd, zeker niet in die gevallen waarin een vererving plaats vindt op echtgenoot en kinderen. Aantasting van vermogen en, waar het bedrijfsvermogen betreft, financie ringsmoeilijkheden zijn thans als sequeel dezer heffing bijna onvermijdelijk. Hierbij mag niet onvermeld blijven, dat de grote drang om allerlei bedrijfsverbeteringen in land- en tuinbouw in te voeren reeds tot een aan zienlijke schuldopneming leidt, die straks bij het openvallen der boedels, de gebruikelijke afwikke ling van de boedelscheiding in de weg staat. Geldt dit reeds tussen ouders en tussen ouders en kin deren, in nog sterker mate is zulks het geval Dij vererving tussen broers en zusters. Daarbij doet zich juist in de landbouw veelvuldig het verschijn sel voor van een gemeenschappelijke exploitatie van het bedrijf. De daaruit voortvloeiende finan cieringslast bij vererving, die niet alleen het gevolg is van de verschuldigde successiebelasting, doch eveneens van de inkomstenbelasting, die verschul digd is over de bij het overlijden aan de dag tre dende stille reserves, zal in vele gevallen de voort zetting der bedrijfsvoering in gevaar brengen. Betreft het voorafgaande de verhoging der suc cessiebelasting in het algemeen, in het bijzonder wordt ondergetekende getroffen door het feit, dat in het onderhavige wetsontwerp wel gedacht 'S aan een tegemoetkoming voor pensioen- cn lijf- rentegenieters. daarentegen de eigen spaarders in geen enkel opzicht worden ontzien. Het moet toch voor een ieder duidelijk zijn, dat juist in de agra rische sector, waar tengevolge van de hoge investeringskosten moeilijk gelden voor de aan koop van lijfrentepolissen gemist kunnen worden, een aequivalent in dit opzicht een alleszins rede lijke eis is. De van lang voorheen stammende vrijstellingen voor kapitaalsverkrijgingen zijn ten enen male onvoldoende om op redelijke wijze tegemoet te komen aan de zorg voor de nagelaten betrekkingen. Een vrijstelling voor een bedrag ten naaste bij gelijk aan de gekapitaliseerde waarde van de vrijgestelde lijfrente mag in dit opzient verwacht worden. Tenslotte wil de Stichting voor de Landbouw nog lals haar mening naar voren brengen, dat een ver hoging van de successiebelasting, die toch te be schouwen is als een heffing ineens, niet past in het kader van de voorgestelde tijdelijke verhogingen der periodieke belastingen ten bate van de defen sie-uitgaven. De hogere belasting zou immers ge heven worden van de nalatenschappen van die genen, die juist gedurende de werkingsduur van de verhoging overlijden." Lonen Nu het doorslaan, op één zetten en wieden van de bieten op dit moment zeer actueel is, menen wij er goed aan te doen de belanghebbende er met nadruk op te wijzen, dat in de C.A.O. 19511952 de volgende tarieven voor deze werkzaamheden staan aangegeven: Bieten: doorslaan op één zetten: le maal wieden 2e maal wieden ƒ32,50 tot 38,50 per ha 27,tot 34,per ha 54,tot ƒ62,per ha 38,tot 44,per ha Voor bovenstaande tarieven moeten de bieten tenminste éénmaal, vanwege de werkgever, met de machine worden gewied. Wij merken hierbij op, dat voor een normaal bietengewas het gemiddelde accoordloon dient te worden genomen, dus niet altijd het maximum. De L. rl Uitvoerige vrijblijvende inlichtingen verstrekt gaarne de SCH1EKADE 130 - ROTTERDAM - TELEFOON 82700

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 2