JJ'CiA&cLC'f't> ^'tt'6'foOl'
DE
ANGSTRAAT
HET LAND VAN
merendeel moest zich eerst over water verplaatsen
om het vaste land te kunnen bereiken-
Momenteel is deze toestand veel verbeterd, alle
polders zijn nu voorzien van telefoon en een aan
zienlijk gedeelte verbonden met het vasteland.
Het laat zich verstaan, dat organisatie en ge
meenschapsleven in de vorm van verenigingswerk,
altijd moeilijke punten zijn geweest. En hier komt
de Noord-Brabantse Mij. van Landbouw een woord
van lof toe, want zij heeft nooit versaagd de belan
gen van deze streek zo goed mogelijk te beharti
gen. In vele gevallen waren deze belangen van an
dere aard dan in overige gebieden van Brabant,
maar als leden (en dat zijn er percentsgewijze zeer
vele) geloof ik niet dat we ons ooit ten achter ge
steld hebben gevoeld bij andere gebieden.
Een belangrijke vraag, die men nu kan stellen, is
deze: hoe moeten we de toekomst van de Biesbosch
gaan zien?
Uit landbouwkundig, economisch en sociaal oog
punt gezien zullen we tot de conclusie moeten
komen, dat algehele inpoldering grote verbetering
te weeg zal brengen.
Laten we hierbij alleen maar eens denken aan
de voorziening van arbeidskrachten die dan beter
gestabiliseerd kan worden, aan een verkeersnet,
dat aan de eisen van tegenwoordig kan voldoen
(vooral van belang om producten snel aan en af
te kunnen voeren). Een punt, dat voor de Biesbosch
van groot landbouwkundig belang is, is dat men de
ontwatering dan beter in de hand zal hebben.
Een feit is en blijft het, dat met de inpoldering
een enig stuk natuurschoon verloren zal gaan,
maar ik geloof dat dit aan de toeristen meer hart
zeer zal doen dan aan de meeste inwoners.
Laten we de toekomst met vertrouwen tegemoet
zien en de wens uitspreken, dat de Noord-Brabantse
Mij. van Landbouw nog veel en nuttig werk voor
onze streek zal kunnen doen.
G. J. DE JAGER.
Biesbosch, Werkendam.
Het Land van Heusden en Altena was enkele
jaren geleden voor vele Nederlanders nog een
onbekend gebied. Dit kwam hoofdzakelijk doordat
dit gebied door de begrenzing der grote rivieren
eigenlijk een eiland is waarmee de verbindingen
niet altijd even goed waren. Gelukkig is dit de
laatste jaren veranderd en zijn wij thans nog
slechts één losse verbinding rijk, n.l. van Sleeuwijk
naar Gorinchem, die onderhouden wordt met een
tweetal veerboten.
Hoewel dit veer nogal primitief bediend wordt,
is er toch de laatste jaren, dank zij het onver
moeid streven van de Stichting tot Bevordering
van de Welvaart in het Land van Heusden en
Altena en de Biesbosch, veel verbetering gekomen.
Deze Stichting is in 1946 opgericht met als doel
de welvaart in het gebied te bevorderen en tevens
te trachten het uit zijn isolement te verlossen.
Indien nodig treedt de Stichting op als contact
orgaan tussen de verschillende organisaties en ver
enigingen, om daarmede de belangen van het ge
hele gebied in het oog te houden. Gelukkig is er
door dit coördinerend werken al veel bereikt.
Het Land van Heusden en Altena heeft een zeer
ongelijke ligging, vooral het Oostelijk en Zuidelijk
gedeelte is veel hoger gelegen dan het overig ge
deelte, zodat de boezemgemalen aan de Westelijke
kant staan en dus het overtollige boezemwater
voor het grootste gedeelte de Biesbosch ingemalen
wordt, het andere deel wordt bij Hank in de Maas
gemalen. Het verschil in hoogteligging heeft tot
gevolg dat er veel kleine waterschappen bestaan,
die ieder een eigen bemaling hebben.
De boezems van deze waterschappen worden als
volgt bemalen:
a. Het gemaal beheerd door het Waterschap „De
Drie Sluizen", gelegen te Nieuwendijk. Dit
gemaal verzorgt de uitmaling van 6200 ha,
liggende in het Noordelijk en Oostelijk gebied.
b. Het gemaal aan de Vierbansche Sluis te Hank,
dat in beheer en onderhoud is bij de Rijks
waterstaat en 2400 ha, gelegen in het midden
van het gebied, voor haar rekening neemt.
c. Het gemaal aan de Peereboom te Hank, even
als 'tonder b genoemde, ook in beheer en on
derhoud bij de Rijkswaterstaat. Dit gemaal
verzorgt het Land van Heusden met een ge
deelte van de Zuid-Hollandse polder onder
Dussen. Dit gebied is in totaal groot 6400 hia.
Een gedeelte van de Zuid-Hollandse polder
heeft nog een boezembemaling op het gemaal aan
de Vierbansche Sluis.
Als bijzonderheid kan nog vermeld worden, dat
het Waterschap „De Zuid-Hollandse polder" tot
voor kort geen polderlasten en de Ingelanden
telken jare een uitkering uit de polderkas kregen.
Door de grote oorlogsschade aan sluizen e.d. en
door het minder goede rendement van het eigen
land is dit echter ook veranderd en moeten nu
jaarlijks ook polderlasten betaald worden.
Het Land van Heusden en Altena is een zuiver
agrarisch land met bijna geen industrie. Naast
enkele betrekkelijk grote gemengde bedrijven treft
men zeer veel kleine gemengde bedrijven aan. Van
ouds heeft men zich ook veel op de fruitteelt toe-
Molen
in het
land van
Altena.
gelegd, vooral in de Noord-Oosthoek en langs de
dijk van Heusden naar Werkendam. In de bloei
maand loont het zeer zeker de moeite een tocht
door het Land van Heusden en Altena te maken,
want dan doet dit gebied niet onder voor de
bloeiende Betuwe.
Bij het maken van deze tocht, passeert men het
typische kasteel te Dussen, gebouwd omstreeks
1100. In dit geheel gerestaureerde kasteel wordt
het gemeentehuis gevestigd, terwijl tevens door de
welwillende medewerking van het gemeente
bestuur de te vestigen Tuinbouwschool hierin tijde
lijk zal worden ondergebracht.
Reeds merkte ik op, dat het kleinbedrijf de
boventoon voert, met als natuurlijk gevolg een
overschot aan landarbeiders. Vele arbeiders zijn
dan ook werkzaam in de Biesbosch, terwijl er nog
een categorie grondwerkers bestaat die toch oor
spronkelijk uit de landbouw gekomen zijn en nu in
binnen- en buitenland bij de verschillende aan
nemersmaatschappijen werkzaam zijn. Een gedeelte
der arbeiders is met de tijd meegegaan en heeft
de landbouw de rug toegekeerd. Zij zijn thans
wrerkz3am in de grote ijzer- en betonbedrijven te
Gorinchem en Dussen en op de scheepstimmer
werven te Heusden en Hardinxveld.
Rest mij nog te vermelden, dat de oude Poorters-
stad Woudrichem een bloeiende visserij had, waar
van vooral de zalmvisserij een grote bekendheid
genoot en thans nog verrijkt is met een vis-
conservenfabriek.
Almkerk, Mei 1951. A. B. SNOEK.
Met recht mag deze zo heten, immers van Geer-
truidenberg tot Den Bosch zijn de verschillende
dorpen tot een lange rij verenigd, over een lengte
van ongeveer 30 km, met alleen hier en daar een
kleine onderbreking'.
De St. Elizabethsvloed van 1421 heeft hier zijn
stempel op gezet. Immers kort na die vloed werd
enkele kilometers ten Zuiden van de Maas de grote
waterkerende dijk opgeworpen en langs deze dijk
ontstonden de diverse dorpen veilig beschermd
tegen de aloude vijand het water.
Hoe het voor die tijd was is moeilijk meer na te
gaan. Toch vindt men hier en daar nog over
blijfselen van verzwolgen dorpen, b.v. bij Raams-
donk en Capelle. Ten Noorden van deze dijk strekt
zich het grote rivierkleigebied uit, dat eeuwenlang'
een speelbal was van het rivierwater en bij hoge
waterstanden in één grote watervlakte werd her
schapen. Soms vloeide het water zelfs over de
Langstraatsedijk heen. Voeg hierbij de gebrek
kige en vaak primitieve afwatering en ge zult be
grijpen, dat dit vruchtbare land uitsluitend kon
gebruikt worden als grasland. Geen wonder dan
ook, dat zich in deze streek een uitgebreide hooi-
handel kon ontwikkelen. Het Langstraats hooi
werd zelfs spreekwoordelijk. De eertijds bloeiende
hooiperserijen in de diverse dorpen getuigen hier
van.
Het spreekt vanzelf dat de veeteelt mede een der
hoofdbronnen van bestaan was. Vanouds ontwik
kelde zich dan ook een uitgebreide veehandel. Tot
op de huidige dag zijn vele boeren nog steeds meer
handelaar dan fokker. Vooral bij het jongere ge
slacht begint hierin enige kentering te komen,
zodat in de meeste dorpen thans fokverenigingen
zijn. Dit is een verblijdend verschijnsel, want de
doorsnee Langstraatse bedrijven bestaan van 60
tot T0 zelfs 80 uit weiland, zodat melk de groot
ste bron van inkomen vormt.
Vandaar dan ook, dat er verschillende coöpera-
V
tieve zuivelfabrieken zijn, waarvan de fabriek ,ce
VrijhoeveCapelle wel een der grootste is. Volgens
het jaarverslag 1950 werd aan deze fabriek ruim
11% millioen kg melk geleverd met een gemiddeld
vetgehalte van 3,528 door 579 leden. Daar het
gemiddelde vetgehalte van alle Nederlandse fabrie
ken dit jaar 3,62 was, valt er aan de verbetering
van de veestapel nog heel wat te doen.
In de laatste 30 40 jaren, mede door 't graven
van de Nieuwe Maas, waardoor de waterstaatkun
dige toestand veel verbeterde en diverse polders
behoorlijk vloedvrij konden gemaakt worden, is
veel weiland van weleer tot bouwland geworden.
Maar nog kan veel verbeterd worden. De uitvoe
ring van het Biesboschplan met afsluiting van het
Oude Maasje en de Donge is voor deze streek van
buitengewoon groot belang.
De hooihandel is grotendeels verdwenen, maar
de veeteelt heeft zich sterker uitgebreid.
Een handicap is de zeer grote versnippering der
bedrijven. De grond ligt soms kilometers ver, hei
en der van de bedrijfsgebouwen verwijderd.
Ruilverkaveling zou hierin nog veel verbetering
kunnen brengen.
In dit gebied zijn de afdelingen Raamsdonk en
Capelle lid van onze jubilerende Noord-Brabantse
Maatschappij van Landbouw. De boeren in de
overige dorpen zijn aangesloten bij de N.C.B.
Capelle met zijn 280 leden behoort tot de groot
ste afdeling der N.B.M.L. Beide afdelingen zijn
tevens coöperatieve aankoopverenigingen, aange
sloten bij het Centraal Bureau.
De afdeling Capelle beschikt over een eigen
maalderij.
In Sprang-Capelle heeft de N.B.M.L. een Chr.
Lagere Landbouwschool en een Chr. Landbouw-
huishoudschool gesticht, die beiden van groot be
lang vóór deze streek zijn. Naast landbouw en
veeteelt heeft ook de tuinbouw zich ontwikkeld.
Vooral Capelle met zijn platglas en wa-
renhuizen is een bloeiend tuinbouwcen-
trum, Drunen bezit een grote groenten-
veiling.
Ook de industrie heeft zich in de Lang
straat sterk ontwikkeld. Vanouds vonden
velen een bestaan in de leerlooierijen en
de schoenindustrie, waarvan Waalwijk het
centrum vormt.
De Langstraatse bevolking is een nijve
re bevolking en de Langstraatse boer en
tuinder in 't bijzonder, zijn harde werkers,
Laat mij dit beknopt overzicht mogen
besluiten met de wens, dat onze jubileren
de organisatie nog veel en nuttig werk
mag verrichten, in het bijzonder voor haar
Langstraatse leden.
Tuinbouw te 's-Grevelduin-Capelle.
Capelle.
B. J. ELSMAN.