zand
bedrijven
latfelanósvrouwen
Onze
in
Midden- en
Oost-Brabant
DE BOND
Vai1 M
P
Bij het 100-jarig bestaan van de Noord-Brabant
se Mij. van Landbouw, willen wij gaarne in dit
extra jubileumnummer de gelegenheid accepteren
iets over ons werk te vertellen.
Dank zij het initiatief van de Noord-Brabantse
Mij van Landbouw werd in het Ibegin van het jaar
1938 de Noord-Brabantse afdeling van de Bond
van Plattelandsvrouwen te Breda opgericht.
Zeer dankbaar zijn wij voor de voortdurende
goede samenwerking en de onderlinge verbonden
heid van de gemeenschappelijke belangen van het
platteland.
Uiteraard kon slechts een bescheiden ibegin
gemaakt worden en toch is er in deze jaren reeds
veel ondernomen, zodat het in dit overzicht, dat
slechts beknopt is, ondoenlijk is alles te noemen.
Om lijn in het werk te krijgen is direct een begin
gemaakt met het opmaken van lijsten van ge
schikte onderwerpen voor lezingen en cursussen
in de afdelingen en zijn aanwijzingen gegeven voor
ontspanning o.m. door het houden van excursies.
Deze gegevens worden ieder jaar vernieuwd en
aangevuld en jaarlijks worden enige belangrijke
onderwerpen in het centrum van het werkprogram
gesteld. Door het houden van provinciale en lan
delijke bijeenkomsten, die mede door de grote
opkomst, ongetwijfeld de hoogtepunten vormen in
ons verenigingsleven en door vergaderingen van
bestuursleden en contact-commissie, wordt naar
eenheid in het Bondswerk gestreefd.
De activiteit van de leden en daarmede de be
langstelling voor het werk wordt geprikkeld door
het behandelen van vraagpunten, door het ver
zamelen van gegevens over verschillende huis
houdelijke aangelegenheden (voeding, kleding, het
besteden van huishoudgeld), door het houden van
wedstrijden en tentoonstellingen van eigen ge
kweekte groenten, bloemen, inmaak, bakwerk,
handwerken en practische kledingstukken.
Wij hebben ons steeds in te stellen op het eigene
van het platteland in zijn grote verscheidenheid
om vandaar uit de vrouwen de ontwikkeling te
brengen die zij in deze tijd bij de uitoefening van
haar omvangrijke taak als verzorgster van het
gezin, als opvoedster der kinderen en deelgenote in
het bedrijf, behoeven, om haar inzicht in haar
levenstaak en de plaats, die zij als bewoonster van
het platteland inneemt, te verdiepen en te verbre
den en om de levensomstandigheden mede te ver
beteren.
Er werden lezingen gehouden over „De platte
landsvrouw en haar taak als opvoedster". „Vrou
wen van vroeger en vrouwen van thans". „Land
bouw en volksleven". „Wat heeft het plattelands
kind nodig". „Het kind en zijn spel". „Het aan
deel van de vrouw in de voedselvoorziening"
„Vrouwen leven in moeilijke tijden". Het leven
der bijen". „Kleding en woninginrichting".
In sommige afdelingen was een Beatrix bus voor
hulp aan behoeftige kraamvrouwen, medewerking
werd verleend aan bazars van kruisverenigingen,
avonden en tochtjes voor ouden van dagen werden
georganiseerd, Kerstpakketten uitgedeeld, cursus
sen gegeven in kinderverzorging en ziekenverple
ging. Aan sociaal gevoel ontbreekt het onze leden
niet. In het besef dat ons Bondsleden tot dergelijke
uitingen en gemeenschapszin kracht en bezieling
geeft, en verder in het bedenken, dat onze arbeid
van de grootste waarde is voor de samenleving ten
plattelande en in wijder verband voor de hele
volksgemeenschap, vinden wij
zeker een stimulans om ons
met ernst en toewijding aan
deze arbeid te geven.
Het landbouwhuishoudonder-
wijs heeft onze volle aandacht.
Wij trachten te bevorderen
dat alle plattelands-meisjes in
het bezit zijn of komen van
een diploma landbouwhuison-
derwijs, of dat zij een cursus
aan een volkshogeschool vol
gen. Vele meisjes worden ge
holpen aan een goed, tijdelijk
verblijf op een boerderij zowel
in eigen land als in het bui
tenland, waardoor zij in de ge
legenheid zijn het boerenleven
elders van nabij te leren ken
nen en waarderen.
Een grote aanwinst was
zeker wel het eigen maandblad
„De Plattelandsvrouw". Door
ons werk bevorderen wij ech
ter niét alleen de ontwikkeling
en behartigen wij de belangen
onzer leden, maar ongetwij
feld is in deze jaren ook de
gemeenschapszin versterkt, is
er een band gelegd tussen
vrouwen uit verschillende
delen van onze provincie. Ook
hebben wij, en dat is niet van
minder belang, de plattelands
bevolking in haar verscheiden
heid beter leren verstaan en
dit zal de verdere ontwik
keling van ons werk weer ten goede komen. We
werken samen met de commissie voor huishoude
lijke voorlichting ten plattelande, met de commiss,c
boerderijen bouw en met het opbouworgaan voor
Noord-Brabant.
Onze presidente heeft zitting in de provinciale
vrouwenraad als overkoepelend lichaam van alle
organisaties in Noord-Brabant.
Onze tijd roept om samenwerking. Ik hoop, dat
ons Nederlandse platteland deze roep goed weet te
verstaan en dat het ons zal gelukken in de komen
de jaren ons werk nog verder uit te breiden en we
ons mogen verheugen in groeiende belangstelling
van onze leden, die bereid zijn mede te werken.
Steeds zal ik diep in mijn hart dankbaar blijven
voor wat ik, èn in de plaatselijke afdeling Zeven
bergen èn in mijn provinciale organisatie Noord-
Brabant, helb mogen ondervinden aan vriendschap
en onderling begrijpen. Mogen wij een aanspo
ring vinden om ons met ernst en toewijding met
onze igehele prsoonlijkheid ons werk te smeden tot
een hecht geheel, alle vrouwen van het platteland
omvattende alle dienaressen van haar Geloof en
van haar geliefd Vaderland.
De ex-presidente, G. NELEMANS,
„Nassauhoeve", Moerdijk.
zoer veranderd. We kunnen dus ook gerust zeg
gen, dat de zandbedrijven hun achterstand goed
deels hebben ingehaald.
Het is een niet te loochenen feit, dat er op de
zandbedrijven de laatste tientallen jaren hard is
gewerkt om uit de grond te halen wat er uit te
halen is.
Dit moest ook wel, de zandboeren hebben be
grepen, dat het "ging om hun bestaan. En al is
het waar, dat de kunstmeststoffen een grote stoot
tot hogere opbrengst hebben gegeven, waardoor
het algemene beeld op de zandbedrijven totaal
is gewijzigd, evenzeer is het waar, dat de strijd
om het bestaan, de bittere noodzaak om zich te
kunnen handhaven, de zandboer wakker heeft ge
schud, om zich zowel theoretisch als practisch te
bekwamen.
Ik herinner me nog zeer goed, dat het 30 jaar
geleden geen bijzonderheid was, wanneer de land-
bouwwintercursussen door boeren van 50 tot 60
jaar oud, regelmatig werdert gevolgd.
De richtlijnen op deze cursussen gegeven, werden
in de praktijk toegepast en het is dan ook voor een
groot gedeelte te danken aan voorlichting en on
derwijs, dat de zandbedrijven in hun strijd om het
bestaan de juiste wegen hebben gevonden.
Door toepassing van de kunstmest was het ook
mogelijk dat vele bedrijven konden worden uit
gebreid en nieuwe bedrijven konden worden ge
sticht.
Grote complexen heidegrond zijn ontgonnen en
in cultuur gebracht, herschapen in vruchtbaar
bouw- of weiland en ook vandaag en in de nabije
toekomst staat er nog veel op het programma, dat
in bewerking is of waarvoor de plannen gereed
liggen. Of alles in orde is? Bij lange na niet. Er
De zandgronden beslaan een zeer grote opper
vlakte van het geheel der provincie Noord-Brabant.
Enkele tientallen jaren geleden werd nog weinig
aandacht geschonken aan dit grote gebied beneden
de Moerdijk. Daar woonde immers de zandboer,
of de „zandhaas", zoals hij door velen smalend
werd genoemd. Er was dan ook een grote achter
stand ten opzichte van de kleistreken en de zavel
gronden. Doordat over het algemeen de bedrijven
klein waren en de opbrengsten gering, werkte de
zandboer van vroeg tot laat voor een schamel be
staan. Door .de jaren heen is deze toestand wel
Minister Mansholt sprak op onze
Algemene Vergadering (27 1950>.
Foto van Loon
BOERDERIJ IN OOST-BRABANT
zijn nog zoveel problemen, die om een oplossing
vragen, dat we ze niet alle kunnen noemen. Enkele
wil ik echter wel naar voren brengen en wel: de
ruilverkaveling, het ontwaterings- en het bewate-
ringsvraagstuk en het kunstweide svsteem. Drie
dingen die voor de meeste zandbedrijven van het
grootste belang zijn. Ik wil hier niet nader op
ingaan omdat ieder punt een afzonderlijke bespre
king vereist. Dit aantal vraagstukken is met vele
te vermeerderen en we zijn er heus nog niet aan
toe ons voldaan op de borst te slaan en te menen
dat nu alles in orde is.
Vele vraagstukken wachten op een oplossing.
Zij zullen in samenwerking met elkander moeten
tot stand gebracht worden. Daarvoor is een
organisatie nodig, daarvoor is samenwerking
noodzakelijk. Daarvoor is ook onze Standorgiani-
satie, de Noord-Brabantse Mij van Landbouw.
Wanneer we nagaan, wat in de loop van deze hon
derd jaren door deze Maatschappij is gedaan, ook
voor de zandbedrijven, dan wordt het ons warm
om het hart. Er zal een gedenkboek verschijnen
over het werk van onze Maatschappij. Laat iedere
boer van het zand zonoen dat hij daar een exem
plaar van in zijn bezit krijgt. Laat de historie ons
vertellen, hoe er is gewerkt, ook door onze Maat
schappij voor de boerenstand en laiat dit ons dan
aanvuren om nu en in de toekomst eensgezind en
met alle krachten onze organisatie te steunen op
dat ook voor onze zandgebieden de Noord Brabant
se Maatschappij van Landbouw haar opbouwend
werk, moge voortzetten.
C. DE ZEEUW,
Voorzitter van de Kring Oost-Brabant.