N.
b*l
ff
WS'WBÊm-
ongaren
Het
der
Noord-Brabantse Maatschappij van Landbouw
DE
en de
CeuwfQQsi
Toen ik van de jubileumcommissie der N.B.M.L.
een verzoek ontving om in het jubileumnummer
van haar orgaan „Het Zeeuwsch Landbouwblad,
waarin opgenomen het Noord-Brabants Landbouw
blad", een artikel te schrijven over het Eeuwfeest
der Noord-Brabantse Maatschappij van Land
bouw, waren mijn eerste gedachten: Kan ik, onder
wiens voorzitterschap de N. B. M. L. in 1931 haar
50-jarig en in 1941 haar 60-jarig jubileum vierde,
thans in 1951 een artikel schrijven ter herdenking
van het 100-jarig bestaan onzer Maatschappij?
Ik heb toen de herdenkingsrede, door mij gehou
den op de algemene vergadering ter gelegenheid
dezer jubilea, er eens op na gezien en daarin ge
lezen dat ik in 1931 o.a. heb gezegd:
„Zoals reeds gezegd, werd de Noord-Brabantse
Maatschappij van Landbouw opgericht in 1881.
Reeds lang vóór dien bestonden in verschillende
gemeenten van Noord-Brabant plaatselijke land-
bouwverenigingen en clubs en werd er zelfs reeds
in 1851 een Maatschappij van Landbouw, Tuinbouw
en Veeteelt opgericht in het arrondissement Breda,
waarvan Z. M. Koning Willem III op 16 Juni van
dat jaar het Beschermheerschap aanvaardde.
Deze Maatschappij telde zes afdelingen met pl.m.
600 leden en stelde zich ten doel de landbouw te
bevorderen door het houden van tentoonstellingen,
ploegwedstrijden, keuringen van vee, harddrave
rijen, enz. In één der jaarverslagen der Maat
schappij uit die tijd, komt de volgende zinsnede
voor:
„Al te lang was de boerenstand door zijn achter
lijkheid, gewoonten en gebruiken een voorwerp
van onverdiende minachting bij den zogenaamden
burger".
Ook blijkt uit de verslagen, dat destijds de land
bouwersstand er slecht aan toe was, zulks door de
lage prijzen der producten, onvoldoende opbreng
sten en gebrek aan technische kennis.
De nood der tijden heeft dus in 1851 vooraan
staande personen in het arrondissement Breda er
reeds toegebracht om te trachten
de landbouwbelangen te beharti
gen door inniger samenwerking
dan zulks door plaatselijke ver
enigingen kon geschieden. Daar
de Noord-Brabantse Maatschap
pij van Landbouw de opvolger
was en is geboren uit de bedoelde
Maatschappij, zouden wij heden
dus ook kunnen spreken van de
herdenking der oprichting onzer
Landbouw Maatschappij in 1851
en dus haar tachtigjarig bestaan
mogen vieren.
Wij Brabanders zijn er echter
van overtuigd, dat bescheidenheid
de mens siert, daarom herdenken
wij heden slechts het 50-jarig be
staan der Noord-Brabantse Maat
schappij van Landbouw."
Het was dus uit bescheidenheid
dat de N. B. M. L. in 1931 slechts
heeft geest ter herinnering aan
haar 50-jarig bestaan onder haar
tegenwoordige naam en dat de
dertig jaren van haar bestaan
onder een enigszins andere naam,
waarbij het gebied harer werk
zaamheden zich beperkte tot het
arrondissement Breda, wel wer
den gememoreerd, doch dat zij
niet pretendeerde reeds 80 jaren
te bestaan.
Daar nadien echter verschillen
de der zuster-organisaties, die
met haar te samen zijn verenigd
in het Kon. Ned. Landbouw-
comité en die eveneens oorspron
kelijk onder een andere naam
hebben gewerkt en/of een kleiner
werkgebied hebben bearbeid,
toch ook reeds hun 100-jarig
jubileum hebben gevierd, acht ik
het thans verantwoord en geen
bewijs van grootdoener;], indien
thans wordt gejubileerd omdat
de N. B. M. L. voor honderd jaar
haar werkzaamheden is begon
nen.
Bij veel verschil is er toch ook in vele opzichten
gelijkheid in doel en werkwijze der Maatschappij
gedurende deze honderd jaren te constateren en
eveneens ten opzichte van de omstandigheden
waaronder de landbouw verkeerde.
Zoals uit haar naam blijkt was evenals thans ook
vóór honderd jaren het doel der Maatschappij om
de belangen van Landbouw, Tuinbouw en Veeteelt
te behartigen. Toen trachtte zij het doel hoofdzake
lijk te bereiken door het bevorderen van het hou
den van tentoonstellingen, ploegwedstrijden, keu
ringen van vee, harddraverijen enz., zodat zij hare
werkzaamheden in de eerste plaats bepaalde tot
het geven van voorlichting op technisch terrein.
Hoewel thans ook dergelijke middelen niet wor
den veronachtzaamd, beperkt haar werkterrein zich
thans meer tot het adviseren, verzoeken richten
tot- en becritiseren van maatregelen der Overheids
instanties over alle zaken waarbij de landbouw is
betrokken. Ook de culturele voorlichting is in de
loop dezer eeuw meer op de voorgrond gekomen
bij het werk der Maatschappij.
Hoewel voor honderd jaren de verenigingen en
clubs, die trachtten de landbouw te bevorderen en
de belangen van hen die daarin werkzaam waren te
bevorderen, kleiner waren dan thans, toch was er
ook toen reeds een zoeken en tasten om door meer
samenwerking betere resultaten te bereiken. Wel
heeft de samenwerking in de achter ons liggende
eeuw dikwijls veel te wensen over gelaten, waren
er zelfs perioden van afbraak, maar toch kan wor
den geconstateerd dat er thans bij dit Eeuwfeest,
al is het dan niet in de vorm en op de wijze zoals
het Bestuur en de leden der N. B. M. L. zulks het
meest gewenst achten, een samenwerking bestaat
tussen de provinciale en landelijke landbouworga
nisaties, waardoor veel wordt bereikt in het belang
van allen, die direct of indirect in of door de land
bouw hun bestaan vinden. In dit verband mag
zeker ook worden gememoreerd de betere verhou
ding en samenwerking van thans tegenover voor
heen van de landbouwers- en landarbeiders-organi
saties.
Perioden van voor- en tegenspoed voor de land
bouwers zijn elkaar opgevolgd in de eeuw die ach
ter ons ligt.
De nood der tijden bracht in 1851 de voorman
nen in het arrondissement Breda er toe om een
Landbouwmaatschappij op te richten; in 1881, dus
in het begin der nog steeds meermalen genoemde
tachtiger crisisjaren werd deze herdoopt in Noord-
Brabantse Maatschappij van Landbouw en werd
haar werkgebied en eveneens het terrein harer be
moeienissen uitgebreid; in 1931 jubileerde de
N. B. M. L. tijdens de toen heersende landbouw
crisis; in 1941 werd wel het 60-jarig bestaan der
N. B. M. L. op een algemene vergadering herdacht,
P. M. SNEEP te Dinteloord.
Vooratter der N. B. M. L.
van 1923—1945.
doch gebeurde zulks in alle bescheidenheid, omdat
wij in de bezettingstijd leefden en toen reeds de
vrees bestond dat het einde van haar bestaan ge
naderd zou zijn omdat er bij haar Bestuur en hare
leden geen bereidwilligheid bestond om bij de
Landstand aan te sluiten.
Thans, nu wij dit Eeuwfeest gaan vieren, leeft de
gehele wereld op een vulkaan en weet niemand
wat de toekomst ons zal brengen. Maar wel weten
wij dat het in de achter ons liggende eeuw voor de
landbouw in het algemeen en ook voor de Noord-
Brabantse Maatschappij van Landbouw steeds bij
afwisseling een tijd van up and downs is geweest,
doch dat het momenteel voor allen die van de land
bouw leven een betere tijd is dan zoals deze in het
grootste gedeelte der achter ons liggende eeuw ls
geweest. De Noord-Brabantse Maatschappij van
Landbouw heeft daarom redenen om haar honderd
jarig bestaan feestelijk te herdenken, want zij heeft
steeds naar vermogen het hare er toe bijgedragen
om de belangen van de landbouw en die der land
bouwende bevolking te behartigen. Zij verkeert
momenteel in een bloeiende toestand, haar ledental
is groeiend en het gebied harer werkzaamheden
breidt nog steeds uit.
Dat het haar gegeven moge zijn, onder Gods
zegen en door de eendrachtige samenwerking van
haar leden met het Bestuur, ook in de tweede eeuw
van haar bestaan de belangen van de landbouw en
van hen die daarin hun bestaan vinden, steeds en
overal waar daartoe de gelegenheid zal bestaan, te
behartigen, is de oprechte wens van
De oud-voorzitter der Noord-Brabantse
Maatschappij van Landbouw,
P. M. SNEEP.
Bij het herdenken van het feit dat 100 jaar ge
leden de Maatschappij van Landbouw, Tuinbouw
en Veeteelt in het arrondissement Breda werd op
gericht, willen wij als Jongeren-organisatie van de
Noord-Brabantse Maatscnappij van Landbouw
niet achter blijven om onze hartelijke gelukwensen
aan te bieden.
Als jongeren uit de organisatie van de Noord-
Brabantse Maatschappij van Landbouw valt het
ons wel wat moeilijk om ons in te denken wat een
stuk organisatieleven ons hier voor ogen wordt ge
houden.
Ons jongeren, die met jaren, hoogstens met een
tiental jaren rekenen, bekruipt onwillekeurig een
gevoel van ontzag wanneer we het werk van drie
generaties zien: Honderd jaar Maatschappij van
Landbouw in ons gewest.
Er moeten toch wel belangrijke drijfveren aan
wezig zijn geweest en nog aanwezig zijn om dat
mogelijk te maken.
Die waren er en zijn er dan ook inderdaad.
De eerste oogmerken van de organisatie warep,
door onderlinge samenwerking pogingen in hét
werk te stellen landbouw, veeteelt en tliihboiiw op
een hoger peil te brengen, mede door verbetering
van werkmethoden en werktuigen.
Hiertoe werden tentoonstellingen en wedstrijden
georganiseerd. Maar al spoedig werd begrepen
dat groepering van stadgenoten macht vertegen
woordigt en macht alleen maar macht is wanneer
deze strijdbaar is en dientengevolge ook strijden
moet.
De aan- en verkoop van de producten voor en
van het bedrijf waren terreinen die de volle aan
dacht vereisten. De coöperatieve gedachte brak
baan.
Uok de sociale sector van het bedrijfsleven vroeg
de aandacht en kundig overleg werd vereist tussen
werkgever en werknemer. In tijden van laagcon-
juctuur vocht de georganiseerde landbouw voor de
meest elementaire benoeften van het boerengezin.
Het orgamsatieleven werd gekenmerkt door er
kenning van het verleden, bewust zijn van het
heden en hoop op de toekomst.
Dit is het richtsnoer waardoor iedere goede be
windsman zich zal laten leiden.
Zo ging het ook in de Noord-Brabantse Maat
schappij van Landbouw.
Vooral onderwijs en voorlichting werden van
groot belang geacht.
Scholen werden opgericht, schoolbezoek werd ge
stimuleerd. Verzekeringen op elk terrein werden
opgericht en krachtig werd het jongerenwerk ge
stimuleerd, opdat mede door deze middelen een ge
slacht zou opgroeien dat bekwaam geacht zal
mogen worden om de veelzijdige moeilijkheden van
het hedendaagse bedrijfsleven het hoofd te bieden.
Wanneer wij als jongeren al deze facetten van
het organisatieleven bezien, dan past ons slechts
één gedachte en dat is: dankbaarheid.
Dankbaarheid jegens hen, die op velerlei terrein
de weg hebben gebaand en richting hebben ge
geven.
Aan ons de taak om ons te bekwamen zodat we
voorbereid zijn om wanneer het nodig is de fakkel
over te nemen, opdat de Noord-Brabantse Maat
schappij van Landbouw in lengte van dagen zal
blijven wat zij is en is geweest.
A. B. BAREL,
Voorzitter Jongerenorganisatie der N.B.M.L.