Noord-Brabantsche
Mij van Landbouw
JUBILEUMVERGADERING DER
NOORD-BRABANTSE MIJ VAN
LANDBOUW.
HET VERZEKEREN VAN AUTO'S
EN TRACTOREN.
NED. BOND VAN PLATTELANDS
VROUWEN.
Afd. Noord-Brabant.
PREMIEREGELING VOOR
GRONDONDERZOEK.
STIERENVERORDENING 1950.
HET VERVOEDEREN VAN
AARDAPPELSCHILLEN.
TARWEREGELING, OOGST 1950.
op 30 Mei 1951 in het Gebouw „Concordia"
te Breda.
9.30 uur v.m. Opening.
Jubileumrede van de voorzitter.
Toespraken.
Mededelingen.
12.30 uur n.m. Koffiemaaltijd.
14.uur n.m. Opvoering van de revue:
„EN DE BOER PLOEGT VOORT"
Honderd jaren vreugde en leed van de Bra
bantse landbouw.
17.30 uur n.m. Sluiting.
Een groot aantal leden gaf zich via de afdelings
secretarissen voor bijwoning van deze buiten
gewone ledenvergadering op. Ruim 550 deelnemers
gaven zich tot nu toe op voor deelname aan de
koffiemaaltijd. Ook vele leden van de Bond van
Plattelandsvrouwen en de Jongerenorganisatie
willen deze vergadering gaarne bijwonen en zijn
uiteraard van harte welkom. Men geve zich dan
alsnog via de eigen afdeling dan wel rechtstreeks
bij het secretariaat der N. B. M. L. op en vermelde
daarbij of men de gehele vergadering dan wel alleen
de revue wenst bij te wonen. Ook of men aan de
gezamenlijke koffiemaaltijd (prijs ƒ2,50) wenst
deel te nemen.
Voor iedere afdeling zullen in de zaal „Concor
dia" groepsgewijze een aantal plaatsen worden ge
reserveerd, overeenkomende met het aantal deel
nemers (sters), dat zich uit de betreffende afdeling
voor deelname opgaf. De commissie van ontvangst
zal bij de ingang aanwezig zijn voor het aanwijzen
van de plaatsen en de regeling van een en ander.
Vriendelijk doch dringend verzoeken wij allen, op
tijd, doch uiterlijk om half tien v.m. aanwezig te
zijn. Wie later komt loopt de kans, gezien de grote
belangstelling, niet op een zitplaats te kunnen
rekenen.
Voor het parkeren van de auto's is de Marken-
daalseweg (tegenover „Concordia") aangewezen,
waar volop ruimte is. De politie heeft toegezegd
bij deze regeling volle medewerking te zullen ver
lenen.
In het nummer van volgende week, dat dank zij
de welwillende mèdewerking van de Z. L. M. spe
ciaal gewijd zal zijn aan het jubileum der Noord-
Brabantse Mij. van Landbouw, zullen nadere bij
zonderheden omtrent deze dag worden bekendge
maakt.
Ingevolge besluit van de op 20 Maart j.l. gehou
den vergadering van het Hoofdbestuur der N. B.
M. L. is nader contact op genomen met het Bestuur
van de Z. L. M. en de Onderlinge Verzekeringsmij.
voor Motorvoertuigen van deze organisatie, inzake
de mogelijkheid dat ook leden der N. B. M. L. aan
deze Onderlinge kunnen deelnemen.
De intussen gevoerde besprekingen hebben er
toe geleid, dat deze mogelijkheid thans is openge
steld. Door de N. B. M. L. zullen enkele vertegen
woordigers worden aangewezen in de uitvoerende
commissie der Onderlinge, terwijl de details van
de getroffen regeling zo spoedig mogelijk zullen
worden bekendgemaakt. Leden der N. B. M. L.,
die hun auto of tractor bij deze onderlinge tegen
wagenschade en/of wettelijke aansprakelijkheid
willen verzekeren kunnen zich hiertoe aanmelden
bij het secretariaat der N. B. M. L., Noordhaven 21,
te Zevenbergen. Voor hen gelden dezelfde voor
waarden en condities, die voor de leden der Z. L. M.
gelden.
Dat deze voorwaarden en condities zonder meer
gunstig zijn te noemen, moge blijken uit de belang
stelling, welke in Zeeland voor deze onderlinge
blijkt te bestaan, alsmede uit de publicaties hiervan
in de kolommen van de Z. L. M.
Wij twijfelen er niet aan of onze leden zullen
de samenwerking in deze Onderlinge van de Z. L.
M. ten zeerste op prijs stellen en hiervan in hun
eigen voordeel op ruime schaal gebruik maken.
Op 8 Mei j.l. hield de afd. Noord-Brabant van
de Ned. Bond van Plattelandsvrouwen haar alge
mene ledenvergadering in hotel „Tholenaar" te
Zevenbergen. Mevr. van Drimmelen begroette als
presidente van de ontvangende afd. Zevenbergen
alle aanwezigen, waarna door de Eurgemeester van
Zevenbergen een welkomstwoord werd uitge
sproken.
De presidente van de Provinciale afdeling mej.
G. Nelemans wees in haar openingsrede op de acti
viteit en goede geest welke in de afdelingen heerst,
alsmede de prettige samenwerking met de Noord-
Brabantse Maatschappij van Landbouw en Jonge
ren-organisatie.
Notulen en jaarverslag werden vervolgens voor
gelezen door mevr. Molengraaff en mevr. Van
Poortvliet. Hieruit bleek o.a. dat in het afgelopen
jaar ook zitting werd genomen in de inmiddels op
gerichte Prov. Raad voor vrouwelijke vrijwillige
hulpverlening. Vervolgens werd door mevr. Ver
hoeven als penningmeesteresse het financiële ver
slag uitgebracht. Hierna werd de agenda voor de
te Utrecht te houden algemene vergadering van de
Bond behandeld.
Door vertegenwoordigsters van alle afdelingen
werd vervolgens verslag uitgebracht van het werk
der afdelingen in het afgelopen jaar. Deze versla
gen getuigden over het algemeen van een op
gewekt verenigingsleven.
De presidente mej. Nelemans, die aftredend en
niet herkiesbaar was, sprak vervolgens een af
scheidswoord. Mej. Nelemans heeft deze functie
vanaf de oprichting van de Bond in 1938 op zeer
verdienstelijke wijze vervuld en slechts node ziet
men haar vertrekken.
Hiervan getuigde ook de nieuwe presidente mevr.
Blomhert, die haar namens het bestuur een mooi
bureauklokje als aandenken aanbood.
Mej. Rijken sprak vervolgens namens het Hoofd
bestuur, de heer Barel namens de Jongeren-organi
satie, terwijl de heer Korteweg enige misverstan
den inzake het deelnemen aan de jubileumdag der
N. B. M. L. op 30 Mei a.s. ophelderde. De dag van
30 Mei hopen we als een grote familie te vieren en
daarom zijn natuurlijk ook de leden van de Bond
van Plattelandsvrouwen van harte welkom.
Vooraf aanmelden van de deelname voor voor
middagvergadering, koffiemaaltijd en revue is dan
echter wel gewenst. Men kan dit via de eigen
plaatselijke afdelingen opgeven.
Na het gezamenlijk gebruiken van een Brabantse
koffietafel vertoonde de heer Truxor op het podium
verschillende ~van zijn goocheltoeren. De hoofd
schotel van de middagvergadering vormde rethorica
onder leiding van mevr. Aafje Top uit Amsterdam.
Dit leerzame en onderhoudend optreden viel zeer
in de smaak.
Na het zingen van het Brabants volkslied volgde
sluiting van deze geanimeerde vergadering.
Evenals in vorige jaren wordt er vanwege de
Dienst Kleine Boerenbedrijven, weer geld ter be
schikking gesteld aan de Rijkslandbouwvoorlich-
tingsdienst om daarmede het grondonderzoek, spe
ciaal op de kleinere bedrijven, aan te wakkeren.
De boeren met bedrijven beneden de 10 ha die
als hoofdberoep landbouwer of veehouder zijn, krij
gen bijna de helft (40 van de normale kosten
van het grondonderzoek minder te betalen.
Het bedrag dat ons ter beschikking is gesteld is
niet groot.
Wij geven dus ieder die er profijt van kan heb
ben, de raad, om zo snel mogelijk bij de rayon
assistent van de Landbouwvoorlichting in zijn
buurt op te geven, hoeveel grondmonsters er bij
hem genomen en onderzocht moeten worden.
Wie het eerst komt, het eerst maalt.
Tevens is de gelegenheid weer opengesteld om
in de periode van 15 April tot 25 Juli, grondmons
ters ter onderzoek in te zenden voor z.g. „uitge
steld onderzoek".
„Uitgesteld onderzoek" wil zeggen, dat het onder
zoek wordt verricht op een tijdstip dat het Bedrijfs-
laboratorium het best gelegen komt. De monsters
ingezonden voor „uitgesteld onderzoek" ontvangen
een korting in de kosten van 15
Voor deze regeling komen alle bedrijven in aan
merking, dus ook de bedrijven groter dan 10 ha.
Inlichtingen over de monsterneming en verzen
ding worden verstrekt door de assistenten van de
Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst.
De Wnd. Rijkslandbouwconsulent
te Zevenbergen.
Met ingang van 1 September 1950 is een nieuwe
regeling in werking getreden, betreffende het aan
houden van stieren. Deze nieuwe regeling staat
bekend onder de naam: Stierenverordening 1950 en
is in Augustus van het vorige jaar in de landbouw
bladen bekend gemaakt. Het is evenwel geibleken,
dat er tegen deze verordening nog overtredingen
worden begaan. Het komt ons daarom nuttig voor,
de zakelijke inhoud van deze verordening nog eens
in het kort onder de aandacht van de veehouders
te brengen.
Vooreerst zij vermeld, dat de stierenverordening
1950 is uitgegaan van de Rijksoverheid, in dit geval
vertegenwoordigd door het Bedrijfschap voor Vee
en Vlees. Hij geldt dus voor het gehele land en
overtreding is strafbaar.
De inhoud is als volgt:
Het aanhouden van stieren, die een leeftijd van
8 maanden of een levend gewicht van 250 kg heb
ben bereikt, is slechts toegestaan, indien de stie
renhouder in het bezit is van een geldig aanhou-
dingsbewys.
Als zodanig kunnen dienst doen elk van de vol
gende bescheiden.
Voor stieren, geregistreerd bij een Stamboek:
1. a. een bewijs van inschrijving in het Register
voor Jongvee van het Nederlands Rundvee
stamboek;
b. een bewijs van voorlopige dan wel van defi
nitieve opneming in het Stamboek van het
N.R.S.
1. Een door het Fries Rundveestamboek uitge
reikt identiteitsbewijs.
Voor stieren, alleen geregistreerd bij een fokver-
eniging (en dus niet tevens bij een stamlboek) een
uittreksel uit het Jongveeregister van de betrokken
vereniging.
Deze bescheiden zullen evenwel slechts worden
afgegeven voor stieren, die aan bepaalde eisen in
zake productie-afstamming voldoen.
De fokkers van de,bij het N.R.S. of F.R.S. gere
gistreerde stieren worden vanwege deze stamboe
ken automatisch in het bezit gesteld van bovenge
noemde bescheiden, mits de productie afstamming
voldoet aan de gestelde eisen. De eisen, die deze
stamboeken stellen zijn gelijk aan de Rijkseisen.
Bij gevolg is een zogenaamde „zwarte schets" of
wel een bewijs van voorlopige/definitieve inschrij
ving, of wel een identiteitsbewijs van het F.R.S.
altijd een geldig aanhoudingsbewijs.
De houders van stieren, die alleen Ibij een fok-
vereniging geregistreerd zijn, dienen echter bij hun
vereniging een uittreksel uit het Jongveeregister
aan te vragen. Als bewijs, dat de productie-afstam
ming van de stier voldoet 'aan de eisen, moet dit
uittreksel dan gewaarmerkt zijn door een stempel
van de Provinciale Commissie voor de Rundvee-
fokkerij.
Dit stempel ziet er als volgt uit:
en moet voorzien zijn van datum en handtekening.
Voor wat betreft de uittreksels, die reeds in omloop
zijn, wijzen wij er op, dat het noodzakelijk is deze
alsnog van bovenbedoelde stempel te laten voor
zien.
De Rijks veeteeltconsulent,
tevens Secretaris der Prov. Commissie voor
de Veefokkerij in Noord Brabant,
Ir. A. TH. ARIëNS.
Tot voor korte tijd werden op de bedrijven van
de Brabantse boeren zo goed als geen aardappel
schillen vervoederd. Stilletjes aan begint men hier
voor meer belangstelling te krijgen en op verschil
lende bedrijven wordt het vervoederen van schillen
met succes toegepast.
De resultaten van de melkopbrengst èn van het
vetgehalte van de melk zijn uitermate goed.
Het is momenteel niet de bedoeling de verschil
lende voordelen te bespreken, die aan het vervoe
deren van aardappelschillen zijn verbonden. Hier
op zal in een volgend overzicht nog wel eens nader
worden teruggekomen.
Het is onze bedoeling in dit artikeltje alleen iets
mede te delen over de prijzen.
De prijzen, die de leveranciers voor aardappel
schillen maximaal in rekening mogen brengen, zijn
wettelijk geregeld in de Prijzenbeschikking 1947:
„Afvallen van Levensmiddelen". Men onderscheidt
een zomer- en een winterprijs. De zomerprijs geldt
voor de periode van 15 April tot 1 October en de
winterprijs van 1 October tot 15 April.
De winterprijs ligt uiteraard hoger dan de zomer
prijs en het verschil is daarom in het leven geroe
pen, opdat deze zou aansluiten bij het natuurlijke
prijsverloop in de zomer is de vraag naar schil
len geringer, terwijl door een lagere zomerprijs het
inkuilen van schillen door de veehouders wordt be
vorderd.
Het hoogste bedrag, dat de grossiers aan de
schillenophalers mogen uitbetalen bedraagt mo
menteel ƒ2,75 per 100 kg.
De grossier mag voor zich zelf de grossiersmarge
berekenen, welke 0,35 per 100 kg bedraagt, ter
wijl ook de wettelijke werkelijke vervoerskosten in
rekening mogen worden gebracht.
De winterprijs van 100 kg schillen is derhalve:
maximumprijs voor ophalers 2,75
grossiersmarge 0,35
vervoerskosten 0,80
3,90
De vervoerskosten worden uiteraard hoger bij
een vervoer op langere afstand.
Het komt voor, dat aan schillenophalers minder
wordt uitbetaald, dan het voornoemde maximum
bedrag.
In dit geval wordt de uiteindelijke prijs lager.
Wanneer de afnemers zelf de schillen bij de gros
siers halen, worden geen vervoerskosten in reke
ning gebracht. De zomerprijs is momenteel nog
niet definitief vastgesteld, doch men kan er reke
ning mede houden, dat deze ongeveer 40 tot 50
cent per 100 kg lager ligt dan de winterprijs.
Uit dit voorbeeld is op te maken, dat aardappel
schillen inderdaad niet duur zijn, terwijl daarnaast
de voedingswaarde boven elke twijfel staat.
Een volgende maal iets over voedingswaarde zelf
in vergelijking tot andere producten.
Telers, die in 1950 tarwe hebben verbouwd en-
voor dit product leveringsverplichting hebben,
waaraan nog niet is voldaan, wordt het volgende
onder de aandacht gebracht:
a. Zij, die met dit product onder de z.g. dorsrege-
ling vallen, moeten de gehele opbrengst van de
in 1950 geoogste oppervlakte tarwe vóór 27
Mei 1951 hebben afgedorst;
ERKEND ALS AANHOUDINGSBEWIJS
(art. 4 lid 1 sub b, Stierenverord. '50)
de Prov. Reg. Cie voor Noord Brabant
dat