De> BOERIN
VOOR'DE
PLATTELANDSVROUW
RADIO
AFDELINGSPENNINGMEESTERS.
VERPLICHT DORSEN EN INLEVEREN
VAN TARWE OOGST 1950.
HET NATIONALE PLAN VOOR DE
BESTRIJDING VAN DE RUNDER
TUBERCULOSE.
n.
Vaak krijgen we de indruk, dat eten klaarmaken
in Amerika niets anders is dan een kwestie van
blikjes open maken. Inderdaad, de meeste levens
middelen, en ook vele gerechten, zijn op die manier
te koop. Het is vooral de stadse huisvrouw, die
hiervan zeer veelvuldig gebruik maakt. Immers,
zij is een „werkende" vrouw, die overdag op kan
toor zit of in een winkel werkt en alleen vóór en
nè. de werktijd haar huishouding kan regelen. Het
is dus ook maar een geluk, dat de mannen samen
met de kinderen alle mogelijke huishoudelijke kar
weitjes opknappen!
Waarom er zoveel vrouwen zijn, die buitenshuis
werken? Waarschijnlijk vanwege het meerdere
inkomen, de drang naar zelfstandigheid, omdat
alléén dat gezinnetje en die huishouding niet be
vredigt, en omdat het enigszins gewoonte is gewor
den. Gelukkig komt dit op de boerderij practisch
niet voor. En vandaar ook, dat de boerin wat
meer tijd aan het eten besteedt. Voor het ontbijt
bakt ze pannekoeken, kookt ze pap of roostert het
brood, bakt spiegeleieren, zet koffie en zorgt in
ieder geval, dat er voor iedereen een vrucht of
vruchtensap aanwezig is. Verder staat er ook altijd
melk op tafel. Het gebruik van melk en vruchten
sap is wel 'n zeer goede voedingsgewoonte. In het
maken van cake en pie is de boerin zeer bedreven.
Ze bakt ook alles zelf. Banketbakkerswinkels
•komen in de kleinere plaatsen haast niet voor.
De smaak van het gebak is soms wat minder fijn
daar altijd vet, in plaats van boter gebruikt wordt.
Als middagmaal èn avondeten wordt haast (altijd
warm eten klaar gemaakt. Er wordt veel vlees
gegeten (2 maal zoveel als in welk ander land ook)
en weinig aardappelen. De aardappelen zijn groot
en er wordt per persoon niet meer dan 2 3 aard
appelen gerekend; wel makkelijk met het schillen!
Brood wordt bij alle maaltijden gegeven, evenals
groente en een of under slaatje, gemaakt van
vruchten en/of rauwe groenten, met een sla-saus.
Er ontstaan soms de wonderlijkste combinaties
zoals, rauwe kool met bananen en mayonnaise, sla
met ananas en tomatencatchup. Men moet er wel
even aan wennen! Er worden trouwens toch,
volgens onze begrippen, alle mogelijke dingen bij
en door elkaar gegeten. Als nu gerecht wordt cake
of pie gegeven. Tussentijdse maaltijden worden
niet gebruikt, evenmin als het gezellige koffie- of
thee drinken, ook niet 's avonds.
Eens in de week gaat de lboerin met de auto
naar de stad boodschappen doen. Het genot van
leverancier aan huis kent men daar niet zo sterk,
alhoewel melkboer en kruidenier soms wel langs
komen.
De meeste winkels voor levensmiddelen hebben
zelf service, d.w.z. men bedient zich zelf, men rijdt
met een karretje de hele winkel door, telkens op
ladend wat men nodig heeft en, wat er lekker
uit ziet!
Een vaak gehoorde klacht is dan ook, dat men
te veel dingen koopt, die niet strikt noodzakelijk
zijn en dat zo'n zelf-servicewinkel daardoor te duur
is. Behalve de gewone kruidenierswaren kan men
er ook vlees, vis, groente, brood, melk, ijs, soms
zelfs werkkleding e.d. krijgen. Alles is dus bij
elkaar, wat het winkelen erg vergemakkelijkt.
Wat de verpakking betreft, is Amerika ons nog
wel een beetje vooruit, b.v. brood, gesneden en wel
in cellophaanpapier, alle melk in flessen of kar
tonnen, aardappels in zakjes.
Aan de uitgang van de winkel wordt alles ge
prijsd en in zakken gedaan. Dat het een hele reke
ning is die betaald moet worden, is niet te verwon
deren.
Maar in elk geval, het leven is er toch nog niet
zo duur als fbij ons, al klagen alle Amerikanen ook
over stijgende prijzen. Vooral de prijzen van
levensmiddelen en kleren zijn lager.
Als de boerin in de stad is, gaat ze ook nog even
naar de zjg. drug-store, een combinatie van dro
gisterij en apotheek. Men heeft er ook een hoek,
waar men allerlei dranken (geen alcoholische),
verschillende soorten ijs en sandwiches kopen kan
de z.g. „fountain". Men klimt er op een kruk,
hangt op de toonbank en bestelt een „coke (coca
cola), een kop koffie (5 cent!), of een ice-cream.
Het ijs is er werkelijk verrukkelijk en het wordt
ten allen tijd gegeten, ook in de winter. Trouwens
de Amerikanen houden toch van alles wat koud is,
ib.v. ijsthee, ijskoffie, ijswater. Iemand noemde ze
eens „human refrigerators" (menselijke ijskasten).
Als het bestelde op is, gaat men meteen naar de
kassa betalen en gaat weer verder. Even gezellig
blijven praten wordt niet gedaan, men heeft het
immers altijd druk en men heeft altijd haast en
dan, het is ook niet zo gezellig op zo'n kruk in zo'n
winkel.
De huiselijkheid, gezelligheid en het familieleven
is in het Amerikaanse gezin wel eens zoek), op
het platteland niet zo sterk als in de stad). Er zijn
verschillende oorzaken voor op te noemen. Men
heeft het op de boerderij altijd zo druk. Een boer
met een bedrijf van 100 ha heeft eigenlijk nooit
meer dan één anbeider. De boerin heeft nooit
gehuurde hulp, alhoewel de kinderen wel mee
helpen, vooral de jongens en meisjes, die op de
„highschool" (de enige middelbare school in Ame
rika) zijn. Het onderwijs heeft een wat andere
doelstelling en men stelt lang niet zulke hoge eisen
aan het „weten" en „kunnen" dan in Nederland.
Vandaar, dat de jongelui haast nooit huiswerk
te maken hebben. De jongens helpen hun vader
vóór en nét schooltijd, terwijl de meisjes helpen
met b.v. koken. Ze zijn bijna altijd lid van de in
ons land ook al wel bekende 4 H. club, de platte
landsjeugdorganisatie, die dit thuis helpen werken
erg stimuleert. Van de grotere dochters heeft de
boerin meestal niet veel hulp, daar deze op kan
toor zijn, in een winkel werken of studeren. Ge
woon „thuis' zijn ze eigenlijk nooit. Gewoonlijk
trouwen de meisjes ook wel wat jonger dan bij ons.
Ieder lid van het gezin is verder zeer zelfstandig
en ieder gaat graag zijns weegs, zowel ouders als
kinderen. Men heeft schoolclubs en verenigingen,
die, op zich zelf goed bedoeld, uithuizigheid kun
nen veroorzaken, enmen gaat zo graag vaak
uit!
Over het algemeen wordt aan het onderhoud
van huis en huisraad minder gedaan dan hier. Dat
komt door de huisindeling, de technische hulpmid
delen en, omdat de boerin het nu eenmaal niet zo
nauw neemt met „dat beetje stof"!
De kamers zijn meestal wat kaler, minder
kleedjes en vaasjes, minder bloemen en planten
en vaak ook minder meubels. De voorkamer is
groot en alle meubels staan min of meer tegen de
wand aan, zodat in het midden een open ruimte
over blijft, erg gemakkelijk en niet ongezellig.
Doordat er centrale verwarming is, ontstaat er
niet zoveel stof. Met de stofzuiger gaat ze een
paar keer in de week het huis door, stof afnemen
wordt alleen gedaan wanneer strikt noodzakelijk
en ramen zemen gebeurt maar een paar keer in
't jaar. De was wordt thuis gedaan, overigens niet
zo bewerkelijk als bij ons. Een boerin met een
gewone electrische wasmachine, wast éénmaal in
de week, één keer wassen, tweemaal spoelen,
drogen en strijken. Weken, uitkoken, bleken,
blauwen, het gebeurt niet. De was is wel niet zo
helder als bij ons, maar het steekt immers niet af,
de buurvrouw doet het net zo!
Veel tijd besteedt onze boerin aan het opnieuw
bekleden van stoelen en andere meubels, aan het
opnieuw vernissen, aan het behangen en schilde
ren. Ja, dit zijn dingen, die ze helemaal zelf doet,
soms zelfs schildert ze haar witte, houten huis,
helemaal aan de buitenkant.
Net als de Hollandse boerin houdt ze niet van
verstellen, maar wat meer is, ze doet er ook niet
zoveel aan! In de 8 maanden, dat ik in de U. S.
geweest ben, heb ik één boerin één middag zien
kousen stoppen! Men koopt eenvoudig veel vaker
nieuw goed.
Nieuwe kleren naaien doet ze wel, maar kinder
kleren of sokken breien haast nooit. Verschillende
soorten handwerken als borduren, haken enz.,
wordt nog aleens gedaan.
De actieve Amerikaanse boerin is ook altijd wel
lid van een paar verenigingen, b.v. de plattelands-
vrouwenafdeling en de vrouwenclub van de kerk
en dit vraagt toch wel een middag in de week.
Natuurlijk krijgt ze zo af en toe bezoek en gaat op
visite. Op zo'n visite wordt wat gepraat of ge
kaart en aan het eind van de avond (niet eerder!)
wordt iets aangeboden b.v. koffie met gebak en
sandwiches.
We kunnen heel wat van de Amerikaanse boerin
leren, ze is flink en actief, ze kleedt zich goed, is
vlot in de omgang, is hartelijk en zeer gastvrij, en
heeft een ruime belangstelling voor haar om
geving, maar ze mist wel eens het vermogen om
een sfeer van gezelligheid te scheppen, die wij als
Nederlanders zo graag in onze gezinnen zien.
Kapelle-Biezelinge. E. A. SCHEELE.
HET NATIONALE PLAN TOT BESTRIJDING
VAN DE RUNDERTUBERCULOSE.
Zoals bekend, is sinds geruime tijd een plan in
voorbereiding, dat moet leiden tot een radicale
uitroeiing van de rundertuberculose in ons land,
en wel binnen een periode van 5 jaar. Op 20 Mei
a.s. zal met de uitvoering van het plan worden
begonnen.
In verband hiermede zal de heer J. M. van den
Born, Inspecteur van de Veeartsenijkundige Dienst
op Maandagavond 21 Mei a.s. van 19.4520.00 uur
(zender Hilversum II) in de landbouwrubriek van
het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedsel
voorziening een uiteenzetting geven over doel en
werkwijze van het plan.
Het is van groot belang voor de leden der
Z. L. M., dat zy vóór 20 Juni a.s. in het bezit zijn
van hun contributiekaart over 1951, omdat men
hiermede VRIJE TOEGANG heeft tot de Land- en
Tuinbouwtentoonstelling van de Kring Oostelijk
Zuid-Beveland der Z. L. M. te Krabbendyke.
Wy roepen derhalve de medewerking in van alle
Afdelingspenningmeesters om elk lid vóór ge
noemde datum in het bezit van zijn lidmaatschaps
kaart 1951 te doen zijn.
De Provinciaal Voedselcommissaris voor Zeeland
maakt bekend, dat de telers van tarwe in de pro
vincie Zeeland verplicht zijn:
a. de gehele opbrengst van de in 1950 geoogste
oppervlakte tarwe vóór 27 Mei 1951 volledig
af te dorsen;
b. vóór 17 Juni 1951 aan de voor de oogst 1950
geldende leveringsverplichting voor dit pro
duct te voldoen.
Onder geldende leveringsverplichting is te ver
staan de totale opbrengst van de met tarwe ver
bouwde oppervlakte verminderd met de hoeveel
heid, waarvoor toewijzingen uit eigen oogst zijn
afgegeven.
DATUM VAN INGANG: 20 MEI 1951.
Tussen de Minister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening en de Stichting voor de Land
bouw is, na langdurig overleg, overeenstemming
bereikt omtrent de uitvoering yan het Nationale
Plan tot Bestrijding van de Rundertuberculosè,
dat, zoals bekend, de sanering van de Nederlandse
veestapel binnen een tijdsbestek van 5 jaar beoogt.
Nu Minister S. L. Mansholt zijn goedkeuring aan
het plan heeft gehecht, zal op 20 Mei 1951 met de
uitvoering worden begonnen.
Het Nationale Plan voorziet in de instelling van
een fonds ten bedrage van ƒ100 millioen, voor de
helft bijeengebracht uit de opbrengst van heffin
gen bij de veehouder en voor de andere helft be
schikbaar gesteld door de Regering uit de tegen
waarderekening van het Marshallplan. Uit deze
gelden zullen de kosten voor de bestrijding worden
geput, en wel in dier voege, dat een premie zal
worden verstrekt per besmette koe nadat deze
binnen de hiervoor gestelde termijn is geslacht en
het betrokken bedrijf reactie-vrij is verklaard.
De instelling en de administratie van de des
betreffende heffingen geschieden vanwege het
Bedrijfschap voor Zuivel en voor Zeeland boven
dien vanwege het Bedrijfschap voor Vee en Vlees;
de afkondiging van de daartoe strekkende verorde
ningen kan eerlang worden verwacht. Een afzon
derlijke heffinig wordt ingesteld teneinde het ver
schil in waardering tussen melk van een besmet
en van een t.b.c.-vrij bedrijf tot uitdrukking te
brengen. Deze heffing zal in haar geheel worden
gerestitueerd, zodra het desbetreffende bedrijf ge
saneerd is verklaard. Deze zogenaamde spaar-
heffing bedraagt ƒ0,55 per 100 kg melk. De hef
fing, welke ter financiering" van de slachtvergoe-
ding dient, bedraagt 0,25 per 100 kg melk.
Hoewel het plan onder verantwoordelijkheid van
de Minister van Landbouw, Visserij en Voedsel
voorziening zal worden uitgevoerd, zal het dage
lijkse toezicht bij de uitvoering- bij de Provinciale
Gezondheidsdiensten als organen van de georgani
seerde landbouw berusten. Het plan is aan alge
meen geldende beginselen onderworpen; niettemin
zijn in de door de Minister goedgekeurde provin
ciale ontwerpen onderlinge afwijkingen toege
staan.
Het totaal aantal stuks vee, dat met tuberculose
is besmet en dat voor slachting in aanmerking
komt, bedraagt circa 500.000 exemplaren. Men heeft
de besmette bedrijven in vijf klassen, al naar ge
lang de ernst van de besmetting, ingedeeld. De
sanering zal het eerst geschieden bij de licht be
smette bedrijven. De ernstigste reactie-bedrijven
zullen eerst na enkele jaren onder handen worden
genomen. Men hoopt op deze wijze te kunnen
voorzien in een regelmatige toevoer van reactie-vrij
vee uit de gesaneerde fokgebieden.
Met het welslagen van dit plan zal de economi
sche positie van de Nederlandse landbouw aanzien
lijk worden verbeterd. Een t.b.c.-vrije veestapel
betekent eveneens een verminderd gevaar voor
de volksgezondheid.