PINKSTERDRIE, cJtingrijdersfesfijn in a IcEer en Gras is geen waterplant NOORD-BE VEL AND PASEN 1951! Wij bezochten deze week, een aantal percelen grasland, waarbij de ver schillen in groei en stand van de graszode zeer opvielen. De verklaring van deze verschillen wordt nogal eens gezocht in de hoeveelheden stikstof, die op de afzonderlijke percelen worden aangewend. Echter deze explicatie gaat lang niet altijd op. Het is zelfs wel zo, dat een perceel met veel stikstof min der vlot groeit, dan een perceel waarop weinig stik stof is gestrooid. De juiste verklaring van het zojuist genoemd verschijnsel moeten we in de eerste plaats zoeken bij de waterhuishouding van de grond. In de afgelopen winter is er veel regen gevallen. In Axel b.v. viel in de maanden November tot en met Maart ruim 400 mm, terwijl het gemiddelde in deze periode over een reeks van jaren ruim 250 mm bedraagt. Door deze regenval liep de grond waterstand in vele ondoorlatende en slecht gedrai neerde weiden hoog op, zelfs tot aan het maai veld. Daar het grondwater slechts weinig lucht bevat kwamen de graswortels in een zuurstofarme omgeving te hangen. Ze konden daardoor niet meer ademhalen, werden bruin en stierven af. Om een beeld te krijgen hoe een plantenwortel er in een goede vochtige en luchtrijke omgeving uit moet zien, raden wij U aan eens in een weiland een mollengang op te graven. U ziet dan de witte wortels zich prachtig in dit milieu ontwikkelen. Vanzelfsprekend dat op bovengenoemde per celen, nu de grondwaterstand langzaam weer zakt, zich nieuwe plantenwortels gaan vormen. Aan vankelijk gaat dit, nu de grond door het vele water lang koud blijft, niet erg snel. Het valt licht te begrijpen, dat het zwaar beschadigde wortelstelsel niet in staat is de voedingsstoffen op te nemen zoals het dit zou moeten doen. Vandaar dus ook, dat het effect van de stikstofbemesting op ondoor latende en slecht ontwaterde percelen niet zo groot kan zijn. Verschillende graslanden zullen daarom moeten worden gedraineerd, opdat de structuur en de waterhuishouding gedurende de winter beter wor den. Hierdoor zullen we in het voorjaar vroeger gras hebben, minder last van onkruiden krijgen en in de zomer niet zo hebben te kampen met ver- drogingsverschijnselen. Velen menen nog dat het grasland in de winter gerust diep in het water mog liggen, omdat het gras zoveel water nodig heeft. Niets is minder waar, hetgeen nu wel duidelijk is geworden. De grasplant moet zich hoofdzakelijk van vocht voor zien uit het water, dat door de gronddeeltjes na de regenval wordt vastgehouden, het z.g. hang- of zakwater. Het wordt hierbij ook duidelijk, dat bij een flinke ontwatering in de winter de wortels op grotere diepte blijven leven en direct in het voor jaar over deze totale diepte hangwater en voe dingsstoffen kunnen opnemen. De grond is daarbij minder koud, hetgeen tevens een vroege grasgroei bevordert. Vooral nu meer en meer landbouwers er toe overgaan hun grasland intensiever te gebruiken: vroeg inscharen, doelmatige bemesting, omweiden, enz., zullen we alle aandacht aan de waterhuishou ding moeten besteden. Anders kan het wel eens zo zijn, dat een slechte waterhuishouding de rem mende factor is, die onze plannen lelijk in de war stuurt. Bij intensief gnaslandgebruik is een goede afwa tering en drainage noodzakelijk en zeker rendabel. Nogmaals: gras is geen waterplant. RIJKSLANDBOUWCONSULENT VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN TE AXEL. Ja, inderdaad speelde dit tafreeltje zich af op Zaterdag 24 Maart j.l. De veerdienst Kortgene Wolfaartsdijk behoeft nodig aanpassing, verbete ring of nog beter: gehele liquidatie en in plaats daarvan een ibrug. Dit laatste is de vurige wens van Noord-Beveland. Op 8 Mei 1940 werd de brug aanbesteed. De oor log verhinderde de uitvoering ervan. Thans, nu het verkeer enorm is uitgebreid, is de noodzaak van een brugverbinding nog vele malen dringender geworden. Onderstaande schets geeft een globaal beeld van de huidige toestand. Vele schetsen zouden nodig zijn om de verschillende moeilijkheden te verdui delijken. Voorlopig willen we hiermee volstaan. Hoe zal het gaan met Pinksteren? En daarna? Daarom, Een waarschuwingsbord in Nederland voor richting Noord-Beveland. Veerdienst Kortgene-Wolfaartsdijk A. N. W. B., 'k wil U vragen nog één enkel waarschuw'bord, Want in heel ons Nederland is maar één zo'n bord tekort. Met je auto op twee plankjes steil naiar boven op de boot, is heel moeilijk en gevaarlijk; dat moet Noord-Beveland uit nood. Bij springtij is het diep, diep treurig; de toevoerwegen staan dan blank. 'k Zag dames in hun blote benen door 't water naar de steile plank. De auto's door het zilte nat, En 't eind' van dit gedwongen bad: Is roestend staal en kou gevat. 't Is daarom nodig dat men wete, ja, dat heel Holland niet vergete hoe in onze bruggenrijke staat nog zo een hopeloos veer bestaat. KRING NOORD-BEVELAND der Zeeuwsche Landbouw Maatschappij. CAUSERIE, uitgesproken door de heer G. Hou tekamer voor de Avro-microfoon in de rubriek „Voor ons Platteland" op Dinsdag 8 Mei 1951. ER zijn enkele streken in Zeeland, waar men afwijkt van de gewoonte de Christelijke feestdagen op twee dagen te bepalen en er geen derde aan toevoegt. Dit geschiedt wel in Walcheren, waar men spreekt van derde Kerst-, Paas- en Pinkster dag. De laatste is daar van heel bijzondere be tekenis, speciaal voor het platteland. Pink sterdrie heeft voor de boerenjeugd een ma gische kracht. Dit is de dag van het ring- rijden op de dorpen Koudekerke, Souburg, Oostkapelle, Domburg, Westkapelle, Veere en alle andere dorpen op het eiland, de dag, die met groot verlangen wordt tegemoet- gezien door de landelijke jeugd en waarvoor reeds weken tevoren de nodige voorbereidin gen zijn getroffen om flink voor de dag te komen in onderlinge kamp in het ringrijden te paard. Zeker, men kent dit spel ook in andere delen van Zeeland, maar op Walcheren is het wel het meest in z'n oorspronkelijke vorm bewaard gebleven. Het is de voortzetting van het ridderspel uit vorige eeuwen, toen door ridders ook naar de ring werd gereden, meestal een gou den ring, door edele jonkvrouwen uitgeloofd en ter hand gesteld aan de gelukkige, die tweemaal achtereen de ring aan de lans reeg. In later tijd werd het spel ook beoefend door de leden van deftige families. Zo weten we, dat in de tuin van „St. Joris" te Middelburg in het jaar 1767 door deze een ringrijderij werd gehouden, waarvoor kost bare prijzen werden beschikbaar gesteld. Pinksterdrie! De oppasser en zijn helpers hebben het nodige gedaan om de met staan de palen begrensde baan tijdig in goede con ditie te brengen, opdat alles af is, als de wed strijd gaat beginnen. Grote belangstelling bestaat allerwege voor het ringrijdersspel, niet alleen bij de dorpelingen, maar ook bij de stedelingen en vreemdelingen, die met die feestdagen in Zeeland verblijven. In de nabijheid van de baan is aan een boom de z.g. prijzenlat bevestigd. Daaraan hangen de vele mooie prijzen, welke gedeel telijk gekocht zijn van de inleggelden der deelnemende ruiters en voor een ander deel geschonken zijn door particulieren en ver enigingen. Daar komen de rijders op hun forse onge zadelde paarden aangereden. Hun rossinan ten zijn prachtig versierd met rozen en lin ten in manen en staart. Nog één moment en weldra is de strijd in volle gang. 't Is een prachtig gezicht zo'n snuivend paard in volle galop door de baan te zien komen, de ruiter gebogen over de nek van het dier, de uitgestoken lans krampachtig in de rechterhand en het spiedend oog gericht op de ring, die in een koker aan een draad over de baan hangt. Hij heeft geluk gehad, de ring zit aan z'n lans en hoor, hij zingt luid z'n triomf uit: Ie 's in, ie 's in, En noe gaet het nir m'n zin! Een volgende heeft minder geluk, hij mist en zingt aldus z'n teleurstelling uit: 't Is mis, 't is mis, As of d'r gin gat in is! Na de pauze worden er groter ringen ge bruikt. Wellicht om het insteken wat gemak kelijker te maken met het oog op de doorge stane inspanning. Evenwel, hoe meer het einde nadert, hoe feller de strijd. De laatste loodjes wegen het zwaarst. En dan menige verloofde onder het publiek ziet met verlangende blikken uit naar het begeerde succes van haar vrijer. Dat geeft een stimulans, die onder geen cij fers is te brengen. Aan het slot komen nog twee aparte rit ten, de hoepel- en pollepelrit. Door de eerste een heel grote hoepel wordt dan als ring gebruikt geeft men de minst gelukkige rijder een laatste kans nog een ring af te rijden. Aan de laatste doen allen mee. De win naar krijgt dan een werkelijke pollepel, meestal aangevuld met een doos of kistje sigaren. Met de hoepelrit hebben vaak aardige toneeltjes plaats tot groot vermaak van het publiek. Zo is het eens gebeurd, dat een knappe deerne aan één der meekampende jonge mannen, zoveel zoenen toezegde, als hij rin gen kon plukken. Of die belofte hem van de wijs bracht of iets anders is niet bekend, maar het ongeluk vervolgde hem de gehele wedstrijd. Geen enkele ring prikte hij aan zijn lans. Toen kwam zijn enige en laatste kans, de hoepelrit. In vervaarlijke snelheid reed hij aan, stak in volle zekerheid naar de ring, doch op het zelfde ogenblik, vlak bij het begeerde voor werp, struikelde z'n paard, viel op de knieën en inplaats van die lans vloog z'n pet door de hoepel en lag de ruiter kansloos in de baan. De wedstrijden op Pinkster-drie zijn intus sen goede voorbereidingen voor de grote cen trale ringrijderijen, einde Augustus te Mid delburg, waar onder de vele prijzen een zil veren wisselbeker is, beschikbaar gesteld door H. M. de Koningin. Geachte luisteraars, vandaag over acht dagen om deze tijd zijn de ringrijderijen in volle gang. We zeggen wijlen de heer Polderman na: 't Is Pinksterdrie en eel 't durp is noe blie, Je mot noe bie ons mer is komme De paerden eslinterd, gin een is t'r bie Zonder rozen op z'n staert of 'n blomme De jongers ze lachen en ze kieken zo fier En de guus en d'ouwre, 't ei oalles plezier Komt d'r bie as je kunt, Zo medeem' as 't begunt, Zoekt 'n pleksje bie de touwe an de baene! Op zie noe' op zie toch, zo gauw as je kan Zeg, zie je z'n paerd noe wé spriengen? Ie mikt mie z'n lanse en de rienk zit r'an. Oort'n van plezier noe is ziengen. A twi keren eit'n zo lekker 'emikt A twi keer de rienk uut de koker 'eprikt Straks ziengt 'n awee, En dan zingen z'oal mee: Aist, aist, aist op steek, Dat zieng 'k 'n ele week! Ringrijders veel succes toegewenst en het publiek veel genoegen!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 8