ARBEIDS-
Mij. laze* ynno y
voorziening
het verslag van de Stamselectiedag van de N.A.K.
in het April-nummer van de mededelingen van
deze vereniging.
In Februari 1948 werd, mede naar aanleiding
van een reis naar Bretagne, de verstrekkende be
slissing genomen dat
de Nederlandse pootaardappelteelt in
het vervolg gefundeerd zou worden op
de stamboomteelt.
De minder goede resultaten die met ons poot-
goed in het buitenland werden bereikt, waren ver
oorzaakt door onvoldoende uniformiteit in het ge
was en een te hoog percentage viruszieke planten.
In het vroeggerooide pootgoed vallen de muta
ties, zoals de z.g. mannetjes niet zo erg op, doch in
de consumptievelden des te meer.
Ook de virusziekten die niet of weinig door de
luizen worden overgebracht, zoals het aucubabont-
virus en het X-virus zijn door het vroegrooien
practisch niet te bestrijden.
Door de stamboomteelt wil men nu komen tot
een grotere uniformiteit en een verhoogde gezond
heidstoestand van het pootgoed.
In Februari 1950 werd de beslissing genomen,
dat in de naaste toekomst het pootgoed van de
classificatie A afkomstig zou moeten zijn van goed
gekeurde stammen der erkende N.A.K. stam-
selectiebedrijven, en wel de tweede vermeerdering
van S-pootgoed of de eerste vermeerdering van E-
pootgoed.
De eindbeslissing viel in April 1950 toen bepaald
werd dat in 1952 bij aanvullend voorschrift van een
gewestelijke keuringsdienst de bijzondere voor
waarde voor de classificatie A reeds zou kunnen
gelden voor bepaalde rassen.
In 1953 zou deze voorwaarde landelijk gelden o.a.
voor de volgende rassen: Alpha, Bintje, Eigenhei
mer, Furore, Noordeling, Voran, terwijl in 1954
deze bijzondere voorwaarde voor alle rassen zou
worden ingevoerd.
Schematisch kan men dit systeem aldus voor
stellen:
S-pootgoed (goedgek. 3, 4 of 5-jarige stammen).
I
Elite-pootgoed.
A-pootgoed.
I
A, AB, B of C-pootgoed. Bij aanvullend keurings
voorschrift kan bepaald worden
dat A-pootgoed niet weer als zo
danig kan worden goedgekeurd).
Afhankelijk van deze bepaling kan men dus
komen tot het systeem SEAA of het systeem
S—E—A.
Men moet overigens niet menen dat deze selectie
iets nieuws is, daar potertelers van beroep reeds
25 jaar geleden van de waarde der stamselectie
overtuigd waren.
Doch toen het vroegrooien algemeen ingang be
gon te vinden, bleven er slechts weinig voorstan
ders van deze selectie over die weinig gehoor von
den wanneer ze de nadruk op de noodzaak van
deze selectie legden.
Alle stamselecties moeten vóórdat ze m de S-
klasse gekeurd kunnen worden, aan een typekeu
ring worden onderworpen.
Deze typekeuring wordt voor 2-jarige stammen
toegepast op de gewestelijke proefvelden, en in het
volgende jaar als 3-jarige stammen, zowel op deze
velden als op het centrale stammenveld van de
N.A.K. in de N.O.P.
Op dit laatste veld nu werden monsters afkom
stig van stamselectie, praktijkstammen, massa
selectie, origineel materiaal en afkomstig van het
bedrijf van de heer Muntinga naast elkaar verge
leken.
In de eerste plaats werden de monsters op type
beoordeeld, waarbij een puntenschaal werd inge
voerd.
(1 zeer slecht, 2 onvoldoende, 3 voldoen
de, 4 goed, 5 best).
De landelijke resultaten van deze typenkeuring
zien er voor enige bekende rassen aldus uit:
Type 2 Type 3 Type 4
32 66 2
47 44 9
40 59 1
9 87 4
Eersteling
Bintje
Eigenheimer
Alpha
Over het algemeen is er naar gestreefd om de
slappe, diepnervige, iets lichter gekleurde en nader
hand iets uitzakkende typen, die meestal een open
gewas geven, te verwijderen.
Opvallend hoog is het aantal minder gewenste
typen bij het ras Bintje; in sommige keurings-
gebieden tot 100 toe.
Ook de hoeveelheid mannetjes in het materiaal
van dit ras was opvallend groot. Niet altijd kan
dit geweten worden aan het kiezen van een man
netjes-type als uitgangsmateriaal, daar ook een
paar jaar later de mannetjes als mutatie op kun
nen treden.
De type verschillen in het ras Eigenheimer tre
den minder sprekend op de voorgrond, met uitzon
dering van een aantal stammen die slap zijn in het
looftype.
In het ras Alpha is deze variatie ook niet bui
tengewoon groot; zo kwamen er monsters met
rode stengels terwijl ook de X-virus aantasting
verschillen te zien geeft.
Aan
de opbrengst bepaling van de verschillende typen
werd veel aandacht besteed zodat op het veld in
de N.O.P. zeven spoorwagons aardappelen in ruim
15.000 wegingen werden doorgewogen.
Ook hier wilden we weer speciaal de aandacht
richten op het in Zeeland zo belangrijke ras Bintje.
Erblijkt n.l. een duidelijke samenhang te be
staan tussen de typen en de opbrengst.
Gaven enerzijds de minder gewenste typen (type
1 en type 2) een hoge opbrengst in de kleinere sor
teringen (kleiner dan 35 mm en 35-45 mm)ander
zijds gaven de betere typen 3 en 4 een hogere op
brengst in de grotere sorteringen (groter dan 50
mm) waarbij het keerpunt ongeveer gelegen was
in de sortering 4550 mm.
Dezelfde lijn vinden we terug wanneer we alle
consumptiematen (groter dan 35 mm) bij elkaar
optellen. Het verschil tussen de beste en de slecht
ste stam kan zo wel 9000 kg consumptie-aardappe
len per ha bedragen. Men mag hierbij echter niet
vergeten, dat de scheidingen tussen de typen niet
scherp zijn en er vele overgangen voorkomen.
Ook uitzonderingen zijn niet uitgesloten b.v. dat
een stam van het type 2 ook in de grotere maten
een hogere opbrengst geeft. De algemene geldig
heid van deze regel blijft er echter hetzelfde door.
Nu kan men ook nog de invloed van het
knolgevvicht van de gebruikte poters
bij de proeven betrekken. Hierbij blijkt dat hef type
niet wordt beïnvloed door de maat van de poters.
Wel geeft een iets grotere poter in de regel een
enigszins verhoogde opbrengst.
Voor de verschillende rassen kwam men zo tot
de volgende opbrengst percentages.
Bintje Eigenheimer Voran
type 4 100 100 100
type 3 96,3 94,9 99,8
type 2 93,7 93,7 94,3
massa-selectie 91,2 88,6 93,1
Voor andere rassen was het aantal monsters niet
voldoende groot om een conclusie te trekken, doch
ondanks het feit dat deze cijfers slechts berusten
op de resultaten van één jaar, zit er toch wel een
duidelijke lijn in.
Ook bij het vroegrooien van de Bintje bleek weer
dat de typen 3 en 4 over het algemeen in de groot
ste maten het meest productief waren. De totale
sortering 35 mm opwaarts blijkt dan echter ten
gunste van het fijnere type 2 uit te vallen.
Op het eerste gezicht lijkt het dus wel of
de belangen van pootgoed- en consumptie
teler hier tegenstrijdig zijn.
Enerzijds mag men hierbij niet vergeten dat de
pootgoedteelt er ten allen tijde opgericht zal moe
ten blijven om de hoogst mogelijke opbrengst aan
consumptie-aardappelen te verkrijgen; anderzijds
is het niet onmogelijk om ook in de betere typen
een zodanige schifting aan te brengen dat zowel
bij vroeg als bij laat rooien de hoogste opbrengst
verkregen kan worden.
De huidige pootgoedteelt zal echter steeds meer
leiden tot gebruik van het type 2, omdat steeds de
kleinere sorteringen weer worden uitgepoot die
voor een groot percentage tot dit type gerekend
mogen worden.
Daarom zal het verplicht invoeren van de stam
boomteelt als fundament van de pootaardappelteelt
als een ernstige zaak gezien moeten worden die er
niet op gericht is om de poterteelt duurder te
maken, doch wel de afzet van ons pootgoed in het
buitenland meer en betere kansen wil geven en de
opbrengst aan consumptie-aardappelen per ha wil
trachten te verhogen.
Dat bij het ras Bintje een verschil van 2700 kg/ha
optreedt tussen het gemiddelde van type 4 en het
gemiddelde van type 2 zegt reeds voldoende.
Het betekent dat de consumptieteler zijn poot
goed gratis heeft wanneer hij van type 2 overscha
kelt naar type 4.
Tenslotte is het van belang te weten hoever men
gevorderd is op het gebied der stamselectie.
In 1950 werden van de in Zeeland meest voor
komende rassen de volgende aantallen goedge
keurd:
1-jarige
stammen
2-jarige
stammen
3-jarige
stammen
(S pootgoed)
Zeeland
Tot.
Zeeland
Tot.
Zeeland
Tot.
Alpha
76
1327
54
1071
2
219
Bevelander
10
90
22
88
15
Bintje
256
2679
297
2536
27
712
Doré
4
185
99
35
Eigenheimer
13
1143
13
1110
447
Furore
17
382
15
294
7
50
Industrie (L)
6
48
8
44
10
Koopmans BI.
1
44
28
7
Meerlander
12
195
3
125
6
Record
11
311
3
205
2
67
Voran
26
1037
7
1113
253
Wilpo
18
93
13
124
3
27
Opvallend hoog is
het aantal stammen wel bij
de rassen Alpha, Bintje, Eigenheimer
en Voran
zodat hier ook het meeste cijfermateriaal van ver
zameld kon worden.
Tevens zien we dat het aantal stammen na enige
jaren keuring geleidelijk minder wordt. Dit komt
ook tot uiting in de cijfers van alle rassen gezame-
lijk.
Zo werden in het jaar 1950 9876 van de 15.716
éénjarige stammen, 8314 van de 13135 tweejarige
stammen en 2177 van de driejarige stammen goed
gekeurd.
Er zal dan ook nog wel heel wat werk verricht
moeten worden, voordat dit systeem in de praktijk
.zijn volle vruchten af kan werpen.
Een juiste en intensieve voorlichting van de
stamselectiebedrijven zal hier vóórop moeten
staan, omdat niet de N.A.K. de stamselecteur is,
doch omdat ieder stamselectiebedrijf een persoon
lijk stempel op het materiaal zal moeten zetten.
De kosten verbonden aan de selectie van het
E-pootgoed en het A-pootgoed zullen ongetwijfeld
lager worden, omdat slechts bij uitzondering af
wijkingen zullen voorkomen en het uitgangsmate
riaal (S-pootgoed) 3 jaar lang serologisch op het
voorkomen van X-virus onderzocht is.
De pootaardappelteelt zal zo een belangrijke stap
vooruit gaan en het vertrouwen is gerechtvaardigd
dat het aldus verkregen pootgoed een goed figuur
zal slaan op binnen- en buitenlandse markt.
Zoals velen al wel Ibekend zal zijn. bestaat in O.
Z.Beveland sedert het vorig jaar een Vereniging
tot het gemeenschappelijk uitvoeren van landbouw-
werk.
Deze vereniging, waarvan landbouwers uit ge
heel O. Z.-Beveland lid zijn, stelt zich o.m. ten doel
om op de bedrijven harer leden, eventueel voor
komende tekorten aan arbeiders aan te vullen.
Hiertoe worden groepen losse arbeiders in dienst
genomen.
De vereniging treedt hierbij zelf als werkgeefster
op. Dit is zowel voor de boer als de arbeider voor
delig en gemakkelijk. De boer is n.l. ontslagen
van de gehele rompslomp van administratie, die
aan het in dienst nemen van losse arbeiders is ver
bonden. Hij betaalt een bedrag ineens n.l. het
volgens de C.A.O. voorgestelde tariefloon plus de
sociale lasten en administratiekosten.
Voor de arbeider geldt dat zij zich verzekerd
weten van een aaneensluitende werkgelegenheid
en langduriger dienstverband. Bovendien zijn zij
verzekerd van een stipte uitvoering der diverse
sociale maatregelen.
Het vorig jaar is met dit werk begonnen. Door
de vereniging is een opzichter-administrateur aan
gesteld die toezicht houdt op het werk, voor over
plaatsing der arbeiders zorgt, lonen uitbetaald en
de administratie verzorgt.
Gedurende het afgelopen jaar heeft de vereni
ging tot tevredenheid bij 37 harer leden gewerkt,
pl.m. 600 ha met diverse gewassen werden ver
pleegd en geoogst. Ondanks het feit, dat in het
begin vele moeilijkheden overwonnen moesten
worden en de weersomstandigheden erg ongunstig
waren, mag met voldoening worden geconstateerd
dat de oogst tijdig geborgen is kunnen worden
tegen de daartoe in de C.A.O. overeengekomen
tarieven.
Evenals in 1950, zal ook dit jaar worden ge
tracht de nodige maatregelen te treffen in nauw
overleg met de pl. commissies van de Stichting
voor de Landbouw.
Dit overleg kan een waarborg zijn, voor het
voortbestaan van de in ons district bestaande goede
verhoudingen tussen arbeiders en boeren.
Het bestuur meent dat het werk der vereniging
kan bijdragen tot een gezonde en economische
opbouw van onze bedrijven, waarbij een verant
woord bouwplan mogelijk is. De belangen der
arbeiders lopen hiermee parallel.
Het kwaad van 't krooibazensysteem waarb'j alle
bevoegdheden in één hand berusten en de belan
gen van de arbeiders zowel als van de boeren vaak
tot beider schade aan die éne man worden toe
vertrouwt, kon hiermee tevens doeltreffend worden
bestreden.
Aansluiting als lid bij de vereniging is nog
mogelijk. Opgave kan plaats vinden bij de secre
taris (Hoofdweg 2 te Rilland), alsmede bij de
overige bestuursleden en de administrateur.
Namens het bestuur der vereniging,
C. VAN GORSEL.
PREMIEKEURINGEN
voor Stieren en Vrouwelijk Fokvee
in Zeeland.
Woensdag 16 Mei:
Donderdag 17 Mei:
Vrijdag 18 Mei:
Zaterdag 19 Mei:
Zaamslag
9.30
U.
Ossenisse
13.—
u.
Kloosterzande
15.—
u.
Absdale
8.—
u.
Terhole
10.30
u.
Nieuw-Namen
13.—
u.
Graauw
15.—
u.
St. Jansteen
9.—
u.
Zuiddorpe
13.—
u.
Koewacht
15.—
u.
Axel
9.30
u.