DE BOERENJEUGD
0MCL li)oitcfa'&cC't
ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND
Van mensen en dingen uit de 19e eeuw
Redactie: Ad. Doeleman, N. Filius, Koos Janse, M. Kosten, Z. Poppe, M. Poissonnier en J. J. de Putter
Redactie-adres: Secretariaat L. J. G., Landbouwhuis, Goes.
SPORT.
Zaterdag 28 April is het voor de eerste maal trai
nen voor korf- en voetbal voor de a.s. sportdag.
Voetbal begint om 5 uur en korfbal om 6.30 uur
n.m. Ieder die hier belangstelling voor heeft wordt
verwacht op het sportveld gelegen Tragel, Schoon-
dijke. Dit geldt ook voor hen die in Groede lid ge
weest zijn. Komt zoveel mogelijk.
De Secretaresse, M. POISONNIER.
ZAAIWEDSTRIJD.
De sluitingsdatum van de opgave voor de zaai-
wedstrijd nadert. Men kan zich alsnog opgeven bij
de afdelings- en/of streeksecretaris en wel vóór
Dinsdag 1 Mei a^.
De Secretaris,
A. STOUTJESDIJK.
De mensen en dingen uit de 19e eeuw vormen
een grote tegenstelling met die van de 20e eeuw.
Leefuen ze in de 19e eeuw in een gesloten huis
houden, nu zijn er geen grenzen meer. De huidige
Walcherse boer ziet dan ook verder dan z'n hof
stede groot is, in tegenstelling met z'n voorouders,
waar nun wereldje, bij wijze van spreken, niet ver
der strekte dan de Sloedam.
Nieuwe landoouwmetnoaen, landbouwonderwijs,
mechanisatie hebben hun intrede gedaan en hebben
een stempel gezet op het gehele levendat vroeger
vredig en rustig verliep en dat nu door deze en
andere dingen vaak rumoerig en onrustig is.
Het leven van de 19e eeuw en dingen die hier
mee aan verwant zijn worden vrij uitvoerig en
op een goede leesbare manier beschreven in het
boek „Oud Walcheren" van J. Vader.
Het leven, wat z'n goede eigenschappen vertoon
de, maar ook z'n minder goede. Mooie dingen, maar
ook minder mooie dingen, 't Leven dat rustig ver
liep, maar toch ook z'n hoogte- en dieptepunten
kende.
De boer uit die tijd maar vooral ook z'n arbei
ders hadden een vrij hard bestaan. Bijzonder
lange werkdagen, waar onze 8-urige werkdag niet
aan kan tippen. De sociale toestanden waren verre
van rooskleurig. Laag loon en te weinig bestaans
recht was het lot van de arbeider in die dagen.
Iedere arbeider stond apart en ze beseften toen nog
niet wat ze door samenwerking hadden kunnen
bereiken.
Wat dit betreft is er gelukkig veel veranderd.
Wel is het waar, dat, al ontzag de boer z'n arbeiders
niet, hij ook zichzelf en z'n kinderen niet spaarde
om te werken. Iemand die niet van aanpakken wist,
telde niet mee.
Al worden de verschillende toestanden vrij goed
getekend, zou ik toch een opmerking willen maken
tegen de uitspraak van de schrijver: „dat de boer
meer hart bezat voor z'n beesten dan voor z'n werk
volk". Dit is te eenzijdig getekend. Dit is afgegaan
op bepaalde feiten, maar niet op algemene. Er zul
len er zeker wel geweest zijn, maar er waren er
toch ook nog die de arbeiders zagen als mens.Ook
omdat er op Walcheren veel kleinbodriif was, stond
de boer vaak korter bij z'n werkvolk dan op het
grootbedrijf elders.
Als was het een hard bestaan van hard werken,
daartegenover stond dat de mensen werklustig
waren en daardoor arbeidsvreugde kenden. Dit gold
ook van de vakmensen van 't dorp, zoals wagen
maker, smid en timmerman, die iets van hun eigen
in het werk legden.
Het leven verliep in die tijd zonder diepschok-
kende gebeurtenissen. Een hoogtepunt was elke
week de Middelburgse marktdag, waar de boer
en vooral ook de boerin de producten op de
markt bracht.
Veel van dit alles is veranderd of verloren ge
gaan, wat ook geldt voor de vele gewoonten, feest-
gebruiken en klederdrachten, die op een interes
sante, goed leesbare, manier worden beschreven.
Ik kan overigens niet treuren met de schrijver dat
de klederdrachten verdwijnen.
De jeugd leefde in die tijd wel in geheel andere
omstandigheden en daardoor waren ook haar ge
woonten anders dan nu. Maar ook toen waren er,
evenals nu, kwajongens en kwajongensstreken, die
niet onderdeden voor de tegenwoordige Walcherse
of Hollandse jongens.
De meer oudere jongens leden aan dezelfde „ziek
te" als de hedendaagse, wanneer ze een meisje
tegen kwamen, die hun wel zinde. Alleen de metho
de van ..vragen" wa9 anders en soms voor ons ge
voel echt raar.
Een apart hoofdstukje handelt over Westkapelle
„de dieker" waar de schrijver terecht op
merkt, dat Westkapelle een apart staatje vormt
met een bevolking, die grotendeels uit stoere dijk
werkers bestaat.
Zoals reeds gezegd, is er veel veranderd. De be
volking van toen miste veel, wat wij met missen.
Betere lonen en sociale voorzieningen. Het onder
wijs is beter. De medische huip is oeter en vooral
de chirurgie. Honderden stierven, omdat men toen
de kundigheid niet had om te opereren. Ontspan
ning was er uitgezonderd de feestdagen met.
Immers zang-, muziek- en sportverenigingen zijn
van latere datum.
Maar daar staat tegenover, dat het leven rustig
en vredig verliep met een sterk huiselijk bestaan.
Het was een vlijtig volk met arbeidsvreugde.
En wanneer het gezinsleven en arbeiusvreugde
géén eigenschappen van deze tijd zijn, zal er later
géén scnrijver zqn, die tot de conclusie komt, dat
de Walchenaar uit de laatste helft van de 2Üe eeuw,
„een volk was natuurlijk met gebreken, maar toch
óók met grote deugden", zoais de scnrijver van
„Oud-Walcheren" dit zegt van de 19e eeuw.
Gr.
Z. P.
i) „Oud-Walrhereu", door J. Vader. Uitg. Fa. Q.
W. den Boer, Middelburg.
Mijnheer de Redacteur,
Naar aanleiding van Uw artikel „De Radio" in
„De Boerenjeugd" van Zaterdag 17 Maart, ben ik
zo vrij enneie opmerkingen hierover te maken, in
de hoop dat het in Uw blad wordt opgenomen.
U merkte op, dat er in Zeeland weinig- concert
zalen zijn. Zeer zeker. Toch is het wel mogelijk om
zo nu en dan goede muziek te beluisteren van de
dorpsharmonieén. Natuurlijk niet van die kwali
teit als in concertzalen te horen is, maar toch goede
muziek. En wat een voornaam punt is, voor bijna
iedereen begrijpelijk.
Als een narmomegezelschap een uitvoering geeft,
dan gebeurt het nog al eens dat de zaal van m 2üu
plaatsen lang niet vol is. Wat is hiervan de oor
zaak De kosten? Zeer zeker niet. Als men dona
teur van het gezelschap ter plaatse is, en wie is
dat niet, kan men gratis de uitvoering bijwonen. Er
wordt gemusiceerd, een goed toneelstuk wordt ge
speeld en er is bal na voor de liefhebbers. Het ge-
bodene is zeer zeker de moeite waard om te zien en
te horen.
Toch geen volle zaal. Als er echter een groot
orkest komt in een van de Zeeuwse steden, dan ziet
men tallozen uit Noord-Beveland de Zandkreek
oversteken. Een dergelijk concert bezoeken kost
zeer veel geld. Wat men daar te horen krijgt is
natuurlijk af.
Of de bezoekers, die zo dol op zo'n concert zijn,
er allen verstand van hebben, betwijfel ik ten zeer
ste. Maar toch wordt dit goed bezocht, en een
dorpsharmonie kan nauwelijks de zaal vol krijgen.
Wat U schrijft t.a.v. zelf een instrument bespe
len, wil ik opmerken, dat het een hele toer is om
een muziekgezelschap op de been te houden. Hoe
komt dat? De muziek is op een dorp iets onmist
jaars. Bij alle feestelijke gebeurtenissen wordt een
beroep op het gezelschap gedaan. En terecht. Wat
is een feest zonder muziek. Hoe vaak wordt een
-serenade gebracht bij jubilea, schoolkinderen en
ouden van dagen afhalen na een réis. Kortom
allés draait om de muziek. Is het niét treurig, dat
er op een dorp als Kortgene, maar ruim 20 ménsen
lid zijn van E. M. M.?
En welke mensen zijn lid van een muziekgezel
schap? Stuk voor stuk werknemers en enkele
middenstanders. Boerenzoons geen één, en ik meen
te weten, dat dit overal zo is. Waarom zijn die
geen lid van een muziekgezelschap?
Hoe mooi zou het zijn als een muziekvereniging
samengesteld was door personen van alle rangen
en standen!
Na de bevrijding is geprobeerd om de kloof tus
sen werkgevers en werknemers te versmallen.
Wat zou het een zegen zijn, als die kloof werd ge
dicht. Het lijkt er op, dat hij steeds breder wordt.
Gezamenlijk lid van een vereniging zijn, is een van
de middelen om contact te krijgen. Een muziek
gezelschap is voor iedereen. Iedereen kan er van
meegenieten. Waarom dan niet ieder, die muzikaal
is, lid van die vereniging?
Is het met het lid zijn éénzijdig, ook de bezoekers
van onze uitvoeringen konden meer gevarieerd
zijn. Het zijn bijna uitsluitend arbeiders en mid
denstanders. Vele werkgevers zijn donateur, maar
zeer weinigen bezoeken de uitvoering van hun ver
eniging. Ik hoop dat het nog eens zo zal zijn, dat
een uitvoering van een plaatselijke vereniging door
iedereen wordt bezocht. De verhoudingen op het
platteland zouden er niet minder van worden.
Integendeel. Er is beslist iets goeds op dergelijke
uitvoeringen te zien, iets wat voor een ieder be
grijpelijk is. Wat meer aandacht voor iets van
éigen bodem is niet te versmaden.
Met hartelijke dank voor plaatsing.
Hoogachtend,
A. WELLEMAN,
Voorzitter E. M. M., Kortgene.
Noot van de Redactie.
Op bovenstaande opmerkingen van de voorzitter
van E. M. M. zóu ik 't volgende willen ant-
woordén.
Allereerst over 't beluisteren van goede muziek
en 't bezoek aan concertzalen. Ik wil in dit ver
band nog eens een zin herhalen van hetgeen ik
daar over schreef:
„Want wanneer wij werkelijk serieus naar
ernstige muziek willen luisteren en er ook begrip
van hebben (en hoe velen zijn dat onder ons), dan
geloof ik niet dat de radio......"
Dat die personen, als door mij bedoeld, de Zand
kreek over steken voor een bezoek aan concertzaal
is toch wel gerechtvaardigd, vind ik, en juist die
mensen zullen zeker de verrichtingen en prestaties
van de dorpsharmonie waarderen.
Door hun kennis en liefde voor de muziek weten
en begrijpen zij, dat deze dorpsharmonie alle genres
moet brengen, hoe voortreffelijk ze in hun soort
ook zijn, en dat deze mede hierdoor niet de ver
gelijking kan doorstaan met de gespecialiseerde
orkesten.
Dat buiten deze categorie nog talloze anderen
concertzalen bezoeken, met voorbijgaan van wat
hun eigen muziekvereniging kan bieden, is iets,
dat niet alleen beperkt is tot dit gebied. We kun
nen dit op ons eiland bij zoveel andere dingen en
zaken ook zien.
Als we b.v. Dinsdags- en Zaterdagsmiddags de
boot en bussen zien die overvol zijn met mensen,
die in Goes hun inkopen gaan doen, dan gaat men
ook z'n eigen middenstanders voorbij, terwijl men
zonder tijdverlies of reiskosten daar toch ook
terecht kan! En zo is 't nog met meerdere dingen.
Dat 't bezoek aan de muziekuitvoeringen uitslui
tend zou bestaan uit arbeiders en middenstanders,
wil ik, zeker wat betreft de jongeren, betwijfelen.
Dat de belangstelling der ouderen zich niet uit in
een bezoek op een uitvoering, wil nog niet zeggen,
dat deze geheel afwezig is. Gezien de velen, die
donateur zijn, en de resultaten winneer er ten be
hoeve van de muziek eens een beroep op hen wordt
gedaan, kan men toch wel aannemen, dat zij wel
terdege aanwezig is.
Dat geen enkele boerenzoon lid is van de muziek
vereniging is een feit, en wanneer dit zou liggen
aan de kwestie rang of stand, is er zoveel te meer
reden om trots te zijn voor die vereniging, omdat
ze het ook zonder hen kunnen.
Wanneer U echter ziet, dat de Z.P.M. en L.J.G.
van heel Noord-Beveland nog geen orkestje van 5
of 6 personen kan opleveren, dan zegt dit toch ook
wel iets. Ongetwijfeld is het samen lid zijn van
een vereniging nuttig om contact te krijgen, en
zodoende nader tot elkaar te komen, maar even
belangrijk is het, dat we in onze dagelijkse levens
wijze en houding trachten hieraan mee te werken.
En bij diegenen zal er ook zeker aandacht zijn voor
datgene, wat van eigen bodem komt.
NIC. FILIUS.