tycO'S't'Ci'yi'tii' StetMnCto BijkslaiititiGLMGOiliclitiHstin ut en MS Voorbereidende cursus aan de Rijlcslandbouwwinterschool te Goes mais zaaizaad-hoeveelheid. uit de GRASLA1I IS Wij brengen deze week: enkele resultaten van onderzoekingen aan Zeeuws-Vlaamse graslanden. Immers, nu de laatste tijd de belangstelling voor het grasland toeneemt en men er meer en meer toe overgaat: a. Het grasland doelmatiger te bemesten. b. Het grasland beter te verzorgen, vooral door middel van chemische onkruidbestrijding en c. Het grasland intensiever te gebruiken door het omweidingssysteem of rantsoenbeweiding toe te passen, moeten we ook weten hoe het grasland zelve, het fundament, er bij ligt. Ons baserende op dit fundament kunnen we de juiste maatregelen treffen. In de eerste plaats wordt bij het graslandonder- zoek nagegaan in welke mate de verschillende gras sen en kruiden op het betreffende perceel voor komen. Hierdoor leren we de kwaliteit van het grasbe stand kennen en kunnen we deze vergelijken met andere wei- en hooilanden. Maar ook leren we uit het onderzoek het een en ander over de behandeling, die het weiland heeft gehad, daar het plantenbestand verband houdt met de bemesting, de waterhuishouding in de grond en met de manier van gebruik. Het blijkt, dat het grasbestand van de grasland percelen zelfs reeds in ons homogeen gebied, zeer kan verschillen. Ter illustratie zijn in onderstaan de tabel 7 onderzochte graslanden naast elkaar ge plaatst. In ieder perceel werd van elke grassoort het per centage bepaald. Perceel 1 2 3 4 5 6 7 Engels raaigras (10) 88 70 66 39 19 4 5 Beemdlangbloem 9) 20 15 Timo heegras 9) 1 1 2 1 Veldbeemdgras 9) 1 20 1 11 2 Ruwbeemdgras 8) 2 14 7 8 4 3 12 Witte klaver 8) 1 9 2 3 6 Gerstgras 7) 2 47 7 Kamgras 7) 1 2 Kropaar 6) 13 4 Fioringras 5) 3 2 4 16 18 8 20 Kweek 5) 3 2 1 1 2 28 Witbol 5) 3 12 Gewoon struisgras 4) 1 Reukgras 4) 1 Rood Zwenkgras 4) 4 Straatgras 4) 1 Riet zwenkgras 4) 20 Geknikte vossenstaart 3) 5 Diverse onkruiden (4-0) 2 1 5 7 5 8 4 Totaal 100 100 100 100 100 100 100 Hoedanigheidsgraad 9.5 9.3 8.5 7.8 7.3 6.4 6.3 De belangrijkste grassoort is het Engelse raai- gras, te herkennen aan de rode voet, die men waar neemt, wanneer men de spruiten uit de zode trekt. In verschillende graslanden komt dit gras te weinig voor. Beemdlangbloem, een hooilandgras, zal men daar om in Zeeuws-Vlaanderen weinig aantreffen. Timothee komt weinig voor. Veldbeemdgras is een gras op de drogere gron den, vandaar dat het op de zandgrondpercelen, no. 4 en 6, in aanzienlijke mate wordt gevonden. Ruwbeemdgras ziet men meer op vochtige per celen. Zo heeft iedere weideplant zijn bepaalde kenmer ken en voorkeur. Dat perceel no. 7 voor 28 uit Het ligt in het voornemen, evenals vorige jaar, weder een voorbereidende cursus aan de Rijks landbouwwinterschool te Goes te geven aan hen, die voornemens zijn in September 1951 toelatings examen te doen voor de R. L. W. S. te Goes. De cursus zal worden gegeven één dag per week in de maanden Mei, Juni en gedeeltelijk in de maand Juli. Op deze cursus zal o.m. les worden gegeven in de algemeen vormende vakken, waarin in Septem ber toelatingsexamen moet worden gedaan. De cursus zal beginnen op Woensdag 2 Mei a.s. Aanmelding voor deze voorbereidende cursus kan schriftelijk of mondeling (tel. 2151 K 1100 geschieden vóór 1 Mei a.s., bij de Directeur der school: Ravelijn, De Groene Jager 8 te Goes, die gaarne alle gewenste inlichtingen verstrekt. Kweek (gospeën) bestaat heeft een gegronde reden. Al naar de eigenschappen van de grassoort, zo als groei, veevoederwaarde, smakelijkheid enz., geven we deze een waarderingscijfer. Engels raai- gras wordt b.v. met een 10 beloond, Fioringras met een 5. In de eerste kolom van de tabel zijn de waar deringscijfers voor de verschillende grassen aan gegeven. Door nu het percentage van de afzonderlijke grassoorten in een weiland te vermenigvuldigen met het waarderingscijfer, al deze uitkomsten op te tellen en te delen door 100 verkrijgt men de hoedanigheidsgraad. In de onderste regel van de tabel is deze waardering voor de 7 graslanden ver meld. Er zijn opmerkelijke verschillen. Dat dit niet al tijd aan de grondsoort behoeft te liggen, ziet men door de percelen no. 4 en no. 7 te vergelijken. Eerst genoemd perceel bestaat uit zandgrond, het andere uit klei. Verdere bespreking laat ons dit korte artikel niet toe. In het algemeen kan worden gezegd, dat de gras soorten, die in onze Vlaamse graslanden voor komen, goed tot zeer goed zijn. De bezetting, de dichtheid van het grasbestand, laat echter vaak te wensen over. Uit bovenstaande blijkt, dat het fundament voor een moderne en rationele graslandexploitatie aan wezig is. Laten we die mogelijkheid benutten en de graslanden minder bezigen als voerplaatsen van bietenkoppen e.d. voor het vee, maar via een betere verzorging en gebruik uitbuiten ten behoeve van ons vee en ons zelf. 21-4-51. R. L. V. D. - Axel. In de toegezonden en gepubliceerde Handleiding „Maïsteelt" is vermeld een zaaizaad-hoeveelheid van 25 kg/ha. Nu blijkt, dat het zaad in verschillende gradering (grote) wordt afgeleverd, kan deze hoeveelheid be langrijk te veel doch ook te gering zijn. Zo is be kend, dat b.v. Nodak 301 met 19 kg zaaizaad een voldoende dichte stand geeft en Warwick 250 daarentegen 30 kg/ha vraagt. Het lijkt ons dan thans ook beter uit te gaan van de benodigde aantal korrels per ha. Hieronder het gewenste aantal planten per ha van de verschillende hybriden. Daarnaast het aantal uit te zaaien korrels, hierbij rekening houdende, dat 2025 geen plant geeft. KF 1 en KE 3: 6070.000 planten/ha; uit te zaaien korrels 90.000. Wisconsin 240 en 255: 70—75.000 planten/ha; uit te zaaien korrels 95.000. Nodak 301: 7080.000 planten/ha; uit te zaaien korrels 100.000. Warwick 250: 7080.000 planten/ha; uit te zaaien korrels 100.000. Warwick 150: 8090.000 planten/ha; uit te zaaien korrels 110.000. Bij het opdraaien van zijn machine telt men dus de korrels en weegt ze niet. Verder willen wij er op wijzen, dat het aantal planten sterk verband houdt met de vruchtbaar heidstoestand van de grond. Verwacht men een geile ontwikkeling, dan is een minder aantal planten gewenst. Zon en licht moeten in het gewas vrije toegang hebben. In dit verband vestigen wij de aandacht nogmaals op de stikstofbemesting, overdrijft niet. De Hoofdass. v. d. Akkerbouw, Zierikzee, 24 April 1951. M. MURRE. PIMTIJK Een droge Maart, Een natte April, Dat is de boer zijn wil. Zó hoorde ik vroeger de oudere mensen spreken en ik geloof ook, dat het dan als „gesmeerd" liep. Nu is het misschien een droge April en een natte Mei, en ja, dan gaat het óók weer wel. Alleen zullen de fruittelers dan wat meer last van de schurft hebben. Maar hoe het ook komt, we zijn blij, dat het eindelijk mooi weer is geworden en het „kachel hout zagen" verleden tijd is. Want deze winter is wel een record-winter geweest met het aantal on economische werkdagen. Dit werkt reeds in de ver keerde richting om de leuze „lage kostprijs voor een goed product" verwezenlijkt te zien. Laten de werknemers dit ook eens begrijpen en bij mooi weer eens extra hun best doen om de be spuitingen op tijd klaar te krijgen. De loonsverho gingen in de tuinbouw zijn niet aanvaardbaar zon der een zekere bestaanszekerheid. Met een presta tieverhoging van de zijde der werknemers is m.i. al veel te bereiken. Als men de laatste weken weer heeft kunnen gadeslaan wat de boeren en fruittelers zélf pres teren, dan is dit ook zeer goed mogelijk zonder dat men van „slaven"-arbeid kan spreken. De boer en tuinder rekent niet met werkuren, hij heeft al een „schof" te pakken als hun arbeiders op het bedrijf komen; is tot 's avonds laat aan de gang en moet dan nog 's avonds voor onbezoldigd ambtenaar van de belasting spelen. Arbeidsstaten bijhouden, loon- en omzetbelasting berekenen en zegeltjes voor dit en voor dat, en ga zo maar door. En als men iets vergeet of te laat is, dan de nodige waarschuwin gen met de bekende spreuk: „Indien binnen zoveel tijd nietdan zal dit of dat gebeuren!" Dit zijn allemaal dingen, die het leven van boer en tuinder vertroebelen. We wachten nog steeds op een eenvoudige uitvoering der sociale wetten. Hoe lang nog? Maar genoeg hierover. We verblijden ons in het mooie weer en we zijn vol werklust om onze boom gaarden te geven wat ze behoeven. We hebben reeds één of twee keer met koper of kwik gespoten en staan klaar om ze nog een beurt te geven voor de gevreesde schurft. Het spuiten is duur en alles is duur, wat men doet of laat doen, en daarom zal het een hele toer zijn om voor een lage prijs een goed product te kunnen aanbieden. Doch laten we het proberen, misschien valt die lage kostprijs nog mee. De Jonathans Bramley's en Delicious, die de vori ge week geruimd zijn, vielen óók niet tegen in prijs. We nemen toch met geen bittere gedachten afscheid van ons koelhuis. Ik geef toe, de Goudreinette is teleurstellend geweest, maar toch zullen we het eens zijn, dat spreiding er moet zijn. We moeten een heel jaar voldoende goed fruit aan de markt brengen. Men moet zijn klanten behouden. Een winkel waarin men de ene week dit niet heeft en een andere week weer een ander artikel niet, gaan we voorbij. Zó is het ook met onze afnemers, zowel in binnen- als buitenland. Men moet ze aan het fruit eten houden, anders gaan ze wat anders kopen. Dus, we proberen goed houdbaar fruit te kweken en doen dit van 't najaar weer in het koelhuis als een vanzelfsprekendheid. Koelen moet men niet zien als een speculatieve gok, maar als een nood zakelijk onderdeel van ons bedrijf. Tot van 't najaar dus Als deze regels U onder de ogen komen, zal er reeds veel moois te zien zijn in onze boomgaarden. De kersen, pruimen en vroege peren zullen reeds open staan in al hun schoonheid, of op het punt staan dit te doen. De bijen vliegen van bloem tot bloem, de vogels vrolijken onze boomgaarden op met hun aubades, de koekoek is er ook weer, al is hij dit jaar wat laat. Een prachttijd, die bloeitijd De tijd van de be lofte, de verwachting van de oogst. Maar óók een zorgentijd Hoe zal het met de nachtvorsten gaan? Zullen we de schurft de bas kunnen blijven? Wat voor plagen zullen we nog krijgen, éér dat we weer eens van gegronde oogstvooruitzieliten kunnen spreken? Maar het kan geen kwaad als we er wat moeite en zorg voor over moeten hebben. Dit komt nu eenmaal bij elk gezond beroep voor en fruittelen is nu juist geen gemakkelijk „vak." Naar ik vernomen heb, is het dit jaar Kring-ten toonstelling in Krabbendijke van de Kring Oost Zuid-Beveland. Dit is de fruitteeltsector van de Z. L. M. Laten we nu, als goede Z. L. M.'ers en als goede vakmensen daaraan eens flink meewerken, zodat die Tentoonstelling slaagt In deze Kring kunnen wij nu juist eens tonen, dat we niet ónder te doen hebben voor de landbouw, óók wat de me chanisatie betreft Ook is het reclame voor ons fruit, het Zeeuwse fruit, dat geen slechte naam heeft, maar nóg beter moet worden en ook méér bekendheid. Hier is de kans geboden om te tonen, wat er op de Zeeuwse bodem kan groeien. Dü&rom moeten ook de tuinbouwers onder de Z. L. M.-vlag zich klaar maken om op 20 Juni goed voor de dag te komen We zullen het hierbij laten. We hopen op een mooie bloeiperiode, we verlustigen ons daarin, bannen alle zorgen wat uit ons hart en zoeken de zon en debloemen op in ons mooie Zeeland! Tot de volgende keer. JAAP UIT 't BOGERDJE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 3