UIT DE
PROVINCIE
VOORBEREIDENDE CURSUS
aan de R. L. W. S. te Goes. Vraagt
inlichtingen bij de Directeur der
school.
VOEDERTOEWIJZINGEN VOOR
MEI EN JUNI 1951.
Van boerderij en organisatie
Tuisen de machines met en zonder ontvliezer I
staat de John Deere die dit gecombineerd heeft
Ook de Woodbross, Oliver en Minneapolis Moline
plukmachines kunnen goed werk leveren onder on
ze omstandigheden. De eerste heeft een grote ont-
vliescapaciteit en kleine kans op beschadiging,-
zulks in tegenstelling met de andere twee machines.
Voorwaarde voor het goed werken van de machi
nes is~ het zuiver recht zijn van de rijen en het zo
min mógelijk legeren van het gewas.
De'door de Stijf self abriek Sas van Gent gepro
beerde combinatie van- plukker met opzakinrichting
heeft nog geen definitieve resultaten afgeworpen.
In ieder geval zal zo'n methode minder eisen aan de
organisatie stellen.
Dorsen.
Daar het vochtgehalte 3540 bedraagt, is be
schadiging niet uitgesloten, terwijl de kleverige
pluimen licht de zeven kunnen verstoppen. De in
Zuid Amerika veel gebruikte Claas maaidorser is
ook in het afgelopen jaar geprobeerd voor het maai-
dorsen van maïs door de Stichting Landverbetering
Rozenburg.
De zeven werden echter te veel verstopt, terwijl
er ook te veel maïs werd beschadigd.
Bij het stationaire dorsen heeft vooral de O se
maaidorser een goede beurt gemaakt, vooral omdat
deze machine met rubber slaglijsten is uitgerust.
Kosten van de verschillende methodes.
Over het algemeen zal men de plukkers in 8 jaar
moeten afschrijven. De vraag blijft natuurlijk open
of na een paar jaar no-?' wel mrïs verbouwd zal wor
den en of deze termijn dus niet te lang gekozen is.
Indien men deze termijn te lane acht. kan men ech
ter ook, uitgaande van het handnlukken berekenen,
in hoeveel iaar de machine minimaal moet worden
afgeschreven om tot dezelfde kosten van het pluk
ken te geraken. Aan de hnnd hiervan kan men
eveneens bpd'ssen om al dan niet een plukmachine
aan te schaffen.
Handplukken
150 uur voor plukken en ontvliezen 175,/ha
ld. zonder ontvliezen 8085 uur ƒ100,/ha
Machinaal plukken zonder ontvliezen
(capaciteit per seizoen 40 ha).
a. zonder extra man op de wagen
inclusief lichte trekker en bediening
Ib. indien een man extra op de
wagen aanwezig is
Machinaal plukken met ontvliezen:
(capaciteit per seizoen 35 ha)
a. inclusief trekker en bediening-
van twee man ƒ70,/ha
b. indien een extra man meerijdt
op de wagen 80,—/ha
Ontvliezen met de stationaire ontvliesmachïne:
Hiervoor is geen extra bediening vereist. De
levensduur k^n op 16 jaar worden gesteld. De prïis
bedraagt f 3200.de capaciteit kan echter nooit
hoger zijn dan die van de plukmachine (40 ha). De
aandrijving gebeurt met een 5 pk benzinemotor.
Kosten 15,/hia.
De hier weergegeven bedragen zullen uiteraard
hoemr wnrtf<m wanneer niet de volle capaciteit be
reikt kan worden.
Indien men echter wel de volle capaciteit vm de
machine benut, zal men dus door een vergelijking
met het handnlukken na kunnen gaan in hoeveel
jaren de machine op zijn minst moet worden afge
schreven, zonder dat de kosten hoger worden dan
die van het handnlukken. Tn de discussie werden
nog de Amerikaanse experimenten genoemd om
aan een maaidorser nluklichamen te monteren. Ir
Elerrn meende dat dit niet gewenst was in verband
met de lichte constructie van het snijgedeelte van
de maaidorser, waardoor wel eens materiaalbreuk
voor zou kunnen komen.
Ook bleken sommigen nog goede ervaring te heb
ben met de onderzaai van hopperups. De betere
igrondbedekking geeft minder wiedwerk en beter
rijden van de machines in natte tijden. De hoppe
rups was dan gezaaid bij de laatste keer machinaal
wieden.
Het drogen van de maïs.
Daar de lezing van Prof. Ir J. J. I. Sprenger door
zijn vrij theoretisch karakter en vele grafieken zon
der deze laatste moeilijk weer te geven is, zullen
we hier ondanks de interessante gegevens vrij kort
over zijn. Als hoogste vochtgehalte in de zomer
noemde Prof. Sprenger 14 terwijl dit in de win
ter 16% ma-?- bedragen. Het is echter beter dit
vochtgehalte steeds 1% lager aan te houden.
In de ren die 500 kg/m3 kan bevatten, staat de
droging in de wintermaanden practisch geheel stil,
om drn in het voorjaar weer verder te gaan.
In Engeland gebruikt men wel kleine drogers
waar steeds 40 zakken k 50 kg in de zak gedroogd
worden door het 56 uur doorblazen van lucht.
Een graandroger is in vele gevallen wel te ge
bruiken. Achtereenvolgens werden behandpid de
torendrocpT-, Hp cascadedroger, de trommeldroger
en de eestdroger.
Een nieuw soort droger is de Nederlandse Circu-
vac waar een aantal verwarmingsbuizen door het
griaan lopen. Doordat een vacuum wordt onderhou
den, kan de temperatuur nooit hoger worden dan
40° C.
In dé discussie bleek, dat de deskundigen niet in
alle nn-rmhtpri dezelfde inzichten hadden over de
mogelijkheid om de natuurlijke droging fren) en
de kunstmatige droging te combineren,
WALCHEREN.
In het artikel van vorige week onder de rubriek
voor Walcheren is een storende fout ingeslopen.
In genoemd artikel staat n.l. de zetmeelwaarde op
brengst van het grasland per koe, bedoeld wordt de
jetineelwaarde in kg per iia grasland.
Van de collega's beginnen sommigen ongerust te
worden over het late voorjaar en de steeds maar
aanhoudende regen, en inderdaad zijn de late jaren
vaak niet de beste, afgezien nog van de ongunstige
werkverdeling in het voorjaar.
De spanning begint nu merkbaar te worden in
de gesprekken op de markt en overal waar men
komt.
Toch is het nog lang geen vaste regel dat een
late inzaai een minder goed oogstjaar behoeft te
zijn, er zijn tal van voorbeelden uit de praktijk
waaruit het tegenovergestelde blijkt. Zo vertelde
een oude collega mij, dat hij eens op 7 Mei zijn
paardebonen en erwten had gezaaid en die brach
ten toen nog 18 mud per gemet op. Er komt elk
aar weer een tijd dat de grond goed droog is voor
le Inzaai als we maar zoveel geduld hebben om dat
loment rustig af te wachten.
Dat is ook het grote gevaar van dit voorjaar, als
straks de grond maar half goed is, zullen velen
niet meer willen wachten en onder minder gun
stige omstandigheden het zaad aan de aarde toe
vertrouwen. Beter is het in Mei goed te zaaien dan
in April te knoeien, want een te nat gezaaid gewas
laat het in de zomer altijd zitten. Daarom: beidt
uw tijd.
NOORD-BEVELAND.
„Wachten duurt lang", zegt men wel eens en de
laatste dagen worden we hier sterk aan herinnerd.
Het wachten kan je in allerlei stemmingen brengen,
van felle opstandigheid tot doffe gelatenheid toe.
Vooral wanneer het wachten betreft op dingen, die
volgens je gevoel en verstand heel noodzakelijk ge
beuren moeten, doch waar je machteloos tegenover
staat. Je knarst met je tanden, je spreekt mooie en
lelijke woorden en je denkt nog veel meer, doch het
helpt allemaal niets, want je staat voor een ondoor
dringbare muur. Het enigste wat je kunt doen is...
wachten!
U bemerkt collega's, dat deze inleiding wat bitter
klinkt. Deze stemming vindt waarschijnlijk zijn oor
zaak in het wachten op mooi weer. Het werd er niet
beter op toen we zojuist de weekkalender bij de
maand April opsloegen én ons n.b. de zin aangrijns
de: „April behoort tot de vier droogste maanden
van het jaar, gemiddeld valt er 44 mm neerslag".
En dat, terwijl een regenwaarnemer ons juist giste
ren mededeelde, dat er tijdens de eerste zes dagen
van April reeds 30 mm regen was gevallen. Als we
in de lijn van deze eerste zes dagen doorgaan, ko
men we op 5 X 30 150 mm in totaal.
De gevolgen van al deze regen liggen besloten in
het woordje „wachten".
Verschillende collega's denken langzamerhand
„als 't niet kan zoals 't moet, dan moet 't maar zoals
't kan", en zo gauw als 't maar even droog weer is,
gaan ze zaaien, op hoop van zegen. Men kan toch
niet eindeloos blijven wachten
Toen we deze week op speurtocht in de polders
waren, zagen we op verschillende ingezaaide per
celen, dat ook de kiemplantjes het wachten moede
waren. Met verkleumde gezichtjes, of beter gezegd,
met gelige blaadjes kwamen de gerst- en vlaspi^n-
tjes uit de diehtigeslempte grond te. voorschijn. Een
extra nitraatbemesting zal ze dit voorjaar zeker
geen kwaad doen.
Deze gerst- en vlasplantjes overtuigen ons er van
collega's, dat er aan deze wachtperiode een einde
komt. De zorg voor het groeiende gewas vraagt
straks weer onze volle aandacht. We wijzen speciaal
op de ziektebestrijding. Alvorens tot bestrijding
over te gaan moet men steeds per geval nagaan,
of dit inderdaad noodzakelijk is en dan ook geen
gunstig moment laten voorbijgaan om de bestrij
ding serieus uit te voeren.
In deze maand moeten we vooral aandacht schen
ken aanbladrandkevers in erwten en bonenglans
en snuitkevers in koolzaad; aardvlooien; vlastriphs;
schildpadtorretjes en aaskevers in bieten; karwij-
mot.
Ook de onkruidbestriiding zal onze aandacht vra
gen, waarbij mechanische zowel als chemische mid
delen ons ten dienste staan.
Collega's, dit artikel staat in het teken van
„wachten". We zijn op een bittere toon begonnen,
doch willen eindigen met een meer tevreden ge
im-vi Hoor het Woord wachten te vertalen met „ge
duld hebben". En geduld is een schone zaak
ZUID BEVELAND.
„Vroeg in de wei is vroeg vet," zo hebben ver-
c-ohiiiende roiipga's er ook over gedacht toen ze
vorige week hun jongvee naar de Moer, Poel of
Koudorpe brachten. Hun aantal is nog niet groot, -
maar de eerste zijn er.
De hoeveelbe'd eten, die er voor deze dieren is, is
on het ogenblik wel voldoende, maar door de aan-
hond^nde reeen zal het voor het vee toch minder
gezond zijn. Ze lopen de gehele dag nat en wa^nner
ze willen gaan liggen, dan komen ze in plasjes
water terecht.
I Ook het weiland lijdt vian deze vroege beweiding,
de zode wordt plaatselijk erg stuk getrapt. Vooral
bij dammen, langs de slootkanten en bij bosjes.
Vóór deze weer hersteld is, kan het een hele poos
duren.
Voor de veehouders, die de 1 2%-jarige run
deren nog op stal hebben, is het nu nog mooi tijd
om een bestrijding tegen de runderhorzel uit te
voeren. U kent deze bulten, welke op de rug van
de dieren ontstaan, natuurlijk allemaal. Door deze
te behandelen met een Derris-oplossing of zalf,
kunt U de poppen doden. De bulten worden dan
spoedig kleiner.
Het gemakkelijkst werkt men meestal met de
oplossing; deze kan men met een borstel goed op
de huid brengen. Tevens bereikt men, dat door het
borstelen de schubben, die het gaatje in de horzel-
bult afsluiten, los gemaakt worden, waardoor de
dodende vloeistof naar binnen kan. Gebruikt men
zalf, dan moet het haar rond de gaatjes weggeknipt
worden en moet men de horzelbuit goed insmeren.
Het uiteindelijk resultaat blijft het zelfde.
Door deze bestrijding twee keer, met een tussen
poos van 10 dagen, uit te voeren, behoeden we onze
dieren voor de lastige insecten en onszelf voor de
kans een proces-verbaal te krijgen, want we kun
nen er vast op rekenen, dat door de Veeartsenij-
kundige Dienst in Mei controle zal worden uitge
voerd.
THOLEN—ST. PHILIPSLAND.
Ook op ons eiland is er zeer veel belangstelling
voor het aanwenden van schuimaarde. Dit is ook
zeer terecht, daar op de meeste Zeeuwse bedrijven
deze meststof tot nu toe niet op waarde is geschat.
Voor de kleinere bedrijven onder de 10 ha, kan er
subsidie verleend worden Ibij het aankopen van
schuimaarde. Aanvragen hiertoe moeten gedaan
worden bij de Assistenten.
Van verschillende zijde vraagt men naar de be-
mestingswaarde en de aan te wenden hoeveelheid
van schuimaarde. De bemestingswaarde schom
melt wel wat, maar bij een'gift van 20 ton per ha
geeft men ongeveer 5000 kg kalk, 100 kg stikstof,
160 kg fosforzuur, 40 kg kali en 3000 kg organische
stof. Hieruit is wel te zien dat de huidige prijs
niet te hoog is. De aan te wenden hoeveelheid
hangt af van de kalktoestand en/of structuur van
de grond, maar 20 ton per ha is een vrij behoor
lijke gift.
De bewaring van de schuimaarde moet van een
hoop met goed afwaterend talud geschieden, dus
opzetten als een aardappelhoop, anders is het pro
duct van het najaar slecht strooibaar.
Het aanwenden kan het beste na het stoppelploe-
gen over het geploegde en flink ineggen, om een
goede verdeling in de grond te krijgen.
Ook hier is een begin gemaakt met het storten
van de silo's. Er werden 22 silo's aanbesteed, dat
is maar de helft van vorig jaar. Tholen en St. Phi-
lipsland slaat wel een pover figuur met de silo-
bouw ten opzichte van de andere eilanden. Over
enkele jaren zal men het betreuren, dat men niet
snel genoeg moderniseerde op het gebied van de
bewaring van veevoeder.
Tot aan de komende herfst worden voor herkau
wers geen voedertoewijzingen verstrekt. Voor de
overige diergroepen blijven de normen gelijk aan
die voor de maanden Maart en April. Voor de toe
wijzingen voor Mei en Juni wordt gebruik gemaakt
van veehoudersbonnen van de serie O, welke bon
nen vóór 15 Mei a.s. bij de voederleverancier (s)
moeten zijn ingeleverd.
De voedernormen voor jonge hennen, geboren in
1951, bedragen in kg per dier voor de 4e t/m 6e
leeftijdsmaand:
Bedrijfsgroepen
A
B
C
D
1
2a
2b
1
2
3
Ochtendvoer
Gemengd Graan
3^2
4
3H
1H
1
3 K
H
3H
Het aantal jonge hennen wordt hierbij gesteld op
50 van het aantal toegewezen kuikens broed
1951. De vopdertoewijzingen hiervoor worden uit
gereikt gelijktijdig met de bonnen voor de maan
den Juli en Augustus.
Voor het geval, dat een pluimveehouder kuikens
van broed 1951 op zijn bedrijf heeft ontvangen vóór
1 April, kan t.b.v. jonge hennen een voorschot-toe
wijzing voor dé maanden Mei en Juni worden ver
kregen bil de P.B.H., waartoe het document vóór
21 ApHl 1951 aan de P.B.H; moet Worden getoond.
45,—/ha
50,/ha