Aanihiltng NIEUWE door M. Murre, hoofdassistent voor de Akkerbouw. Zaaiwtfze, standruimte. Het zaaien of poten kan op verschillende wijze plaats vinden: 1. Dibbel- of pootstok. 2. Met speciale maïspootmachine. 3. Met normale zaaimachine. 4. Met aardappelpootmachine. De eerste manier is bij uitstek geschikt voor het kleine bedrijf. Men markeert dan zijn perceel eerst in de lengte en de breedte en poot daarna op de kruispunten 3 of 4 maïskorrels. De benodigde hoe veelheid zaaizaad is dan pl.m. 1015 meer dan bij machinaal zaaien. Deze dibbelstokken zijn in de handel verkrijg baar, o.a. bij het Amerikaanse Maïshuis te Apel doorn en bij het Centraal Bureau. De tweede methode wordt veelal in Amerika toegepast. De daarbij te gebruiken machine is vorig jaar in Nederland geïmporteerd. Deze machine zaait of poot in vierkants-verband zodat men in de lengte en breedte mechanisch kan schoffelen. Vooralsnog lijkt het niet nodig dat ge zaaid wordt in viekantsverband, zodat wij geen di recte behoefte gevoelen voor een dergelijk speciale machine, die momenteel circa 1500 kost. Temeer* daar men er in Amerika ook min of meer van af stapt. Het zaaien met de gewone zaaimachine gaat uitstekend. Uiteraard is het noodzakelijk, dat de machine eerst goed uitgeprobeerd wordt. Afgelopen jaar heeft men geleerd, dat men geen hybride-maïs moet zaaien met een schuif of nokkenradsysteem, doch met het lepelradsysteem (oud of verbeterd). Dit laatste geeft een goede verdeling in de rij en beschadigt het zaad niet. Mocht men onverhoopt geen machine met lepel rad tot zijn beschikking hebben, dan verdient het nokkenradsysteem de voorkeur. In gebieden of streken waar men nog in het geheel geen ervaring heeft, kan het zijn nut heb ben, dat men gezamenlijk zaait met één of twee (al naar gelang de te zaaien oppervlakte) goed uitgeprobeerde machines. Dit voorkomt teleurstel ling. Zaaien met de „Vicon"-aardappelpootmachine heeft in 1949 en 1950 op verschillende bedrijven goed voldaan. Uit Zuid-Holland bericht men, dat met de Vicon zelfs betere resultaten te bereiken zijn dan met de gewone zaaimachine. In de pootbakjes worden om de andere 3 of 4 kor rels gelegd. Het bezwaar is volgens de mening van sommige practici, dat men niet ondiep genoeg zou kunnen zaaien, en de korrels te breed in de rij komen te liggen. Dit laatste is voor het machinaal wieden een bezwaar. ,,Maïs dient pl.m. 8 cm diep gezaaid of gelegd te worden". Met de „Vicon" kan men op elke gewenste diepte zaaien. Bij dibbelen met de pootstok en poten met de „Vicon" krijgt men dus 2 of 3 planten bij elkaar. Bij het zaaien met de zaaimachine komt elke plant op zichzelf te staan. Uit proeven is gebleken, dat dit geen verschil in opbrengst geeft. Bij rijenzaai is de grond eer der bedekt hetgeen een voordeel voor de onkruid- bestrijding is. Bij vol machinaal bewerken verdient rijenzaai de voorkeur. Standruimte. Als rijenafstand nemen we voor de flintrassen 60 cm of zaait men met de zaaimachine b.v. 3 rijen op de 2 meter. Het aantal planten bedraagt 90.000100.000 per ha of 9 10 per m2. Bij 'n rijenafstand van 60 cm wordt dit in de rij 1620 cm. Dibbelt men in vier kantsverhand met drie planten per pol, dan wordt dit 55 X 55 cm of 60 X 50 cm enz. De hybride-maïs vraagt een grotere standruimte, omdat het gewas forser groeit. Het gewenste aan tal planten is 60.00070.000 per ha of 6 k 7 per m2. Men wake er voor, dat dit aantal niet overschre den wordt. Een dichtere stand geeft gemiddeld een lagere opbrengst. Maïs verlangt zon en licht en dit bereikt men niet in een te dicht en geil gewas. De rijenafstand is hierbij 7080 cm, naar gelang de breedte van de machine. Wil men machinaal plukken dan is een rijenafstand van minstens 67 cm vereist, dus 3 rijen bij een machine-breedte van 2 meter. Verpleging. Maïs wordt behandeld als een hakvrucht. Door de wijde rijenafstand kan men zeer gemakkelijk met een kleine trekker of met. een paar- den-wiedmachine in dit gewas schoffelen. Met de trekker kan men langer door het gewas rijden zonder schade te veroorzaken. Men moet dit, al naar omstandigheden meermalen doen, omdat jonge maïs de concurrentie van onkruid slecht verdraagt. Volgens de practijk kan nog machinaal gewied worden als de lengte van de plant 4060 cm is. Het naam van de schoffelmachine moet dan hoog van de grond zijn. Een toolbar aan de trekker leent zich daar uitstekend voor. In het begin mag' men wat dieper schoffelen. Later dient men ondiep bij de planten te werken om beschadiging van het sterk en breed vertakte Duizenden landbouwbedrijven in Nederland zijn thans uitgerust met een landbouwtrekker en de boer, die zijn tijd verstaat wil natuurlijk gaarne kennis nemen van de verbeteringen, welke door de fabrikanten aan één van de belangrijkste werk tuigen van zijn bedrijf zijn aangebracht. Nu de prijs van de benzine en petroleum zo hoog is geworden, heb ben de Engelse Fordson-construc- teurs zich afgevraagd of een wijzi ging in de manier van vergassing niet zou kunnen leiden tot een aan merkelijke brandstofbesparing. Na een groot aantal proefnemin gen komt Ford nu met een volko men verandere petroleumvergasser terwijl de carburateur van stijg- in walstroomtype is veranderd. Werd in het oude verwarmings systeem gebruik gemaakt van een verwarmingsplaat, waarbij de ver warming van het lucht-petroleum- mengsel vóór de volledige menging in de mengkamer plaats had, thans is deze vervallen en geschiedt de verwarming door de hitte van de uitlaatgassen na de menging. Door deze verandering is de ge hele uitvoering van de vergassing zeer vereenvoudigd, hetgeen ten goede is gekomen aan: a. het starten; b. sneller temperatuur komen; c. vlugger overschakelen van benzine op petro leum; d. betere vergassing; e. brandstof besparing (zie c). De Fordson Major en Fordson trekkers, welke met de nieuwe vergasser zijn uitgerust, starten even snel als de Ford automobielen. De stroom van de uitlaatgassen wordt langs de kortste weg in een uitlaatkamer gevoerd, welke de inhatbuis omgeeft. Het spruitstuk is daardoor in een ommezien warm. Het overschakelen van benzine op petroleum kan daardoor ongeveer in de helft van de tijd van vroeger geschieden. Het systeem brengt ook met zich mede, dat de richting van de uitlaatgassen kan worden gewij zigd. Is de temperatuur van de buitenlucht laag en wil men snel aan het werk gaan, dan wordt de klep met het opschrift „hot" geheel naar links ge zet. Is de buitentemperatuur warm, dan wordt de klep naar rechts gedraaid en wordt de minimale hoeveelheid warmte in de verwarmingskamer ge leid. Van een oververhitting behoeft dus geen spr.ke meer te zijn. Men heeft de warmte geheel in de hand. Tenslotte moeten wij nog melding maken van de montage van een speciale sproeier, waardoor de trekker stationnair regelmatiger loopt. De oude types Fordson Major en Fordson trek kers kunnen gemakkelijk van de nieuwe vergasser worden voorzien. wortelstelsel te voorkomen. Aanaarden ls volgens practijk-ervaringen, daarom ook niet aan te be velen. Naast het schoffelen kan men het onkruid bestrijden met de onkruidegge. Dreigt het gewas onder het onkruid te gaan, dan kan men dit ook chemisch bestrijden. De planten moeten dan pl.m. 2530 cm hoog zijn. In Amerika bestrijdt men algemeen het onkruid chemisch met groeistoffen. In ons land hebben we op dit gebied ook enige gunstige ervaringen met D.N.C. en 2—^1 D-preparaten. Chemisch bestrijden doet men echter alleen maar, wanneer men het on kruid op andere wijze niet de baas kan. RECTIFICATIE. In ons vorig nummer is de volgorde der hybri den, in volgorde van rijpheid, misplaatst. Deze moet zijn: Canbred 150. Wisconsin 240. Nodak 301. KE 3. KF 1. Wisconsin 255. (Wordt vervolgd.) Per jaar vertrekken duizenden mensen van Nederlandse boerderijen naar overzeese landen. Zij gaan daarheen om voor zich en hun kinderen een nieuwe toekomst op te bouwen, van de grond af aan. Zij weten niet of zij de resultaten van hun werk zelf nog zullen genieten, maar zij hopen al thans vóór hun kinderen ruimer armslag te zullen vinden. Het is daarom altijd met gemengde ge voelens, dat wij die schepen vol goede landgenoten zien vertrekken uit ons land, uit ons oude Europa. Hun kracht, initiatief en energie zijn in zekere zin voor ons verloren en worden nu beproefd op nieu we ongekende moeilijkheden in een nieuw land. Men vraagt zich wel eens af, waarom niet veel meer emigranten zich bezinnen op Frankrijk. ZoeK toch overzee niet, wat het eigen continent U biedt! Of soms onbekend ook onbemind maakt? Wellicht ligt de kwestie dieper en is het een gebrek aan vertrouwen, vertrouwen niet alleen in het oude Europa, maar een vaag gebrek aan vertrouwen soms in heel het wereldbestel, waanbij men maar hoopt, dat elke verandering van woonplaats ook een verbetering zal zijn, en over hoe groter afstand men zich verplaatst hoe groter de kans om uit de moeilijkheden van het ogenblik te komen. Dat lijkt bedenkelijk op struisvogelpolitiek. Geen mens im mers weet, waar zijn geluk of ongeluk zal liggen en vage angst is al een heel slechte raadgever. Frankrijk echter biedt als ©migratieland vele voordelen. Men kan zich zelfstandig vestigen na eerst zijn kansen goed overwogen te hebben. Men kan zijn kapitaal in de vorm van goederen op veel ruimer schaal meenemen dan naar andere landen. Men behoeft geen grote sommen te besteden aan een lange reis en bespaart duizenden guldens, die men anders eerst moeizaam in loondienst verwer ven moet. Men «blijft binnen het gebied van de oude Euro pese beschaving wat men niet moet onderschatten. De band met familieleden in het Vaderland kan beter behouden blijven, bezoek is nu en dan mo gelijk, enz. Men geniet de bescherming van een vestigings verdrag, door de beide Regeringen gesloten. Men kan als het ware proef-emigreren, d.w.z.: Men kan een jaar als stagiaire een leertijd en ver- kenningstijd in het land doormaken zonder kosten. Juist deze laatste mogelijkheid wordt maar veel te weinig gebruikt en toch biedt deze enorme voor delen. Jonge mensen tot pl.m. 30 jaar kunnen dan, eventueel als wegbereiders voor het gezin, één of meer jaren op een boerderij geplaatst worden, bij Nederlanders of bij Fransen, waar zij zich kun nen inwerken in de bedrijfsvoering, de mogelijk heden van een bepaalde streek, en waar zij vooral in taal, land, en volk kunnen thuisraken. De mannen, die op deze wijze hun emigratie hebben voorbereid, zijn thans voorbeelden van ge slaagde emigranten. Toch willen wij even er op wijzen, dat ook deze proef-emigratie een emigratie blijft, zodat de adspi- rant op zichzelf de proef kan nemen of hij daar voor uit het goede hout gesneden is. En daarmede beleven wij wel eens teleurstelling. Wanneer men zijn plan opzet, om te emigreren, moet men ook doorzetten en niet om allerlei futiliteiten naar moe ders pappot teruigdraven. Want soms zouden wij wel eens wensen, dat er een flinke Oceaan lag tus sen de stagiaire in Frankrijk en zijn gemakkelijke stoel aan de huiselijke aard! Onze Stichting en de met ons samenwerkende organisaties zijn bereid serieuze aanvragen door te geven aan de Nederlandse instanties in Frank rijk, die in deze tijd van het jaar verscheidene zeer mooie aanbiedingen kunnen doen (vrije kost en in woning, zakgeld, en meesHü ook een aardig maand loon), maar dan moeten èn wij èn de instanties in Frankrijk, èn de boer daar, er op aan kunnen, dat aanvragers zich niet om allerlei kleinigheden plot seling terugtrekken. Want emigratie blijft voor iedereen en overal een ernstige zaak, een levens kwestie, die van het begin tot het eind verantwoord dient te worden opgezet.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 7