ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND
AGENDA.
IN DEN VREEMDE
Enige opmerkingen over excursies en uitwisseling
IK VRAAG UW AANDACHT VOOR
HET VOLGENDE:
LEDENVERGADERING L. J. G.
ZUID-BEVELAND
DE BOERENJEUGD
Redactie: N. Filius, Koos Janse, M. Kosten, Z. Poppe, M. Poissonnier en J. J. de Putter.
Redactie-adres: Secretariaat L. J. G., Landbouwhuis, Goes.
TONEELUITVOERING DER L. J. G. AFD. NOORD-BEVELAND
op Woensdag- 4 en Zaterdag 7 April, in „De Stads-
wijnkelder" ie Kortgene. Aanvang 7,30 uur.
Opgevoerd wordt het detectievespel „Voor de
derae maal".
Leden en donateurs vrije toegang. Voor niet-leden
NIET....
Evenals het vorige jaar zal de L. J. G. weer een
excursie organiseren die twee dagen zal duren. De
tijd is dus vrij beperkt en daardoor ook de moge
lijkheid om verre tochten te ondernemen. Maar
i ondanks dat wordt er een excursie uitgestippeld die
het grondgebied van onze beide Benelux-partners
zal bestrijken.
En dit brengt dan de vraag naar voren: Wordt
hier niet te ver gegrepen en worden hier niet ver
schillende stappen overgeslagen. We horen tegen
woordig nooit meer iets over kleine excursies naar
andere streken van de provincie of naar andere
provincies.
Hebben we ibij het deelnemen of organiseren van
een excursie wel een bepaald doel voor ogen?
En is dit doel niet in de eerste plaats om de erva
ring ook op vaktechnisch gebied te verrijken, om
de blik te verruimen en de geest te verfrissen?
Wie een excursie benut om alleen ontspanning
te zoeken doet er beter aan contact op te nemen
met het eerste het beste reisbureau.
Een goede excursie kent een goed evenwicht
tussen deze onderdelen. Wat het leerzame gedeel-
te betreft, dit zou ik in drieën willen splitsen, waar
bij ik me er van bewust ben zeer schematisch te
werk te zijn gegaan.
1. Het natuurlijke landschap dat weinig of niet
de sporen van het ingrijpen van de mens vertoont.
In de wandeling noemen we dit wel „natuur
schoon", alhoewel dit eigenlijk weer een ruimer
begrip is.
Het zou onjuist zijn om dit onderdeel te bestem
pelen als „niet-werkzaam", daar we vanuit dil
onderdeel juist vele leerzame conclusies kunnen
trekken met het bereikte op omliggende bedrijven
Zo zal b.v. de prestatie v;n het ontginninasbedriji
op de zand- of dalgrond alleen goed begrepen kun
nen worden door het trekken van een vergelijking
met het oorspronkelijke onontgonnen gebied.
2. Uiteraard vormt het bedrijf zelf echter wel
het belangrijkste onderdeel van de excursie, omdat
we van hieruit de beste vergelijkingen kunnen trek
ken met eigen gewest of streek. Een aansluitend
bezoek op een proefbedrijf in de streek kan ons dan
ook nog een beeld geven van het bereikbare in de
streek, en geeft dus ook een .betrouwbare maatstaf
bij de beoordeling.
In geen geval mag echter ooit een bedrijf los
gedacht worden van de betreffende streek die vele
omstandigheden bij de bedrijfsuitoefening bepaalt.
3. De laatste .groep zouden we hier willen doen
innemen door landbouwlndustriën, die al dan niet
door boeren geëxploiteerd, een logisch verlengstuk
van het bedrijf vormen, Paze geven vaak ook een
oplossing op vragen waarom een bepaalde teelt een
belangrijke plaats in het bouwplan van de streek
inneemt.
Als men op deze wijze een excursie samenstelt
meen ik, dat het leerzame element in ieder geval
voldoende vertegenwoordigd is en dat de samen
hang van het landbouwbedrijf met de oorspronke
lijke grond en de verwerking der producten goed
tot uiting komt.
En er is toch weinig fantasie voor nodig om het
ontspannende gedeelte van de excursie in elkaar
te zetten. Speciaal wanneer men met een groep
van landbouwjongeren te doen heeft die op dit ge
bied toch wel een zekere ervaring heeft.
Veel hangt hierbij af van de organiserende com
missie die er in de eerste plaats voor te zorgen
heeft, dat niet een overladen programma op zijn
Amerikaans moet worden afgewerkt. Want het
gaat er niet in de eerste plaats om veel gezien te
hebben doch veeleer om zichzelf een beperking op
te leggen en alles rustig te kunnen bezoeken, zon
der dat de excursie ontaard in een jacht van het
ene object naa het andere.
Veelal ontbreekt de-bezinkingstijd en de gelegen
heid om onderling en met de gastheren van gedach
ten te wisselen, over het geziene en gehoorde.
Het is mijn vaste overtuiging, dat het houden
van excursies door landbouwjongeren naar het
buitenland beperkt dient te worden. Enerzijds om
dat de tijd veelal ontbreekt om een programma
rustig af te werken. Anderzijds vooral omdat velen
nog niet voldoende in het eigen land hebben rond
gekeken en eigenlijk op deze wijze een belangrijke
stap overslaan.
Er wordt veel gesproken over de uitwisseling van
de jongeren maar des te minder aan gedaan.
De reden hiervan zal wellicht gezocht moeten
worden in het ontbreken van contacten met land
bouwjongeren uit andere provincies.
Deze contacten kunnen m.i. slechts beperkt en
onvolledig gelegd worden op vergaderingen van de
P. J. G. N. waar tijd en gelegenheid ontbreken en...
waar ook geen Zeeuwen plegen heen te gaan.
En dat terwijl deze P. J. G. N. toch hoofdzakelijk
door Zeeuwen is opgebouwd.
Het lijkt me dat we naast het organiseren van bui
tenlandse excursies, deze excusies naar andere
provincies niet uit het oog mogen verliezen.
De ontspanning kan dan gezocht worden in een
contactavond met de plaatselijke landbouw jonge
renorganisatie, terwijl bij voldoende tijd een halve
of hele dag op het bedrijf van gastheer of gast
vrouw kan worden doorgebracht.
Jaarlijks gaan vele leerlingen van landbouw
scholen elders in practijk. Dit elders strekt zich
schter niet vaak uit buiten de provinciale grenzen
of de grenzen van de streek.
Hetgeen echter ook wel te begrijpen is, daar
onbekend nog steeds onbemind is. Uitwisseling
moet ook vooral geen bureaubegrip worden waar
formulieren en schriftelijke informaties aan te pas
komen.
Veeleer moet het een daad zijn die gefundeerd is
op een persoonlijk contact met een landbouw jon
gere in een andere provincie.
Een excursie naar een andere provincie kan ons
een aantal van deze contacten opleveren en de
banden tussen de provinciale organisaties ver
stevigen.
Het groeiend landbouwonderwijs in den ruimsten
zin, moet niet alleen gebaseerd zijn op een grotere
feitenkennis, doch ook op een ruimere belangstel
ling van de agrarische jeugd, die zich niet beperkt
tot eigen streek.
En hier kunnen excursies naar en uitwisseling
met andere provinciale organisaties beter toe bij
dragen dan buitenlandse excursies die toch een
geheel ander karakter dragen.
Laten we dit jaar dus trachten beide niet na te
laten. BOS.
Wanneer men ons jongerenwerk eens goed be
kijk, lijkt het wel of we bijna niets presteren. Ver
geleken bij onze zusterorganisaties slaan we wel
een heel slecht figuur. Laten we eens dicht bij huis
beginnen en het werk van de afdelingen eens na
gaan. Dan komen we allereerst tot de conclusie,
dat de opkomst zeer mager is, en ligt tussen één
derde en de helft van het aantal leden. Bezien we
vervolgens de zelfwerkzaamheid der leden, waar
men in onze kringen toch zo de nadruk op legt,
dan blijkt ook hier het resultaat zeer pover te zijn.
Het is meestal zo dat het Bestuur haast geen agen-
kaarten verkrijgbaar bij 't bestuur en aan de zaal
1,25.
Na afloop van de voorstelling zal gelegenheid tot
dansen worden gegeven.
IlillllUlilllllllllllllllllllllllllltilU
da weet vol te krijgen, of zij moeten zelf het leeu
wen-aandeel hiervan verzorgen. Wanneer men oen
gecomoineerae vergadering belegt, is de opkomst
iets groter, daar men deina aan wat pret te ruimen
maken.
Op streek- of landdagen is het al precies het-
zeixue, getuige de toneemnddag in Goes op ld Janu
ari j.i., waar niet alieen ae toneeispeiers een gevoe
lige Knauw kregen, maar nog meer ae mentaliteit
Van ae jeuga.
Ik wn mermee geenszins de goede bedoelingen
van deze miüdag in twijiei trekKen, maar wie zjjn
oor eens te luisteren ie0t, komt tot de gedacnie
da t deze midaag door zeer weinigen is begiepen, en
zelfs een verkeerae uitwerking neen, voorna onuer
diegenen die loen met aanwzig waren.
Loiets stimuieert ae gang naar Goes niet; in
plaats van propaganda was dit ana-propaganda.
u*e er toen met w<ueii geven U stenig ae verzeke
ring ae voigenue keer zeKer niet aanwezig te zunen
zijn. Wanneer men aan verslagen leest van unaere
jeugdorganisaties aan moet men wei denken, dat
wanneer die streek oi provinciale bijeenkomsten
organiseren, alles prima gesiaagd is. ui dit anijd
zo is, iaat ik tussen beiue, ainoewel zij meestal
over meer middeien bescnikken dun wij. met wordt
hoog tijd, dat dit bij ons eens gaat vêranaeren. Ik
noop, uat ae verantwoordelijke personen dit ten
volie beseffen, temeer ornaat Zeeiand ae moeilijk
ste provincie voor een organisatie is door zijn geo-
granscne ligging, waardoor een isolement is ont
staan. Zodat ae meningen uit ae verscniilende
streken zeer uiteen lopen. (Dit is zeer zacnt ge
zegd.)
wanneer de L. J. G. deze zomer een landdag zou
organiseren ik weet het niet maar ik iioop net
dan hoop ik tevens dat zij alle geschikte midde
len ter hand zal nemen welke haar ten dienste
staan. Wij zullen dan trachten hier in de afdelin
gen propaganda te maken.
En nu nog wat. Er zijn weinig ouders die besef
fen welke waarde jeugdwerk heeft, en inplaats
van dat ze hun kinderen sumuieien om mei Uaud-
werkelijk aan mee te doen, weerhouden ze hen
hiervan. Wanneer men 's Zaterdags iets organi
seert kunnen velen niet aanwezig zijn, daar ze
geen vrij van thuis krijgen. En dit notabene als
het personeel vrij is. Wanneer hier geen verande
ring in komt zullen ze binnen enkele jaren de
wrange vruchten hiervan plukken. Het is n.l. zo,
dat wanneer andere verenigingen iets organiseren,
hun ouders zeggen: „Jij gaat vandaag naar Goes".
Bij ons zeggen ze: „Moet je nu al weei Vveg, dat Kan
niet, het is veel te druk, blijf maar thuis".
J. J. DE PUTTER.
te houden op Vrydag 6 April a.s.t te 7,30 uur n.m.,
in „De Landbouw" te Goes.
Agenda:
1. Opening.
2. Notulen jaarverslag.
3. Verkiezing afgevaardigden.
4. Bespreking structuur van het streekbestuur.
5. Gezelschapsspelen.
6. Sluiting.
KORT VERSLAG VAN DE AFD. OOSTKAPELLE
EN OMSTREKEN,
die op 16 Maart in vergadering bijeen kwam.
Op deze avond hield Vriend G. Poppe een inlei
ding over vlasteelt en behandelde achtereenvolgens
de verschillende variëteiten, grondsoort, voor
vrucht, bemesting en tenslotte de ziekten met haar
bestrijding.
Hierop volgde bespreking, waarna Vriend A. M.
van Liere een declamatie hield, getiteld „Dat is
geen kunst".
Na een korte pauze werd door alle aanwezigen
een vraagpunt behandeld, hetgeen de spreeklust
zeer bevorderde, zodat wij op een geslaagde avond
kunnen terug zien.
T>ë Secretaris, KR. POPPE.