CENTRALE PREMIEKEURINGEN
VOOR STIEREN IN NOORD-BRBANT
IN 1951.
BOUWPLANACTIE.
STOPPELWORTELEN.
Voor de Plattelandsvrouw.
KLEREN MAKEN DE MAN, MAAR.
DE VROUW KIEST HAAR KLEREN.
mooi zijn, maar wat dieper bekeken zal het op de
meeste percelen nog geen koek en ei zijn met de
structuur. Het zal er nu dus op aankomen dat
bovenste laagje zo goed mogelijk te houden en de
weg daarvoor is zo ondiep mogelijk de voorjaars
bewerkingen toe te passen. En verder wel het aller
belangrijkste punt, het juiste tijdstip af te wachten
om met het bewerken te beginnen.
Voor vele akkerbouwbedrijven is dit een moeilijk
punt omdat nog steeds gewoekerd moet worden
met de beschikbare arbeidskrachten en als 't voor
jaar wat aan de late kant is heeft men bovendien
te kampen met opeenhoping van werkzaamheden.
Specifiek voor ons gebied is de wenselijkheid om
de fosfaat- en kaligift zo laat mogelijk toe te die
nen, d.w.z. liefst vlak voor het zaaien. Dit met het
oog om eventuele fixatie tot een minimum te
beperken. Dit brengt natuurlijk nog meer opeen
hoping van werk.
Deze omstandigheden leiden er dan vaak toe eer
der met de voorjaarszaai te beginnen dan eigenlijk
wenselijk is, om toch maar enige spreiding in het
werk te krijgen.
Vroeger dacht men over de voorjaarszaai heel
wat eenvoudiger dan tegenwoordig. Men begon
wanneer het land bekwaam was, met zomergraan
of erwten, begin April dacht men er over om vlas
te gaan zaaien en aardappelen te poten en half
April kwamen de bieten aan de beurt.
Tegenwoordig gaat men half Maart overwegen
of eerst de bieten of het vlas dan wel zomergraan
of erwten, eerst aan de grond zullen worden toe
vertrouwd. Het devies is, hoe vroeger hoe beter
en in de meeste gevallen heeft de practijk ook be
wezen dat dit volkomen juist is, mits de grond
in gunstige omstandigheden verkeert.
Aan dit laatste kan wel eens wat mankeren en
dan moet rekening gehouden worden met teleur
stellingen.
Onze winterslaap is uit en we hopen met nieuwe
moed het nieuwe oogstjaar aan te vangen. De
maand Maart is voor de akkerbouwer een zeer be
langrijke, veertien dagen vroeger of later gezaaid
kan de top van de opbrengst betekenen en uitein
delijk is het daar toch om begonnen.
Deze keuringen zullen worden gehouden:
Op Woensdag 25 April, voor het Zwartbonte Vee
slag op de veemarkt te Breda, en
op Dinsdag 1 Mei, voor het Roodbonte Veeslag
op de Veemarkt te 's-Hertogenbosch.
Voorlopig ingeschreven stieren moeten worden
aangegeven op de plaatselijke vóór-keuringen. Het
uittreksel uit 't Register voor Jongvee dient daar
toe te worden overhandigd, met vermelding van
het Stamboeknummer.
Definitief ingeschreven stieren moeten schrifte
lijk worden aangegeven vóór 27 Maart a.s. bij'.
Ir. A. Th. Ariëns, Rijksveeteeltconsulent te
Ginneken.
Het uittreksel uit het Register voor Jongvee
dient daartoe te worden opgezonden, met vermel
ding van: het Stamboeknummer.
Bij de moeder van de stier ook de laatste gefiat
teerde melklijsten. Naam en adres van de eigenaar.
Is de betreffende stier reeds eerder op de Cen
trale Keuring geweest, dan kan volstaan worden
met opgave van het nummer waaronder en het
jaar waarin de stier in de cataloog is vermeld.
Indien meer gefiatteerde melklijsten van de moeder
bekend zijn, dan in die cataloog zijn gedrukt, dan
moeten deze worden opgegeven.
De eigenaars worden dringend verzocht alleen
die stieren aan te geven, die op de Centrale Keu
ring een goede indruk kunnen maken.
De Rijksveeteeltconsulent voor N.-Brabant,
Ir. A. TH. ARIëNS.
IV.
DE BESTE GROND BRENGT VAAK HET
MINSTE OP.
Datgene wat hierboven staat, slaat op het gras
land. De vorige keer zeide ik reeds, dat we het nu
eens speciaal hierover zouden hebben. Nu is het
een gelukkige omstandigheid, dat ook vele boeren
ervan overtuigd raken, dat ze hun grasland als hun
stiefkind behandelen. Deze overtuiging is ook de
eerste stap om tot verbetering van deze ongezonde
toestand te geraken. En daarom is het goed om
het grasland nog eens terdege onder de loupe te
nemen om na te gaan waar de mogelijkheden tot
verbetering te vinden zijn.
Ons grasland ligt vaak op de beste gronden. Is
het niet jammer, dat de productie hiervan vaak
stukken achterblijft bij hoger gelegen, minder
vruchtbaar bouwland-percelen? Deskundigen op
dit gebied zijn van oordeel, dat de opbrengst van
het grasland gemiddeld met 6080 kan stijgen.
Dat zijn cijfers die ons te denken moeten geven.
Ik wilde d^n ook voor dit onderwerp Uw volle aan
dacht vragen.
Allereerst het probleem: blijvend grasland of
kunstweide.
Wat is het beste? We weten dat goed blijvend
grasland veel kan opbrengen en dat deze weiden
wat melkgift en vetgehalte betreft vaak uitblinken.
De moeilijkheid is echter, om deze weilanden goed
te houden. Op lager gelegen percelen waar het
niet mogelijk is om deze als bouwland te gebruiken
is het vaak mogelijk om goed blijvend grasland aan
te leggen. Wij moeten er dan echter ook alles op
zetten om deze percelen in goede conditie te hou
den. Er zal dan meer aandacht moeten worden
geschonken aan de bemesting en de verzorging.
De talloze analyses van grondonderzoek tonen
maar al te duidelijk aan dat de bemesting zeer veel
te wensen overlaat. Indien het maar enigszins kan
moet U Uw grasland ook af en toe eens wat stal
mest geven. Moet ik over de verzorging ook nog
wat zeggen?
Neen dat is overbodig. Aan practisch iedere weg
en in ieder dorp zien we jammer genoeg teveel
voorbeelden, hoe het niet moet. Boeren, zorgt voor
Uw grasland in alle jaargetijden.
Op onze normale percelen, die dus ook geschikt
zijn voor bouwland is het echter niet mogelijk om
daar op den duur ondanks goede verzorging en be
mesting goed blijvend grasland te houden. Na
enkele jaren komen we in de zgn. sukkelperiode.
We krijgen een invasie van wilde grassen, die meer
aangepast zijn aan de daar heersende groeiomstan-
digheden, zodat deze weinig opbrengende en snel
doorschietende grassen hoe langer hoe meer de
overhand krijgen. Voor onze Brabantse zandbedrij-
ven is de kunstweide dan ook van onschatbare
waarde. Practisch alle bedrijven hebben te weinig
echte weilandgrond. Door de kunstweiden hebben
we echter veel meer mogelijkheden gekregen.
Allereerst wil ik gpmerken dat we onder kunst
weide verstaan: tijdelijk grasland. Misschien vindt
U deze opmerking overbodig, de practijk leert ons
echter, dat de kunstweiden veel te lang blijven lig
gen. Ook daar zit men dan allang in de sukkel
periode d.w.z. de room is er af of in goed Neder
lands: De wei is versleten. Ondanks alle bezwa
ren van duur zaad moet het motto blijven: „tijdig
de ploeg erin". U hebt dan minder risico en de
economische basis van Uw bedrijf wordt er hechter
door.
Kunstweideii en tijdig scheuren is onverbrekelijk
met elkander verbonden. Na 4 a 5 jaren moeten
we het niet langer aanzien, anders riskeren we er
een stevige oogstdepressie mee. Deze afwisseling
van bouwland en grasland op zoveel mogelijk per
celen heeft bovendien het voordeel dat we ook het
bouwland en de vruchtwisseling gezond helpen
maken. We noemen dit wisselbouw. Ook dit is
voor onze bedrijven van zeer grote betekenis.
Ik wil thans nog iets zeggen over de conserve
ring van gras d. m. v. hooien en inkuilen.
Het hooien.
Hierbij zijn twee punten van groot belang. Op
de eerste plaats moeten we zoveel mogelijk hooi
winnen en op de tweede plaats moet de kwaliteit
goed zijn. Zoveel mogelijk hooi winnen kunnen
we door in het voorjaar wanneer de grasgroei over
vloedig is, zoveel mogelijk gras uit te sparen. Dat
kunnen we bereiken door een intensieve en doel
matige beweiding. Laten we niet vergeten, dat het
hooi de basis is van het rantsoen voor Uw rundvee
gedurende de stalperiode. Dat zijn beslist geen
voederbieten of haverstro. Het is U bekend, dat
het er vooral om gaat om zoveel en zogoed moge
lijk hooi in het rantsoen op te nemen, dan alleen
hebben we de mogelijkheid om zonder grote aan
kopen van krachtvoer een goed rantsoen samen te
stellen. Laten we toch vooral de waarde van de
hooiwinning voor onze bedrijven niet onderschat
ten.
Daarnaast moet het hooi van goede kwaliteit zijn
d.w.z. het gras moet tijdig gemaaid worden. Eigen
lijk moest het zo zijn, dat we nooit een wei zagen,
die volop in de bloei staat. Want dan zijn we te
laat. Om twee redenen: Op de eerste plaats krij
gen we i. p. v. veel eiwit veel ruwvezel, dat onver
teerbaar is. Dus wel veel massa, maar met de
„kwaliteit" van stro. Daarnaast komt zo'n „dood-
rijpe" wei niet meer aan de groei. Zij heeft voor
dat jaar haar functie vervult, want het eind van
elk gewas komt, als er zaad is gevormd. Probeert
U om dit jaar vooral vroeg te maaien. U verdient
er mee en de weide hervat, weer direct haar nor
male groeifunctie. Maar, zult U zeggen, allemaal
goed en wel, maar het risico is mij veel te groot.
Gelukkig hebben we hier een waarde volle vriend,
die letterlijk en figuurlijk het risico voor ons
draagt, n.l. de hooiruiter. Indien U ze nog niet
hebt, maakt U er dan direct werk van. Op een
goed bedrijf zijn deze ruiters onmisbaar, want boe
ren van Brabant, we gaan van 1951 een hooi.jaar
maken. Alleen als we dat doen hebben we de juiste
basis voor de wintervoedering.
•Daarnaast heb ik het inkuilen genoemd.
Tot nog toe hebben we weinig gras ingekuild.
Ook dit verdient echter Uw volle aandacht. Het
komt in het voorjaar veel voor, dat we zoveel gras
hebben, dat we er geen raad mee weten. Dat geldt
vooral voor de boeren, die hun grasland goed in
orde hebben. Om te hooien is het dan nog wel eens
te vroeg en we hebben dan de keuze tussen inkui
len of vermorsen en vertrappen door het vee. Laten
we dan vooral ook een of meer perceeltjes inkui
len. Waarom? We benutten ons grasland dan
voor 100 en verder hebben we een appeltje voor
de dorst. Komt er een droge zomer dan kunnen we
deze kuil aanspreken, komt deze niet, des te beter,
maar we hebben dan alvast een goede kuil voor de
stalperiode.
Laten we er echter steeds aan denken, dat we
voor het inkuilen van jong gras een toevoegings
middel nodig hebben. Speciaal nu het machinaal
inkuilen meer en meer in zwang komt is dit de uit
komst om de machine rendabel te maken, d.w.z.
dat u kunt inkuilen tégen het laagst* tarief' Tk
ga nu niet verder in op dat machinale inkuilen, ik
kom hierop terug in April, en zal er dan een apart
artikel aan wijden.
Laten we nu afspreken, dat we in 1951 het gras
land goed in de gaten houden. Goede bemesting
en verzorging en daarnaast een intensief bewei
dingssysteem. Op deze basis moet dan rusten de
hooiwinning en het conserveren van een silo met
jong gras. Indien we zo werken, hebben we op ons
bedrijf een flinke stap gezet in de goede richting.
Dit is het laatste artikel over deze bouwplanactie.
Met de uitvoering ervan geldende voor Uw be
drijfsomstandigheden, wens ik U voor de komende
maanden veel succes toe.
Rijkslandbouwconsulentschap Eindhoven,
Ir. A. H. CRIJNS.
Wie op de zand-, lösse- en niet te zware kleigron
den in de komende herfst over stoppelwortelen wil
beschikken, zal nu het wortelzaad aan de aarde
moeten toevertrouwen. De dekvrucht moet tijdig
het veld ruimen: winterrogge, erwten, vlas of i.d.
Men neme vooral een onkruidvrij perceel, want de
jonge wortelplantjes kunnen de strijd niet winnen
van de onkruidplanten. Rijenzaai is sterk aan te
bevelen: dit maakt onkruidbestrijding feitelijk goed
mogelijk. Na het oogsten van de dekvrucht ver-
gete men de stikstof niet.
Uit verschillende overwegingen is het voederen
van wortelen aan te bevelen: iets melkdrijvend,
werkt gunstig bij diarrhee (van belang in de knol
groentijd! geeft prima melk. In de wintermaan
den is de wortel tevens een goedkope carotineforon.
Vooral op de bedrijven van het zand waar het gras-
drogen bijna geheel onbekend is en het koud kuilen
helaas nog niet algemeen is (evenmin als in de
kleistreken) kan de wortel van zeer veel betekenis
zijn. Men mag een normale oogst stellen op 25.000
kg per ha; de houdbaarheid van de wortels is uit
stekend. Tot dusver ziet men de meeste voeder-
wortelen in Brabant en Limburg; waarom wordt
dit gewas zo weinig elders geteeld?
Van deze gedachte is de Nederlandse Bond van
Plattelandsvrouwen uitgegaan, toen ze het initia
tief nam om een landelijke kledingtentoonstellirg
met een daaraan verbonden show, te organiseren.
Deze tentoonstelling is zijn tournée begonnen in
Noord- Holland en komt via Friesland, Groningen,
en Drente naar Zeeland.
In de week van 9 tot en met 13 April a.s. zal in
het „Schuttershof" te Goes getoond worden, waar
om de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen
de tentoonstelling „Goede Kleding" georganiseerd
heeft.
Het doel is om aan de Plattelandsvrouw de juiste
voorlichting te geven, hoe zij zich goed, practisch
en smaakvol knn kleden. De vrouw moet bewust
haar kleren kiezen en leren denken vóór ze iets
koopt. In de keuze van haar kleding en de wijze
waarop ze haar kleren draagt, komt haar levens
stijl tot uiting. Er is dus alle reden om z'n kleren
met zorg en overleg te kiezen en iets van eigen
smaak over te dragen op de kleding, w^nt ze moet
in overeenstemming zijn met de persoon, die ze
draagt.
Geoede kleding behoeft nog niet altijd duur te
zijn, want juist wanneer de vrouw over een niet te
ruime beurs beschikt en dus ook weinig geld aan
de kleding kan besteden, zal ze beter nadenken en
met meer overleg een passende garderobe samen
stellen.
Daarbij moet niet enkel gedacht worden aan een
mooie Zondagse mantel of een gekleed jurkje om
uit te gaan, maar van even groot belang is het, hoe
men zich kleedt bij het werk.
De vrouw moet hierin verschil weten te maken,
want de kleren voor het werk worden naar verhou
ding langere tijd gedragen. En juist daarom is het
zo belangrijk, dat ook de gewone jurk, waarmee
we ons werk moeten doen, een nette en verzorgde
indruk geeft. Men voelt zich nu eenmaal niet pret
tig bij het werk met een slordige jurk. En over het
algemeen zijn veel vrouwen geneigd om ha«r huis
beter te verzorgen dan haar eigen uiterlijke ver
schijning. De Nederlandse vrouw Is hierom bekend
tot over de grenzen. Een heel goede eigenschap,
maar het mag niet te ver voeren, zodat daardoor
hiaar verschijning tekort izedaan wordt.
En hiervan uitgaande worden er op de tentoon
stelling shows gehouden, d'e laten ziQn n^c-
tische en met smaak gekozen kleding kan z11n.
Daarbij is ook speciaal gedacht aan de ei «en. die het
platteland aan de kleding der vrouw stelt: z!i moet
naast practisch en smaakvol, ook fris en fleurig en
niet al te zeer aan mode onderhevig zijn.
Behalve een passend japonnetje wordt er ook
getoond welke hoed, schoenen, tasje enz. bh' ei-
kaar gedragen kunnen worden. Tevens worden er
ook aanwijzingen gegeven over lichaamsverzorging
en -houding.
De talrijke fleurige stands van stoffen, schoenen,
hoeden, shawls, tassen, sieraden enz. geven aan
het geheel een gezellige sfeer.
Dat deze tentoonstelling en show aller belang
stelling verdiehi behoeft geen nader commentaar.