witloze*, ynng y
Sheer belangrijk
voor Uü
KONINKL. VERENIGING
„HET NEDERL. TREKPAARD."
Afdeling Zeeland.
Navolgend staatje geeft een beeld van deze ont
wikkeling in de diverse landbouwgebieden:
Boerderij Los bouwland
Groep van landbouw- »n S
gebieden «T oT o! oT
^T4 T* Z- rf*
ON ON ON ON
In guldens per ha
Zeeklei met akkerbouw-
en gemengd bedrijf
87
115
117
96
109
109
Rivierklei met gemengd
bedrijf
78
96
99
77
85
85
Weidestreken
85
106
107
78
85
92
Zandgronden
61
74
79
56
56
55
Veenkoloniën
78
94
98
65
78
77
Tuinbouwgebieden
100
120
114
117
99
113
Nederland
77
99
102
81
87
88
Los grasland Tuingrond
Groep van landbouw-
gebiedea
•-w X4
O
In guldens per ha
Zeeklei met akkerbouw
er gemengd bedrijf
89
99
107
117
207
248
Rivierklei met gemengd
bedrijf
82
92
92
142
200
188
Weidestreken
83
93
98
208
260
280
Zandgronden
70
76
76
107
153
161
Veenkoloniën
67
78
82
180
301
293
Tuinbouwgebieden
83
93
93
239
324
340
Nederland
81
90
92
195
267
281
Zoals men ziet stijgen de pachten langzaam maar
zeker. Het gehele pachtprijspeil is een vraagstuk,
dat steeds dringerder in ons land dreigt te worden.
Langzamerhand zijn velen ervan overtuigd, dat het
pachtpeil te laag is in ons land. Kunstmatig wordt
het laag gehouden. De maatregelen ter beheersing
van het pachtpeil zijn in een land als het onze met
de igrote landhonger, zeker nodig. Maar wanneer
men de pachtprijzen te laag houdt, dreigen allerlei
gevaren. Een verhoging echter zou vele gevolgen
ten aanzien van het prijs- en loonbeleid met zich
brengen. Toch ware het wenselijk deze ongezonde
toestand weg te nemen, nu men toch aan het prijs
peil doktert. Wij houden het nog altijd bij de stel
ling van de heer Bommel van Vloten, die de kost
prijzen der producten berekend wil zien naar de
lasten van de eigenaar-gebruiker. Dén alleen kun
nen de pachtprijzen zonder bezwaar voor de pach
ter omhoog en krijgen de eigenaars-niet-gebruikers
het hunne.
Bespreking met Minister Mansholt.
Op de maandelijkse bespreking van het Stich
tingsbestuur met de Minister zijn weer vele zaken
aan de orde geweest. Zo is de huidige stand van de
Benelux besproken. De moeilijkheden in de tuin
bouwsector (koudegrond-groententeelt) passeerden
de revue.
De Hoofdafdeling Akkerbouw heeft aangedron
gen op een meer bevredigende regeling inzake prijs
vorming consumptie-aardappelen van de komende
oogst, waarbij naast een minimum prijsgarantie een
behoorlijke uitslag boven de kostprijs kan worden
toegestaan, indien althans opnieuw maximumprij
zen zouden moeten worden vastgesteld.
De huidige regeling is onbevredigend, omdat het
gevaar is ontstaan, dat de betere kwaliteiten gaan
verdwijnen.
S.
PROV. COMMISSIE VOOR DE BEVORDERING
VAN RIJKSWEGE VAN DE VEEFOKKERIJ
IN ZEELAND.
PROGRAMMA VERPLICHTE
VOORJAARSSTDERENKEURINGEN 195L
OOST ZEEUWS-VLAANDEREN.
Maandag 19 Maart.
Phillippine: 9.30 uur, Markt.
Hoek: 10.45 uur, P. Dieleman (Knol).
Terneuzen: 13.30 uur, Veemarkt.
Zaamslag: 14.15 uur, Hotel de Appel.
Rapenburg: 15 uur, C. de Cock.
Hengstdijk: 15.30 uur, Dorp.
Ossenisse: 16.15 uur, Dorp (toren).
Dinsdag 20 Maart.
Kloosterzande: 9 uur, Hoftezandeplein.
Lamswaarde: 9.45 uur, Dorpsherberg.
Graauw: 10.30 uur, Verhage.
Nieuw-Namen: 11.30 uur, Bij de Kerk.
Clinge: 13 uur, Maenhout.
Hulst: 14.30 uur, Markt.
St. Jansteen: 15.30 uur, Van Looy.
Woensdag 21 Maart.
Koewacht: 8.30 uur, 't Zand.
Axel: 9.30 uur, Markt.
Zuiddorpe: 11 uur, Bij de Kerk.
Overslag: 13.30 uur, J. de Cock.
Westdorpe: 14.30 uur, Oafé Gijsel.
Sas van Gent: 15.30 uur, Zandstraat.
Sinds 1 Jan. 1951 is het voor Z.L.M.-leden moge
lijk geworden om zijn auto en tractor onderling te
verzekeren tegen het risico van eigen wagenschade
.en het risico van wettelijke aansprakelijkheid, dooi
de oprichting van een Onderlinge Verzekerings Mij
voor Motorvoertuigen der Z. L. M. Dat het doel
van deze Onderlinge is om voor onze Z.L.M.-leden
op dit verzekeringsterrein geld te besparen, behoeft
nauwelijks betoog. De te betalen premies zijn zeer
laag, hoewel daarbij dient te worden opgemerkt,
dat dit voorschotpremies zijn en er dus altijd een
naheffing kan plaats hebben.
Dat reeds vele Z.L.M.-leden van deze gelegenheid
gebruik maakten om hun voertuigen bij de Onder
linge te verzekeren behoeft evenmin betoog, im
mers U betaalt onderling nooit meer dan de werke
lijke kosten.
Tot hen, die zich nog niet aansloten, zouden wij
willen zeggen ook voor U is deze zaak zeer be
langrijk. Autobezitters van Tholen en St. Philips-
land vraagt inlichtingen bij de heer P. Overbeeke,
Wal 5, Tholen, Tel. 59. Voor de tractorbezitters
uit dit district is dit de heer J. H. van Dijke, Assu
rantiekantoor, Poortvliet, Tel. 55.
Voor O. Z.-Vlaanderen inlichtingen verkrijgbaar
bij de heer D. J. Dees Jzn., Veerstraat B 18, Zaam
slag.
Voor W. Z.-Vlaanderen bij de heer Iz. P. Boidin
Azn., Assurantiekantoor, Oostburg, Tel. 120.
Voor de overige districten steeds bij de Secr.-
Penningm. der Onderlinge Verz. Mij voor Motor
voertuigen der Z. L. M., de heer J. de Lange, Land-
bouwhuis, Goes, Tel. K 11002345. Wij weten, dat
U zich na de verkregen inlichtingen onmiddellijk
aansluit
Wacht niet tot morgen, doch doe het heden.
de L.
Het aantal jaarboekjes en jaarverslagen dat wij
ter kennismaking of beoordeling krijgen toegezon
den, is doorgaans te groot om aan allen aandacht
te besteden.
Deze keer willen we een jaarboekje uit deze
voorraad lichten. Het 15e NaCo Brouw-jaarboekje
geeft n.l. enige belangwekkende beschouwingen
over
de bemesting van brouwgerst
en wel in het bijzonder die met stikstof en fosfaat
Hoewel achter in het jaarboekje aan de gerst
verbouwer de wenk wordt gegeven: „Geef voldoen
de kali en phosphorzuur, doch wees voorzichtig
met stikstof", meent Dr. Van der Paauw in een
artikel toch op te moeten merken, dat hij deze for
mulering voor de kali althans minder gelukkig
gekozen heeft.
Hij schrijft hierover het volgende: „In het alge
meen lijkt ons kalibemestinig van gerst op gronden
met een behoorlijke beschikbaarheid van kali over
bodig, en zelfs meestal schadelijk. Bemesting is
alleen nuttig als de grond bepaald arm aan kali 13
en ook in dat geval bemeste men liever aan de
matige kant". Deze uitspraak komt goed overeen
met de lage kali-grenswaarde gepubliceerd door Ir.
VanBeekom, die op grond van zijn proeven ook tot
de conclusie is gekomen, dat gerst een goede op
neembaarheid bezit voor kali en dus nog bij vrij
lage kaligehalten goed kan groeien.
Volgens Dr. v. d. Paauw nu stelt de gerst wel
hoge eisen aan de fosfaat voorziening van de grond
en neemt onder de granen de eerste plaats in, wat
gevoeligheid voor fosfaat betreft.
De door hem genoemde proeven zijn echter allen
genomen op de Noordelijke kleigronden, zandgron
den en lössgronden. In het Z. W. zeekleigebied zijn
echter voor zover ons bekend geen speciale proeven
genomen.
We menen echter dat, ondanks dat aandacht ge
schonken mag worden aan het advies van Dr. v. d.
Paauw om bij de bemesting van gerst duidelijk on
derscheid te maken tussen de fosfaat- en de kali
giften.
Een algemeen advies om voldoende kali en fos
faat te geven blijft hier ongetwijfeld te vaag.
Iedere brouwgerstverbouwer zal direct het ad
vies om voorzichtig te zijn met het geven van stik
stof kunnen beamen.
Bij een te hoge stikstofgift wordt de korrel te
klein en te licht, het eiwitgehalte wordt te hoog en
er treedt gevaar voor legeren op.
Het NaCo Brouw legde in het afgelopen jaar een
proefveld in Zeeuw-Vlaanderen aan (zie het
Zeeuwsch Landbouwblad van 1 Juli 1950) waarin
deze stikstofgiften gecombineerd werden met vrij
hoge fosfaat- en kaligiften om na te gaan of op
deze wijze een hogere stikstofbemesting toege
laten kon worden.
Men wilde hiermee dus het verband tussen de
verschillende bemestingen nader onderzoeken.
Het blijkt nu echter, dat niet alleen de hoeveel-
MERRIE-, STAMBOEK- EN PREMIEKEURINGEN
Ondergetekende herinnert er hierbij belangheb
benden aan, dat de aangiftedata voor bovenge
noemde keuringen sluiten op:
24 Maart voor de keuring van merriën voor op
name in het Keurstamboek;
21 April voor de merriepremiekeuringen.
Het aangiftebiljet voor deze keuringen was als
bijlage gevoegd bij het Februari-nummer van „Ons
Trekpaard". Denkt er vooral aan het Zeeuwse aan
giftebiljet te gebruiken en niet het uit te knippen
formulier, hetwelk alleen bestemd is voor keurin
gen buiten Zeeland.
Bij ieder aangifteformulier voor de Stamboek-
meriekeuringen te voegen of tegelijk op tezenden
1,ongeacht het aantal aan te geven merries.
Tegelijk met de aangifte voor de merriepremie
keuringen moet een aangiftegeld van ƒ2,50 per
paard plus ƒ1,voor de catalogus worden be
taald. Voor één merrie dus 3,50, voor twee 6,
voor drie ƒ8,50, enz.
Alleen dan kunnen de paarden voor de keurin
gen ingeschreven worden, als het aangiftegeld
tegelijk wordt voldaan. Er zijn reeds enkele aan
giften ontvangen, waarbij dit aangiftegeld niet is
voldaan, vermoedelijk in de mening verkerende,
dat dit op de keuringen kan worden voldaan. Dit
kan niet. Dus denkt eraan, aangiften zonder aan
giftegeld kunnen niet aangenomen worden.
De tijd, dat de veulens geboren worden is er
weer. Reeds zijn alweer enkele geboortebei ichten
binnengekomen. Denkt er aan, dat deze niet aan
ondergetekende moeten gezonden worden, doch
aan het Secretariaat van de Koninklijke Vereniging
„Het Nederlandsche Trekpaard", Koninginnegracht
43 te 's-Gravenhage.
De Secretaris,
A. CAPPON.
heid stikstof van belang is, doch dat ook de vorm
waarin deze wordt gegeven, niet over het hoofd
mag worden gezien. Daar de in dit jaarboekje door
Ir. G. J. Vermaat beschreven proeven hoofdzake
lijk werden g 'nomen bij watercultures zullen we de
getrokken conclusies met de nodige voorzichtigheid
moeten beschouwen.
Hiermee rekening houdend zijn deze:
1°. De bemesting met nitraatstikstof zou de
katronenopmame bevorderen. (Hier valt dus o.a.
ook de kali onder.)
2°. Dat bemesting met ammoniakstikstof de
fosfaatopname zou bevorderen en daarmee gepaard
Igaande waarschijnlijk ook weer de eiwitvorming.
Op deze wijze zou men dus over een middel be
schikken om door middel van de stikstofmeststof
fen de kwaliteit van het gewas te beïnvloeden.
Bij nitraatbemesting dringt men dus de fosfaat
opname terug, zodat men op fosfaatarme gronden
gemakkelijk opneembaar fosfaat zou moeten toe
voegen. Wil men echter ammoniakhoudende mest
stoffen toedienen, dan kan men de terugdringing
van de kali-opname opheffen door het toedienen
van kalimeststoffen.
Schrijver wijst er dan op, dat de producent, in
dit geval de boer, nog maar al te veel onbekend is
met de eisen die de industriële verbruiker aan het
product moet stellen. En op dit gebied ontbreken
nog de zo noodzakelijke proeven die gezien de bete
kenis voor de Nederlandse brouwindustrie en
moutexport toch wel van belang zijn.
Terecht noemt schrijver dit probleem dian ook
het probleem van een rationele bodembehandeling,
waarbij men ook de desbetreffende eigenschappen
van de grond moet kennen.
Daarnaast spelen echter ook de prijzen van de
betreffende meststoffen een grote rol.
Natuurlijk wordt het probleem vereenvoudigd
doordat de praktijk veelal een combinatie van deze
twee vormen van stikstofmeststof (kalkammon-
salpeter) aanwendt.
Maar wordt het resultaat van de handelingen
niet al te veel naar de hoeveelheid en niet naar de
kwaliteit afgemeten? zo vraagt de schrijver
zich af.
De wedervraag zou kunnen luiden: Is er vol
doende stimulans aanwezig voor de boer om te
zorgen voor een kwaliteitsproduct?
Zo hebben we U enige zijden van het bemestings-
vraagstuk van gerst laten zien zonder dat hier
direct positieve adviezen uitgehaald kunnen wor
den.
Laten we echter beseffen, dat we nog erg weinig
weten over deze kwestie en dat een voortgezet on
derzoek naar deze, elkaar beïnvloedende onderdelen
van de bemesting, zeker op zijn plaats is.
We hopen dat hier het NaCoBrouw als een be
langengemeenschap van landbouw en industrie
heel een belangrijk aandeel in zal mogen hebben.
B.