DE BOERENJEUGD ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND VERSLAG AGENDA. OVERDENKING NA DE CENTRALE HENGSTENKEURING TE GOES. ER WERDEN IN GOES BREVETTEN UITGEREIKT. TONEELAVOND L- J- G., AFD. KRUININGEN. van de lezing samengesteld door Dr. F. Boerwinkel, reetor van de Academie Kerk en Wereld te Driebergen, gehouden door H. d'Olivat voor de Landbouw Jongeren Gemeenschap bijeen op de kaderdagen 1951 te Domburg. Voorwaarden voor een nieuwe stijl van leven en en cultuur. Er zijn veel klachten over het gebrek aan stijl in onze tijd, met name onder de jeugd. Wel worden maatregelen genomen tegen de stijl loosheid, b.v. volksdans tegen stijlloze Boogie Woo gie en Bobdsnsen, het oude volkslied tegen het stijloze straatlied, maar deze uitingen zijn niet op gekomen uit onze tijd. De volksdans en 't oude lied zijn cultuurverschijnselen uit 't verleden. Waarom is onze tijd niet in staat een nieuwe stijl organisch te doen ontstaan? Omdat achter elke uiting van cultuur een hoofd gedachte moet zijn, en deze hoofdgedachte ont breekt in onze tijd. Enkele voorbeelden van stijl en uiting waarachter een hoofdgedachte is. a. De nieuwe militaire kleding is een teken van een andere militaire levensstijl dan b.v. vóór de oorlog. Toen, de afstand tussen meerdere en min dere zeer groot. Een officier was duidelijk te on derscheiden van een mindere. Thans heerst meer de gedachte van een volksleger en als uiting zien we nu de officieren in hetzelfde technisch aandoen de uniform gekleed als de gewone soldaat. De stijl van dit nieuwe leger van na de oorlog is dus een uitdrukkingsvorm van een hoofdgedachte. b. Wanneer iemand in 't Leger des Heis over lijdt, spreekt men van een „bevordering tot heer lijkheid" (hoofdgedachte). Hij wordt in 't wit be graven (stijl). Er zijn twee grote cultuurphasen geweest in de tijd die achter ons ligt waarin de hoofdgedachte bepalend geweest is voor de stijl. Wij noemen hier voor de Middeleeuwen en de Renaissance. Wat is de hoofdgedachte van de middeleeuwen? Antwoord: Niet de aarde maar de hemel is 't be langrijkste. God is alles, de mens en zijn persoon lijkheid zijn van geen waarde. Deze hoofdgedachte uit zich in allerlei gebruiken, gezegden, maar ook in de kunstuitingen. De groet A. Dieu zou in onze tijd niet ontstaan. Ook de Engelse groet good-bye, ontstaan uit God be with you, is iets dat niet denkbaar is te kunnen ontstaan in onze tijd. De bouwkunst vertoont een vertikale lijn, van de aarde af naar de hemel wijzend. De beeldhouwkunst vertoont weinig aandacht voor het lich;am, maar voor houding en gelaat als spiegels van de emotie, van de ziel, een grote be langstelling. In de schilderkunst geen aparte stillevens of landschappen of aparte portretten, alles staat in verband met 't heilige. Samenvattend kan men de geest van de middel eeuwen typeren als: geringschatting van 't lichaam van de mens en zijn persoonlijkheid, van 't aardse, daarentegen hoogschatting van het Goddelijke en 't heilige, de ziel en de hemel. De hoofdgedachte van de Renaissance. De aarde die in de middeleeuwen werd gemin acht, neemt zijn rechten. Voor de middeleeuwen was God het middelpunt, nu: de mens, de aarde het lichaam. Ook deze hoofdgedachte van de Renais sance heeft z'n consequente uitdrukkingsvorm. In de bouwkunst: In de middeleeuwen was de hoofdlijn vertikaal, die van de Renaissance is hori zontaal, evenwijdig met de aarde. In de beeldhouwkunst is een grote aandacht voor de anatomie van het lichaam en voor de schone menselijke gestalte. In de schilderkunst: Stilleven, landschap en por tret komen geheel los te staan van enig verband met het heilige. Deze aanduidingen werden verduidelijkt door een filmstrook van bouwwerken, beeldhouwwerk en schilderijen uit de beide genoemde cultuurtijd perken. Na deze filmstrook werd de vraag gesteld welke hoofdgedachte wij moeten aangrijpen en verwerke lijken. Terug naar middeleeuwen, rondom de kerk. Dat kan niet. Wel zouden we God centraal Redactie: N. Filius, Koos Janse, M. Kosten, Z. Poppe, M. Poissonnier en J. J. de Putter. Redactie-adres: Secretariaat L. J. G., Landbouwhuis, Goes. ZATERDAG 10 MAART. Ontspanningsavond L. J. G. 's-Heer Abtskerke en Nisse, in het verenigingsgebouw „Irene" te Nisse, des avonds 7,15 uur. Toneel: ,,Het leven is een loterie". moeten stellen in geheel ons leven. Johann Christoph Blumhardt vat misschien in twee zinnen samen wat we als een hoofdgedachte voor onze tijd zouden kunnen zien. 1. Ihr Menschen seid Gottes: Jullie mensen bent van God. Je bent dus niet van jezelf (zoals de Renaissance het leerde) je bent ook niet van de duivel (zoals je langzamerhand zou gaan gelo ven), maar je bent van God. En onmiddellijk hier mee verbonden. 2. Brüder bleibet der Erde treu: Broeders blijft trouw aan de aarde. Beseft dat je volle verant woordelijkheid in dit leven hier op deze aarde, die God de Heer niet voor de grap geschapen heeft, maar als een tuin waarin de mens zich tot zijn eer zou ontplooien. Beseft dat God deze aarde zo de moeite waard vond, dat Hij Zijn Zoon zond om deze aarde weer opnieuw te vervullen met Zijn lof, te herscheppen tot de oorspronkelijke bedoeling. Gezang 74. (Herv. Bundel.) Hier op deez' aard die wij bewonen Waar zond' en dood haar krachten tonen, Hier toont G' ons wat genade zij. En op deez' aard', waar Gij woudt lijden En ons van zond' en dood bevrijden, Hier zingen hier aanbidden wij. Grauwe wolken dreven Donderdag 15 Febr. j.i. over de Grote Markt te Goes. Reeds vroeg op deze dag hadden vele mensen naar het weerbericht ge luisterd en een beetje teleurgesteld vernomen, dat het K.N.M.I. hen niet veel hoop kon geven op een mooie dag, en ook de vaal grijze lucht vermocht deze hoop niet groter maken en tochtrok dit jaarlijkse fokkersfestijn een geweldige belangstel ling uit alle delen van ons land en misschien ook nog wel daarbuiten. De Markt was dicht bevolkt met Zeelands beste hengsten die met hun schare belangstellende kijkers wel een grillig' contrast vormden met de niet veel moois voorspellende lucht. Toch kwam ook midden op de dag 't zonnetje nog eens nieuws gierig van achter de wolken gluren om te kunnen genieten van het imponerende schouwspel, dat ons op de Grote Markt geboden werd. Juist staat een rij hengsten opgesteld, en de door de touwen in be dwang gehouden menigte beschouwt met critische blikken de opstelling der hengstenrij, en als men dit dan zo ziet, dan kan men zich eigenlijk toch moeilijk indenken, dat wij leven in een tijd waarin de drang mar mechanisatie nog steeds toeneemt. Meerderen spraken enige jaren geleden de ver wachting uit, dat vrij spoedig het trekpaard veel van zijn betekenis zou verliezen. En zie, jaar op jaar trekken drommen boeren naar Goes om getuige te kunnen zijn van datgene wat er op trekpaardfokgebied geboden wordt, en dit zal voor de fokkers 'n stimulans zijn om de strijd voor hun edele viervoeters niet zonder meer op te geven. Schreef ik zo juist over een menigte die critisch de beoordeling der jury aanschouwde, nu tot die critische menigte behoorde ook ondergetekende, en natuurlijk was'ik het, evenals al die anderen, niet in alles eens, wat die jury deed, en toen ik daar later nog eens over nadacht, ging ik me afvragen: Zouden er in onze fokkerij nog eens geen veran deringen en verbeteringen aan te brengen zijn, die het fokproduct nog meer zouden doen aanpassen aan de kundige eisen en verlangens. Bij deze keuring let men alleen op exterieur, maar zou het niet wenselijk zijn daarnaast ook te letten op arbeids- en vruchtbaarheidsprestaties, en misschien ook op karakter en temperament der dieren. Ik ben me bewust daarbij een moeilijk punt aangeroerd te hebben, waarvan de practische uit voering niet altijd even voor de hand zal liggen, maar dat toch zeker iets is waarover wel eens ge dacht mag- worden. Trouwens ook in de exterieurwaardering meende ik de laatste jaren enigszins een verandering te kunnen waarnemen en wel van het zeer zware en grove naar een meer middelmatig grof, tempera mentvol en edel paard met solied beenwerk en vlotte gangen, doch deze centrale keuring heeft mijn mening in deze niet kunnen bevestigen. Hoe dikwijls ziet men bij het uiterst grove en zware trekpaard niet de symptomen van volle 'ge wrichten, gezwollen pijpen, jeuk, wondjes e.d., met als gevolg dat zij hierdoor en mede door het veel zwaardere gewicht vroeger versleten zijn. We leven in een tijd dat alles snel moet gaan, en is dan het logge, zware paard wel het meest ge wenste type? Aanpassing aan de wensen van de moderne tijd, een alzijdig correct gebruikspaard, dat wat exte rieur en prestatie betreft, aan zo hoog mogelijke eisen voldoet, moet onvermijdelijk geacht worden, en juist door deze aanpassing zal het paard minder terrein aan de gemechaniseerde trek bronnen be hoeven prijs te geven. Het ziet er niet naar uit dat in Nederland het trekpaard zonder meer zijn betekenis zal verliezen, want meer en meer doen we de ervaring op, dat de gemechaniseerde krachtbron veel, maar toch ook weer niet alles kan en dat juist in datgene waarin de eerstgenoemde krachtbron ons in de steek laat, het paard het is, die ons uit de moeilijkheden helpt Naast de grote bedrijven, die zich uitstekend voor economisch verantwoorde mechanisatie lenen, heb ben we in ons land een zeer groot aantal kleine bedrijven, waar het paard voorlopig zeker niet ver vangen zil kunnen worden en op de eerstgenoemde grote bedrijven, zal het paard ook een rol, zij het dan een ondergeschikte, blijven spelen. Men zal dus steeds deze trouwe viervoeters op de bedrijven blijven aantreffen, welnu het verdient dan zeker aanbeveling een goed paard te houden en niet één dat minderwaardig is, hetzij wat prestaties of wat exterieur betreft. Dat zeer vele Zeeuwse boeren hun hart nog lang niet voor het trekpaard verloren hebben, bewees eens temeer deze centrale keuring. M. C. J. KOSTEN. Een goed einde van de kadercursus. Veel is er nooit geschreven over de vormings- of kadercursus. Dat is ook niet nodig, want wanneer de opzet geslaagd is, zullen de deelnemers vanzelf de beste propagandisten voor een nieuwe cursus zijn in het volgende seizoen. Toch kunnen we niet zonder meer aan de eind- avond van deze cursus, waar een groot aantal deel nemers en deelneemsters een brevet in ontvangst namen uit de handen van de voorzitter, voorbij gaan, omdat we menen dat hier een belangrijke poging gedaan is om de L. J. G. nieuw leven in te olazen. Bij de aanwezigen was dat zeker niet nodig; die zullen hoogstens na afloop last gehad hebben van pijnlijke kaakspieren, veroorzaakt door het vele lachen en het eten van droog brood. We hebben deze avond onder leiding van de heer H. d'Olivat en L. J. G.-vergadering in elkaar gezet zoals die zou kunnen zijn met zang, spelen, impro visaties en volksdansen. Na de uitreiking van de brevetten werd door de voorzitter aan de heer D'Olivat een boek over ge schiedenis aangeboden, als dank voor het vele wérk dat hij op zich had genomen door de leiding van de avonden op zich te nemen. In zijn dankwoord wees Je heer D Olivat er nog op, dat het belangrijkste wat op deze avond bereikt was, niet alleen gelegen was in het leren van het één en ander, doch veeleer in het groeiend besef een „gemeenschap" te vor men. Het verheugde hem daarom ook erg dat hij hier een duidelijk bewijs van had gezien in de prettige en openhartige geest waarin men met elkaar omgaat. De L. J. G. zal nu straks 41 personen tellen die een dergelijk brevet bezitten. Moge het voor de anderen een aansporing* zijn om straks ook een dergelijke cursus te bezoeken, en voor de deelnemers (sters) om het niet bij het papieren bewijs te laten. Op Zaterdag 24 Februari hield de L. J. G. afd. Oost Zuid-Beveland een ontspanningsavond in Hotel „De Korenbeurs" te Kruiningen. Door leden van de L. J. G. en Z. P. M. werd het stuk ,,'t Leven is een Loterie" opgevoerd, wat bij allen zeer in de smaak viel. Het geheel zou opgeluisterd worden door muziek van het L. J. G.-orkest, maar dit liet op het laatste ogenblik verstek gaan. In de plaats daarvan heeft mej. P. Vogelaar het schetsje „De smalle plank" voorgedragen, wat bij het publiek de lachlust opwekte. De zaal was goed bezet; in de pauze is een ver loting gehouden. Na afloop prees Ir. Bos het gespeelde stuk en de capaciteiten van de spelers. Het was alles bij elkaar een zeer geslaagde avond.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 5