u
WIJ LAZEN VOOR
KUILVOER AAN MELKKOEIEN.
VEE ARTSENIJKUNDIG
STAATSTOEZICHT.
VRIJE VOORJAARS-VEEMARKT
TE IJZENDIJKE
STICHTING CENTRAAL BUREAU
SLACHTVEEVERZEKERINGEN
Anna-Paulowna polder, Midden Zuid-Holland en de
Zuid-Hollandse eilanden.
Daarnaast zal het voorkomen, dat in gebieden
met een lager gemiddelde dan zich bepaalde be
drijven bevinden, die op grond van het feit, dat zij
met hun areaal hakvruchten boven dit percentage I
liggen, niet zouden kunnen worden geholpen, of
schoon voor hun bedrijf, afzonderlijk bezipn, dit
areaal niet abnormaal kan worden geacht. In het
bijzonder wordt hier gedacht aan de selectiebedi ij
ven van pootaardappelen in streken zoals Noord-
Groningen en de Wieringermeer. Het ligt niet in de
bedoeling, deze bedrijven van oogsthulp uit te slui
ten. Vanzelfsprekend zullen zij, om deze bij geble
ken noodzaak ook in feite te verkrijgen, moeten
voldoen aan dezelfde voorwaarden, als hierboven
zijn vermeld.
Van de omvang van deze noodzakelijke hulp voor
het aanstaande seizoen in het algemeen, is nog wei
nig te zeggen. Wat thans over het vermodder 'k
totale bouwplan bekend is, geeft niet de indruk, dat
bij normale omstandigheden deze hulp groter zou
moeten zijn dan anders. Wel dient met nadruk te
worden gewezen op de gevaren, die de sterk uitge
breide vlasteelt op het terrein der arbeidsvoorzie
ning heeft opgeroepen. Aangezien een belangrijk
deel van deze teelt zal plaats hebben op aan com
missionairs of handelaren zaaiklaar verhuurd land,
wordt herinnerd aan de reeds vorig jaar bestaande
bepaling, dat deze laatsten slechts bij hoge uitzon
dering door het B.O. zullen worden geholpen, na
melijk als het gaat over personen, die tot dusver
steeds in het kader der georganiseerde arbeidsvoor
ziening hebben medegewerkt en om arealen, die het
normale niet overschrijden. Landbouwers, die zelf
-hun vlasareaal beduidend hebben uitgebreid zonder
de arbeidsbezetting van hun bedrijf aan te passen
aan de hiervoor noodzek°lüke, zullen op zodanige
hulp evenmin kunnen rekenen.
De moeilijkheden die nochtans in de gebieden,
waar de vlasteelt is uitgebreid, met betrekking tot
andere gewassen moeten worden verwacht, zullen
zo goed mogelijk worden opgevangen.
Bij het bovenstaande is uitgegaan van normale
omstandigheden van weer en gewas. Men zal zich
ook van de zijde van de Landbouw dienen te reali-
ren, dat in die omstandigheden de zorgelijke toe
sta-^.1 van 's Rijks financiën het strikt aanvullend
karakter van het B.O. nog eens sterk zal ondersle
pen. Daarnaast bestaat echter tussen de Minister
en de Stichting volledige overeenstemming erover,
dat naast de waarborging, dat de hierboven uit
gestippelde richtlijnen kunnen worden uitgevoerd
bij het intreden van abnormale omstandigheden
de middelen zullen moeten worden gevonden, om
alsdan de daartoe geëigende extra-hulp te kunnen
bieden.
Stinkende melk en boter met voersmaak. Zie
daar dikwijls geconstateerde onaangename gevol
gen van het verstrekken van kuil voer aan melk
koeien. De melkboer krijgt klachten van zijn klan
ten, want melk met een onaangename reuk staat
tegen. En de boter van een fabriek met veel kuil-
reuk aan de melk komt in een lagere kwaliteits
klasse en brengt dus minder geld op. In beide ge
vallen dus schade voor de boer, n.l. mindere omzet
en lager geldelijke opbrengst.
De gehele Regeringspolitiek is gericht op beper
king van de krachtvoerimport en voeding voor het
vee zo ver mogelijk uit het eigen bedrijf. Met het
oog daarop voert men al jaren een intensieve pro
paganda voor het bouwen van silo's en voor het
inkuilen. Bietenkoppen en -bladeren werden in
Zeeland al lang veelvuldig ingekuild. Ook het in
kuilen van gras nam de laatste jaren in betekenis
toe. In toenemende mate beschikt men dus ook in
Zeeland in de winter over kuilvoer. Naast voeder
bieten en hooi, met het beschikbare en nodige
krachtvoer, is goed gelukt kuilvoer van gras of
suikerbietenkoppen en -bladeren een goedkoop en
gezond voer voor melkkoeien.
In hoeverre heeft nu kuilvoer een ongunstige in
vloed on «maak en reuk van melk en boter?
In kuilvoer ontstaan ontledingsproducten die
door een zeer onaangename smaak en reuk ge
karakteriseerd zijn. In slecht gelukt kuilvoer is dat
in veel sterker mate het geval dan in goed gelukt.
Het is bekend, dat de kwaliteit van het kuilvoer
verbetert, als men inkuilt in silo's, het voedsel voor
inkuiling verdeelt (Hardeland), suikerrijke produc
ten toevoegt (melasse, voeder- of suikerbieten) of
wei zuur.
Het zal duidelijk zijn dat goedgelukt kuilvoer
minder gevaar oplevert voor reuk en smaak van
melk en boter dan slecht gelukt. Aan de wijze van
inkuiling moet dus in de toekomst meer aandacht
woeden besteed.
De maatregelen die men moet nemen om bij het
voeren van kuilvoer aan melkkoe'en, de ongunstige
invloed op de melk zoveel mogelijk te beperken zijn
de volgende.
De allervoornaamste voorzorg heeft betrekking
op het tijdstip wc a rep men het voer ver*tr«w jn
de winter van 1942'43 hebben we op een bedrijf op
(VpleHor-pu hiermee proeven genomen. Er was de
beschikking over A. I. V.-gras en kuilvoer ven bie-
tenkonnen en -bladeren. De koeien in volle pro
ductie kregen, naast 40 k" bieten 30 kg A. I. V.-
gras, 8 kg best hooi en 1 k" krachtvoer (er was
niet meer). Kooien die m'~dm* gaven kregen als
kuilvoer bietenkoppen en -blad-
de onlangs verschenen „Technische berichten" van
de Peulvruchten Studie Combinatie te Wageningen.
Hierin wordt door de Hoofdassistent bij het Rijk3-
landbouwconsulentschap van de Zeeuwsche eilan
den, de heer G. J. Bom, 'n mededeling gedaan over:
Het erwtencystenaaltje.
Zodra er sprake is van een nieuw soort aaltje
kan men wel eens opmerken, dat de practische boer
nier nogal sceptisch tegenover staat.
Hij wil wel eens zien of het nu wel zo erg is als
de theorie zegt. En vergeet dan wel eens, dat zij
die het zullen zien, dit ook gevoelig zullen merken.
Het aardappe-iaaltje is nu nog de verre onbekende
n Zeeland, dat zij het ook moge blijven.
Wij geven U echter deze keer een kort overzicht
van een later ontdekt aaltje, dat ook alweer zijn
grote vermeerdering te danken heeft aan een on
verantwoorde vrucht wisseling.
Reeds lange tijd ging men van de veronderstel
ling uit, dat de
St. Jansziekte van de erwten
wordt veroorzaakt door een schimmel, die de vaat-
bundels van de plant aantasten.
Bij controle van planten die verbouwd werden op
plekken waarvan uit ervaring bekend was, d:t hier
Jt. Jansziekte voor zou komen, bleek dat de wortels
an de planten bezet waren met cysten van het
erwtencystenaaltje.
De schade die deze cysten kunnen aanrichten,
bestaat n»ast het onttrekken van voedingsstoffen
en het verstoppen van de organen der plant uit het
maken van verwondingen, die het indringen van
bodemschimmels vergemakkelijken.
De opbrengst van de aldus aangetaste plekken
is uiterst gerin en bedraagt maximaal de helft van
een normale plek.
De ziekte openbaart zich in Mei in zeer geringe
mate doordat de ontwikkeling der zieke planten
iets langzamer verloopt dan de gezonde.
Blad en stengel worden spoedig lichter groen ter
wijl de aangetaste planten begin Juni vrijwel geel
zijn en overmatig bloeien.
De ziekte kenmerkt zich door een pleksgewijze
optreden. Deze plekken kunnen zich uitbreiden
omdat door de bewerking gezonde plekken besmet
worden en doordat de vermeerdering ook door een
aantal waardplanten in de hand wordt gewerkt.
Dit zijn naast erwten ook veldbonen en wikken.
Gelukkig zijn nog geen onkruiden gevonden die als
zodanig kunnen optreden.
De ziekte is wel buitengewoon moeilijk te bestrij-
Bij deze proef bleek, dat wanneer men de ver
strekking van kuilvoer van kort voor het melken
verzette tot kort nè. het melken, reuk en smaak
practisch normaal werden, terwijl die zeer goed
~^,i-snar waren bij verstrekking kort vóór het
melken.
De eerste en voornaamste raad moet dus wezen:
Geef de laatste 4 uur vóór het melken geen kuil
voer, maar voer dat 2 maal per dag kort na het
melken.
In de tweede plaats moet men bedenken, dat
warme melk zeer gretig renk«+offe" uit de nm.
^evlng opneemt. Brengt men kuilvoer in voorraad
in de stal, laat men kuilresten in de voerbakken,
voert men vóór of tijdens het melken kuil, of
draagt het melkpersoneel kleren die erg naar kuil
ruiken, dan is de stallucht met kuillucht verzadigd
en trekt deze tijdens het melken in de melk. Ook de
handen mogen niet naar kuil ruiken.
Tweede voorwaarde is dus:
Tijdens het melken geen kuillucht in de stal of
aan handen en kleren, de melk direct uit de stal.
Tenslotte speelt ook de hoeveelheid die men ver
strekt een rol, terwijl de combinatie met niet al te
veel mangels en vrij veel goed hooi de smaak van
de melk gunstig beïnvloedt. Natuurlek mogen de
hoeveelheden kuil en mangels verband houden met
de hoogte van de melkgift. In Zeeland gaat men
ten deze, met het oog op het beschikbare voer,
meestal nogal ver.
Wanneer men echter de hand houdt aan het
geven van kuilvoer alleen na het melken en de
stallucht tijdens het melken niet met kuillucht be
smet is, mag men verwachten dat schadelijke ge
volgen gering of afwezig zijn. ZWAGERMAN.
Ondergetekende vestigt bij het aanbreken van
het weideseizoen de aandacht van de veehouders
wederom op de runderhorzel-bestrijding. Denkt
eraan, dat geen dieren met runderhorzelbulten in
de weide mogen worden gebracht en dat ook de in
de weide nog later opkomende horzelbulten moe
ten worden behandeld.
Het vorig weideseizoen moest teren verschillen
de veehouders proces-verbaal worden opgemaakt.
D:t behoeft niet voor te komen. Ieder kan met be-
hulo van zijn dierenarts of de Provinciale Gezond
heidsdienst de runderhorzel bestrijden.
Het D'strictshoofd van de
VeeartsenHkundlge Dienst,
Breda. 6 Maart 1951. Dr C. J. A. KERSTENS.
den, daar alleen een goede vruchtwisseling hier ge
nezing kan brengen. Dat ook dit slechts zeer lang
zaam gaat, moge blijken uit het feit, dat de cysten
na 15 jaren levenskrachtig bleken te zijn op per
celen waar in deze periode geen waardgewassen
geteeld waren.
De periode die daarom gewacht moet worden om
met een redelijke kans weer een gezond gewas te
verbouwen, is nog niet bekend, terwijl ook het
grondonderzoek op het aant3l cysten nog niet vol
doende gevorderd is om hier enige voorspelling op
te kunnen baseren.
In tegenstelling tot de voetziekten kunnen we
hier bovendien geen resistente rassen, die de teelt
van een kleiner rassensortiment zou beperken,
maar toch niet geheel zou uitsluiten.
Het erwtencystenaaltje komt in de gehele Z. W.
streek van ons land voor en komt hier dus 'n be
dreiging van de erwtenteelt die niet onderschat
mag worden. Dit brengt ons weer bij het verant
woorde en regelmatige bouwplan dat v:n verschil
lende zijde dringend wordt bepleit, en dat zoals
hier weer blijkt niet alleen dringend nodig is uit
sociaal en economisch oogpunt, doch dat ook ge
dwongen door de natuurlijke parasieten die onze
°ewassen belagen. Want die de natuur wil be
dwingen bereide er zich op voor, dat hij binnen
fzienbare tijd gedwongen zal worden om een be-
oerkt bouwplan uit te voeren met allé nadelen
daaraan verbonden. B.
PROGRAMMA VERPLICHTE
VOORJAARSKEURINGEN I95L
SCHOUWEN EN DUIVELAND.
Maandag 12 Maart.
St. Philipsland: 8 uur, Van Iwaarden.
Bruinisse: 9 uur. P. L. Krepel.
Sir Jansland: 9 45 uur, Van Hoeve.
Nieuwerkerk: 10.30 uur, Van Driel.
Ouwerkerk: 11.30 uur, A. Bolijn.
Zierikzee: 14 uur, Op de Balie.
Kerkwerve: 15.30 uur, v. d. Cingel.
Serooskerke: 16.30 uur, Bij de toren.
Dinsdag 13 Maart
Burgh: 8 uur, Hef stede Beye.
Haamstede: 8.45 uur, Bij de toren.
Renesse: 9.30 uur, Gebrs. Steur.
Ellemeet: 10.30 uur, Bij Hanse.
Brouwershaven: 11 uur, Bij Gast.
Zonnemaire: 13.30 uur, Bij Ganzeman.
Noordgouwe: 14.15 uur. Joh. Vis.
Dreischor: 15.30 uur, Bij v. Bloois.
THOLEN.
Vrijdag 16 Maart.
Tholen: 10 uur, Markt.
Poortvliet: 11 uur, Muziektent.
Scherpenisse: 11.45 uur, Markt.
St. Maartensdijk: 13.45 uur, Markt.
Stavenisse: 14.45 uur, Hof Vredenburg.
St. Annaland: 15.30 uur, Veilings^ebouw.
Oud-Vossemeer: 16.30 uur, Hotel Lagaay.
OP ZATERDAG 17 MAART.
Het gemeentebestuur van IJzendijke zit niet bij
de pakken neer. Dat hebben wij kunnen vaststellen
ter gelegenheid van de nog vers in het geheugen
liggende najaars-veemarkt.
Van handelaarszijde ws de belangstelling voor
de najaarsmarkt zéér groot. Ook thans wordt van
die zijde weer veel verwacht, speciaal van buiten
landers. Sommige boeren hebben zich vorige maal
van deelname laten weerhouden, enerzijds omd't
zij het nog druk hadden met de bieten, anderzijds
omdat de prijzen zich minder gunstig bewogen.
Laat de boer toch begrijpen, dat een veemarkt er
niet alleen is voor de handel, doch dat zo'n markt
ook van het grootste belang is voor de boeren.
Laten wij besluiten met de opwekking het mis
schien drukke voorjaarswerk even te laten rusten
voor bezoek of deelname.
De Directeur van het C. B. S. deelt aan belang
hebbenden het volgende mede:
He* D^celijks B^s'uur heeft in zijn vergadering
van 23 Februari 1951 besloten met ingang van 5
Maart i.l. voor afkeuringen van nuchtere kalveren,
die reslecht minder d n 13 kg weg°n, geen schade
vergoeding meer uit te betalen. Nuka's met een
lager gewicht, dan boven aangegeven, worden dus
geacht niet in de verzekering te zijn opgenomen.
Het stellen van een gewichtsgrens is nodig ge
bleken, omdat:
1. Kennelijk te vroeg geboren kalveren volgens
artikel 2 sub 3 van het verzekeringsreglement
van verzekering moeten worden uitgesloten.
2. Nuchtere kalveren met een geslacht gewicht
van 12 kg of lager, w arvan niet met zeker
heid is te zeggen, dat zij te vroeg geboren zijn,
evenmin verzekeringswaardig zijn-