NAAR MEER KUNSTWEIDEN OP DE GEMENGDE ZANDBEDRIJVEN. Korte berichten StaJio ment, te beginnen met de winterbespuiting. Daar na voorjaars- en zomerbespuiting. Doch hierover een volgende keer. Adr. P. I. De oppervlakte kunstweide in Nederland is de laatste jaren sterk toegenomen. In 1939 bedroeg deze oppervlakte naar schatting ongeveer 15.000 ha en we kunnen thans veilig aannemen, dat de 45.000 ha zijn gepasseerd. (Kunstweiden, die langer dan 5 jaar liggen, zijn hierbij niet inbegrepen.) Kunstweiden vinden we vooral op de zandgron den. Ze bieden hier dan ook veelal grote voor delen en passen tevens uitstekend in de bedrijfs voering van het gemengde bedrijfstype. In Noord- Brabant ligt 30 v-n het Nederlandse kunstweide areaal; voor Overijssel is dit percentage 20 en voor Drente 15. In Bedrijfsverband gezien, maakt de kunstweide in feite deel uit van de bouwlandoppervlakte. Is ze geheel opgenomen in de vruchtwisseling van het bouwland, dan noemt men het kunstweide-systeem wisselbouw. Wisselbouw kan omschreven worden, als een landbouwstelsel, waarbij één of meer jaren kunst weide afwisselen met een periode waarin akker bouwgewassen worden geteeld. In Denemarken wordt deze wisselbouw regelmatig toegepast; in ons land behoort dit nog tot de uitzonderingen. Ongetwijfeld zal ook in ons land de oppervlakte kunstweide. zich in de toekomst nog meer gaan uitbreiden. Dit ligt immers in vele gevallen in de lijn van een intensivering van de bedrijven, vooral op zandgrond. Door kunstweidebouw kan o.o. slecht blijvend grasland productiever gemaakt worden en verder zol de kunstweide de bodem vruchtbaarheid op het bouwland verhogen, waaraan diverse percelen op zandgrond dringende behoefte hebben. In een tweetal artikelen wordt bovengenoemd onderwerp besproken. Het eerste handelt voora" over de voordelen; het tweede over de teelt van de kunstweide. Denemarken en Engeland. Allereerst een klein uitstapje. In Denemarken is de kunstweidebouw van grote betekenis. Van het grasland0re«p1 en de voedergewassen is niet min der dan 65 in wisselbouw, slechts 35 is blij vend grasland. De opbrengsten van het bouwland liggen vrijwel op gelijk niveau als die in ons land, maar het kunstmestverbruik bedraagt ongeveer de helft van de hoeveelheden, die wij gewend zijn hier te geven. Dit moet vooral worden toegeschreven aan het intensieve wisselbouwstelsel en het ge bruik van stalmest op het bouwland. In Engeland heeft het kunstweide-systeem zic^ na de laatste wereldoorlog pas sterk uitgebreid. Hiervoor is veel propaganda ^evoerd. Men kwam er tot belangrijke meeropbrengsten. Het succes van de kunstweidebouw in Denemar ken en Engeland moet vooral worden toegeschre ven aan de slechte toestand van het blijvend gras land, waarvan men is uitgegaan. Ook in ons land komen nog vele graslandpercelen voor, die voor vervanging; door kunstweiden in aanmerking ko men. De voorbeelden uit beide nabuurlanden, die trouwens aangevuld kunnen worden met voorbeel den uit eigen land, illustreren de goede mogelijk heden hiervan. Niet alle gronden zijn geschikt voor kunstweide bouw. In het algemeen kunnen kunstweiden alleen ma-r worden aangelegd waar de grond geschikt is voor bouw- en weiland, dus niet op zeer droge, lichte zandgronden, maar ook niet op te zware, vochtige percelen. ENKELE VOORDELEN VAN DE KUNSTWEIDE. Verhoging van de bodemvruchtbaarheid. Een van de voornaamste factoren, waarmede vooral de zandboer rekening heeft te houden is wel, het op peil houden of brengen v~n de vruchtbaar heid van zijn grond. Deze vruchtbaarheid is voor al een kwestie van de structuur van de grond. Op de zandgronden bestaat n.l. van nature weinig samenhang tussen de gronddeeltjes. Door organi sche meststoffen (stalmest enz.) wordt deze samenhang verbeterd. De in de grond levende nuttige bpdemdiertjes en -bacteriën hebben een zeer belangrijk aandeel in deze opbouw (structuur) van de grond. Door orga nische stof, waarmee zij zich voeden, wordt hun activiteit verhoogd. De kunstweide kan in de vruchtwisseling van het bouwland worden opgenomen. Tijdens de kuns^weideoeriode komt er d^n een behoorlijke hoeveelheid organische stof in de grond, door het rprro'^qti"- afsterven en opnieuw groeien van gras wortels. Bij een enkele jaren geleden verricht on derzoek in Noord-Brabant, bedroeg de organische stofvermeerdering in de grond van ingezaaid zand- grasland 23 ton per ha per jaar (dit komt over een met 10—15 ton stalmest). Wanneer de kunst- we'de wordt gescheurd, komt bovendien de gehele grasmat het volgende akkergewas als organische mest ten goede. Verder wordt opgemerkt, dat de kunstweide de grond enkele jaren bedekt houdt, wat het structuurverval eveneens aanzienlijk te engoat. Het hier besproken voordeel, dus de bevordering van een goede structuur, zal de grond vooral beter beschermen tegen het euvel van de verstuiving. We weten allen, dat vele percelen zandgrond hier van in niet geringe mate te lijden hebben. Aanleg van kunstweiden is hier zeer gewenst en bij zorg vuldige inzaai ook mogelijk. üp droogte gevoelige, iicnte zandgronden en ont- ginmngsgronaen zal door het inscnakelen van kunstweiuen in het bouwplan, het vocntnoudenci vermogen van deze gfonaen worden verhoogd. Recenie proeven op zandgrond hebben dit duidelijk aangetoond. Vanzelfsprekend ligt in de verbetering van de vrucnióaarneid van de grond door kunstweide bouw, 'n vernoogde productiviteit van akkeroouw- producten opgesloten. Meer gras. Gras is in vergelijking met andere veevoeder- miuaeien een zeer goedkoop productie-voer. In ïyóü was ae prijs per kg zetmeeiwaarde voor weidegras ongeveer IU ct. (de voederwaarde van veevoeuer- rmudeien wordt uitgedrukt in zetmeelwaarde). Voor hooi wus deze prijs 14 ct., voor kuilgras 16 ct. voor stoppeiknollen 16 ct., voor voederbieten 20 ct. en voor kracntvoer 30 ct. Het is dus economisch naar een productie-ver hoging van het grasland te streven. In de eerste plaats komt hiervoor intensivering van blijvend grasland in aanmerking. In de tweede plaats zal vervanging van matig zandgrasland door kunst weide net aangewezen miaaei Kunnen zijn. Met de inzaai van een kunstweide kan een betere, hogere en meer regelmatige productie van gras worden verkregen. 1. De kunstweide heeft een betere botanische samenstelling van de grasmat dan matig en slecht oud grasland. Het kunstweidegras en -hooi zal dan ook een hogere voederwaarde hebben (het mag evenwel niet te eenzijdig zijn samengesteld). 2. Uit praktijkresultaten blijkt duidelijk, dat bij vervanging van matig tot slecnt blijvend grasland door kunstweide, de productiviteit aanzienlijk wordt verhoogd. Als gemiddelde van 42 voorbeeldbedrijven in het Consulentschap Drente bracht in het jaar 1948 het olijvend grasland 3082 en de kunstweiuen 3766 kg zetmeelwaarde op. (De kunstweide dus ruim 20 meer.) Verkrijgt men van het blijvend grasland goede opbrengsten van behoorlijke kwaliteit, dan is het niet aan te raden te gaan scheuren, tenzij men meer bouwland nodig heeft. Meestal zal de kunst weide niet boven het opbrengstniveau van zulk oud grasland kunnen uitkomen. 3. In het voorjaar heeft men al vroeg een eerste snede gras, vooral na een zachte winter. Dit kan dan op stal worden vervoederd. Vooral voor be drijven, die te weinig ruwvoer hebben gewonnen voor het winterseizoen, is dit een welkome aanvul ling. Men kan ook eerder inscharen of een per ceeltje vroeg inkuilen. 4. In de herfst houdt de grasgroei langer aan dan op blijvend grasland. Men kan dit zonodig op stal voeren (stalvoedering). 5. In het Nederlands klimaat is de grasgroei niet regelmatig over het groeiseizoen verdeeld. De snelheid ervan schommelt vooral onder invloed van temperatuur en neerslag. Zo kenmerkt de maand Mgi zich door een sterke grasgroei. Dit geldt in iets mindere mate ook voor Augustus. In de tussengelegen zomermaanden is de grasproduc tie meestal beduidend lager. Op de Zuidelijke zandgronden is het percentage grasland op het bedrijf niet hoog. Er ontstaat dan vaak een tekort aan gras voor beweiding in deze maanden* Deze zomerdepressie van het grasland is hier veelal oorzaak van een verlaging van de melk productie. Bij inzaai van kunstweiden kan men in het meng sel verschillende gras- en klaversoorten-variëteiten kiezen, die een regelmatiger groeiverloop over het groeiseizoen bewerkstelligen. Vooral een (behoor lijk percentage klaver biedt een waarborg voor een betere zomerproductie van het grasland. Over de keuze van het zaadmengsel zal in dit verband uit voeriger gesproken worden in het volgende artikel. Meer mogelijkheden voor aardappel- en bietenteelt op de zandgronden. Onze landbouweconomie is, in de na-oorlogse jaren, steeds meer gebaseerd op de eigen veevoe dervoorziening, ter besparing van buitenlands krachtvoer. Van de gehele veestapel eisen de varkens en het pluimvee samen ruim 2/3 van het totaal aan beno digd krachtvoer op. De varkens- en kippenteelt is een belangrijk bestaansmiddel voor de gemengde bedrijven. Men kan krachtvoer uitsparen door voor de varkens een rantsoen samen te stellen, dat voor een groot deel uit -gestoomde aardappelen be staat. Voor de kippen kunnen gestoomde aard appelen dienen als aanvulling in het rantsoen. Op de gemengde zandbedrijven in de N. O. pro- i vincies worden veel aardappelen verbouwd. In het Zuiden van ons land kan de aardappelteelt, zonder bezwaar, nog sterk worden uitgebreid. In Noord- Brabant en Limburg moet men dus meer voeraard- appelen gaan telen. Hierdoor zullen meer varkens j kunnen worden gemest. j Nu zal een ruime verbouw van aardappelen, vooral op lichte zandgronden, meer aanleiding kun- 1 nen geven tot stuiven; ook het verschijnsel van de a^rdeppelmoeheid kan in de toekomst wat gevaar opleveren. De^e bezwaren kunnen grotendeels worden ondervangen door het inschakelen van kunstweiden in het bouwplan, waardoor de vrucht- I opvolging wordt verruimd. De beste methode zal dan zijn, drie- of vierjarige kunstweiden toe te passen. Deze betekenis van de kunstweiden geldt ook I voor uitbreiding van de suiker- en voederbietenteelt. Als goed opibrengend handelsgewas verdienen sui kerbieten aandacht op onze goede zandgronden. Als veevoer kunnen gelijke delen gemoesde suiker bieten en gesneden voederbieten met gestoomde aardappelen gelijk worden gesteld. Vooral de suikerbiet is een gewas, dat hoge eisen aan de grond stelt en men moet waakzaam zijn voor het bietenaaltje. Door toepassing van kunst weidebouw kan hieraan goed worden voldaan. Welke eisen stelt de kunstweide Voor het slagen van een kunstweide wordt ver eist, dat bij de aanleg de grond in een goede he mes ting-stoestand wordt gebracht. Hieraan en ook aan een juiste vochtvoorziening stelt de kunstweide hogere eisen dan het blijvend grasland. Omdat we te maken hebben met een fijn gras zaadmengsel, moet aan het zaaibed speciale zorg worden besteed. Op deze twee punten wordt in een volgend artikel uitvoeriger ingegaan. Op gescheurd grasland kan in het eerste gewas schade veroorzaakt worden door vreterij van rit- naalden. Vroeger was hiertegen weinig te doen, maar thans kan deze kwaal goed bestreden worden met H. C. H.-middelen. Een indirect en kosteloos middel om de ritnaaldenschadé vrijwel te ontlopen, ligt in de gewassenkeuze. Erwten en koolzaad zijn het minst gevoelig, aan volgen gerst, tarwe en aard appelen; maïs en bieten hebben de meeste last van vreterij. Rentabiliteit. Vooral door de kosten van grondbewerking en het zaaizaad, zijn de exploitatiekosten van de kunst weide vanzelfsprekend hoger dan van het blijvend grasland. In de gemengde streken zijn de bewer- kingskosten gering, vooral omdat het benodigde materiaal op het bedrijf aanwezig is. Maar wat de uitgaven voor het graszaadmengsel betreft, maakt de boer meestal nogal bezwaren. De voordelen van de kunstweide zijn moeilijk in geldswaarden uit te drukken. Dit kan alleen gedaan worden met de mééropbrengst, die, in ver gelijking met het blijvend grasland, waarvan men is uitgegaan, wordt verkregen. Bedraagt deze mééropbrengst 10001200 kg zetmeelwaarde per ha per jaar, wat gemakkelijk kan, dan komen de zaaizaadkosten er in het eerste jaar al ruimschoots uit (1 kg ZW is ca 10 ct.). Het eerst besproken grote voordeel van het kunstweide-systeem. n.l. de vtrbetering van de bodemvruchtbaarheid van het bouwland, is hele maal moeilijk in geld te waarderen. Het nut ervan zal echter eerder door ons worden ónder- dan óver- schat. Een zeker percentage van onze oude zandgras- landen heeft een geringe productie, of een onvol doende tot slechte kwaliteit van de grasmat. Ver vanging door kunstweiden, op daartoe geschikte gronden, zal een aanmerkelijke verbetering van de rentaibiliteit van het bedrijf betekenen. Ir G. VAN NES, Rijkslandbouwconsulentschap Oss. MACHINAAL MELKEN. De Centrale Melkmachinecommissie van de Stichting voor de Landbouw zal van 2 t/m 6 April 1951 een cursus in machinaal melken en melk machines organiseren, waaraan zij, die dit voor jaar examen wensen te doen voor adviseur of in structeur kunnen deelnemen. De plaats, waar de cursus wordt gehouden, zal worden bekend gemaakt, zodra uit de opgaven is gebleken, waar het beste centrale punt is gelegen. Zij, die deze cursus wensen bij te wonen, dienen dit schriftelijk kenbaar te maken aan de Centrale Melkmachinecommissie, Raamweg 2527, 's-Gra- venhage, vóór 1 Maart a.s. De kosten aan deze cursus verbonden bedragen 5,— per persoon, welke op de eerste dag van de cursus kunnen worden voldaan. In Oostburg zal op 7 Maart a.s. te 11 uur de eer ste voorjaarsmarkt gehouden worden van vet vee, handelsvee, varkens en schapen. Er zijn door de regelingscommissie een aantal prijzen beschikbaar gesteld. De jury zal gevormd worden door de heren Zuid- weg, Noordhoek en Bruijnzeel. Van 27 Mei3 Juni zal in Hamburg de 41ste ten toonstelling van de D.L.G. gehouden worden. Het tentoonstellingsterrein zal een oppervlakte beslaan van 110.000 m2. Zoals bekend, heeft de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, ter voorkoming van een verdere inkrimping van het tarwe-areaal door uitbreiding van de teelt van voedergranen, behalve voor gerst, ook een verplichte inlevering van haver (oogst 1951) in het leven geroepen. De heer J. S. Brandsma, Directeur van het Be drijfschap voor Granen, Zaden en Peulvruchten, zal in het radiodandbouwkwartier van het Minis terie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorzie ning, op Maandagavond 5 Maart a.s. van 19.45— 20.00 uur (zender Hilversum I), een nadere toe lichting op deze regeling geven, en wel in het kader van de ontwikkeling van de graanverbouw in ons land.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 7