DE BOERENJEUGD
JSezingen op óe diaóeróacjen.
ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND
AGENDA.
DE VOLKSHOGESCHOOL
Redactie: N. Filius, Koos Janse, M. Kosten, Z. Poppe, M. Poissonnier en J. J. de Putter.
Redactie-adres: Secretariaat L. J. G., Landbouwhuis, Goes.
MAANDAG 5 MAART.
L. J. G. KRUININGENYERSEKE
vergadering 7.30 uur. Hotel „Korenbeurs" te
Kruiningen.
Onderwerp: „Grondonderzoek".
DINSDAG 6 MAART.
Z. P. M. ZAAMSLAG
vergadering 6.30 uur bij R. J. v. d. Veke te
Zaamslag.
Sluitingsavond Kadercursus, 7 uur, „Prins van
Oranje" te Goes.
door de heer G. H. L. Schouten.
De geschiedenis van de Volkshogeschool is ten
nauwste verbonden met die van Denemarken.
Doordat dit land successievelijk Noorwegen en
Sleeswijk-Holstein moest loslaten, verloor het de
mogelijkheid om een rol van betekenis te spelen
in de rij der naties.
In deze moeilijke tijd is Grundwig opgestaan, een
man uit een predikantengeslacht met veelzijdige
gaven. Hij wilde de kerk weer verankeren in het
bewustzijn van het volk, doch voelde dat hij hier
mee niet kon volstaan en dat zijn land zich tevens
moest bezinnen om weer de juiste plaats te vinden
in de volkerengemeenschap.
De cultuur mocht niet teveel het bezit worden
van een bepaalde klasse. Dit verklaart ook de
naam: „volks"-wil tot uitdrukking brengen, niet
alleen voor intellectuelen, terwijl het een „hoge
school" voor het leven moet zijn zonder diploma's.
Later kreeg hij de hulp van Gold, een goed orga
nisator, zodat er nu 60 volkshogescholen in Dene
marken te vinden zijn, die sterk op het platteland
wortelen. Naast culturele en sociale problemen
wordt bovenal aandacht geschonken aan de ont
wikkeling waarvoor vaak cursussen van een half
jaar worden uitgeschreven.
De geschiedenis van de Volkshogeschool in
Nederland stamt uit de jaren 1927—1930, een tijd
waarin een enorme crisis in stad en platteland
woedde. Deze kenmerkte zich door weinig geeste
lijk leven en bewogenheid.
In deze tijd kwam Jorig v. d. Wielen zich na een
pioniersarbeid over de -gehele wereld op het boer
derijtje „Allardsoog" vestigen. Spoedig was hij
het middelpunt van de buurt en samen met zijn
neef Dr. v. d. Wielen, die tegen de problemen van
de jeugd was aangelopen, organiseerde hij bijeen
komsten van jongeren, industriëlen en studenten.
Evenals in deze tijd brak de gedachte zich baan,
dat we ons, ondanks de kloven tussen de verschil
lende religieuse- en politieke groeperingen in gro
ter verband aaneen zullen moeten sluiten. De zaak
ligt vaak reeds bij voorbaat ingedeeld b.v. in de
tegenstelling stad en platteland.
De stad ziet het platteland als een stukje achter
land en het platteland de stad als een poel van on
gerechtigheid.
De groepen kunnen vaak niet meer met elkaar
spreken omdat ze eikaars problemen niet meer
kennen, denk maar eens aan de verhouding werk
gever-werknemer.
Er moet een ontmoetingscentrum komen. Dit
ontmoetingscentrum is echter geen oplossing op
zichzelf, daar men eerst in eigen kring gevormd
moet zijn in zijn inzichten.
De Volkshogeschool is vooral geen neutrale in
stelling waar alle meningen bijeengebracht worden
en waar een eenheidsgedachte heerst. Men zal
van uit eigen mening en idealen de vraagstukken
die er liggen, moeten aanpakken.
Ook in de verschillende sectoren van het bedrijfs
leven kent men tegenstellingen omdat de vele spe
cialisten weinig of niets met elkaar te maken
hebben.
De Volkshogeschool wil deze groepen bij elkaar
brengen. Spreker meent dat Zeeland door zijn geo
grafisch verspreide ligging de kans loopt om uit
een te vallen. Iedere streek zou wel de Volkshoge
school naar zich toe willen halen.
Deze Volkshogeschool is geen conferentie-oord
maar een levensgemeenschap waar men samen
werkt, eet en slaapt. De eigen activiteit wordt er
geprikkeld, waarbij het niet gaat om een veelheid
van kennis.
Dit komt ook wel tot uiting in het motto van de
Volkshogeschool: „Ik wek de slapenden en roep de
levenden".
Het gevaar van de massamens die zich onttrekt
aan alle verantwoordelijkheid wordt steeds groter.
Verkiezen we de vrijheid en achten we de men
selijke waardigheid zo hoog, dat we deze wensen
te behouden?
En zijn we ons er van bewust, dat dit een verant
woordelijkheid op onze schouders legt?
We zullen moeten vechten en werken om een
oplossing te vinden voor de vele vragen die er lig
gen en een evenwicht moeten vinden tussen werk
en intellect.
De mensen zullen elkaar moeten gaan zien en
waarderen, zichzelf gaan geven en niet zich afvra
gen of de ander het zo wel goed zal vinden.
Niet onze mening is belangrijk maar wel het feit
dat de anderen deze moeten leren kennen, om zo
eerbied te krijgen voor eikaars overtuiging.
We moeten leren om bewust te leven en niet alles
voor ons laten uitzoeken, maar er zelf aan werken
De vraag of er in Zeeland een Volkshogeschool
zal komen, hangt in de eerste plaats er van af, of
het idee van de Volkshogeschool wordt gedragen in
het gewest.
De eerste vonkjes zijn reeds opgemerkt in de
agrarische kringen. Nadat de spreker aan de hand
van een aantal plaatjes had laten zien, wat er reeds
gepresteerd is in de andere delen van Nederland
waar in totaal 8 Volkshogescholen zijn opgericht.
Ook het dagelijks werk op de Volkshogeschool
passeerde de revue. De heer Schouten besloot met
een beroep op de Zeuwse jeugd, om ons volk niet
in steeds kleinere groepen uiteen te laten vallen.
HET PLATTELANDSJONGERENWERK
IN AMERIKA.
(Door Mr E. Kuijlman.)
Op vlotte wijze bracht spreker enkele punten
naar voren die hem op zijn reis door de Verenigde
Staten waren opgevallen.
In het afgelopen jaar was hij met een groep van
5 Nederlanders enige tijd in Amerika geweest om
het jeugdwerk daar te bestuderen. Deze groep had
afwisselend de practijk van dit werk gezien, en ook
enige tijd op de schoolbanken gezeten om een op
leiding als jeugdleider te genieten.
De grote uitgestrektheid van het land en de grote
mate van zelfstandigheid van de 48 staten maken
de beoordeling erg moeilijk, zodat ook heel wat
verschillen naar voren kwamen «bij het samenstellen
van het centraal rapport
Over het algemeen spreekt men alleen over de
4-H-clubs, wanneer men over het plattelandsjonge
renwerk in Amerika spreekt. Doch daarnaast kent
men ook de organisatie „Future Farmers of Ame
rica" (F.F.A.), die hoofdzakelijk bestaat uit leer
lingen van de diverse landbouwscholen.
In de derde plaats kent men dan nog de jongeren
organisaties van de Landbouw-maatschappijen, die
ook vele leden hebben.
De 4-H-clubs houden zich vooral bezig met de
jeugd van 1020 jaar, terwijl de andere organisa
ties hun activiteit meer uitstrekken tot de jeugd
van 2030 jaar, wat dus beter overeenkomt met
de Nederlandse toestanden. We moeten ons dus
vooral niet dood blijven staren op de 4-H-clubs
alleen.
De 4-H-clubs tellen 1,7 millioen leden, verdeeld
over 85.000 clubs. Ook hier ziet men dus, dat een
grote vereniging geen eerste vereiste is om succes
te hebben.
Waar hangt dit succes nu wel van af, zal men
zich afvragen.
Spreker meende, dat dit vooral gelegen is in het
feit, dat men de jeugd reeds op zeer jeugdige leef
tijd weet te boeien en ook zelf aan het werk weet
te zetten. De ontspanning neemt in het program
ma een belangrijke plaats in.
Voor alle gebieden hiervan, b.v. kamperen, pick
nicken, volksdansen, zang, kent men specialisten,
die dit onderdeel tot in de perfectie beheersen.
De jeugdleiders worden door de Staat betaald,
terwijl grote firma's in staat worden gesteld om
grote bedragen belastingvrij voor dit doel af te
staan.
Zodoende ontstaat een persoonlijk contact tussen
gever en begiftigde. Bij de 4-H-clubs legt men
sterk de nadruk op het zogenaamde project, wat
door de invoering van het wedstrijd-element aan
trekkelijk wordt gemaakt. Hoewel de jeugd sterk
op technisch gebied ontwikkeld is, houdt men toch
niet van lange verhalen, zodat inleidingen van enige
minuten geen zeldzaamheid zijn.
Bij de andere groepen van de jongeren-organisa
ties, die dus meer werken met de rijpere jeugd,
neemt het project lang niet zo'n grote plaats meer
in. Daar wil men ook wel eens een probleem be
spreken.
Over het algemeen wordt bij het jeugdwerk in
de Verenigde Staten ook de liefde voor de geschie
denis en de traditie van het land sterk aange
kweekt. Het ceremoniële en het vlagvertoon, wat
men in deze organisaties kent, is dan ook, volgens
spreker, niet zonder inhoud.
Samenvattende kwam de heer Kuijlman tot de
conclusie, dat de voordelen van het plattelands
jongeren-werk in Amerika gelegen zijn in het ont
breken van het befaamde drie-zuilen-systeem en de
wil tot samenwerking tussen de verschillende be
volkingsgroepen.
Daartegenover staan de nadelen, dat vele dingen
vrij oppervlakkig worden aangepakt en dat de
mogenjKneden om een probleem te bespreken vrij
gering zijn.
„HET LEVEN OP DE BOERDERIJ."
Gezien het aantal inzendingen, schijnt er over
dit onderwerp niet veel te vertellen te zijn. Deze
opstelwedstrijd leverde n.l. zegge en schrijve TWEE
inzendingen op, terwijl de inzendtermijn gesloten
zou worden op 1 Maart.
Noodgedwongen verlengen we de inzendtermijn
daarom tot 1 April.
Schrijf dus een opstel over dit onderwerp en
ding op deze wijze mee naar de door het Hoofd
bestuur uitgeloofde prijzen.
Het is toch niet moeilijk om aardige dingen te
vertellen over de dagelijkse en jaarlijkse gang van
het leven, waar je dagelijks in zit.
Daarom de pen ingedoopt en geschreven!
VIERING BEVRIJDINGSDAG.
De Nederlandse Jeugd Gemeenschap deelt mede,
dat als resultaat van de op 13 Januari j.l. in Am
sterdam gehouden z.g. Instructiedag, in tal van
plaatsen in ons land reeds serieuze voorbereidin
gen worden getroffen om de Bevrijdingsdag op
waardige en stijlvolle wijze te vieren.
Om tegemoet te komen aan de behoefte aan
bevrijdingsspelen heeft de N. J. G. aan het reper
toire, dat nu bestaat uit: „Walchertje en de Weer
wolf" van Jan Bresser, en „Het Woord is aan U"
van Jaap Hoogstra, toegevoegd een wagenspel van
Jan Naaykens, geschreven in opdracht van de
N. J. G., getiteld „Tyl sticht Utopia."
Verkrijgbaar bij de N. J. G., Henri Polaklaan 14,
Amsterdam (C.).
WIE SCHRIJFT ER MEE?
Zoals jullie wellicht hebben gehoord of gelezen,
organiseren de gezamenlijke jeugdorganisaties, die
in de Nederlandse Jeugd Gemeenschap samen
werken, wederom een z.g. Jeugdweek (van 2126
Mei), waarvoor deze keer als onderwerp is ge
kozen:
Deze tijd vraagt: Soberheid en zelfbeheersing.
Nu is het allemaal wel aardig dat je leest, wat
anderen hierover te zeggen hebben, maar we wil
len ook graag dat je hierover zélf eens nadenkt
en opschrijft wat je er van vind.
We vragen je daarom: Waaraan denk je als je
de woorden soberheid en zelfbeheersing leest en
wat kunnen ze voor jou betekenen?
Wil je het stukje, het verhaal of het „opstel"
wat je gemaakt hebt, opsturen naar het kantoor
van de Nederlandse Jeugd Gemeenschap: Henri
Polaklaan no. 14, Amsterdam.
Voor de vijf beste stukjes wordt een mooi boek
beschikbaar gesteld.
Daarom moet je er even bij vermelden:
le. je naam en adres;
2e. je leeftijd;
3e. in welk blad je deze oproep hebt gelezen.
We zullen ook nog proberen om de schrijvers/
sters van de 5 beste stukjes voor de radio te laten
voorlezen.
Doe je het?
Uiterlijk 10 Mei a.s. opsturen.