Lonen en sociale voorzieningen
Keuringsdienst Zeeland.
ZOMERLONEN IN DE LANDBOUW.
ZOMERLONEN IN DE TUINBOUW.
VERGADERING MET DE DEEL
NEMERS VAN DE KEURINGEN.
De Rijkslandbouwconsulent voor Z.-Vlaanderen te Axel.
gegeven. Voorts moet kanarie zaad tweemaal door
de machine.
Per 1 Maart a-s. zullen de z-g-n. winterlonen weer
tot het verleden behoren en stappen we over op de
z.g.n. zomerlonen. Voor de goede orde laten wij
de lonen hieronder volgen.
A. Dus vanaf 1 Maart a-s. heeft een arbeider,
belast met de verzorging van vee, de bouw- en
paardenknechts enz. recht op een basisweekloon
van:
17 jarige arbeider ƒ31,20
18
19
20
35,60
40,60
B.
21
45,50
22
47,—
23
48,60
Voor de
overige arbeiders
een uurloon van:
Leeftijd
Vakarbeiders
Ongeschoolden
17 jaar
50% cent
48 cent
18
58
55
19
66
62%
20
70
66
21
74
70%
22
77
72%
23
80%
76%
Het uurloon wijzigt zich dus niet per 1 Maart
a.s.; alleen wordt de arbeidstijd langer (zie hier
onder)
Onderstaande lonen gelden eveneens vanaf
1 Maart a-s- en wel voor üe arbeiders, werkzaam
in ae groenteteelt, fruitteelt en het boomkwekerij-
bedrijf.
C. Vaste vakarbeiders, indien zij nimmer in
accoord werken:
Leeftijd 17 jaar, basis weekloon 30,-
18
19
20
21
22
23
34,—
38,75
40,85
48,35
44,90
46,50
D. Vaste arbeiders, werkzaam in het boomkwe
kers bedriji, die niet kunnen snoeien, enten, ocu
leren enz.
Leeftijd 17 jaar, basis weekloon 29,
18 32,75
19 37,25
20 39,35
21 41,75
22 43,35
23 44,90
E. Voor ongeschoolde arbeiders.
Leeftijd 17 jaar, basis weekloon 28,35
18
19
20
21
22
23
32,45
36,70
38,75
41,25
42,30
44,40
Voor de losse arbeiders in de tuinbouw gelden
dezelfde uurlonen als hiehboven voor de landbouw
staat aangegeven.
Arbeiders, die in de tuinbouw eventueel belast
zijn met de verzorging van vee enz-, hebben recht
op een weekloon, zoals boven onder A is om
schreven.
F. Normale arbeidstyden.
Vanaf 1 Maart a.s., gelden als normale arbeids
tijden voor land- en tuinbouw, 5 werkdagen per
week k 9 uur en een Zaterdag van 5 uur, uus au uur
per week.
Voor arbeiders, belast met de verzorging van vee
enz., is dit 5 dagen a 10 uur en een Zaterdag van 3
uur, dus 56 uur per week.
Met nadruk zij er op gewezen, dat bovenstaande
lonen, vanaf 1 Maart a-s- voor de land en tuinbouw
gelden; niet minder, doch ook niet meer. Belang-
heboende doen goed dit artikel uit te knippen en te
bewaren.
Voor voorlichting op het gebied van lonen en
sociale voorzieningen wende men zich steeds tot
het Secretariaat der Z. L. M., Landbouwhuis, Goes,
Tel. K 1100—2345. De L.
Het Dagelijks Bestuur van de Keuringsdienst
Zeeland maakt bekend, dat op Vrijdag 2 Maart a.s.
des namiddags 14.uur in „De Prms van Oranje",
Nieuwstraat, Goes een vergadering zal worden ge
houden met de deelnemers van de keuring.
Op deze vergadering zal de heer Ir. J. H. Brust
van de N.A.K. te Wageningen spreken over het
onderwerp „De Stamselectie als basis voor onze
pootgoedteelt".
Wij wekken de deelnemers van de keuring op,
de vergadering, waar ook andere keuringskwesties
besproken zullen worden, zoveel mogelijk te be
zoeken.
KANARIEZAAD.
Wij ontvingen deze week
enkele vragen over de verbouw van kanariezaad.
Waarom deze belangstelling voor dit in Zeeuws-
Vlaanderen tot heden toe vrij weinig verbouwd en
vrij weinig bekend gewas?
Hiervoor kunnen verschillende redenen zijn.
In de eerste plaats zien sommige telers uit naar
nieuwe of voor hen onbekende gewassen, die hun
bouwplan kunnen verruimen en zekerder maken.
Vooral in enkele gemeenten, waar in 1950 de drie
gewassen gerst, tarwe en bieten meer dan 70
van het land in beslag namen, is het wellicht ge
wenst meer variatie in de gewassenkeuze te
brengen.
Vandaar dat de ogen dan ook vallen op gewassen
als maïs, karwij e.a. Echter overal zijn de omstan
digheden niet even gunstig om deze gewassen in
redelijke oppervlakten te verbouwen, in verband
met de bodem, de arbeidsverdeling, enz. Dan wordt
ook wel aan kanariezaad gedacht.
In de tweede plaats trachten sommige telers de
gerstverbouw, die in sommige gemeenten in 1950
wel 30 van de oppervlakte in beslag nam, te ver
minderen. In verband met de vruchtwisseling, de
arbeidsverdeling en de nog te verwachten maat
regelen voor de gerstinname is dit te begrijpen. Zij
zoeken daarom naar een harmonischer bouwplan
en naar risico-verdeling en zien dus uit naar een
nieuw gewas.
Een daarvan kan het kanariezaad zijn.
Kanariezaad is een gewas dat men plantkundig
kan rekenen tot de granen, maar wat de afzet be
treft moet schikken onder de handelsgewassen.
Voor landbouwers, die nogal veel graan telen is
kanariezaad geschikt om wat spreiding in de oogst-
drukte te krijgen, daar het gewas het laatst van
alle granen rijpt, ongeveer half tot eind Augustus.
De opbrengsten van 3000 kg per ha is dikwijls
goed rendabel. De prijzen variëren nogal wat, zo
als bij alle handelsgewassen. Zo waren de prijzen
op de Groninger graanbeurs als volgt:
7 October 1947
28 September 1948
13 September 1949
26 October 1949
26 September 1950
9 Januari 1951
ongeveer ƒ40,-
35,-
30,-
40,-
50,-
45,-
Om een goede prijs te maken is het wel eens
noodzakelijk het oogstproduct kortere of langere
tijd te bewaren, wat trouwens met de andere graan
gewassen evengoed wenselijk kan zijn.
De teelt van kanariezaad kan plaats hebben op
zware en lichte kleigronden, waarbij ze in grote
lijn behandeld wordt als andere zomergranen!
Speciale eisen aan de voorvrucht stelt dit gewas
niet, maar uit algemeen oogpunt is het beter ze
niet te verbouwen na granen of na klavers.
Het meest vertrouwde ras is het Spaans kanarie
zaad waarvan een beschrijving is te vinden in de
Rassenlijst voor landbouwgewassen en waarbij ook
de leverancier wordt genoemd.
Men zaait vrij vroeg, eind Maartbegin April,
met een rijenafstand van 20 cm. Wanneer ondiep
gezaaid wordt is bij een goed zaaibed 30 kg zaai
zaad per ha voldoende.
De stikstof-bemesting komt overeen met die van
de haver. Zonder grondonderzoek is niet te zeggen
hoeveel kg fosfaat en kali men dient te geven. Wel
is het goed er op te wijzen dat kanariezaad ge
voelig is voor kaligebrek, waarmee men extra reke
ning moet houden. Wellicht dat het gewas op de
lichte kleigronden soms tegenvalt, omdat men niet
voldoende kali heeft gegeven.
Het zichten dient voorzichtig te geschieden, daar
de koppen wel eens af willen breken. Dit hangt
van het groeiseizoen af.
Men kan zichten met de hand, met de zelfbinder
en mogelijkook met
de maaidorsmachine.
In de eerste beide
gevallen zet men de
schoven in hokken of
beter nog in schelven
van 60 schoven, waar
van de koppen soms
worden bedekt met
zeiltjes, hooi of stro
om mussenschade te
voorkomen.
Men oogst vrij rijp,
om het dorsen te ver
gemakkelijken, en
wacht dus tot het ge
was goed is afgestor
ven, het stro en de
koppen geel zijn en
de knopen van de
stengels zwart zijn.
Het dorsen eist ex
tra maatregelen. De
cylinder met slaglijs
ten wordt met een
dichte plaat geheel
afgedrukt. Deze plaat
is meestal wel bij een
dorsmachine aanwe
zig. Het toeren komt
overeen met het dor
sen van klaverzaad,
waarvan bij elke dors
machine normen zijn
Met het oogsten van kanariezaad door middel
van de maaidorsmachine zijn ons nog geen ervarin
gen bekend.
Van plantenziekten heeft het gewas weinig last,
echter kunnen de mussen tijdens de oogstperiode
wel eens schade doen. Het schelven gaat de schade
hiervan tegen.
Een proef door ons genomen ter illustratie:
Op 14 Maart werd op een kleigrond met ruim
30 afslibbaar gezaaid, naar een zaaizaadhoeveel-
heid van 45 kg per ha en een rijenafstand van
23 cm. Op 23 Maart kwam het gewas boven. De
stand was wat te dicht, veroorzaakt door de grote
hoeveelheid zaaizaad die werd gebruikt. Er werd
een bemesting gegeven van 350 kg kalkammon-
salpeter per ha.
Op 14 Juni kwamen de eerste planten in aar.
Legering kwam practisch niet voor. Geoogst werd
een maand later, hetgeen vrij vroeg is. Bij het dor
sen op 8 September werd een opbrengst verkregen
van 3250 kg per ha. Een flinke opbengst dus.
SILO'S MET OPZETSTUK.
Wij bemerkten deze week:
dat verschillende landbouwers dit jaar silo's
zullen laten bouwen. Men begint steeds meer in te
zien, dat de bijproducten van de akkerbouwgewas
sen zo rendabel mogelijk moeten worden gemaakt.
Hieronder vallen o.a. de suikerbietenkoppen, stop
pelklavers en vooral op de zandgronden stoppel
knollen en diverse groenvoedergewassen. Enkele
landbouwers kuilen grasoverschotten in het voor
jaar in-
Op de meeste bedrijven zijn voldoende van deze
bijproducten aanwezig om hiervan een gedeelte in
te kuilen voor de voeding van het vee in de winter
maanden. Men kan hierdoor in de winter goed en
goedkoop voeren met besparing op de voederbie
tenteelt of pulpaankoop. Eis is dan dat goed kuil-
voer wordt verkregen. Aan doelmatig inkuilen
ontbreekt in de practijk nog veel. Ons onderzoek
van een groot aantal kuilvoeders toonde aan dat
in vele gevallen 200 aan voederwaarde per ha
suikerbietenloof verloren gaat. Bij eiwitrijke ge
wassen als klavers is dit nog aanzienlijk meer.
Wil de veehouderij rendabel worden gehouden
dan kan ook de Zeeuws Vlaamse boer zich deze
verliezen niet permiteren.
Wil men doelmatig inkuilen dan zijn silo's nood
zakelijk. Tevens dient de silo binnen twee dagen
te worden gevuld en afgedekt met een gronddek
van tenminste 60 cm. In de practijk mankeert het
hieraan veel, waardoor broei ontstaat, die voor
komen moet en kan worden door een voldoende
zwaar gronddek- In dit verband zij nog eens ge
wezen op het belang van kleine silo's. Men doet
verstandiger 2 kleinere silo's te bouwen inplaats
NICO VAN ELLA, le prijs 56-jarige hengsten, gr. maat, Centrale Hengsten-
keuring 1951 te Goes. Eig. D. A, Timmerman te Kattendijke.