Noord-B ra b an tsc he Mij van Landbouw
AFDELING SPRANG—CAPELLE.
KRING OOST
EN MIDDEN-BRABANT.
VER. VAN OUD-LEERLINGEN DER
RIJKSLANDBOUWWINTERSCHOOL
TE DORDRECHT.
EMIGRATIE.
BEKNOPT VERSLAG
J A AR VERG ADERIN G
AFD. FIJNAART.
BRABANTSE BOERENBRIEFKËl
BOUWPLANACTIE 1951.
Door de Coöp. Landbouwvereniging te Sprang-
Capelle zal op
Dinsdag 6 Februari a.s«,
des avonds half acht, in Café Van Dijk, een leden
vergadering worden gehouden.
Sprekers: De heer W .G. de Waard, Voorzitter
der Noord-Brabantse Mij van Landbouw over:
„Actuele landbouwvraagstukken", en de heer A.
Korteweg, Secretaris der Noord-Brabantse Mij van
Landbouw over: „Het werk van de Noord-Brab.
Maatschappij van Landbouw".
Er zal ruimschoots gelegenheid zijn voor het
stellen van vragen. Alle leden en belangstellenden
worden bij dezen opgewekt, deze vergadering bij
te wonen.
HET BESTUUR.
De Kring Oost- en Midden-Brabant der Noord-
Brabantse Maatschappij van Landbouw, zal op
Maandag 12 Februari a.s-,
des namiddags twee uur n.m., een ledenvergade
ring houden in Café „De Korenbeurs", Markt te
Eindhoven.
Agenda:
1. Opening.
2. Notulen.
3. Mededelingen.
4. Lezing door Ir. Mulder, assistent van Dr.
Grashuis, over: Moderne Veevoeding.
5. Rondvraag.
6. Sluiting.
Alle leden der Noord-Brabantse Maatschappij van
Landbouw, wonende in het Midden en Oosten van
onze provincie, worden langs deze weg opgewekt,
deze vergadering bij te wonen. De voeding van
ons vee is voor onze gemengde bedrijven een zeer
belangrijk onderwerp. Ir. Mulder, die verbonden
is aan de proefboerderij voor moderne veevoeding
„De Schothorst", zal ons hierover ongetwijfeld
belangwekkende bijzonderheden kunnen vertellen-
Wij rekenen dus op aller aanwezigheid, temeer
daar bij de mededelingen nog diverse andere be
langrijke punten aan de orde zullen worden gesteld.
Namens het Bestuur,
C. DE ZEEUW, Voorzitter.
J. M. VAN DER WEELE, Secretaris.
Algemene Vergadering
op Vrijdag 16 Februari 1951, in Taveerne „Ter
Merwe", Scheffersplein te Dordrecht. Aanvang
v m. 10 uur.
Agenda:
1. Opening.
2. Notulen.
3. Ingekomen stukken en Mededelingen.
4. Bespreking zomerexcursie 1951.
5. Inleiding door de heer W. H. Jas te Dubbel
dam over: „Een praatje over boerderijbouw".
6. Rondvraag.
7. Sluiting.
Nam. 2 uur.
1. Opening.
2. Inleiding door de heer Dr. Th. Stegenga te
Soest, over: „Kunstmatige inseminatie en
fokkerij".
Pauze.
3. Bespreking.
4. Sluiting.
Alle leden worden ook nu weer op deze vergade
ring verwacht, teneinde zich op de hoogte te stel
len van deze actuele onderwerpen.
Namens het Bestuur,
S. DE GEUS, Voorzitter.
M. VOGELAAR. Secretaris.
Op Dinsdag 6 Februari a-s„ des avonds 8 uur,
zal in Hotel „Dennenoord," Duivelsbruglaan 96 te
Ginneken, een lezing worden gehouden over:
„Een jaar onder de Nederlanders in Canada".
De heer Van Oijen, die kortgeleden uit Canada is
teruggekomen, zal bij deze lezing kleurenprojec-
ties vertonen. Voor allen, die belang stellen in
emigratie, zal deze vergadering zeer interessant
zijn. Belangstellenden vrij toegang.
van de vergadering van het Dagelijks
Bestuur der Noord-Brabantse Mij van
Landbouw, gehouden op 23 Januari 1951
te Breda.
Bij de opening van de vergadering bood de Voor
zitter gelukwensen aan de administrateur de heer
Hasper aan bij zijn benoeming tot Inspecteur van
de Meergelijkmatige Onderlinge Brandwaarborg
Mij en sprak hierbij de hoop uit, dat deze straks in
zijn nieuwe werkkring er in zal slagen de band
tussen de leden van de N.B.M.L. en de Brandver
zekering te bevorderen.
Afdracht contributie. Mededeling werd gedaan
van de toezending der lidmaatschapskaarten voor
1951 aan de afdelingen. In diverse afdelingen
werd reeds met de inning van de contributie een
aanvang gemaakt. De contributie over 1950 werd
van vrijwel alle afdelingen ontvangen. Betreurd
werd, dat een afdeling hierop een uitzondering
maakt. Op een spoedige afdoening zal nogmaals
worden aangedrongen. Een woord van lof werd
uitgesproken aan het adres van de afdelingspen
ningmeesters wegens hun vlotte medewerking.
Onkruidbestryding. Besloten werd nogmaals bij
de Stichting voor de Landbouw in Noord-Brabant
aan te dringen op instelling van een provinciale
verordening voor onkruidbestrijding. Verwacht
mag worden, dat deze verordening slechts bij uit
zondering zal behoeven te worden gehanteerd,
daar deze vooral preventief zal werken.
Het komt in de practijk nog wel eens voor, dat
de grondgebruikers, die hun bouw- en weiland zo
goed mogelijk onkruidvrij trachten te houden, hier
bij gedupeerd worden door gebruikers van naburige
percelen, die het in dezen minder nauw nemen.
Vaak zijn deze gebruikers publiekrechtelijke
lichamen, soms ook particuliere grondgebruikers.
In ieder geval dient voorkomen te worden, dat een
gebruiker, die de nodige zorg aan zijn percelen
besteed, de dupe kan worden van de nalatigheid
van andere grondgebruikers.
Mantelcontract C-A.O. 19511952- Besproken
werden de wijzigingen van het Mantelcontract
welke aan de hand van de gevoerde besprekingen
zullen worden aangebracht. Tegen deze regeling
bij ziekte en ongeval (art. 43) zijn reeds enkele
jaren door de N.B.M.L. ernstige bezwaren inge
bracht. Het stemt tot voldoening, dat aan deze
bezwaren thans eindelijk zal worden tegemoet
gekomen. Hiertegenover staat echter, dat thans de
'2 vacantietoeslag in de C A.O. zal worden op
genomen- Het Dagelijks Bestuur meende, deze
bepaling, vooral t.a.v. de losse arbeiders slechts
onder protest te kunnen aanvaarden.
Verzekeringen.
Besproken werd mogelijke uitbreiding van de
paarden- en veeverzekering voor het jaar 1951.
Voorts werd besloten na te gaan, in hoeverre be
hoefte bestaat aan collectieve verzekering van
auto's en tractoren tegen wettelijke aansprakelijk
heid.
Verdere punten van bespreking waren o.a. de
plannen van het jubileumcomité, de ontruiming
van het door de N.B.M.L. aangekochte pand. be
noeming administratieve kracht, oprichting tuin
bouwschool Dussen.
De afdeling Fijnaart en Heiningen kwamen op
29 Januari j.l. in Hotel van Baaren te Fijnaart in
jaarvergadering bijeen.
De vergadering werd door de voorzitter, de heer
M. P. van Nieuwenhuijzen, met een woord van wel
kom geopend, waarna allereerst het huishoudelijk
gedeelte van de agenda werd afgewerkt. Na behan
deling van diverse ingekomen stukken en de reke
ning over het jaar 1950, volgde Bestuursverkiezing.
De heer H. L. Breure, welke afgetreden was, werd
herkozen.
Vervolgens werd het rapport inzake vrijwillige
oudendagsverzorging voor landbouwers behandeld.
Dit rapport werd uitgebracht door een door het
Hoofdbestuur hiertoe ingestelde Commissie. Uit
de bespreking bleek wel, dat over het algemeen
weinig werd gevoeld voor het e.t. invoeren van
algemeen Staatspensioen, doch dat er veel meer
voor werd gevoeld, dat door de organisaties zelve
voorzieningen in dezen zouden worden getroffen.
Besloten werd voorts ƒ1,per lid te storten in
het jubileumfonds der N.B-M.L.
Vervolgens werd uitvoerig gesproken over de
C.A.O. voor het a s. contractjaar, terwijl mede naar
aanleiding hiervan de zo zeer gewenste vereenvou
diging van de loonadministratie aan de orde kwam.
Verschillende belangstellenden gaven zich op voor
het loonadministratieboek der Gron. Mij van Land
bouw.
Bij de rondvraag werd o.a. de areaal heffing voor
consumptie-aardappelen en het bestemmingsplan
der gemeente Fijnaart aan de orde gesteld.
Tegen laatstgenoemd plan zullen de bezwaren
van landbouwzijde aan de gemeenteraad worden
kenbaar gemaakt.
Mede i.v.m. de plannen voor bouw van een
lucernedroger voor West-Brabant werd besloten
voor de e.v. vergadering een spreker over de lucer-
neteelt uit te nodigen.
Hierna volgde pauze, waarin gezamelijk de kof-
fiemaaltijd werd gebruikt en waarbij de worste
broodjes zich goed lieten smaken.
Na de pauze hield de secretaris der N.B.M.L-, de
heer A. Korteweg. een lezing over belangrijke
zaken voor de boer, waarbij verschillende actuele
vraagstukken nader uiteen werden gezet- Naar
aanleiding hiervan werden verschillende vragen
gesteld en behandeld, waarna deze geanimeerde
vergadering met een woord van dank voor aller
I medewerking, door de voorzitter werd gesloten-
Zandheuvel, 30 Januari 1951
Vriend Willem,
Wat hebben we een bewogen week achter de
rug, een week van spanningen. Ik neb met mijn
vrouw zitten luisteren naar de uitzending van de
gehouden Kamerzitting, waarin over de bekende
motie Oud werd gestemd, en welke voor de itege-
nng aanleiding is geworden, er het bijltje bij neer
te leggen. Ik dacht toen onwillekeurig aan je brief
van vorige week, waarin je het had over de bezet
tingsjaren 19401945, en over de eendracntige
samenwerking van Nederlanders van allerlei r^ng
en stand, levensbeschouwing en ricnting voor het
ene groie ooei, oe vrijneid. Vele heooen toen ge
dacht, dat deze samenwerking bestendigd zou
blijven. Het blijkt eenter, dat in ons land ue ver
schillen in richting en levensbeschouwing zo groot
zxjn, dat dit tot ae onmogelijkheden benoort. En
we behoeven heus niet zo ver van huis te gaan
Willem, om de gespletenheid van ons volk te ont
dekken. Ook op Landbouwgebied is het een moei
zaam worstelen om gezamelijk als Nederlandse
boeren iets te bereiken. Dat Zal wel in onze volks
aard zitten, denk je ook niet? Wat is er een wijs
heid voor nodig om tussen de klippen door te zei
len. Je kunt soms jaloers worden op Zwitserland
en Denemarken, waar er een grote Landbouw
organisatie is, die voor de boeren optreedt en daar
door ook zoveel tot stand kan brengen. Wij hebben
hier de Stichting voor de Landbouw, als over
koepelingsorgaan van de verschillende landbouw
organisaties en we kunnen er dankbaar voor zijn,
dat men dit heeft weten te bereiken. Dat het toch
nog mogelijk is in ons verdeelde Vaderlandje een
orgaan te hebben, dat voor de gezamelijke boeren-
belangen opkomt. Hoewel ik wel eens vrees, Wil
lem, dat men vele dingen zo ingewikkeld gaat
maken, dat de meeste boeren er niet meer bij kun
nen. En dat vind ik jammer. Wanneer je nog al
eens op vergaderingen komt en je spreekt eens met
de mensen, dan blijkt over het algemeen, dat de
Stichting voor de Landbouw zo ontzaglijk ver van
onze mensen afstaat en daarom interesseert het
hen niet. Zij leven er niet in mee. En nu weet ik
wel, dat iedere boer niet alles kan noch behoeft te
weten, wat op die Stichtingsvergaderingen naar
voren komt- Maar ik geloof toch, dat, wanneer de
afgevaardigden van onze organisatie's meer het
werk van de Stichting naar voren brachten, daar
ook meer belangstelling onder de leden der lagere
organen zou komen. Onbekend maakt nu eenmaal
onbemind, en een meer eenvoudige, duidelijke
uiteenzetting van het werk der Stichting zou mijns
inziens geen kwaad kunnen, en de belangstelling
voor het organisatiewezen bevorderen. Je schreef
in je brief Willem, dat we niet bij de pakken moe
ten gaan neer zitten en in moedeloosheid gaan twij
felen aan het nut van het zich organiseren in de
Landbouworganisatie. Ik ben dat natuurlijk vol
komen met je eens, er staan hier grote belangen op
het spel voor onze boeren en de strijd die wij hier
te voeren hebben zal heus niet zo gemakkelijk zijn,
maar daarom te meer, moet onze mensen ge
wezen worden op hun taak, die wij allen als boeren
hebben te vervullen. In onze afdelingen moeten
we zorgen voor flinke mensen, in staat leiding te
geven, die het vertrouwen hebben van hun leden,
en die daar ook hun tijd voor willen geven. En dan
onze leden voorlichting geven, voorlichting zoveel
mogelijk, de leden moeten weten wat er gebeurt, en
hoe het gebeurt dat het gebeurt. Kunnen we zo de
afdelingen opbouwen, dan zullen ook de hogere or
ganen in onze organisatie's daarvan profiteren, en
van onderaf worden gestimuleerd.
Met meer energie en werklust, hun krachten
geven aan de verdere opbouw der organisatie. Ik
was laatst op een afdeling waar verschillende van
bovengenoemde punten naar voren kwamen, waar
ook heftig over werd gedebatteerd, waar men ook
geen blad voor de mond nam, maar onomwonden
zijn mening naar voren bracht.
Kijk Willem, ik heb de volgende dag zo bij mij
zelf gezegd: ,Ik heb daar een mooie vergadering
medegemaakt, want daar was leven en waar leven,
is, is warmte en door warmte ontstaat kracht en
deze, goed geleid, kan niet anders dan medewerken
tot een krachtige georganiseerde boerenstand".
Doe jij daar mede voor je best in de klei Willem, ik
zal mede mijn best doen in het zand-
Als steeds
Je Vriend KEES VAN KEMPEN.
Ongemotiveerde voorliefde voor uitgebreide
haverteelt-
Nog even moet ik U herinneren aan het kernpunt
van mijn vorige beschouwing. Weet U het nog?
Eigen initiatief, ondernemingsgeest, durf om iets
aan te pakken. Daarop komt het aan, dat is de
hechte basis, waarop Uw gehele bedrijfsvoering
moet rusten. Indien het daaraan mocht mankeren,
is alle geschrijf en gepraat overbodig. Meen echter
niet. dat ik in deze pessimistisch ben. Integendeel!
De Brabantse zandboeren willen inderdaad voor
uit. Zij willen op hun schaarse hectares een be
hoorlijke boterham verdienen. Om daarin te kun
nen slagen is een goed bouwplan van het grootste
belang. We zullen vandaag dan ook speciaal het
bouwland eens onder de loupe nemen.
Het bouwplan laat op onze gemengde bedrijven
zeer veel te wensen over. Het aantal fouten, dat
hier gemaakt wordt, is legio. Het begrip rationa
lisatie, d.w.z. boeren met verstand is hier vaak
volkomen onbekend. Laten we eens nagaan, waar