WarmogensaanaDasGelasting.
P. HANSE
No. 2056. Frankering btj abonnement: Temeuze* ZATERDAG 3 FEBRUARI 1951.
WAARIN OPGENOMEN HET NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD
Buitengewone
Algem. Vergadering der Z.L.M.
IN MEMORIAM
t ZITDAGEN
f BOEKHOÏJRBUREAU
ZITDAGEN SECRETARIAAT Z. L. M.
UITMERGEUNGSREGELING VAN LANDBOUWGRONDEN.
D. J. VAN DER HAVE
De kwaliteit van Uw Zaaizaad
beïnvloedt Uw bedrijfsresultaat
3êe Jaargang
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatscbappjj L
de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen
Dit blad verschijnt elke ZATERDAG. Overname slechts
geoorloofd met duidelijke bronvermelding.
Leden van de Z. L. M. en N.-Br. Mij van Landbouw ont
vangen het blad gratis.
ADVERTENTIETARIEF: Per mm 10 cent, minimum per
advertentie 1.50.
Redactie:
Secretariaat der Z. L. M.
Landbouwhuis, Goes - Tel. 2345.
ADVERTENTIETARIEF: Per mm 10 cent, minimum per
advertentie 1,50.
Regelabonnementen tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentiën aan de Uitgeefster N.V. v/h
Firma P. J. VAN DE SANDE te Terneuzen of aan het
Landbouwhuis te Goes.
op MAANDAG 19 FEBRUARI 1951 in de zaal van
de heer J. C.. Krijger te GOES, des namiddags 1.30
uur.
Agenda:
1. Opening.
2. Notulen van de Algemene Vergadering van
20 December 1950.
3. Mededelingen en ingekomen stukken.
4. Voorstel om de statuten der Z. L- M. te wijzi
gen.
De voorgestelde nieuwe statuten zijn gepu
bliceerd in het Zeeuwsch Landbouwblad van
18 November 1950.
5. Bespreking van het landbouwbeleid naar
aanleiding van de algemene economische
toestand.
6- Rondvraag.
7. Sluiting.
M. A. GEUZE, Voorzitter.
J. F. G. SCHIJN GEM ANN, Secretaris.
In verband met punt 4 der agenda wordt aan alle
afdelingen dringend verzocht vertegenwoordigers
af te vaardigen.
Denkt erom de kaartjes mede te brengen.
29 Januari overleed te Eikerzee onze oud
secretaris van de Kring Schouwen en Duiveland
der Z. L. M., de heer P. Hanse, in de ouderdom van
75 jaar.
In hem verliezen wij weer één der markante
figuren van ons eiland, een man die in zijn goede
jaren voor ieder klaar stond met raad en daad, een
man, die de belangen der Z. L. M. met hart en ziel
was toegedaan.
Het vele werk, dat de erisiswetten in de 30er
jaren meebrachten en waarvoor hij zijn gehele per
soon inzette, heeft zijn gezondheid geknakt en wel
zodanig, dat wij allen toen dachten onze Secretaris
te zullen verliezen.
Gelukkig is hij hiervan hersteld en is het hem
gegeven geweest nog menig jaar van welverdiende
rust te mogen genieten.
Gedachten van dankbaarheid voor het vele, dat
hij gedaan heeft voor a sch Schouwen- en Dui
veland en voor de Z. L ior de vriendschap
van hem ondervonden, vergozc m hem naar zijn
laatste rustplaats.
Gedachten van medeleven en medegevoelen gaan
uit naar zijn familie. Hij ruste in vrede.
OOSTBURG: Woensdag 7 Februari in Café „De
Windt".
ZIERIKZEE: Iedere Dondérdag in Hotel „Huis
van Nassau".
MIDDELBURG: Iedere Donderdag in Café „De
Eendracht".
KORTGENE: Donderdag 8 Februari in Hotel „De
Korenbeurs".
ST. PHILIPSLANDZaterdag 10 Febr. in Hotel
„De Druiventros".
AXEL: Zaterdag 3 Febr. van 2.304.30 uur in
Hotel „De Lozanne".
HULST: Maandag 5 Febr. van 24 uur in Hotel
„Het Bonte Hert".
MIDDELBURG: Donderdag 8 Febr. in Café ,,De
Eendracht".
THOLENZaterdag 17 Febr. van 10.30—12.30 uur
in Hotel ,Wed. Hoek".
OOSTBURG: Woensdag 21 Febr. van 24 uur bij
„De Vuijst".
Komt hier met uw vragen op pacht-, juridisch-,
economisch-, sociaal- en technisch gebied.
De Wet op de Vermogensaanwasbelasting en de
Wet op de Vermogensheffing Ineens houden de
belofte in voor een regeling, krachtens welke land
bouwers de waardedaling van hun landbouwgron
den en opstallen, welke een gevolg is van oorlogs
omstandigheden, in mindering mogen brengen van
hun eindvermogen. In de praktijk noemt men dit
kortheidshalve de uitmergelingsregeling.
Op 30 September 1947 verscheen de voorlopige
regeling. Thsns, meer dan 3 jaren nadien, komt
de definitiëve regeling. Men ziet, de liquidatie van
de oorlog duurt nog langer dan de oorlog zelf.
De definitieve regeling is thans nergelegd in een
algemene maatregel van bestuur van 16 Januari
1951, gepubliceerd in het Staatsblad nr. 14.
Gezien het grote belang voor de landbouw, zullen
wij hieronder enkele punten uit deze uitmerge
lingsregeling belichten en in het bijzonder de aan
dacht vestigen op de afwijkingen tussen de voor
lopige regeling en de definitieve. De voorlopige
regeling gold voor de eigen-boeren slechts dan,
indien zij hun landbouwgronden in het eindvermo
gen waardeerden op 110 van de waarde, welke
bij het bepalen van het beginvermogen in aanmer
king was genomen. In de definitieve regeling
komt deze voorwaarde niet meer voor. Dit hangt
samen met het inmiddels in werking treden van
de waarderingsregeling voor onbebouwde eigen
dommen, waaraan wij een beschouwing wijdden
in ons mededelingenblad d.d. 15 December 1950.
Thans staat dus vast, dat hoe men de gronden in
het eindvermogen ook waardeert, de uitmerge
lingsregeling in ieder geval van toepassing is.
Het bedrag, hetwelk afgetrokken kan worden
wegens uitmergeling van gronden, verschilt naar
gelang het betreft grond in exploitatie bij boeren
en grond in exploitatie bij tuinders en kwekers.
Wat de eerstgenoemde grond betreft, hierbij onder
scheidde de voorlopige regeling enerzijds weiland
en anderzijds bouwland. Voor weiland-lichte-grond
was de aftrek 85 per hectare, voor weiland-zware-
grond 35 per hectare, voor bouwland lichte grond
ƒ180 per hectare; voor bouwland zware grond
ƒ130 per hectare. In de definitieve regeling zijn
deze bedragen gehandhaafd, maar luidt de onder
scheiding niet weiland-bouwland, maar „blijvend-
grasland"-„bouwland". De verandering van het
woord weiland in „blijvend grasland" heeft plaats
gevonden omdat de aanduiding weiland enerzijds
te eng en anderzijds te ruim was. De aanduiding
was te eng, omdat ook hooiland onder deze cate
gorie begrepen diende te worden; te ruim, omdat
z-g. kunst-weiland er niet onder thuis hoorde-
Kunst-weiland dient n.l. als bouwland te worden
aangemerkt. Het gevolg van deze wijziging is dus,
dat het thans niet langer dubieus is, dat voor hooi
land een aftrek geldt van 85, resp. 35 en voor
kunst-weiland resp. 180 en 130.
Bij nauwkeurige beschouwing valt het op, dat
de vermelding van zavelgronden onder de opsom
ming van lichte gronden in de definitieve regeling
is geschrapt. Dit brengt niet mede, dat men thans
zavel steeds als zware grond moet aanmerken. De
schrapping heeft alleen plaats gevonden, omdat
gebleken is, dat in sommige gevallen met de bena
ming zavel ook zware grond wordt aangeduid. Voor
zavel kan dus zowel de aftrek voor lichte grond
als voor zware grond van toepassing zijn. Dit hangt
af van de soort zavel waarmede men te doen heeft.
Verder zien wij in de definitieve regeling, dat
voor gronden welke met zout water zijn ge
ïnundeerd, ook indien het zware grond betreft, de
aftrek geldt voor lichte grond. Dit is dus 85 per
hectare voor blijvend grasland en 180 per hectare
voor bouwland. Zonder deze bepaling zou dit zijn
geweest 35 resp. 130. Wij kunnen deze tege
moetkoming aan de oorlogsslachtoffers niet an
ders dan toejuichen- Wij merken hierbij op, dat
deze faciliteiten niet geldt voor gebieden, welke met
brak water of met zoet water zijn geïnundeerd.
De aftrekposten wegens uitmergeling van gron
den geëxploiteerd door tuinders en kwekers zijn
dezelfde gebleven als die van de voorlopige rege
ling, met deze uitzondering echter, dat voor boom
gaarden de aftrekpost verhoogd is van ƒ150 tot
300 per hectare.
De aftrekposten wegens achterstallig onderhoud
voor opstallen waren in de voorlonige regeling
ongeveer 10 hoger gesteld dan in de definitieve
regeling. Tegenover deze verslechtering staat
echter, dat volgens de voorlopige regeling deze
aftrekposten slechts werden aanvaard, indien en
voor zover de belastingplichtige aantoonde, dat
tengevolge van verwaarlozing van die opstallen en
andere oorlogsomstandigheden een waardedaling
was ontstaan, welke van invloed was geweest of
zou zijn op de bedrijfswinst in de jaren na 1915.
In de praktijk bleek deze bewijslast de belasting
plichtige zo zwaar te drukken, dat deze iftrek-
mogelijkheid illusoir bleek te zijn. De definitieve
regeling kent deze bewijslast niet meer. s ede re
belastingplichtige heeft recht op deze aftrekposten
voor zijn opstallen, tenzij aannemelijk is, "'at «Ie
opstallen Sn weerwil van de oorlogsomstandig
heden in het belastingtijdvak op de voordien
gebruikelijke wijze zijn onderhouden. Men kan dus
zeggen, de bewijslast is omgekeerd. Volgens de
voorlopige regeling moesten de belastingplichtigen
niet alleen bewijzen, dat de opstallen tijdens de
oorlogsjaren verwaarloosd waren, maar ook dat
deze verwaarlozing van invloed was op de bedrijfs
winst. Volgens de definitieve regeling zal de In
specteur moeten bewijzen, dat de opstallen in de
oorlogsjaren op de gebruikelijke wijze zijn onder
houden. Deze verandering van bewijslast is alles
zins toe te juichen en weegt ongetwijfeld op tegen
de 10 verlaging van de aftrekposten genoemd
in de voorlopige regeling.
De definitieve regeling heeft nog een verduide
lijking gekregen door de vermelding dat de aftrek
voor de tuinbouw-opstallen berekend wordt per
M2. glas. De voorlopige regeling sprak alleen van
,,per M2.", waardoor er twijfel bestond of men
moest rekenen per M2. glas of per M2. grond. Deze
puzzle is dus thans opgelost.
Hiermede menen wij op de belangrijkste punten
van de definitieve regeling de aandacht te hebben
gevestigd. De Boekhoudbureaux kunnen thans
aan de «gang met het invullen van de aangiftebil
jetten. Alleen voor de oorlogsslachtofffers zal de
definitieve afhandeling nog wel enige tijd op zich
laten wachten.
KONINKLIJK KWEEKBEDRIJF
ZAADHANDEL
KAPELLE-BÏEZELINGE