DE BOERENJEUGD t ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND 1 AGENDA. Operatie geslaagd» patient everleden* t Reserveer 15f 16 en 17 Februari, want dan is er wat te beleven in Domburg. Redactie: N. Filius, Koos Janse, M. Kosten, Z- Poppe, M. Poissonnier en J. J. de Putter. Redactie-adres: Secretariaat Z. L. M-, Landbouwhuis, Goes. Dinsdag 30 Januari, 6.30 uur, Hotel v. d. Veke te Zaamslag. Jaarvergadering L. J. G., Zaamslag. Woensdag 31 Januari, 7 uur, „Huis van Nassau", Zierikzee. Dr. Frietema: „De landbouw in West-Europa". Zaterdag 3 Februari, 7.30 uur, Verenigingsgebouw Oostkapelle. Ontspanningsavond L. J. G. Oost- kapelle. Zaterdag 27 Januari, 6.30 uur. Zaal De Witte te Zuidzande. Ontspanningsavond Afd. Zuidzande L. J. G. en Z. P. M. Toneel en „De Boer ploegt voort". Geen enkele maal in mijn L.J.G. loopbaan heeft een spreker of spreekster voor de L.J.G. mij zo aan het denken gezet als mevr. v. d. Broeckede Man met haar 5 of 6 zinnen die zij meende nodig te heb ben voor haar eindconclusie van de toneelwedstrijd van Zaterdag j.l. Had ik de gave om te tekenen, dan zou ik het graag zo willen voorstellen in een caricatuurteke- ning^ Mevr. v. d. B. groot en fier zwaaiend met het grote scherpe zwaard der critiek, en daarnaast, heel klein en schuchter onze beste vriend en Voor zitter Joos Cevaal als toneelspeler, vertegenwoor digende de L.J.G., en dan met één slag van dat vreselijke zwaard het hoofd er af. Het onderschrift kon dan luiden: Met één slag eraf. Want zo hard en fel waren die woorden, die we te horen kregen. Dit kan ik evenwel zonder meer niet aanvaarden. Want ik weet dat de critiek van Mevr. v. d. B. waar is, en dat we in vele opzichten een slecht figuur hebben geslagen. Maar als iemand ons zo fel aanvalt en probeert zeer zeker met de beste bedoëlingen ons te vernietigen, dan gaat er ver zet in mij leven en kan ik niet zwijgen. Aan de hand van de kleine inleiding die aan het toneel voorafging en wat er verder die middag ge beurde, wil ik mijn eigen mening geven. Mevr. v. d. B. is begonnen met te wijzen dat we in de eerste plaats moeten kiezen het goede stuk, waar een mo raal in zit die ons iets beters geeft en tot nadenken stemt. In de tweede plaats dan moet er zijn de regis seur -die de spelers leiding geeft, voor een goede algemene leiding zorgt, enz. Ten derde moeten de spelers zich zodanig van hun rol bewust zijn dat ze volkomen in hun rol opgaan, hun geestelijk ik van zich afwerpen en een geheel andere in zich opne men. Zij moeten dan beseffen dat ze dit doen, die nende het publiek dat zfj willen geven het mooie dat in de moraal van het toneelstuk verborgen zit. Natuurlijk ben ik het daar mee eens en ik wou dat wij het in onze afdeling zo ver konden brengen. Ook wil ik volkomen onderschrijven dat wat na de inleiding volgde een grote en schrijnende tegenstel ling daarmee vormde. Wil ik nu beginnen met punt één, de kwaliteit van het stuk. Dit is een van de bijna onoplosbare punten waarmee wjj te kampen hebben. Het is misschien het beste om even na te gaan hoe wij in onze afdeling daarmee te werk zijn gegaan. Wij be ntellen bij een of twee uitgevers een catalogus en meteen een viertal stukken waarvan we gehoord hebben dat ze goed zijn. We komen bij elkaar en gaan de verschillende stukken lezen, we bekijken de recenties en vragen de raad van onze toneellei; der, die ook wel een amateur is, maar reeds meer dan twintig jaar ervaring heeft met amateurtoneel. Het eerste jaar las ik opeens van een stuk de recen- tie in een groot dagblad; prettig en gemakkelijk te spelen, ernst en luim, met een goede moraal. Wij besluiten het stuk te spelen, en het slot is dat het werkelijk zonde is van de tijd, omdat de inhoud on zin is. Maar ja, de verschillende personen pasten aardig in hun rol, de grappen sloegen nogal in, dus een „geslaagd" stuk. Het tweede jaar is het toneel stuk kleiner, er zijn meer dingen die meer repetities vragen. Daarom valt de keuze op een stuk dat zeer eenvoudig is, speelt in een dorpscafé, dat in dialect gespeeld kan worden. Geen moraal, maar wel de mogelijkheid ongedwongen en vrij toneel te spelen. Het publiek accepteerde het maar matig, omdat het te gèwoon was. Dit pleit wel voor de spelers. Toen rees de gedachte eens een goed toneelstuk te zoeken. Dus ben ik begonnen ogen en oren de kost te geven, toneelrecenties via de pers en de ra dio in mij op te nemen en tenslotte een abonnement op een maandblad van de Maatschappij van het Nut van het Algemeen, speciaal voor de rubriek ama teurtoneel. Het resultaat van dit alles is evenwel weinig hoopgevend. De stukken die wij en andere verenigingen regelmatig spelen, worden stuk voor stuk afgekamd en bij het vuile goed geworpen. Nietszeggend, flauw en onbenullig. Nu is er een vereniging die speelt een stuk van echte kwaliteit, het heeft successen geboekt in vele grote steden van ons land, het is een ontroe rend drama, dat een moraal heeft dat tot nadenken stemt. Helaas, de andere dag meldden de kranten, dat dit drama zijn voltooiing vond in het drama van de vereniging die zich tot schande maakte door zo een mooi stuk te verknoeien. „De spelers doen het best in het vervolg hun matige kwaliteiten te besteden aan gemakkelijker stukken, wat bij het publiek beter in de smaak zal vallen". (Letterlijk overgenomen). Verder wordt het éne stuk hier zeer geprezen, elders wordt het weer tot de grond toe af gebroken. Er spreekt voor de radio geregeld een mijnheer over dit onderwerp. (Speciaal jeugduitzen dingen). Deze heer becritiseert hier geregeld toneel stukken, namen van goede noemt hij nooit. Maar hij schrijft er zelf ook endeze worden in boven genoemd tijdschrfit regelmatig afgebroken. De conclusie is dat voor mij als amateur niet uit deze doolhof te ontkomen is, en het maar het beste is zo weinig mogelijk te zoeken en de eerste de beste klucht maar te nemen. Breng ik dit nu terug tot de inleiding van Mevr. v. d. B. dan kan ik concluderen dat een goed toneel stuk uitzoeken zonder uitermate deskundige en on partijdige leiding onmogelijk is. Het tweede punt is de kwestie van de leiding. Deze kan plaatselijk heel verschillend zijn. Discus sie daarover is niet nodig. Bij het derde punt gaat het om het spel der spe lers. Nu is de grote fout bij ons allen dat wij ons eigen ik niet kunnen afwerpen en steeds onszelf blijven. Wij hebben dan verder de fouten van uit spraak, rust en beweging. Dit alles hebben we Za terdagmiddag kunnen zien en zou ik me dan ook bij de spreekster kunnen aansluiten. Maar toch is het niet de geheel juiste weergave van wat er deze mid dag is gebracht. Er zijn twee afdelingen geweest, die hebben aangevoeld dat ze niet konden komen met zo een stuk, dat de spreekster noemt zonde van de verloren tijd. Er werd iets anders uitgezocht en beiden slaagden omdat ze zich konden uitwerken boven de kwaliteit van een geschreven toneelstuk. Ik voor mij vind het een verblijdend teken dat het door velen wordt aangevoeld dat men beter zelf wat kan proberen te maken, wat dan minder holle phra- sen bevat en wat ons beter ligt. Verder acht ik het een verblijdend teken dat de meeste van die amateurtoneelspelers zich niet kun nen inleven in die lege nietszeggende rollen, maar dat ze dat wel kunnen als ze aanvoelen dat het hun ligt en als ze weten dat het idealisme van hun jeugd naar voren wordt gebracht zonder overdrijving en onzin. Ik geloof dat dit duidelijk is gebleken bij het schetsje van St. Philipsland en het sprookje van Oost Zuid-Beveland. Dan wou ik opmerken dat mijn ervaring met het toneel van een der middelbare scholen in W.-Bra- bant is, dat het daar geleverde, behalve de uitspraak niets beter is dan de L.J.G. in Zeeland. Er zullen ook werkelijk niet veel meisjes worden gevonden op die scholen die beter declameren dan dat mais- meisje uit het sprookje. De grote fout van de gehele middag is geweest, dat Mevr. v. d. Broecke ons niet heeft begrepen en wij haar niet. Dit is evenwel onze schuld. Het niveau waar Mevr. v. d. B. zich beweegt, ligt veel hoger en het is voor haar niet mogelijk zich naar ons af te buigen. Dat is natuurlijk alleszins be grijpelijk. Maar het is jammer dat zij met haar tekorte inleiding ons niet heeft kunnen helpen om ons, al was het maar één streepje, omhoog te trekken. Eén ding heeft ze ons wel geleerd, dat het goed en eerlijk is te zeggen wat men denkt, ook al is het vernietigend en is het erger dan een klap in het gezicht. L.J.G.-ers laten we hopen dat we deze ernstige klap te boven komen en dat de patiënt na de ope ratie toch nog zal genezen, hoewel we gewond zijn tot in ons diepste wezen. Laten we trachten het beter te doen en ons een volgende maal ernstiger te beraden voor we weer voor het voetlicht komen. Maar laten we in ieder geval zorgen dat we er weer voorkomen. Bedenk dat de vorige generatie landbouw jongeren het veel sléchter deed dan wij, want die deed het helemaal niet. St. Maartensdijk. A. L. HAGE. HEEFT DE L.J.G. OP SCHOUWEN-DUIVELAND BESTAANSRECHT We stellen deze vraag aan alle landbouw jonge ren op dit eiland, zoals we hem straks ook voor het eerst of opnieuw zullen stellen in andere plaat sen in de provincie waar het L. J. G.-werk nooit werd aangepakt of verbloedde door een gebrek aan enthousiasme. We weten dat het antwoord op de vraag niet gegeven kan worden door Hoofdbe stuur of Provinciale Raad der L. J. G. De jonge ren van Schouwen zullen zelfstandig een beslissing moeten nemen daarbij vergetende wat achter hen ligt aan teleurstelling en gebroken idealen. Er zijn vele verenigingen maar dit verschijnsel kennen we overal in meerdere of mindere mate. Maar is er wel een vereniging die de toekomstige boer of boerin zo veelzijdig op zijn taak in het leven wil voorbereiden, en hem op wil voeden in zelf standigheid? Welke vereniging wil zich op zoveel terreinen bewegen als de L. J. G.? Er is iedere keer weer een open plek in het Hoofdbestuur en vier open plaatsen in de Provin ciale Raad, om nog maar niet te spreken van alle onbezette plaatsen op provinciale dagen. Er komt een kentering want verschillende bijeen komsten in provinciaal verband werden bezocht door Schouwenaren. Schouwen wordt gemist in de provincie! Zoals we in West-Europa behoefte hebben aan overkoepelende organisaties op velerlei gebied om sterk te staan in moeilijke tijden, zo ook zullen de jongeren van Schouwen en Duiveland weer tot het provinciaal verband toe moeten treden, omdat rer op hun gewacht wordt. Daarvoor zullen wel eens de belangen van groep jes doorbroken moeten worden. Maar iedereen die de bovenstaande vraag beves tigend heeft beantwoord verwachten we op Woens dag 31 Januari 1951 te 7 uur in 't Huis van Nassau te Zierikzee. Kom er niet in de eerste plaats om een goede spreker te horen doch om de mogelijkheid onder ogen te zien om een L. J. G. afdeling op te richten. Het begin zal bescheiden zijn. Op U rust de taak om het goed te maken. B. KADERDAGEN. Eindelijk kunnen we dan onze plannen ontvou wen. De kaderdagen van de L. J. G. zullen te Domburg een feit worden. Van Donderdagmiddag 15 Februari tot Zaterdag middag 17 Februari zullen we het Jeugdcentrum te Domburg bevolken en er twee dagen met elkaar spreken over Ja het programma is nog niet voor 100 klaar, zodat we daar nog een week mee wachten. Het geheel zal onder leiding staan van de heer C. H. L. Schouten die binnen afzienbare tijd naar Zeeland zal komen om de leiding van de Volks hogeschool op zich te nemen. We kennen hem al van zijn optreden op de Ont wikkelingsdag van de Z. A. R. en weten dat de lei ding bij hem in goede handen is. Doordat de tarieven in het kamp te Domburg uiterst laag zijn kunnen we de kosten beperken tot ƒ7,50 per persoon waarvoor men o.a. 3 warme maaltijden krijgt aangeboden. We vormen dus twee volle dagen een kleine ge meenschap die niet uit elkaar wordt gerukt wan neer de nacht valt of de maag om een nieuwe vul ling vraagt. Het contact tussen de streken en de individuele leden kan zo het meeste effect opleveren. Het aantal beschikbare plaatsen is groot genoeg. Laten wij als eerste gebruikers van dit kamp een energieke poging doen om dit kamp goed in te wijden. De opgaven moeten binnen zijn vóór Zaterdag 10 Februari hetzij via de afdelingssecretarissen hetzij rechtstreeks aan het Secretariaat van de L. J. G., Landbouwhuis, Goes. De deelnemers (sters) zullen dan tijdig een programma ontvangen. *31

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 6