STEMMEN UIT DE PRACTIJK. KORT VERSLAG TUINBOUW De gemiddelde opbrengsten aan ongerepeld vlas van een aanzienlijk aantal proefvelden uit de 5 voorlaatste jaren staan in onderstaande tabel. Concurrent 102 (44) Percello 98 (44) Formosa 99 (37) Hollandia 95 (33) Hercules 88 (17) Liral Crown 87 (21) Wiera 99 (121 100 87,2 kg/are De cijfers tussen haakjes geven het aantal waar nemingen aan waaruit het opbrengstcijfer is be rekend. Concurrent blijkt de meeste kilogrammen onge repeld vlas per ha te geven. De opbrengst van Wiera is op genoemde proefvelden lager dan van proefvelden in andere gebieden, mogelijk dat bij voortgezet onderzoek een hogere productiviteit zal blijken. Toch zeggen deze cijfers niet alles. Vlas dient naast het productievermogen ook op kwaliteits eigenschappen gewaardeerd te worden. Juist deze eigenschappen bepalen de uiteindelijke prijs voor het product. Vandaar dat van elk proefveld mon sters ter onderzoek worden opgezonden aan het Ned. Vlas Instituut te Wageningen. Door dit on derzoek is men in de gelegenheid om de verschil lende rassen, die op dezelfde grond en bij dezelfde bemesting groeiden, ook op kwaliteit te beoordelen. De opbrengst aan gerepeld vlas is voor Concur rent 74 van de opbrengst aan ongerepeld pro duct. Voor Percello 79 Formosa 76 en Wiera eveneens 76 Hieruit blijkt dat Percello het hoogste rendement heeft aan gerepeld vlas. Concurrent had een opbrengst van 1035 kg zaad per ha, Percello 846 kg, Formosa 938 kg en Wiera 1189 kg. Percello en Formosa geven dus belangrijk min der zaad. De kwaliteit van het verkregen lint werd aange geven in gld/kg; dit was voor Concurrent 1,86, Percello 1,90, Formosa 1,86 en Wiera 1,89. Berekenen wij nu de totaalopbrengst aan zaad, lint en afval in guldens, dan blijken de opbrengsten in verhoudingscijfers te zijn voor: Concurrent 100 Percello 97 Formosa 94 Hollandia 88 Hercules 83 Liral Crown 79 Wiera 108 Concurrent blijkt nog wel het meest productief. Wegens de goede droogresistentie, goede lengte en hoge vertakking van de harrel, hoog vezelgehalte en goede kwaliteit, verdient het ras de plaats die het inneemt. Het stro kon echter wel wat steviger zijn. Percello heeft het voordeel van een stevig en veerkrachtig stro te bezitten, dat vooral bij een te hoge stikstofbemesting wat lang gn^oen in de kop blijft. Wat groen trekken is nodig, hetgeen geen bezwaar is voor de kleur van het vlas, aangezien het later goed bijkleurt. Iets dichtere stand dan Concurrent is gewenst. Percello heeft ten opzichte van Concurrent het nadeel van een grotere vatbaarheid voor brand, dode harrel en verbruinen. Laatstgenoemde ziekte wil in Zeeland nogal eens optreden. Het is een blauwbloeiend vlas. Vooral thans bij de hogere prijs voor zaaizaad van Percello, verdient het aan beveling de vóór- en nadelen te overwegen alvorens tot dit ras wordt overgegaan. Formosa is een witbloeiend ras met langer stro dan en ongeveer gelijke stevigheid als Concurrent. De overige eigenschappen van het ras zijn het iets lager vezelgehalte, lage zaadopbrengst, goede kwa liteit van stro en vezel en grotere vatbaarheid voor brand, dode harrel en verbruinen. Voor roest en zwartstip is het ras minder vatbaar, doch deze ziekte komt meer in het Noorden voor dan in het Zuid-Westen van het land. De overige rassen Hollandia, Hercules en Liral Crown blijken voor de Zeeuwse omstandigheden te weinig productief. Wiera werd gedurende een tweetal jaren op de Zeeuwse eilanden beproefd- In 1950 viel de op brengst tegen, zodat bij de gemiddelde berekening over 1949 en 1950 lagere opbrengstcijfers zijn ver kregen dan in andere gebieden. Het ras is in de rassenlijst opgenomen. Wiera bezit vele aantrekkelijke eigenschappen, zoals vroege ontwikkeling, goede resistentie voor brand, roest, zwartstip en verbruinen. De lengte van het stro is ongeveer gelijk als bij Concurrent doch de stevigheid van het stro is belangrijk beter. Het zaad is groot van stuk, zodat meer zaaizaad nodig is. Vezelgehalte en vezelkwaliteit zijn goed. Het verdient aanbeveling het ras met belangstel ling te volgen. Verbouw op beperkte schaal is ver antwoord. Kruiningen, 13 Januari 1951. De Hoofdasssistent van het Onderzoek, G. J. BOM. van de vergadering van de Tuinbouwcom missie der Z. Lu ML, gehouden op Vrijdag 12 Januari 1951 te Goes. In het artikel van 15 Dec. 1950, waar wij de fram boos bespraken, is een fout geplaatst. Daarin staat n.l., dat de netto-inhoud van een krat fram bozen 9 kg is, dit moet 3 kg zijn. De fram'bozen- telers onder de lezers zullen dit ongetwijfeld opge merkt hebben. Thans iets over de Zwarte bessen. Dit ras neemt ook thans nog een beduidende plaats in in ons Zeeuwse zacht fruit sortiment. Zij verdient onze volle aandacht, temeer waar heden weer meer gesproken wordt over risicoverdeling van de fruitkweker. Allerwege is er een uitbreiding van zwarte bes sen, waar ongetwijfeld de uitkomsten der laatste jaren niet vreemd aan zullen zijn. Ook 1950 heeft zich goed gehouden; een behoor lijke oogst met een middenprijs van 88 cent is niet slecht. De zwarte bes heeft een zeer zwakke levens- zekerhëid. Bij een niet rendabele teelt sukkelt men er niet mede en ziet men ze spoedig in vlammen opgaan. Worden de kansen gunstiger dan worden ze weer bij duizenden aangeplant. Bij al de grillige schom melingen van de markt heeft de zwarte bes zich echter toch altijd nog kunnen handhaven en is voor velen een niet te versmaden bron van inkomsten. De zwarte bes is zeer eenvoudig te kweken en is spoedig op volle dracht. Ze vraagt niet de cul- tuurzorg als de framboos en kan ook gemakkelijk in een middelgroot bedrijf geplaatst worden. Deze bedrijven zullen echter zelf uit moeten maken hoe de samenstelling, mechanisatie en per soneelsbezetting is. Deze factoren spelen n.l. een voorname rol wil het zwarte bessen telen lonend zijn. Deskundige voorlichting is zeker vereist. Het oogsten en de afzet is zeer eenvoudig en eist niet veel vakkennis. We hopen het beste voor onze „schoenlappers" of zwarte „jannievers", een prima export-artikel. Rode bessen. Als we de rode bessen even belichten dan is de conclusie, dat ook 1950 een teleurstelling bracht. Was 1949 al slecht, 1950 heeft het er nog slechter afgebracht. Was de middenprijs in 1949 nog 34 ct met een goede opbrengst, in 1950 was het 31 cent met een zeer matige oogst. De Duitse Zure hebben al helemaal afgedaan en de Prolific maakt een crisis door. Ze is het zieke kind onder het zachte fruit. De rode bes leent zich overigens zeer goed voor onderteelt, kan veel schaduw verdragen en kan lange tijd aan de struik blijven wat de werkver deling ten goede komt en een massale aanvoer kan voorkomen. Waar moet het heen met deze mooie en sterke vrucht Al is het dat m.i. de plukkosten voor al onze bessen aanmerkelijk naar omlaag zullen moeten, ook dan nog is het onmogelijk met een prijs van 30 ct per kg winst te maken. Moeten wij ze straks als een lastige sta in de weg opruimen, wie kan het mij zeggen? Of zitten we hier in de uithoek van Nederland niet gunstig voor de afzet van con sumptiebessen? Of leveren we ze soms niet af, zoals de markt ze vraagt? Het prijsverschil tussen de Bangert en Zeeland b.v. is wel zeer groot. De kwaliteit is er misschien niet vreemd aan. Want wie sorteert hier zijn bes sen in standaard, huishoud I en fabriek? Wie brengt hier altijd prima droge bessen, keurig in bakjes, naar de veiling? M.i. is dit zeker een on derzoek waard nu het met onze rode bes er -.o beroerd uitziet. Het gaat in ons gewest toch altijd nog om on geveer 1 millioen kg bessen. Alles dient gedaan te worden om te trachten het zieke kind er weer boven op te helpen. We zouden ze niet graag in ons gezin van klein fruit willen missen. Welke taak hier voor de veilingen ligt hoop ik in een apart artikel naar voren te brengen. Maar laten wij zelf eerst trachten de rentabiliteit van onze bessen te verhogen door de zaak niet te verwaarlozen maar juist goed te verzorgen. De frambozen en bramentelers hebben ook vast gehouden en hebben in 1950 hun kans gekregen. Dit was de beloning voor hun vertrouwen in de toekomst en hun goed product. Nog een kleine opmerking en we stappen van de bessen af. Zou het niet gewenst zijn, dat er onder de werkgevers-bessenkwekers meer overleg en eenstemmigheid heerste, inzake het plukloon bij het oogsten? Waarom moet een bessenplukker nu zoveel meer verdienen dan ons vast personeel? De bessen plukkers zijn gelegenheidsmensen zonder vakken nis, die trachten (ik geef ze geen ongelijk) één zo groot mogelijke buit binnen te halen en dan zie je ze niet meer. Naar mijn mening moet dit in de naaste toe komst een punt van bespreking worden. Voor ditmaal weer genoeg. In een volgend arti keltje gaan we de bramenteelt bespreken, die in 1950 een populariteit heeft genoten als nooit te voren. Tot wederhoren. JAAP UIT 't BOGERDJE. Opening. De Voorzitter, de heer P. J. J. Dekker, opent de vergadering met een hartelijk woord van welkom tot de aanwezigen. .Mededelingen inzake: a. Publiekrechtelyke Bedrijfsorganisatie. In een vergadering van de Afdeling Tuinbouw van het K. N. L. C. is o.m. besproken de positie van de tuinbouw in het komende landbouwscnap. Zoals bekend zal het landbouwschap (P.B.O.) worden opgebouwd uit de 3 Centrale Standsorganisaiies en de 3 Centrale landarbeidersorganisaties. Voor de technische vakorganisaties als de N. F. O. en het C. B. voor Tuinbouwveilingen, de Ver. voor Bloem bollencultuur enz., is er volgens de wet op de P. B. O. geen officiële plaats. De Afdeling Tuinbouw van het K. N. L. C. heeft nu in deze een duidelijke uitspraak gedaan n.l., dat deze technische organisaties bij de opbouw van de Hoofdafdeling Tuinbouw dienen te worden inge schakeld, omdat de technische organisaties van net tuinbouwbedrijfsleven een onmisbaar bestanddeel vormen. b. Binnenlandse afzet. De consumptie van groenten in het binnenland is gestegen met 7 kg per hoofd. Dit is een verheugend verschijnsel. Vermoedelijk zijn de prijs en de in tensieve reclame voor het gebruik van groenten de oorzaken hiervan. Omtrent het binnenlands fruitverbruik zijn nog geen definitieve cijfers bekend, maar in de kringen van de detailhandel vindt men de afzet van fruit niet onbevredigend. c. Buitenlandse afzet. Terwijl voor de peren de export naar Engeland reeds geliberaliseerd was, is nu ook per 1 Januari j.l. de export van appelen geliberaliseerd. Dit heeft tot gevolg gehad, dat, dank zij de activiteit van de exporteurs, reeds in de eerste week een grote hoe veelheid appelen naar Engeland werd verscheept. Er werden bevredigende prijzen gemaakt. Door het Centraal Bureau voor Tuinbouwveilingen zijn in December in Engeland in een 5-tal grote steden handelsexposities van appelen gehouden, om de importhandel en de Engelse detailhandel te laten zien, welk fruit Nederland kan aanbieden. Ook door het verspreiden van een folder in kleuren druk op grote schaal is de belangstelling gewekt. De Engelsen hebben te kennen gegeven rood gekleurde appelen te prefereren. Op de Engelse markt zijn ook andere landen aanwezig o.m. Italië, Denemarken en Zwitserland, welke onze grootste concurrenten zullen zijn. Het is van belang, dat onze appelexport naar Engeland regelmatig door gaat, anders zullen we dit nieuwe exportgebied niet kunnen veroveren. Het is opvallend, dat de Engelsen weinig inte resse hebben voor onze Goudreinette, die volgens onze smaak een der beste tafelappels is. De export van appels naar België is ook weer geopend, behalve voor Goudreinetten. Vermoedelijk is het prijsverschil hiervan de oorzaak. De besprekingen over het handelsverdrag met West-Duitsland zijn nog steeds aan de gang. Het is van zeer groot ibelang voor de Nederlandse Tuin bouw als in dit handelsverdrag voldoende bedragen worden opgenomen voor groenten en fruit, anders ziet het er voor de toekomst van de Tuinbouw niet best uit. Na deze mededelingen wordt besloten om bij de bevoegde instanties aan te dringen om met het oog op de export van fruit naar België, een der grens- kantoren in Zeeuws-Vlaanderen aan te wijzen als uitvoerkantoor. Verder wordt de aandacht gevestigd op de embal lage welke door de andere landen wordt gebruikt voor de export van appelen naar Engeland. Bespro ken wordt ook de export van zaai-uien. d. Mantel C.A.O. 1951/1952. Over de mantel van de C.A-O. 1951/1952 is door de betreffende organisaties overeenstemming be reikt. In de mantel van het landbouwcontract zal de 2 vacantie-toeslag worden opgenomen, terwijl tevens wordt opgenomen, dat een verschuiving van onproductieve arbeidsuren naar productieve ar beidsuren mogelijk zal zijn. Tenslotte zal de uit kering bij ziekte gewijzigd worden. Gezien de moeilijkheden in de tuinbouw zal de 2 vacantietoeslag niet in het nieuwe tuinbouw- contract worden opgenomen, waardoor de nieuwe mantel voor de tuinbouw practisch ongewijzigd blijft. De vergadering is van mening, dat dit op de gemengde bedrijven aanleiding kan geven tot moeilijkheden. Gestreefd zal moeten worden naar uniformiteit. Organisatie Tuinbouwdag. Het idee is naar voren gekomen een tuinbouw- dag te organiseren, waarop enkele actuele onder werpen van sociaal-economische aard behandeld zouden worden, o.m. de teeltregeling in de groente teelt, de teeltordening in de fruitteelt en de beteke nis van de P.B.O. voor de tuinbouw. De vergadering besluit deze dag in het a.s. najaar I te organiseren, vooral omdat de P.B.O. dan urgent wordt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 7